Binnenkort zeggen we de wintertijd weer eens vaarwel en verwelkomen we – na een al dan niet te korte slaap – de zomertijd. Een welkom, omdat het erop lijkt dat we in het tweede kwartaal van het jaar we meer tijd zullen hebben in een dag. Nu, de tijd blijft wel hetzelfde, 24 uur in één dag, maar we hebben meer uren licht. Ik kijk daar echt naar uit, want licht geeft me meer energie. Ik kan dan ’s avonds veel meer doen dan een boek lezen met kaarslicht en sfeermuziek op de achtergrond. Dat is natuurlijk heel gezellig, maar ik snak naar avondwandelingen, fietstochtjes en buiten in de tuin chillen (met of zonder boek).
Zomertijd klinkt erg tropisch,
maar het blijft wel België, hé?
(naar Darum)
Brengt zomertijd ook zomerweer? Dat valt af te wachten, we hebben in ieder geval meer licht. Maar wat is licht nu? Volgens het woordenboek is het energie van de zon of een lamp waardoor je iets ziet, het gedeelte van de straling dat voor mensen zichtbaar is. Licht is ook een symbool voor kennis, puurheid, inspiratie en het goddelijke.
Het tegengestelde van licht is duisternis. Duisternis betekent niet dat er geen licht is, maar meestal bevinden we ons dan niet op de juiste plaats om het licht te zien. Zoals in een donkere grot waar het zonlicht belemmerd wordt door tonnen rots. Of als we een blinddoek voor onze ogen binden, dan houden we het licht tegen maar het is er wel. Als de maan voor de zon schuift, hebben we hier op aarde een zonsverduistering. De zon is er wel, maar de maan blokkeert haar licht. Ik heb al een paar keer een zonsverduistering meegemaakt met een speciaal brilletje op mijn neus. Geleidelijk begon het te schemeren en ik herinner me nog steeds het vreemde, onaangename gevoel om te zien hoe het licht verduisterd werd. Maar dat was vlug voorbij! Het licht brak opnieuw door, en heel snel.
Er zit een licht in ons
dat niets te maken heeft
met dag en nacht.
Buiten het licht dat we zien met ons ogen, bestaat er nog zoiets als een geestelijk licht. Een licht in onszelf, een licht in andere mensen, een goddelijk licht.
‘ Want het woord des Heren is waarheid, en al wat waarheid is, is licht, en al wat licht is, is Geest, ja, de Geest van Jezus Christus.’ (Leer en Verbonden 84: 45)
‘De mens was eveneens in het begin bij God. Intelligentie, of het licht der waarheid, is niet geschapen of gemaakt, en dat kan ook niet.’ (Leer en Verbonden 93:29)
‘En de Geest geeft licht aan ieder mens die in de wereld komt; en de Geest verlicht ieder mens ter wereld die luistert naar de stem van de Geest.’ (Leer en Verbonden 84: 46)
Bovenstaande Schriftteksten verklaren me dat licht, waarheid en intelligentie van God komen. Waarheid en licht van God verbindt zich met de geest van elke mens en helpt de mens om te groeien, vooruitgang te maken en ook licht uit te stralen. Jezus Christus is het Licht van de wereld.
Net zoals we het fysieke licht kunnen belemmeren, kunnen we dat ook voor het geestelijke. We kunnen het licht in onszelf op een laag pitje draaien, we kunnen het licht dat anderen uitstralen niet opmerken, en we kunnen het goddelijk licht blokkeren.
Step away from the shadows of the world
and into the everlasting Light of Christ.
I testify that He is always there,
even when you can’t see or feel His light.’
Dieter F. Uchtdorf
Hoe kunnen we nu een ‘zonsverduistering’ in dat geestelijk licht vermijden? Ik denk dat je het wel met mij eens bent als ik zeg dat we in een lawaaierige, drukke wereld leven. We ervaren elke dag wel stress, hebben verantwoordelijkheden, moeten ons soms in twee snijden, voelen ons opgejaagd en spenderen te veel tijd op onze smartphone. Misschien bekijken we verkeerde films; misschien zijn we gestopt met Gods lectuur te lezen; misschien verdrinken we onszelf in filmseries … Misschien bevinden we ons niet op de juiste plaats voor de lichtinval…
Om te ontsnappen aan de schemer van alle gekte om me heen trek ik mijn stapschoenen aan. Als ik in de natuur wandel word ik meer aangetrokken door het licht in alles wat ik zie: klaprozen, korenvelden, een nachtegaal die zingt, een kievit die zijn eigen naam roept, een kleuter die verwonderd naar de wolken wijst.
Net zoals de zon, de maan en de sterren het landschap verlicht in deze wereld,
voorziet het ‘licht van omhoog’
ons in leiding en doel.
(Jennifer Rockwood)
Om licht te geven moet je eerst zelf licht hebben. Eén kaars kan veel andere aansteken, omring je dus met licht. De volgende dingen hebben mij zeker geïnspireerd om meer licht te vinden: bestudeer de Schriften, lees goede boeken en zoek gelegenheden om je te ontwikkelen. Zoek schoonheid en goedheid in muziek, in lectuur, in kunst, in films, in anderen. Omring je met mensen die je opbouwen en inspireren, dan vind je licht. Kies je vrienden goed: helpen ze je naar het licht toe, of laten ze duisternis binnensijpelen? Motiveren ze je om goede dingen te doen, of trekken ze je naar beneden? Helpen ze je om het goede en het mooie te zien in onze ingewikkelde maatschappij, of hebben ze een schaduw van de Dementors uit Harry Potter? Voor het licht kiezen is een keuze, maar die is niet altijd gemakkelijk.
Ik kies ervoor om in het licht te wandelen.
We kunnen kiezen om het licht te zoeken en te volgen. De stemmen die we toelaten zullen onze ziel vullen. Ik duw geregeld de pauzeknop in en zoek naar licht en waarheid. Laat je ogen stralen! Je hebt zoveel om te geven! Straal in sport, in muziek, in dans, in wetenschap, in je gezin, in goedheid. Gebruik je talenten om licht aan anderen te geven. Het beste antwoord in deze donkere tijden is meer licht creëren: straal in alle richtingen en wees kleurenblind voor racisme.
Zie het licht in anderen
en ga met ze om
alsof dit alles is
wat je ziet.
(Wayne Dyer)
Soms ben jij het licht voor een ander, soms heb jij licht nodig van een ander. Zoalng er één lichtje overblijft is er hoop om de duisternis te verdrijven!
Als je twijfels hebt over de kracht van één lichtje is het volgende verhaal ‘Een zee van licht’ misschien wel goed:
Er was eens een groot amfitheater, met daarin duizend toeschouwers.
Op een avond stond daar op het grote podium, in het licht van felle schijnwerpers, een jongen. Hij streek één lucifer aan.
‘Kun je het licht zien?’ vroeg hij.
Maar bijna niemand van die duizend toeschouwers zag iets. Ze lachten met de jongen.
‘Wil je alle lichten doven?’ vroeg de jongen.
Het werd pikdonker. Toen streek hij opnieuw een lucifer aan en zagen ze allemaal dat kleine vlammetje.
‘Neem nu allemaal een lucifer en steek die aan’, zei het jongetje.
Iedereen deed dat en duizenden kleine vlammetjes zetten het hele amfitheater in een zee van licht.
(uit ‘Een Parel voor elke dag.’)
De wereld heeft jouw licht nodig. Help anderen om het Licht te zien.