Alice in Wonderland verscheen 150 jaar geleden. Het kinderboek werd geschreven door Lewis Carroll, pseudoniem van de Engelse wiskundige Charles Dodgson.
Ik heb het boek vele, vele jaren geleden gelezen. Als kind was ik dol op sprookjes en fantastische verhalen. Ik hield van de andere werelden die ze beschreven. In mijn fantasie liet ik me meevoeren op vliegende tapijten naar paleizen,bossen en zeeën. Ik werd dan zelf een prinses, een fee of een zeemeermin. Ik vloog mee met Peter Pan en verdwaalde in grotten en spelonken waar ik schatten van grote waarde ontdekte.
Maar in de wereld van Alice voelde ik me niet thuis. Ook al had ik de grote, boze wolf ontmoet en heksen in overvloed, Alice’s wereld maakte me bang (kom maar eens een koningin tegen die voor het minste de hoofden afhakt!). Het witte konijn kon ik niet volgen en er waren nog heel wat meer verwarrende gesprekken in dit boek. Mijn mening toen: ONZIN.
Door de jaren heen kreeg Lewis Carrolls verhaal telkens weer andere interpretaties. Men begon te denken dat er een diepere betekenis moest zitten achter dit gekke verhaal. Psychologen en drugsverslaafden hadden er een boterham aan vol, en ik weet niet of ze hem al verteerd hebben. Disney maakte er een tekenfilm over en in 2010 speelde Johnny Depp de gekke hoedenmaker in een nieuwe film met een ietwat andere verhaallijn.
Alle schrijvers zijn een beetje gek, Carroll ook, ik ook, en daarom raakte het witte konijn een gevoelige snaar. het konijn dat steeds op zijn horloge kijkt, zegt dat hij te laat komt en dan vliegensvlug verdwijnt, liet me denken aan het gedicht ‘Race’ van Toon Hermans:
De dagen passen mij niet meer,
zijn niet meer lang genoeg,
’t is altijd veel te vroeg te laat,
of veel te vroeg te vroeg.
Ik daver door de dagen heen,
haast altijd in galop,
en als de avond eenmaal valt,
dan staat ie nooit meer op.
Als ik denk aan de dagen die te haastig verliepen, dan kwam daar zelden voordeel uit. Door me te haasten dacht ik tijd te winnen, maar dikwijls kreeg ik een leeg gevoel op mijn neus. Herken je dit:
Nog vlug dit en dat doen
en het dit met het dat verwisselen.
Gauw een belletje doen met de teevee aan
en niet meer weten waar het gesprek over ging.
Vlug een ommetje door het park
en de eerste krokus niet gezien.
Een vluchtig afscheid
en niet meer weten hoe een kus smaakt.
En toch weet ik dat mijn ziel precies naar die dingen verlangt die haast niet kan geven:
God, stilte, vrede.
Het is niet altijd gemakkelijk om rustig in het nu te leven en te voelen. Tijdens het ontbijt denk ik al aan wat ik straks ga doen, wat ik niet mag vergeten en wat er nog op mijn lijstje staat – of maak ik een nieuw lijstje? En, weet je, op zo’n moment smaak ik het verschil niet meer tussen honing of choco. Zonde, want het smaakt echt wel anders.
Waarom hebben we zo’n problemen met de tijd? Zou het kunnen dat tijd niet onze natuurlijke dimensie is? We voelen ons nooit echt thuis in tijd. Dus willen we ongeduldig de tijd sneller laten gaan of de nacht tegenhouden. We kunnen geen van beide. Terwijl de vogel zich thuis voelt in de lucht, en de vis in het water, is tijd zeker niet onze thuis – wij behoren tot de eeuwigheid.
Stil staan bij kleine en grote dingen, bij honing en choco, bij knuffels en zoenen, bij boterbloemen en viooltjes,… dat vult onze ziel. Haast maakt ze leeg.
Maar we hebben zo veel te doen! Ik heb tijd te kort! moest ik tijd hebben…
Kunnen we zelf tijd creëren?
Zit je elke avond om half acht voor de flatscreen? Je kan de televisie best een avondje missen. dat levert je direct een paar uur tijd op om iets anders te doen: een uurtje wellness in je badkamer, je dagboek bijschrijven, een kast uitmesten, iemand bezoeken, muziek beluisteren, iets lezen, enz. Ook een dagje zonder Facebook of Iphone geeft je kostbare tijd in de plaats.
Alice belandde in Wonderland. Wij zijn beland in Tijd. Maak er de mooiste tijd van je leven van.