Heb je al eens goed naar mieren gekeken? Niet naar zo ééntje, of twee, die in jouw keuken op zoek gaan naar zoete voorraden, maar naar een hele nest tezamen.
Die ene (of enkele) in mijn keuken zijn geen lang leven beschoren (kwestie van de wetten in huis), maar buiten, in de natuur, is het fascinerend om die beestjes heen en weer te zien wriemelen. De mieren in mijn tuin zijn altijd druk bezig. Ik zie ze onder stenen, onder struiken en zelfs zomaar midden in het gras. Sommigen slepen met een dennennaald – vraag me niet waarom, misschien maken ze er wel een mierenbezem van. Met wat geluk zie ik ze een dode vlieg naar hun nest slepen – geen wonder dat ze mijn keuken liever bezoeken. Af en toe merk ik een hele mierenstraat op: ze kruipen allemaal snel achter elkaar – net als auto’s tijdens het spitsuur op onze wegen. Maar heel soms gebeurt het dat twee mieren blijven staan. Ze voelen met hun voelsprietjes aan elkaar en het lijkt alsof ze kennismaken.
Ik moest aan ons, de mensheid, denken. We zijn ook allemaal druk bezig in onze nesten. We slepen voedsel, kleding en allerlei andere nuttige en nutteloze dingen ons huis binnen. We stappen achter elkaar op het voetpad en wachten in een rij aan de kassa. Maar af en toe staan we ook stil, geven een hand of een knuffel, slaan een praatje, of stappen arm in arm verder.
In ons leven kruisen we geregeld het pad van een ander mens.
Soms is het een toevallige ontmoeting.
Zo ontmoette ik onlangs een vroegere klasgenoot die het heel grappig vond dat ik rimpeltjes had (het was meer dan 30 jaar geleden dat we elkaar gezien hadden).
Toevallige ontmoetingen kunnen heel leuk zijn, maar soms ook heel vervelend. Op reis kan je fantastische mensen ontmoeten aan de ontbijttafel, in een museum, aan het zwembad, op een bergtocht, … Ik hou mooie herinneringen aan koppels die op vakantie even mijn pad kruisten: de fijne gesprekken, de grapjes aan tafel, de politieke babbel.
Maar af en toe was zo’n toevallige ontmoeting ook ronduit verschrikkelijk. Je herkent misschien ook wel de situatie dat onbekende mensen naast je komen staan tijdens een receptie en alleen maar zelf aan het woord zijn, of kritiek voeren op van alles en iedereen. Als ik denk dat ik genoeg ‘geleerd’ heb uit die situatie, dan pas ik heel discreet de ‘verdwijntruc’ toe in de hoop dat een andere ontmoeting aan dat tafeltje wat verder véél meer voldoening zal geven.
Als je iemand ontmoet
wiens ziel niet op één lijn zit met de jouwe,
zendt deze dan je liefde en ga verder.
(onbekend)
Naast de toevallige ontmoeting heb je ook de vluchtige, zoals gisteren, toen de Bofrostman aan de deur belde en ik te veel ijsjes voor in de diepvries kocht van hem (misschien zat zijn verkopersglimlach er voor iets tussen, maar ik verdenk eerder de hitte waar de zon al enkele dagen te kwistig ons landje mee bedient).
In elk geval, vluchtige ontmoetingen hebben we heel dikwijls: met de postbode, de bakker, de beenhouwer, de kassierster,… noem maar op. Heel veel mensen kruisen vluchtig ons levenspad, zoals medepassagiers in een trein bijvoorbeeld. Maar kunnen we dat een ‘ontmoeting’ noemen? Ik denk meestal niet, soms wel. Zoals die onbekende dame die, net voor ze van de trein afstapte, naar me toestapte en glimlachend zei: ‘Proficiat mevrouw met uw kinderen, dat zie je niet zo gauw meer op de trein.’
Mijn dag was goed, en niet alleen omdat ze me jonger schatte – het waren mijn kleinkinderen- maar gewoon omdat een onbekend iemand waardering uitsprak.
Een woord van dank, een goedkeurende blik, een glimlach, een blijk van waardering, … dit alles maakt een ‘vluchtige ontmoeting’ de moeite waard.
Het is heerlijk
de blik van een vriendelijk mens te ontmoeten.
(Euripedes)
Er zijn ook ontmoetingen die we plannen, sommige zelfs op heel geregelde basis. Ik denk aan familiefeestjes, vriendenbezoekjes, en zelfs doktersafspraken. Die laatste ontmoeting is misschien wat afstandelijker, maar kan ook boeiend zijn en in veel gevallen levensnoodzakelijk.
Maar zelfs een geplande ontmoeting is dikwijls geen èchte ontmoeting.
Wanneer kan je spreken van een echte ontmoeting? Volgens mij moet die voldoen aan een paar punten:
– de persoon ècht zien,
– ècht luisteren,
– willen ontdekken en de moeite doen om te weten te komen waar die persoon voor staat, waar hij voor gaat, wat hij belangrijk vindt, wat er in hem leeft.
In een echte ontmoeting zit dus een hele opdracht, een spontane ongedwongen opdracht. Het is geen huiswerk, of een lijstje afwerken, maar diepe menselijke interesse. Prinses Diana zei:
Ik wist wat mijn werk was;
het was er op uit te gaan
en de mensen te ontmoeten
en van hen te houden.
Is dat niet het werk van elke mens?
Wat zijn zo een paar van die echte ontmoetingen in mijn leven geweest?
Eerst en vooral springt er de ontmoeting van mijn man omhoog. Ergens in Averbode ontmoette ik een knappe jonge man met donker haar en blauwe vriendelijke ogen. Na een eerste aarzelend gesprek volgden er veel meer. Deze ontmoeting is nog steeds niet afgelopen. Ze is breder, dieper, ruimer en mooier geworden dan die eerste toevallige ontmoeting. Na 40 jaar huwelijk kijk ik nog steeds in de mooie ogen van mijn man. Ik doe mijn best om goed naar hem te luisteren. Mars en Venus zijn in die 40 jaren al veel dichter bij elkaar gekomen. Ik weet zo stilletjesaan wel wat er leeft in mijn beste maatje en ik weet waar hij voor staat. Maar ik wil dingen in zijn ziel blijven ontdekken. Die eerste ontmoeting met mijn man is een samensmelting geworden die zich tot in de eeuwigheid zal uitstrekken.
When men and women are able
to respect and accept their differences,
then love has a chance to blossom.
(John Gray)
Bij echte ontmoetingen denk ik ook aan mijn echte vrienden: die speciale klasgenote, die meelevende collega, geestelijke reuzen in de kerk, … Soms lopen onze wegen nog dicht bij elkaar, soms hebben ze een andere wending genomen, en soms hebben onze paden zich weer gekruist. Er zijn diepe wekelijkse ontmoetingen geweest met veel ‘meidengeklets’, ‘filosofisch gebabbel’, en zielverheffende gesprekken.
Sommige van die ontmoetingen kregen een vervolg in de nieuwe technologie, anderen zijn verwaterd en opgedroogd. Soms, als onze levenspaden weer kruisen en er een ontmoeting – gepland of verrassend- gebeurt, dan vallen tijd en afstand weg en knuffelen onze lichamen en zielen alsof er nooit een verwijdering was.
Onder echte ontmoetingen vallen natuurlijk ook de interacties met mijn kinderen en kleinkinderen. Toch blijft het opletten dat ook die samenkomsten uit mijn ziel moeten komen.
De ontmoeting met een goed mens
blijft altijd een mooie herinnering in ons leven.
(André Demedts)
Misschien moeten we ook wat meer durven in onze ontmoetingen. Sommige mensen zijn heel sociaal, maar anderen koesteren het eiland-gevoel. Ik zit er zo’n beetje tussen en heb af en toe wel een duwtje nodig. Zo was onlangs een Amerikaans gezin op zoek naar onderdak voor een paar dagen. Het ‘zouden we’ of ‘zouden we niet’ spelletje werd een ‘Ja, we doen het!’
Onbekende mensen gepland ontmoeten is een aftasten en aanvoelen. Het naambordje met een glimlach aan de uitgang van een station opende de deuren van zien, luisteren en ontdekken. Het zorgde voor een verrijkende ontmoeting en een nieuwe vriendschap. Onze paden hebben even gekruist, de herinneringen zullen nazinderen.
Laten we elkaar altijd ontmoeten met een glimlach,
de glimlach is het begin van de liefde.
(moeder Teresa)
Ik wil het nog over twee andere ontmoetingen hebben die heel belangrijk zijn: die met God en die met onszelf.
Beide ontmoetingen kunnen gepland zijn, maar kunnen evengoed verrassend toevallig gebeuren. Beide zullen nooit vluchtig zijn, maar een onuitwisbare indruk achterlaten.
Er zijn mensen die God ontmoeten in de grootste pijn en hartzeer, in de bitterste omstandigheden; anderen ontmoeten hebben in de grootste schoonheid en vreugde. Weer anderen zoeken hem zelf op. Ik heb God ontmoet in deze drie situaties: in een ziekenhuis, in een rouwproces, in een lieflijke bergvallei, aan zee, in onze tuin, in Gods huis.
Een ontmoeting met God moet aan dezelfde voorwaarden voldoen als met een menselijke ontmoeting. Je moet Hem zien, naar Hem luisteren en Hem ontdekken.
Een ontmoeting met God verandert je leven, compleet. Een ontmoeting met God hoeft niet eenmalig te zijn, maar kan de eeuwigheid omvatten.
Ik denk dat voor we God ooit kunnen ontmoeten we eerst onszelf moeten ontmoeten.
Jezelf ontmoeten is geen gemakkelijke opdracht. Multatuli schreef al:
Ik wou mezelf gaarne eens ontmoeten om te weten hoe ik me beviel. Maar ‘k moet bijzonder goed gehumeurd wezen op die dag, want ik hou niet van onaangenaamheden.
De spiegel toont slechts één aspect van ons zijn, maar wel een waar de media het meest belang aan hecht. Het is goed om eens een gesprek met je spiegelbeeld te voeren (misschien best een tijdstip kiezen dat je alleen bent, of men denkt nog dat je te lang in de zon gezeten hebt). Durf jij jezelf de volgende vragen stellen? En, deze lijst is zeker niet compleet:
Ben ik dat écht? Of verberg ik me onder allerlei crèmes en kleurtjes?
Laat ik Facebook bepalen hoe ik eruit zie?
Wie ben ik eigenlijk?
Waar sta ik voor?
Ben ik gelukkig?
Wat maakt me gelukkig?
Wat maakt me ongelukkig?
Kan ik daar zelf iets aan doen?
Waar leef ik voor?
Wat vind ik belangrijk?
Op wie wil ik echt lijken?
Moet ik iets veranderen?
Jezelf ontmoeten, daar is durf voor nodig. Mensen deinzen nergens zo voor terug als voor een ontmoeting met zichzelf (Fritz Muliar).
Een gesprek met jezelf voeren kan een hele openbaring zijn. Het kan een opluchting zijn. Het kan het begin van een nieuw leven zijn. Het kan bevrijdend zijn. Het kan bevestigend zijn.
Jezelf ontmoeten opent de weg naar echte ontmoetingen.
Alleen wie bij zijn eigen zelf is gekomen,
kan de ander werkelijk ontmoeten.
(Martin Buber)
De zomertijd is een unieke tijd om vluchtige ontmoetingen een kleurtje van begrip en liefde te geven, om toevallige ontmoetingen de kans te geven een gouden randje toe te voegen aan je leven, en om diepe, echte ontmoetingen tijd en zuurstof te geven.
Ik ben dankbaar voor alle ontmoetingen in mijn leven. Voor de bittere, omdat ze me iets leerden over mezelf en de wereld om me heen. Voor de zoete, omdat ze me verfristen, opbouwden en versterkten.
We ontmoeten mensen niet bij toeval.
Zij kruisen ons pad voor een reden.
Ik kijk ook uit naar een ontmoeting die nog in de toekomst ligt: het weerzien met mijn overleden familie en vrienden. Ik weet nu al dat die ontmoeting heel intens zal zijn.
Zullen wij elkaar ontmoeten aan de overzij van ’t meer?
Waar de golven zachtjes kabb’len, want daar zijn geen stormen meer.
Ja, ik zal, ja, ik zal, ja, ik zal u daar ontmoeten
en met blijdschap u begroeten aan de overzij van ’t meer.
(Horace L. Hastings)
Ik wil deze vakantiemaanden mijn vluchtige, toevallige en geplande ontmoetingen kruiden met echtheid. En jij?
Geniet van het leuke filmpje en de prachtige lofzang: