Liefde is …

valentijnIk heb vandaag naar de handen van mijn man gekeken. Jaren geleden heb ik mijn handen in de zijne gelegd. Onze handen zijn veel ouder geworden. Ze zijn ruwer nu en hebben vlekjes gekregen. Rimpeltjes en aders vallen meer op. Maar wat hebben ze al die jaren niet gedaan!

Ze hebben gewerkt en geknutseld. Ze hebben gewichten gedragen: dozen, meubels en vier kinderen. Ze hebben gebeden. Ze hebben geapplaudisseerd en gefloten. Ze hebben gelachen en gespeeld. Ze hebben geknuffeld en gestreeld. Ze zijn ook wel eens boos geweest. Ze hebben pijn gevoeld en zijn soms dagen stil geweest. Maar bovenal hebben ze liefde gegeven.

 

Februari wordt wel eens de liefdesmaand genoemd en 14 februari is het Valentijnsdag, de dag van de liefde. Volgens de meeste bronnen leefde er in de derde eeuw na Christus een priester die Valentinus heette. Hij zorgde voor zieken, bejaarden en armen. Valentinus genas de blinde pleegdochter van de stadhouder van Rome. Die liet als dankbaarheid alle christelijke gevangenen vrij. Keizer Claudius II liet om die reden op 14 februari Valentinus onthoofden. Sommige bronnen zeggen echter dat hij onthoofd is omdat hij in het geheim jonge koppeltjes liet trouwen. De keizer had deze huwelijken verboden, omdat hij van mening was dat getrouwde mannen slechtere soldaten waren.

Maar er is ook een andere legende, die zou men wel eens de eerste blind date kunnen noemen. Voor de Romeinen was Lupercalia een belangrijk feest. Op 15 februari werden de namen van ongehuwde jonge vrouwen in een kom gegooid. De ongehuwde mannen mochten dan om beurt een naam trekken. Tijdens het feest werden dan de twee gekoppelde namen elkaars partner.

Deze twee legendes smolt men aan elkaar en 14 februari werd de feestdag van de liefde. In Engeland werd het de gewoonte om op die dag zijn geliefde te verrassen met een geschenk of een brief. De Engelse emigranten hebben Valentijnsdag geïntroduceerd in Amerika. De commerce heeft de traditie opgepikt en in veel Europese landen is men gevolgd. Vandaar al die rode en roze hartjes in onze winkels.

 

Hoe komt het toch dat zo iets universeels als liefde zo moeilijk te omschrijven is en zo moeilijk om te vinden is? Ik denk dat de wereld liefde te veel koppelt aan sterren, maneschijn, kaarslicht en lichamelijke aantrekkingskracht.

En ja, ik heb met mijn man al dikwijls naar de sterren gekeken, en nog niet zo lang geleden naar de maansverduistering. Een etentje met kaarslicht voelt veel romantischer dan een snelle hap in een of andere pizzahut. Maar liefde is zo veel meer dan dit en mekaar mooi vinden (hoewel ik het nog steeds fijn vind als mijn man me zegt hoe mooi ik ben).

Phil Bosmans heeft het prachtig geschreven:

 

Liefde is licht, zonder elkaar te verblinden.

Liefde is elkaar zeer nabij zijn, zonder elkaar te bezitten.

Liefde is warmte geven, zonder elkaar te verbranden.

Liefde is vuur zijn, zonder elkaar te verteren.

Liefde is ‘houden van’, zonder elkaar vast te houden. De mooiste lianen kunnen de sterkste boom wurgen door hem jarenlang stevig te omhelzen.

 

Liefde is een levend ding. Levende dingen hebben voedsel nodig, of ze kwijnen weg. Levende dingen kan men kwetsen en pijn doen. Levende dingen groeien of sterven. En dat is ook zo met liefde.

Liefde moet je uiten. Je moet met elkaar open communiceren. Over koetjes en kalfjes, over kinderen en het werk, over ditjes en datjes,, over wasjes en plasjes en over de banale dingen van je dag. Maar ook over diepere dingen en de zin van het leven. Net zoals lichamelijk één worden een feest is, is geestelijk één worden ook een feest. Samen bidden kan net zo mooi zijn als samen hand in hand over het strand wandelen.

 

Mijn huwelijk is niet volmaakt, volmaakte huwelijken bestaan niet. Er bestaan ook geen volmaakte mensen. Gordon B. Hinckley zei eens dat een succesvol huwelijk afhangt van hoe goed twee mensen kunnen vergeven, van de hoge graad van tolerantie die bereikt is.

Ik denk ook dat ’true love’, ware en volwassen liefde, er pas is nadat we elkaars gebreken ontdekt hebben en dan toch toegewijd aan elkaar blijven.

 

Liefde en trouw moeten gevoed worden. ze rijpen heel langzaam, in zon en in regen, in storm en in wind. Maar eens gerijpt maken ze van het samen-leven een fantastisch feest.

 

Ik heb vandaag naar onze handen gekeken. Ze zien er niet zo jong meer uit, ik ken ze dan ook al meer dan 40 jaar. Maar ze hebben ons gedragen en vleugels gegeven. In onze handen zie ik niet alleen lichamelijke aantrekkingskracht, maar ook geloof, vertrouwen, begrip en partnerschap. Ik zie toewijding, ouderschap, idealen, offers en onzelfzuchtigheid, geloof en liefde. Deze liefde vergaat niet. Zij leeft verder door ziekte en verdriet, door weelde en te korten, door overwinningen en ontgoochelingen, door tijd en eeuwigheid.

Sweet 50+

jo en ik 1974

De ‘Happy-Birthday-dag’ ligt weer in het verschiet. Het is een verjaardag, ja, maar is hij ook gelukkig? Soms schrik ik van het aantal kaarsjes die op de taart mogen staan. Ik denk niet dat ik ze in één ademtocht allemaal kan uitblazen. Gelukkig eten we al jaren taart zonder kaarsjes. Oef!

Een volgende ’tram’ loert al popelend om de hoek, maar nu mag ik me nog bij de 50-plussers rekenen. Vorige week las ik ergens:

‘Hoe ouder, hoe wijzer.

Maar er zitten nog meer leuke kanten

aan het ouder worden.’

Is dat zo?

Zo tussen mijn 16de en 18de levensjaar had ik het fantastische gevoel dat de hele wereld aan mijn voeten lag. Ik was gezond, had een leuke thuis en enkele goede vriendinnen. Ik vond het geweldig om chiroleidster te zijn. Ik ontdekte zo niet alleen een paar van mijn talenten, maar ontmoette tijdens een van de chirokampen een knappe jongen. Vlinders vlogen heen en weer en mijn jeugdliefde is nu al meer dan 30 jaar mijn grootste fan, mijn rots, mijn man.

Ik ging graag naar school. Ik hield (en hou nog steeds) heel veel van nieuwe dingen ontdekken en studeren was voor mij geen al te grote opgave. Op school behoorde ik tot de top van mijn klas en ik had een heleboel vrienden.

De wereld was mooi. Na mijn studies begon ik les te geven en putte veel voldoening uit het doorgeven van waarden, kennis en vaardigheden. Ik verdiepte me in de zin van het leven en groeide spiritueel. Ik trouwde, kreeg kinderen en aan huisje-boompje-beestje werd hard gewerkt. Maar stilaan slopen barstjes in mijn ideale levenswereld.

Volgens de Amerikaanse hoogleraar psychologie, Arthur Stone, zakt het geluksgevoel vanaf je 18de langzaam naar beneden en vanaf je 50ste levensjaar neemt dat geluksgevoel weer toe. Gemiddeld worden er in je leven tussen je 30ste en je 50ste de meeste eisen aan je gesteld.

Ik denk dat ik nooit echt het gevoel had dat mijn ‘geluksgevoel’ naar beneden kelderde. Maar als je jong bent, maak je je meer zorgen over futiliteiten. Je wil kost wat kost bij een of andere groep horen (van nerds tot veggies tot klasse-lady’s). De media pulkt uit van beeldschone jonge mensen en ouder worden, daar denk je in de verste verte niet aan. Als dan het eerste rimpeltje of vetrolletje verschijnt, is er lichte paniek:

‘Help! Ik ben er niet immuun voor! Ik word oud!’

Het klinkt misschien tegenstrijdig, maar je wordt pas gelukkig oud, als je je niet vastklampt aan de onsterfelijkheid. Iedereen heeft hier een einddatum en daar moet je niet depressief van worden, integendeel, het is een zekerheid die je hebt.Alles gaat voorbij en dat maakt je leven juist zo belangrijk en waardevol.

 

‘Uiteindelijk gaat het niet om de jaren die tellen in je leven,

maar het leven in jouw jaren.’ (Abraham Lincoln)

 

Als we 10 jaar zijn, willen we 12 jaar zijn. Als we 12 jaar zijn, kunnen we niet wachten tot we ‘sweet 16’ zijn. En daarna willen we zo vlug mogelijk volwassen zijn en op eigen benen staan. Als we dan tussen de pampers en slapeloze nachten leven, kijken we uit naar de tijd dat we mooie gesprekken kunnen voeren met deze hulpeloze wezentjes. De puberteit van deze schatjes zorgt er dan weer voor dat we ons afvragen of die gesprekken er überhaupt kunnen komen. We kijken raakhalzend uit naar dit en naar dat en we kijken uit naar ons pensioen om al onze dromen waar te maken.

Greg Olson beschreef hoe we allen vooruit willen en soms het proces voorbijgaan. We verlangen soms om te kunnen weglopen of een paar stappen over te slaan, zodat we vlug, zonder kleerscheuren, naar de volgende fase kunnen gaan.

 

Maar het is belangrijk om te beseffen dat in elke fase van onze reis er wel iets te leren valt.

Er is groei in elke stap

 

Dus, mijn lichaam piept en kraakt welliswaar wat meer dan toen ik 16 was, maar mijn hersens zijn nog super lenig. Leurs Wolpert, de Britse emeritus hoogleraar biologie van de College Universiteit in Londen, meent dat veel mensen alleen maar beter worden met ouder worden. ze kunnen volgens hem beter focussen en nemen gemakkelijker beslissingen door de eerdere ervaringen die ze hadden. In Amerika zijn nog talloze tachtigers actief bezig. Ik ken ook een heleboel kranige tachtigers. Ik vind het bijvoorbeeld geweldig om conferentietoespraken te lezen van mannen en vrouwen, waarvan de gemiddelde leeftijd boven de 80 ligt. (zie lds.org general conference).

Als ik daaraan denk, dan heb ik nog een heel leven voor me. Ik heb bewezen dat men nooit te oud is om te leren door op mijn vijftigste harp te leren spelen. Ik vind het een geweldige gezegde dat 65 de nieuwe 45 is. De fleur van het leven heeft zich verplaatst! Het leven met de meeste vrijheid, de meeste mogelijkheden, wanneer we het meeste weten en het meest kunnen doen, dat leven is nu voor de 50-plusser!

En natuurlijk zijn er obstakels onderweg en sommigen zullen heel verrassend zijn. Maar ik ben nu beter uitgerust om om te gaan met moeilijkheden dan toen ik veel jonger was. De herfst van het leven zou het rijkste seizoen moeten zijn, we halen dan de oogst binnen. Het leven voor mijn 50ste was een -start-to-run, een voorbereiding op het hoogtepunt van mijn leven dat nog komt.

 

Als ik dus mijn verjaardagstaart zal aansnijden, zal ik zeker het volgende meenemen:

‘ Neem je tijd,

dompel je onder in al je ervaringen,

zuig ze op,

en geniet er van terwijl je nog kan.

 

 

Alice in Wonderland wordt 150 jaar.

 

aliceAlice in Wonderland verscheen 150 jaar geleden. Het kinderboek werd geschreven door Lewis Carroll, pseudoniem van de Engelse wiskundige Charles Dodgson.

Ik heb het boek vele, vele jaren geleden gelezen. Als kind was ik dol op sprookjes en fantastische verhalen. Ik hield van de andere werelden die ze beschreven. In mijn fantasie liet ik me meevoeren op vliegende tapijten naar paleizen,bossen en zeeën. Ik werd dan zelf een prinses, een fee of een zeemeermin. Ik vloog mee met Peter Pan en verdwaalde in grotten en spelonken waar ik schatten van grote waarde ontdekte.

Maar in de wereld van Alice voelde ik me niet thuis. Ook al had ik de grote, boze wolf ontmoet en heksen in overvloed, Alice’s wereld maakte me bang (kom maar eens een koningin tegen die voor het minste de hoofden afhakt!). Het witte konijn kon ik niet volgen en er waren nog heel wat meer verwarrende gesprekken in dit boek. Mijn mening toen: ONZIN.

 

Door de jaren heen kreeg Lewis Carrolls verhaal telkens weer andere interpretaties. Men begon te denken dat er een diepere betekenis moest zitten achter dit gekke verhaal. Psychologen en drugsverslaafden hadden er een boterham aan vol, en ik weet niet of ze hem al verteerd hebben. Disney maakte er een tekenfilm over en in 2010 speelde Johnny Depp de gekke hoedenmaker in een nieuwe film met een ietwat andere verhaallijn.

 

Alle schrijvers zijn een beetje gek, Carroll ook, ik ook, en daarom raakte het witte konijn een gevoelige snaar. het konijn dat steeds op zijn horloge kijkt, zegt dat hij te laat komt en dan vliegensvlug verdwijnt, liet me denken aan het gedicht ‘Race’ van Toon Hermans:

 

De dagen passen mij niet meer,

zijn niet meer lang genoeg,

’t is altijd veel te vroeg te laat,

of veel te vroeg te vroeg.

Ik daver door de dagen heen,

haast altijd in galop,

en als de avond eenmaal valt,

dan staat ie nooit meer op.

 

Als ik denk aan de dagen die te haastig verliepen, dan kwam daar zelden voordeel uit. Door me te haasten dacht ik tijd te winnen, maar dikwijls kreeg ik een leeg gevoel op mijn neus. Herken je dit:

Nog vlug dit en dat doen

en het dit met het dat verwisselen.

Gauw een belletje doen met de teevee aan

en niet meer weten waar het gesprek over ging.

Vlug een ommetje door het park

en de eerste krokus niet gezien.

Een vluchtig afscheid

en niet meer weten hoe een kus smaakt.

 

En toch weet ik dat mijn ziel precies naar die dingen verlangt die haast niet kan geven:

God, stilte, vrede.

 

Het is niet altijd gemakkelijk om rustig in het nu te leven en te voelen. Tijdens het ontbijt denk ik al aan wat ik straks ga doen, wat ik niet mag vergeten en wat er nog op mijn lijstje staat – of maak ik een nieuw lijstje? En, weet je, op zo’n moment smaak ik het verschil niet meer tussen honing of choco. Zonde, want het smaakt echt wel anders.

Waarom hebben we zo’n problemen met de tijd? Zou het kunnen dat tijd niet onze natuurlijke dimensie is? We voelen ons nooit echt thuis in tijd. Dus willen we ongeduldig de tijd sneller laten gaan of de nacht tegenhouden. We kunnen geen van beide. Terwijl de vogel zich thuis voelt in de lucht, en de vis in het water, is tijd zeker niet onze thuis – wij behoren tot de eeuwigheid.

 

Stil staan bij kleine en grote dingen, bij honing en choco, bij knuffels en zoenen, bij boterbloemen en viooltjes,… dat vult onze ziel. Haast maakt ze leeg.

 

Maar we hebben zo veel te doen! Ik heb tijd te kort! moest ik tijd hebben…

Kunnen we zelf tijd creëren?

Zit je elke avond om half acht voor de flatscreen? Je kan de televisie best een avondje missen. dat levert je direct een paar uur tijd op om iets anders te doen: een uurtje wellness in je badkamer, je dagboek bijschrijven, een kast uitmesten, iemand bezoeken, muziek beluisteren, iets lezen, enz. Ook een dagje zonder Facebook of Iphone geeft je kostbare tijd in de plaats.

Alice belandde in Wonderland. Wij zijn beland in Tijd. Maak er de mooiste tijd van je leven van.

 

 

 

Crazy Horse, bergbeklimmen en ik.

Crazy Horse

 

Wist je dat in de Amerikaanse staat South Dakota twee reusachtige monumenten staan?

Mount Rushmore was mij het meest bekend. Uit de granieten rots zijn de portretten van vier Amerikaanse presidenten uitgehouwen. Het beeldhouwwerk is 18 m hoog en heel indrukwekkend.

Het andere monument, Crazy Horse, is nog in volle ontwikkeling en wordt ook uitgehouwen in het graniet van de Black Hills. Wanneer het af is zal het de belangrijke indianenleider Crazy Horse voorstellen, rijdend op een galopperend paard. Het zal het grootste sculptuur zijn dat ooit door mensen gemaakt is (195 m lang en 172 m breed).

Wat bezielt een kunstenaar om zijn leven te wijden aan het uithouwen van een granieten rots?

 

In 1908 werd Korczak Ziolkowski geboren in Boston. Hij werd wees toen hij één jaar was en verbleef in verschillende pleeggezinnen. In zijn tienerjaren werkte hij bij een schepenbouwer. En hoewel hij nooit een kunstopleiding gevolgd had, toonde hij een groot talent in houtsnijwerk.  Toen Korczak 24 jaar was, maakte hij zijn eerste marmeren beeldhouwwerk. Zijn talent werd opgemerkt en in 1939 werkte hij mee aan het Mount Rushmore monument.

Wat later vroeg Siouxleider Henry Standing Bear hem om een monument te bouwen ter ere van de indiaanse helden. Korczak startte in 1948 met de bouw en stierf 34 jaar later zonder dat het project voltooid was.

 

Korczak droomde iets onmogelijks: één man kon uit een berg een monument beeldhouwen. Met wat verbeelding kan ik de kritieken nog horen:

“Je bent gek! Dit kan je nooit verwezenlijken! Je zal dat beeldhouwwerk nooit kunnen maken!”

Maar Korczak wist beter. Elke dag beklom hij de berg. Met een beitel en dynamiet verplaatste hij tonnen steen zodat zijn droom uit de granieten berg kon verschijnen. Korczak wist dat hij nooit lang genoeg zou leven om Crazy Horse te voltooien. Hij liet deze lijfspreuk achter:

Je moet alleen lang genoeg leven om anderen te inspireren grote dingen te doen.

Het is geweldig dat door vele vrijwilligers en organisaties eens  Korczaks droom voltooid zal zijn. Voor mij is Korczak niet alleen een voorbeeld in het overwinnen van een granieten rots, maar ook in het overwinnen van de berg in zichzelf – een berg die hij alleen moest beklimmen. Een berg van financiële vraagtekens, een groot gezin en veel kritiek.

 

Moeten we niet allemaal zulke bergen beklimmen? Horen we niet allemaal af en toe de kritiek in onze oren:

“Je kan dit niet! Je bent gek! Dit kan je nooit bereiken!”

Ploeteren we soms ook niet alleen verder in een wildernis van onbegrip, van leugens, van onmacht, van pijn en verdriet? Het zijn onze ‘Gethsemane-momenten’ waar we op onze knieën verdrinken in onze tranen, waar we het universum overstelpen met smeekbedes, waar we ons ongelooflijk verlaten voelen …

Maar deze bergen voor onze neus zijn er niet toevallig, wreed en meedogenloos.

 

 

Mijn man heeft me van de letterlijke bergen doen houden. Mijn gezwoeg, gehijg, trillende spieren en zweet-me-kan-niet-meer, brachten me naar prachtige, ademloze uitzichten en naar alpenweiden met zeldzame bloemen. Hoe hoger de klim was, hoe verder en wijder het zicht.

Ik heb ondervonden, letterlijk en figuurlijk, dat er geen grote hoogtes zijn, zonder hoge bergen. Onze ziel bereikt grote hoogtes als we ons eigen ik beeldhouwen; dan creëren we ons eigen geestelijk monument om het universum meer licht en schoonheid te geven. En net zoals Korczak, zullen we dit niet in dit leven voltooid hebben. Uiteindelijk zullen we ook ontdekken dat, wat we ooit dachten, we nooit alleen geklommen hebben.

 

“We beklimmen bergen en het geheim van te overleven is om te klimmen, zelfs in het donker, zelfs wanneer het klimmen zinloos of onbelangrijk lijkt. Het is het klimmen, en niet de top, waar het om draait. En de groten beklimmen niet alleen bergen, ze beeldhouwen onderweg!” (Richard Paul Evans – Miles to Go)

The Walk – Richard Paul Evans

 

The walk

Ik ben een boekenwurm. Vanaf ik klinkers en medeklinkers kon herkennen en er een betekenis aan geven, werden boeken mijn beste vrienden. De bibliotheek was algauw een van mijn lievelingsplekken. Ik kan me nog steeds de aparte geur herinneren van de kleine wijkbib waar ik elke week zorgvuldig drie boeken uitkoos. Meer mocht je toen niet meenemen. Aan Sinterklaas vroeg ik steevast een boek en af en toe zweven nog flarden  van langvervlogen kaften voor mijn ogen: Sneeuwwitje en Roodkapje, Pietje Puk, de Olijke Tweeling, Johan en de Alverman …

Het is dan ook niet te verwonderen dat taal mijn lievelingsvak was op school. Het verplichte leesvoer van de middelbare school bezorgde me geen boeken-degout, maar opende mijn ogen voor literatuur. Een goed schrijver kon me uren in de ban houden. Nu nog.

Ik las dat in Nederland het boekenjaar werd geopend, vandaar dat ik nu over een boek wou schrijven: The Walk. Ik heb al verschillende boeken van Richard Paul Evans gelezen en ik heb het nog nooit verloren tijd gevonden.

‘The Walk’ is het eerste deel van een reeks van vijf boeken. Het hoofdpersonage is Alan Christoffersen, een succesvol zakenman. Hij is getrouwd met de liefde van zijn leven en prijst zichzelf een gelukkig man. Maar op een noodlottige dag verliest hij alles: zijn vrouw, zijn werk, zijn huis, zijn vertrouwen in God en in de mensheid. Om te ontsnappen aan de donkerste gedachte die een mens ooit kan hebben, besluit Alan een voettocht te maken naar de andere kant van de Verenigde Staten. Onderweg ontmoet hij verschillende mensen en de lessen die hij van hen leert, verzachten zijn hart en leren hem opnieuw leven.

Ally, een serveerster in een wegrestaurant, vertelt hem over het experiment van Joshua Bell, een van de grootste hedendaagse violisten. Joshua Bell speelde viool in een treinstation. Vele mensen passeerden hem. Enkelen gaven wat geld, maar de meerderheid besteedde geen aandacht aan de vioolspeler. Het stuk dat hij speelde was een van de ingewikkeldste en mooiste stukken die ooit geschreven waren. Alan speelde in dat drukke station op een kostbare Stradivarius. Daarvoor had hij juist een concert gespeeld in Carnegie Hall, een ticket kostte honderd dollar. Het concert was volledig uitverkocht en de aanwezigen waren in de wolken over zijn optreden.

Op zich is dat al een verhaal dat in je ziel kruipt en ik vraag me af of ik had stilgestaan om te luisteren.

Ally zegt het volgende:

Er zijn mensen in deze wereld die gestopt zijn om naar schoonheid te kijken, en dan vragen ze zich af waarom hun leven zo lelijk is. Word niet zoals zij. De mogelijkheid om schoonheid te waarderen komt van God. En vooral de schoonheid in elkaar. Kijk naar de schoonheid in elke persoon die je ontmoet en je zal ze vinden. Iedereen draagt een stukje goddelijkheid in zich. En iedereen heeft iets te geven.

Ik vind dit zo prachtig geschreven, het heeft me geraakt. De voorbije weken werd ik overstelpt met veel lelijkheid: Keulen, Duinkerke, Istanboel, gekibbel in de regering … En ik mag niet naïef zijn, en ik moet die lelijkheid verwerpen. Maar ik wil blijven geloven in de schoonheid van de mens.

Iedereen heeft iets te geven.

Bedankt alle mensen om me heen, ver of dichtbij, om iets van jouw schoonheid met mij te delen.

 

‘The Walk’ van Richard Paul Evans is in het Engels geschreven.

Het experiment van Joshua Bell vind je op YouTube: joshua bell subway experiment ‘Stop and Hear the Music’

 

Als ik de kerstboom afbreek.

kerst2

 

Driekoningen is voorbij: de traditie vraagt om dan de kerstboom af te breken. Het werkwoord afbreken alleen al geeft me kriebels. Afbreken impliceert iets wegdoen, maar houdt ook de belofte in van iets nieuws op te bouwen.

Het kerstgerief opruimen maakt me altijd wat weemoedig. Het is een tweestrijd tussen de mooie herinneringen in een doos stoppen en verwachtingsvol uitkijken naar nieuwe gebeurtenissen.

Ik laat één van de ‘Forgotten Carols’ van Michael McClean door de muziekboxen klinken:

I cry the day I take the tree down 

Eén voor één verwijder ik de bollen en versiersels uit de boom. Het half uur dat ik gepland had, duurt veel langer. Sommige stukken voeren me immers weken of zelfs jaren terug in de tijd.

Met een glimlach leg ik alle ‘kerstmannen’ op het deken in de doos. Mijn man heeft het niet zo voor deze jolige oude man in zijn rood pakje. Maar een goede vriendin stuurde jaren na elkaar een voetbalminnend kerstmannetje op en deze versie wordt gedoogd in de kerstboom.

Verschillende andere versiersels roepen herinneringen op aan ver-weg-vrienden. Ik heb ze een maand lang dichterbij gevoeld. Vriendschap is mooi, maar belangrijk is om mooie vriendschappen te blijven onderhouden. Voila, hier duikt spontaan een nieuwjaarsdoel op.

Lieve moeder’ lees ik op een kleine sneeuwbol en mijn hart maakt een sprongetje van dankbaarheid. Dit kind van mij mocht weer een kerst bij ons zijn. Het zelfgemaakte, geborduurde kersthangertje van mijn moeder vertelt me dan weer dat mijn vader er ook deze kerst niet bij was.

Door de muziekbox klinkt het lied iets luider (of is het inbeelding?):

I cry the day that I take the tree down

I want the season to last all year round

When I’m surrounded by these memories

It’s almost like you’re here with me.

Terwijl ik mijn neus snuit neem ik me voor om dit jaar wat meer dankbaarheid te tonen voor de dingen die ik nu normaal vind.

De doos raakt voller. In mijn hand hou ik een grote doorzichtige bol vast. Binnenin plakt een sneeuwmannetje van Fimo. Meer dan twintig jaar geleden heb ik die, en enkele andere -spoorloos verdwenen-bollen met mijn kinderen gemaakt. Begin december denk ik nog steeds heel naïef dat de kersttijd een lange periode is. Begin januari wordt ik met de neus op de feiten gedrukt: de tijd is me altijd te vlug af. Is het daarom dat in sommige straten de kerstverlichting een heel jaar blijft hangen? Er spookt een stemmetje in mijn hoofd: besteed je tijd steeds nuttig.

Alle dagen kerst, altijd een kersthuis, altijd kerstmuziek … Ook al eens zo’n enge film gezien?

Nee, dozen vol kerstspullen belanden weer op zolder. Als ik terug beneden ben, lijkt mijn huis veel lichter en ik zie door het raam de eerste voorjaarsbloemen al piepen boven het gazon – ze willen dit jaar wel echt vroeg flaneren in mijn tuin.

De laatste zin van het lied echoot nog even na:

I cry the day that I take the tree down

And I want the season to last all year round. 

Mijn hart maakt een vreugdesprongetje. De kerstbollen liggen hoog en droog te slapen, maar de geest van kerst kan een heel jaar verder leven. Moet een heel jaar verder leven. Familie, liefde, genegenheid, vriendschap, dankbaarheid, zorgen voor, spiritualiteit, geloof … dat is de ware geest van kerst.

Het stemmetje fluistert: Goede voornemens maken en doelen stellen is heus niet zo moeilijk.

Maak er een fantastisch nieuw jaar van!

En voor wie even melancholisch is als ik – of een beetje meer of minder:

I cry the Day I Take the Tree Down Slideshow-Youtube

#kerst#nieuwjaar#forgottencarols#doelen

 

Wereldnieuws en een fruitmand.

wereldnieuws 2015 en een fruitmand
wereldnieuws 2015 en een fruitmand

Het wereldnieuws van 2015 beslaat verschillende pagina’s. Er zijn ook tal van fruitmanden in de omloop. Ik wil je even meenemen naar wat mij is bijgebleven van het afgelopen jaar. Door deze gebeurtenissen heen wandelt een fruitmand op kousenvoeten in mijn privé-leven.

De bestorming van de redactie Charlie Hebdo in januari in Parijs vormde de start van wat een gewelddadig jaar zou blijken. De vrijheid van meningsuiting is een absoluut recht. Toen ik les gaf in het zesde leerjaar, probeerde ik dat de kinderen mee te geven en ik hoop zo dat dit zaadje wortel geschoten heeft.

In de fruitmand ligt allerlei fruit, het een al wat smakelijker dan het ander.

In februari ging de Prijs der Nederlandse Letteren naar Remco Campert. De volgende uitspraak van hem vind ik geweldig: ‘ Poëzie schrijven is veel te plezierig. Ik kan dat niet als hard labeur beschouwen. En als het even niet lukt, ga ik wel luieren.’ Voor mij is dat ook zo met schrijven. Ik beleef er veel plezier aan en als de muze even wegblijft, dan verdwalen mijn gedachten ook in andere dingen. Maar het voorbije jaar liep ik de ene na de andere teleurstelling op in mijn beroepsleven, en steeds meer negatieve energie liet mijn muze meer dan eens verdwijnen.

Het fruit botst en klotst in de mand.

Piloot Andreaz Liebits liet in maart zijn vliegtuig crashen tegen de Alpen; alle honderdvijftig inzittenden kwamen om. Nog meer doden bij terroristische aanslagen en bij mij ligt mijn pedagogisch idealisme op sterven.

Rot fruit in de fruitmand, wat doe je ermee?

Terwijl Stromae in april de wereld verovert met zijn levendige muziek, brengt de paasvakantie wat ademruimte en rust in mijn leven.

Schone schijn in de fruitmand, kan het rottingsproces gestopt worden?

Goed nieuws: de Wereldgezondheidsorganisatie verklaart in mei Liberia ebolavrij. Slecht nieuws: er zijn elders in Afrika nog ebolahaarden en de bevolking werkt niet goed mee.

Enkele rotte appelen vormen een besmettingsgevaar voor de hele schoolmand.

Besparingsmaatregelen alom in juni, dat brengt spanning en ongerustheid teweeg. Televisiezender Eén laat omroepsters van het scherm verdwijnen. Het is een politieke beslissing die vreemd aandoet als je de teevee aanzet. Ik voel de besparingsangst ook in mijn leidinggevende functie. Hier zullen geen omroepsters verdwijnen, maar mensen met een degelijke pedagogische waarde.

In de fruitmand woekert de schimmel.

Juli wordt gekenmerkt door grote onrust in Griekenland, Iran, Oekraïne, Syrië, Mexico, … lontjes die klaarliggen om tot ontsteking gebracht te worden. Ik vraag me af wanneer het gezonde verstand weer zal zegevieren.

De hand die de mand al enkele jaren liefdevol vasthoudt, ziet verdrietig toe hoe het fruit een beschimmelde vakantie neemt.

Augustus: In Syrië blaast IS de tempel van Bel op, Palmyra is weggewist. In eigen land viert Will Tura zijn 75ste verjaardag. ‘Hoop doet leven’, één van zijn grootste hits schalt door verschillende mediakanalen.

Kan hoop terug gezond leven in de fruitmand brengen?

In september wordt de foto van een driejarig jongetje wereldwijd massaal gedeeld en verspreid. De verdronken Aylan Kurdi doet de ogen opensperren van miljoenen mensen. Wat gebeurt er toch in de wereld?

De hand heeft de fruitmand losgelaten …

Zeventig jaar, zo lang bestaan de Verenigde Naties in oktober. Ze zijn na de Tweede Wereldoorlog opgericht om een nieuwe wereldoorlog te voorkomen. Ook de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens staat op hun palmares. Mooie dingen verwezenlijkt, maar in de vluchtelingenkampen heeft dit alles een holle klank.

Hoe zou het met het fruit zijn?

Op de voorpagina in november: aanslagen in Parijs, terreurdreiging in eigen land, … en de nieuwe K3 zingt dat het leven verder gaat. Misschien moet de brave burger inderdaad wat meer een brief schrijven en niet te lief vragen om al die onzin te laten stoppen. Zo kunnen onze kleinkinderen de lucht nog kleuren met tienduizend luchtballonnen.

Ook in de fruitmand botst en klotst het fruit opnieuw.

December, de laatste maand van het jaar: IS en de klimaattop laten de temperatuur weer enkele graden stijgen, of is het zakken? Godsdienstvrijheid, een fundamenteel mensenrecht, wordt argwanend bekeken. Religie tot de oorzaak van alle kwaad benoemen, is kort uit de bocht gegrepen. De wereld feest en shopt, militairen slenteren in de straten, er wordt gefouilleerd als in menige politiereeks en dames zien met argusogen toe hoe in een van hun onmisbare bezittingen – hun handtas – gerommeld wordt door vreemde handen.

Je kan de smaak van het fruit niet beoordelen naar één rotte appel in de mand, dat zou onzin zijn.

 

STA OPEN VOOR HET GOEDE IN 2016: HAPPY NEW YEAR!

#overzicht2015,#rotteappel

Kerstfeest

Geen plaats in de herberg.

Kerstmis werd heel goed gevierd. Het huis was van onder tot boven versierd en de tafel was zo gedekt dat de smaakpapillen direct in actie traden. Op de smart-teevee speelde een programma met veel muziek en een wervelende show. Er werd gegeten, gedronken en gelachen.

Voor het dessert werd de Bijbel erbij gehaald, kwestie van de reden voor het feesten te weten. De vader las voor hoe Jozef en Maria geen plaats vonden in de herberg en hoe Jezus dan maar in een stal geboren werd.

Iedereen aan tafel was verontwaardigd over het egoïsme van de herbergiers. Nonkel Gerard balde zelfs zijn vuist en zei dat hij wel plaats zou gemaakt hebben. Moeder schonk hem een glimlach en stak de Bijbel terug in het boekenrek.

Vader tikte met zijn glas: “Ik wil een toast uitbrengen.”

“Sjttt…”, onderbrak kleine Sjaak. ” Luister, er is een speciale boodschap.”

Alle hoofden draaiden zich naar de smart-teevee. Een ernstig kijkende journaliste had het vrolijke programma opzij geduwd: ” In Duinkerke wordt Kerstmis in de modder gevierd. Gisteren is hier een baby geboren…”

” Moeten ze dit nu op kerstavond uitzenden?” mopperde vader en hij zapte naar een andere zender met een hoog jinglebells gehalte.

Hij hief zijn glas: ” Vrede op aarde aan alle mensen.”

Moet het gezegd dat het drankje een bittere nasmaak had?

Hallo wereld!

Een nieuwe blog tussen de honderden die er al zijn.

Ik ben Linda. De spiegel zegt me dat ik een vijftigplusser ben (wat een woord!), maar mijn ‘ik’ protesteert tegen die seniorenstempel. Ja, ik ben een oma, maar ook een mama, een echtgenote, een vrouw en ergens ook nog een klein meisje.

Ik schrijf over dingen die me blij maken en dingen die me raken. Dat betekent dat je hier kan lezen over mijn successen en mijn scheve momenten, over mijn bezigheden en mijn creatieve uitlaatkleppen, over boeken die ik gelezen heb en reizen die ik maakte, over dingen die me inspireren en nog veel meer.

Veel leesplezier!