Want moed dat moet …

 

Af en toe geraak ik wel eens ‘vast’ op een internetsite. History Bites is er zo eentje van. Vorige week kon men er verschillende filmpjes bekijken over moedige mannen en vrouwen, die in WOII vele Joden gered hebben van de Holocaust.
Ongelooflijk wat een moed sommige mensen kunnen opbrengen. Heel wat anders dan de moed die ik mij deze week moest inblazen om mezelf een spuit te zetten.

Moed, wat is dat eigenlijk? Volgens Wikipedia is moed de bereidheid de confrontatie met lichamelijke pijn, tegenslag en levensbedreiging, onzekerheid, angst en intimidatie aan te gaan en te doorstaan. Een dikke boterham met heel wat beleg …
Door de geschiedenis en over de culturen heen werd moed steeds beschouwd als een grote deugd.
Vanaf we klein zijn tot ons sterfbed leren we helden kennen via sprookjes, jeugdverhalen, boeken, en teken- of andere films. Wie kent er niet Klein Duimpje, Harry Potter, Simba en Corrie ten Boom, om er een paar op te noemen?

In het echte leven ken ik ook veel moedige mensen. Vrienden en familieleden die moed uitstralen op verschillende terreinen: die risico’s durven nemen, die hun nek durven uitsteken, die weerstand niet uit de weg gaan, en die met een zekere grootsheid met pijn en lijden omgaan.

Applaus voor de moed om mens te zijn!

We leven in een buitengewone periode in de geschiedenis van onze aarde. De mensheid heeft bijna onbeperkte mogelijkheden. In het Westen kunnen we studeren wat we willen, we kunnen verre reizen maken en andere culturen leren kennen, en door de technologische vooruitgang komen zoveel dingen binnen handbereik.
Maar we worden ook met een groot aantal moeilijkheden geconfronteerd die echt geen ‘peanuts’ zijn.
We leven in een maatschappij waar zedelijke normen grotendeels opzij geschoven worden. We krijgen te maken met druk op allerlei fronten, van wat we eten en consumeren tot wat we denken en geloven. Er zijn bedrieglijke invloeden die het fatsoen naar beneden halen, van ‘f-woorden’ in films en cyberpesterijen tot politieke scheldpartijen. We worden geconfronteerd met mediaberichten die soms twijfelachtig en oppervlakkig zijn, soms ronduit leugenachtig en sensationeel en dikwijls verre van objectief. Oppervlakkige filosofieën binden de strijd aan met bestaande religies en de seculiere maatschappij wil elk nadenkend mens overtuigen van de belachelijkheid te geloven in een God.
Zijn wij moedig genoeg om daar tegenin te gaan?

Men kan niet standhouden als men met de voeten in het drijfzand van de publieke opinie en goedkeuring staat. We hebben de moed van een Daniël, een Abinadi, een Esther, een Moroni of een Joseph Smith nodig om standvastig in het goede te blijven. Zij waren moedig genoeg om niet het makkelijke, maar het goede te doen. (Thomas S. Monson)

Er wordt voortdurend van iedereen moed gevraagd. We moeten dagelijks moedig zijn – niet alleen in uiterst belangrijke situaties, maar vooral in de beslissingen die we nemen en in onze reacties op de gebeurtenissen om ons heen, zoals de verkiezingen in de US, de politieke aantijgingen in eigen land, de vluchtelingenaanpak en de vele kleine dingen in ons eigen gezinswereldje.
Carmen Sylva zei:

Gelukkig degene, die de moed bezit,
te zijn en te doen,
niet wat de openbare mening,
maar wat zijn geweten hem voorschrijft.

Thomas S. Monson formuleerde het zo: We hebben moed nodig om de juiste beslissingen te nemen – de moed om ‘nee’ te zeggen als dat nodig is, de moed om ‘ja’ te zeggen als dat van ons wordt verwacht, de moed om het goede te doen omdat dat juist is.

We hebben zoveel innerlijke moed nodig. Moed om voor het goede op te komen, ook als we bang zijn. Moed om te blijven geloven, ook als de kans bestaat dat we uitgelachen worden of daardoor vrienden verliezen. Wie voor het goede opkomt weet dat het risico bestaat dat hij niet aanvaard wordt of impopulair zal zijn.

The true badge of courage is
overcoming the fear of men
(Lynn G. Robbins)

Moed is niet alleen nodig in oorlogstijd of bij het horen van inbraakgeluiden bij jou thuis. Innerlijke moed omvat veel meer. Het is integer blijven in moeilijke situaties, maar ook als niemand het ziet. Het is de wasmachine blijven vullen, de strijk blijven doen; het is dat bezoekje, of dit telefoontje; het is de stugge hand reiken; het is blijven geloven in het goede; het is pal staan voor je principes. Met zoveel haat en commotie in de wereld hebben we moed nodig om de bittere verdeeldheid tussen ‘zij’ en ‘wij’ te vervangen door liefde.

Alledaagse moed heeft weinig getuigen.
Maar omdat u geen tromgeroffel of gejuich hoort,
is uw moed niet minder bewonderenswaardig.
(Robert Louis Stevenson)

Ja, het vraagt moed om te groeien en te worden wie je diep van binnen bent – E.E. Cummings.
We hebben op zoveel terreinen moed nodig! We hebben allemaal talenten, maar hebben we de moed om ervoor te gaan? Ik denk dat we onze dromen kunnen bereiken door te beseffen dat wat we ook doen, er altijd wel iemand is die je vertelt dat je verkeerd doet, dat het op niks trekt,of dat het helemaal niet uitmaakt.
Karl Raats schreef i.v.m. creatieve moed: ‘Of je wint iets, of je leert iets.’

De mens is een stuk natuur, met lentedagen en herfstdagen, met de warmte van de zomer en de kou van de winter. Omdat de mens het ritme van de zee volgt: eb en vloed. Omdat ons bestaan een voortdurende repetitie is van ‘leven’ en ‘sterven’.
Als je dit begrijpt, kun je vol moed en vertrouwen verder, want dan weet je dat na elke nacht weer een nieuwe morgen komt.
Als je dit aanvaarden kunt, zul je door dit regelmatig ‘op’ en ‘neer’ steeds dieper en vreugdevoller gaan leven. (Phil Bosmans)

Naast de moed die handelt,
bestaat de moed die aanvaardt.
(Jean-François-Anne Landriot)

Af en toe lijkt de pijn te intens, het uitzicht troosteloos, de toekomst somber.
Af en toe krijgt angst de overhand – kunnen we het wel – en is onze moed ver te zoeken.
Af en toe wordt het ons allemaal te veel en zakt de moed diep in onze schoenen. Maar dan zit het precies daar waar het moet zijn om de eerste stap te zetten.

Pas als je de moed toont je weg te gaan,
toont de weg zich aan jou.
(Paulo Coelho)

Schrijven over moed is makkelijker dan moedig te handelen. Ik heb in mijn leven nog geen heldendaden verricht die de krantenkoppen halen en geregeld stond ik in het drijfzand van publieke populariteit met mijn moed héél diep in mijn schoenen.
Ik heb al wat kwaaltjes doorzwommen en al verschillende ziekenhuizen kunnen bewonderen aan de binnenkant. Ik heb me al heel alleen en klein gevoeld.
Ik heb geschilderd, muziek gespeeld en boeken geschreven met het lawaai van criticasters in mijn oren. Soms ontnam me dat de moed om verder te doen.

Maar ik weet uit ervaring dat er ook telkens aanmoediging komt uit een andere hoek, van geliefden, van vrienden en zelfs van onbekenden. Ik weet dat als ik de kust niet uit het oog verlies, ik steeds de moed zal hebben om oceanen en bergen over te steken, om op te staan en te spreken, maar ook om soms te gaan zitten en zwijgend te luisteren.
De beste scheepslui staan aan wal, dat met een kwinkslag weten,  is iets wat ons moed kan geven om onze dromen te blijven najagen.
In deze harde, veroordelende wereld moeten we de moed hebben om liefde te blijven uitstrooien. Onze liefdevolle hand, hoe klein ook, kan een mens genezen en hem helpen zijn verloren moed terug te vinden.
Want moed … dat moet!

Moed, en niet de gulden middenweg,
verdient de goedkeurende glimlach van God.
(Thomas S. Monson)

Om moed op te doen van waargebeurde moed:
Even tijd maken om nu naar de bioscoop te gaan, of later thuis te chillen, met deze kanjer van een film over moedige vrouwen: ‘Hidden figures’

 

En om direct te kijken:

Het leven is voortdurend kiezen.

Heb jij ook al eens meegemaakt dat je niet kon kiezen?
Dat je verdwaalde tussen tientallen tubes tandpasta: welke maakt je tanden nu ècht witter?
Dat je voor de glazen wand bij de beenhouwer twijfelde welke toespijs je mee naar huis zou nemen?
Vroeger had je bij de bakker de keuze tussen een wit of een grof brood en af en toe een rozijnenbrood. Gewoon een brood vragen is nu niet meer genoeg. Welk brood bedoel je: wit, tijgerwit, boerenwit, galet, boulot, bruin, boerenbruin, roggebrood, volkorenbrood, meergranenbrood, melkbrood, notenbrood, pompoenbrood, suikerbrood?

Het is een luxe, al die keuzemogelijkheden.

Het leven is voortdurend kiezen. Van ’s morgens tot ’s avonds maken we keuzes: grote en kleine keuzes, belangrijke en onbelangrijke keuzes. De keuzes die we maken bepalen in grote mate ons gelukkig-zijn, omdat we moeten leven met de gevolgen van wat we gekozen hebben.

We zijn vrij tot op het moment
dat we kiezen,
van dan af
controleert de keuze de kiezer.
(Aleister Crowley)

Veel keuzes hebben heeft natuurlijk ook voordelen, je moet bijvoorbeeld geen hele week bonen eten en kan je voeding afwisselen. Maar te veel keuzes werkt soms averechts. We zien de bomen door het bos niet meer. We hebben schrik om de verkeerde keuze te maken, want als we kiezen dan verliezen we toch ook? We beginnen te twijfelen en denken aan al die andere opties die we laten liggen.
Ik heb het hier niet over douchegel en zelfs niet over schoenen, maar over de belangrijke beslissingen die we in ’t leven nemen: een huwelijk, kinderen, een huis, vrienden, onze levenswandel,…

When you have to make a choice
and don’t make it,
that in itself
is a choice.
(William James)

Als we lang twijfelen, dan wordt kiezen nog moeilijker, dan verliezen we tijd, energie en zelfvertrouwen.
Om goede keuzes te maken is het belangrijk om jezelf te kennen. Ik toets mijn keuzes aan mijn persoonlijke waarden en normen, aan mijn talenten en dromen en aan mijn financiële situatie. Als je weet wat goed bij jou past, kun je prioriteiten stellen en beslissingen nemen waar je echt achter staat. Daarmee verklein je de kans dat je na een tijdje spijt hebt van je keuze.
Bij belangrijke keuzes denk ik op lange termijn en ik kies met mijn hoofd èn mijn hart. Eens ik gekozen heb, dan ga ik er volop voor.

The power of choice is yours.

Als ik op vakantie ben in de bergen dan hou ik ervan om paragliders door de valleien te zien zweven.
Op een dag wandelde ik samen met mijn man naar een vertrekplaats van paragliding. Niet om dat zelf te proberen – die keuze had ik al gemaakt- maar om die dappere, gekke mensen gade te slaan.
Het was een perfecte dag: zonnig en genoeg wind om te kunnen zweven met het brede scherm. Het landschap was prachtig: de alpenweide tuimelde naar beneden en enkele paragliders zweefden al van de ene naar de andere thermiekbel over het dal. Mijn man en ik installeerden ons op een schattig geruit dekentje om volop van het spektakel te genieten.
Bij een reclamebord kreeg een zenuwachtige jongeman nog de laatste instructies van een ervaren paraglider. Toen werd de parachute uitgerold en gecontroleerd. De beide mannen klikten zich vast in een soort harnas. Ik hoorde de leider zeggen: ‘Ik hou de wind in het oog. Als ik YES roep dan lopen we naar de rand van deze weide. Je mag in geen geval stoppen met lopen. Misschien wil je wel stoppen, maar je mag echt niet. Eens we beginnen lopen moet je alles geven.’
Ik meende iets van angst te bespeuren bij de jongeman – sommige keuzes die je maakt kunnen echt wel eng zijn- maar hij zette zich schrap. Ik voelde een lichte trilling en de oudere man riep: ‘YES!’
Samen renden ze naar de afgrond en ze versnelden nog toen ze bij de rand kwamen. En toen… toen vlogen ze.

Het leven is beweging,
jij kiest zelf
of je stroomt
of stuitert.
(Peter Hutten)

Na een belangrijke keuze gemaakt te hebben is het goed om er volop voor te gaan: niet meer achterom kijken, niet te veel opzij kijken en weten dat alle consequenties niet in te schatten zijn. Een keuze maken is één stap in de richting van je doel, daarna volgen de stappen van vertrouwen, werken en erin geloven.
Vele jaren geleden werd ik verliefd op een knappe jongeman. Ik  koos ervoor om met hem te huwen en heb gekozen om altijd van hem te blijven houden.

We fall in love
by chance.
We stay in love
by choice.

In de wereld zien we, soms meer dan ons lief is, de gevolgen van -volgens ons begrip- minder goede keuzes. Ook in onze eigen kleine wereld zien en maken we zelf verkeerde beslissingen. Soms maken we een verkeerde keuze, omdat we de gevolgen verkeerd hebben ingeschat of omdat we onder druk beslist hebben. We kunnen de keuze niet ongedaan maken, maar we kunnen wel de toekomst veranderen. We kunnen onze keuze aanpassen, we kiezen dus opnieuw.

Everything in your life
is a reflection
of a choice you have made.
If you want a different result,
make a different choice.

Bij belangrijke beslissingen weegt een goede keuze heel zwaar door in je leven en soms hebben we schrik om te kiezen. Ik ken vrienden die, voor ze de knoop doorhakken, de mening van anderen vragen. Er zijn ook vrienden die alles logisch en verstandelijk op een rijtje zetten, die de pro’s en contra’s tot in het oneindige afwegen. Andere vrienden volgen volledig hun buikgevoel. Maar hoe je het ook draait of keert, alle gevolgen van een keuze zijn niet te overzien. Dikwijls zijn er andere mensen bij betrokken en zo zitten we met onze keuze  verward in een web van door anderen gemaakte keuzes.
Wat kunnen we dan nog doen?
In mijn vriendenkring zie ik meditatie opduiken voor het nemen van een beslissing. Er zijn ook vrienden die zich richten tot een hogere macht. Ik heb de gewoonte om over de situatie na te denken, ik overweeg verschillende opties en neem dan een keuze. Dan leg ik het aan God voor. Ik vertel Hem over mijn verlangens en vraag Hem of mijn keuze ok is, zoals een kind het aan zijn ouders zou vragen. Het lijkt zo simpel, zo naïef, maar ik ben er al zo dikwijls mee in ’t reine gekomen.

En als iemand van u in wijsheid tekortschiet,
laat hij die dan vragen aan God,
Die aan ieder overvloedig geeft
en geen verwijten maakt,
en ze zal hem gegeven worden.
(Jakobus1:5)

Ja, zie, Ik zal in uw gedachten
en in uw hart
tot u spreken
door de Heilige Geest,…
(L&V 8:2)

‘Er wordt gezegd dat de poort der geschiedenis op kleine scharnieren draait, en dat geldt ook voor het leven van de mens. Onze keuzes bepalen onze bestemming’ (Thomas S. Monson).
We moeten dan natuurlijk wel weten waar we naar toe willen. Het dilemma van Alice in Wonderland komen we allemaal wel eens tegen. Alice komt bij een kruising waar twee paden voor haar liggen. Elk pad strekt zich voor haar uit, maar in tegenovergestelde richting. Terwijl ze zich afvraagt welk pad ze moet nemen, ontmoet ze de Kollumer kat en Alice vraagt hem: ‘Welk pad zal ik volgen?’
De kat antwoordt: ‘Dat hangt ervan af waar je naar toe wilt. Als je niet weet waar je naartoe wilt, maakt het niet uit welk pad je neemt.’

Each of us has the responsibility to choose.
You may ask: Are decisions really that important?
I say unto you, decisions determine destiny.
You can’t make eternal decisions
without eternal consequences.
(Thomas S. Monson)

Psycholoog Dirk De Wachter schreef: ‘Tijd te kort. Er is immers zoveel leuks te doen. Wat te kiezen? Je bent nu eenmaal zelf verantwoordelijk voor je keuzes. En die zijn er te over. Met een gretigheid zoek je ze op, om ze daarna te delen via je flikkerende smartphone. Laat de herinneringen maar komen. En je hoopt op duimpjes omhoog.’

De sociale media schitteren inderdaad met foto’s van geweldige keuzes die vrienden maakten, of van die waar jezelf opgetogen over was. Negatieve ervaringen zie je zelden gepost.Maar we hebben niet altijd te kiezen wat het leven ons brengt. We kunnen wèl kiezen hoe we ermee omgaan. We kunnen kiezen voor vrolijkheid en voor het positieve. We kunnen kiezen om weg te lopen of om harder te proberen. Bouwen we muren of bruggen: aan ons is de keuze.

Tomorrow’s blessings and opportunities
depend on the choices
we make today.
(James E. Faust)

Als toemaatje een ontroerend filmpje over de keuze van te blijven liefhebben:

 

Over lego-blokjes en andere bouwstenen.

 

Toen ik onlangs een van de kleinkinderen enthousiast met de blokken van zijn nieuwe lego-doos allerlei fantastische bouwsels zag bouwen, vlogen mijn gedachten een twintigtal jaren terug. Enkele minuten lang zag en hoorde ik mijn eigen kinderen kastelen, raketten en ondefinieerbare vormen bouwen met de beroemde lego-blokjes.
En nog verder terug in de tijd was ik zelf ook creatief bezig met die steentjes. Wie heeft er trouwens niet met die onverwoestbare kunststofblokjes gespeeld?

LEGO is een Deens familiebedrijf en is de grootste speelgoedfabrikant van Europa en de tweede grootste van de wereld. Eigenlijk ben ik opgelucht dat in deze computerspelletjes-gevulde- wereld het eenvoudige bouwsteentje nog zo veel aantrekkingskracht heeft.
Wat de lego-stenen zo populair maakt, is volgens mij dat ze telkens opnieuw kunnen gebruikt worden. Een lego-steen kan de ene dag deel uitmaken van een auto en de volgende dag van een ruimteschip, een trein of een kasteel. Bovendien is het alsof de lego-blokjes een eeuwig leven hebben. Ik merk dat mijn kleinkinderen vandaag nog spelen met diezelfde lego-steentjes waar hun papa uren mee gespeeld heeft.

Het magische aan lego-blokjes is dat ze ondeelbaar zijn, ze hebben verschillende vormen en afmetingen en ze hebben hoeken en kantjes die ervoor zorgen dat ze tot alle denkbare bouwsels kunnen worden samengeklikt. Ze kunnen ook weer losgemaakt worden, zodat van dezelfde steentjes weer nieuwe dingen kunnen worden gemaakt.

Volgens Wikipedia kunnen twee logo-blokjes van 2×4 (met acht noppen) op 24 manieren worden vastgemaakt. Als die twee blokjes een andere kleur hebben, worden dat 48 manieren. Zes van zulke steentjes – van dezelfde kleur- zouden op meer dan 100 miljoen verschillende wijzen kunnen worden opgestapeld.
Ik duizel om de mogelijkheden die er zijn om 25 blokjes te combineren, of 100, of 1000 …

Ik trek graag de gelijkenis van lego-stenen naar de natuur, die is ook samengesteld uit bouwstenen. We noemen die stenen atomen. Atomen zijn de bouwstenen van alle materie.
De natuurfilosoof Demotricus vond het woord ‘atoom’ uit. Hij bedacht dat de natuur opgebouwd moest zijn uit kleine, onzichtbare bouwstenen die eeuwig, onveranderlijk en ondeelbaar waren. Demotricus stelde dat er oneindig veel verschillende atomen waren, sommige rond en glad, anderen onregelmatig en gebogen. Daardoor kunnen ze tot heel veel verschillende lichamen worden samengevoegd.

Vandaag weten we dat atomen in nog kleinere elementaire deeltjes kunnen verdeeld worden: de protonen, neutronen en elektronen. Misschien kunnen die ook nog verder verdeeld worden in nog kleinere deeltjes, zoals het Higgs-deeltje dat in 2012 ontdekt is, maar natuurkundigen zijn het erover eens dat er ergens een grens moet zijn: ondeelbare deeltjes waaruit de natuur is opgebouwd.

Als ik terugdenk aan mijn eerste scheikundelessen in de Middelbare school, dan ruik in nog de aparte geur van het lokaal, de speciale samenstelling van lessenaars en stoelen en de vele vreemde voorwerpen. Maar ik voel ook terug de verwondering, het ontzag en de blijdschap bij een zeker ‘ahaa’ moment. Het periodieke systeem of de tabel van Mendelejev bezorgde me niet alleen moeilijke oefeningen, maar ook een bevestiging van mijn geloof in verschillende bijbelverhalen.
Er zijn mensen die de wonderen die in de Schriften beschreven staan, zuiver symbolisch opvatten, en anderen bekijken ze op een letterlijke manier.
Het is fijn om diepe betekenissen aan de wonderen te geven, zoals bijvoorbeeld de saamhorigheid en het delen met anderen bij de broodvermenigvuldiging. Maar hoe verfrissend is het idee niet dat er ‘gespeeld’ wordt met bestaande elementen?

Ik geloof dat alleen al
de natuurwetenschap van de chemie
het bestaan van
een intelligente Schepper bewijst.
(Thomas Alva Edison)

In den beginne schiep God de hemel en de aarde (Genesis 1:1)
Dat scheppen wordt door sommigen als nonsens bestempeld, voor hen is de schepping een toevallige gebeurtenis.
Anderen zien de Schepper dan weer als een supertovenaar die met een of andere toverstok deze prachtige wereld uit het niets heeft gecreëerd.
Een heleboel gelovigen laten echter de betekenis van het Hebreeuwse woord voor scheppen diep bezinken in hun ziel. In het Hebreeuwse woord Barau (scheppen) zit geen enkele suggestie dat materie geschapen werd uit het niets. Integendeel, barau suggereert een ordening van reeds bestaande elementen.
Ik hou van deze zienswijze:

In den beginne organiseerde God de elementen. God gaf vorm aan de elementen.

En er stond een in hun midden die gelijk God was, en Hij zeide tot hen die bij Hem waren: Wij zullen naar beneden gaan, want er is ruimte daar, en wij zullen van deze stoffen nemen en wij zullen een aarde maken waarop dezen kunnen wonen; en wij zullen hen hiermee beproeven om te zien of zij alles zullen doen wat de Heer, hun God, hun ook zal gebieden (Abraham 3: 24-25).

Eén van de goddelijke eigenschappen die weliswaar in een onvolmaakte, embryonale vorm in de mens aanwezig is, is de drang om iets te creëren, iets te bouwen. Het is geweldig om dingen te mogen scheppen, of dat nu een dans, een muziekstuk, een boek, een schilderij of een speech is.

Als kinderen een bouwsel maken en het stort in, dan kan je verschillende reacties zien. Er zijn kinderen die boos worden, die de moed opgeven en dan maar heel de boel kapot slaan. Sommige kinderen laten de ruïne voor wat het is en gaan iets helemaal anders doen. Maar de meeste kinderen beginnen gewoon opnieuw te bouwen.
Als volwassenen kunnen we veel van die reacties leren.

Als alles instort,
betekent dat niets anders
dan de gelegenheid
de dingen opnieuw op te bouwen
op een betere manier.
(Susan Sarandon)

Wij spelen misschien niet letterlijk meer met bouwblokjes, hoewel menig groot geworden kind nog wel eens betrapt kan worden met legoblokjes. Er zijn zelfs kunstenaars over heel de wereld, die met veel enthousiasme en enorm veel geduld die bouwblokjes omvormen tot gigantische bouwwerken, of andere kunstvormen.
Met of zonder letterlijke blokjes, we zijn allemaal alle dagen aan het bouwen: stoffelijke, geestelijke, en emotionele dingen en toestanden. Spijtig dat er te dikwijls muren gebouwd worden en veel te weinig bruggen.
Misschien moeten we dit jaar ons wat meer openstellen om vensters te voorzien in onze muren en om deuren te openen…
En lijken sommige stenen op ons pad te zwaar om er iets moois mee te maken, of te klein om ons er zelfs voor te interesseren, of te grillig van vorm om er iets mee te bereiken, probeer dan inzicht te verkrijgen in het gezegde van J.W von Goethe:

Ook met stenen die ons de weg versperren,
kun je iets moois bouwen.

Heb je nog geen zin gekregen om iets te scheppen? Geniet dan van het lego-kunstwerk van Nathan Sawaya op dit filmpje:

Als jij drie wensen mocht doen…?

Januari is de maand van wensen geven. We zenden en zeggen onze vrienden en kennissen ‘de beste wensen’ toe.
Wat bedoelen we daar eigenlijk mee?
Brengt het wel iets op om iemand een ‘gelukkig’ jaar te wensen?
Iemand iets anders wensen zou wel heel ongepast en grof zijn, ik ga er dus voor om jullie een nieuw jaar toe te wensen
bruisend en sprankelend,
zorgeloos en prachtig,
zonder verdriet, ziekte of tegenslag,
vol vreugde en zonneschijn,
met veel voorspoed en geluk.

Fijn toch om elkaar veel goeds toe te wensen, terwijl we echt wel ten volle beseffen dat die 365 dagen niet altijd zullen sprankelen, dat er verdriet en tegenslag zal zijn, dat de kans bestaat dat we goed ziek kunnen worden, en dat in ons land de zon soms ver te zoeken zal zijn.
Misschien willen we met die wensen alleen maar zeggen:
Ik geef om jou, ik hou van jou, ik ben dankbaar voor jou, ik geloof in jou, ik ben er voor jou.

Met vuur en geknal
is een heel jaar uiteengespat
en het nieuwe ingezet:
het wordt een boeiende reis
van twaalf maanden
met af en toe een tussenlanding
op deze blog.
Dank voor het lezen van
mijn teksten
en soms het plaatsen van een reactie.
Het is voor mij een stimulans
om met schrijven door te gaan.
Mijn wens is
dat je er een heel nieuw jaar
van mag genieten.

 

Toen ik klein was hield ik ervan om sprookjes te lezen. Ik fantaseerde soms wat ik zou wensen mocht een goede fee verschijnen. Een geest uit een fles of een lamp zou ik nooit kunnen antwoorden, ik zou de fles zelf niet durven openen hebben.
Ik dacht in ‘prinsessenstijl’, koetsen, paleizen en glazen muiltjes inbegrepen,  en mijn hoofdwens was de toverstaf zelf, want dan kon ik toch alles krijgen?
Toen ik een tiener was kregen wensen een nieuw perspectief met het lezen van het verhaal van de Japanse Steenhouwer van Multatuli.

Een ontevreden steenhouwer wenst om de keizer te zijn, dan zou hij nooit meer hoeven te werken en de baas zijn over iedereen. Als keizer wordt hij gehinderd door de felle zon en wenst hij de zon te zijn. Maar donkere wolken schuiven voor de zon en houden de zonnestralen tegen. Dan wenst hij een stormwolk te zijn. Hij laat alles wegspoelen, maar de rotsen blijven gewoon staan. Opnieuw wenst hij een andere gedaante: hij wil de rots zijn. Maar dan komt een steenhouwer langs en hakt grote stukken uit de rots. Het gevolg is dat hij de steenhouwer wil zijn en ook die wens komt uit. Hij verandert in de steenhouwer die hij was. Hij verdient niet veel, moet hard werken, maar is gelukkig.

De mens moet voelen,
dat wat hij bezit,
oneindig meer is,
dan wat hij kan wensen en vatten,
en dan alleen kan hij
gelukkig zijn.
(R. Tagore)

 

Misschien kennen jullie ook het sprookje van het koppel dat ontevreden was met hun leven en drie wensen mocht doen. Het sprookje komt in verschillende variaties voor, maar komt telkens neer op het feit dat de man en de vrouw goed wilden nadenken over hun drie wensen. In een onbewaakt moment dacht de vrouw boven de kookpot hoe lekker een worst wel bij die zuurkool zou smaken. En poef! De worst lag in de pan. De man werd razend om het verspelen van die eerste wens en riep dat die worst beter aan de neus van de vrouw zou hangen. Tja, die wens was zo niet bedoeld, maar de vrouw liep nu wel met een hele rare neus rond. Er zat niets anders op dan met de derde wens de worst weer te laten verdwijnen. En alles was weer bij het oude. Uiteindelijk waren ze blij dat ze elkaar hadden.
Drie wensen doen is blijkbaar niet zo eenvoudig, ik vond het koppel echt dom.
Ik moest een paar jaar wijzer worden voor ik begreep dat tevreden zijn met wat je hebt, je gelukkig maakt.

Als jij drie wensen mocht doen, wat zou jij dan wensen?

When all your wishes are granted,
many of your dreams
will be destroyed.
(Marilyn Manson)

 

Ik wil een stukje aanhalen uit ‘Mijn dinsdagen met Morrie’ van Mitch Albom. Mitch bezoekt zijn doodzieke professor en stelt de volgende vraag:

‘Als je nou eens één dag helemaal gezond was? Wat zou je dan doen? Vierentwintig uur?’
‘Laat me eens kijken… Ik zou ’s morgens opstaan, mijn oefeningen doen, een heerlijk ontbijt eten met zoete broodjes en thee, gaan zwemmen, dan mijn vrienden uitnodigen voor een lekkere lunch. Ik zou ze met een of twee tegelijk laten komen, zodat we over hun gezin konden praten, over wat belangrijk voor hen was, over hoeveel we voor elkaar betekenden.
Dan zou ik graag een wandeling gaan maken in een park met een paar bomen, naar hun kleuren kijken, naar de vogels kijken, van de natuur genieten die ik al zo lang niet meer heb gezien.
’s Avonds zouden we met elkaar naar een restaurant gaan, waar ze verrukkelijke pasta hadden, en misschien eend – ik ben dol op eend-, en dan zouden we de rest van de avond dansen. Ik zou met al die fantastische danspartners daar buiten dansen, tot ik uitgeput was. En dan zou ik naar huis gaan en heerlijk diep slapen.’
‘ Meer niet?’
‘ Meer niet.’
Het was zo eenvoudig. Zo gewoontjes. Ik was eigenlijk een beetje teleurgesteld. Ik had verwacht dat hij naar Italië zou vliegen of met de president zou lunchen of aan het strand zou dartelen of ieder buitensissig dingetje zou proberen dat hij kon bedenken. Hoe kon hij, nadat hij daar al die maanden had gelegen, zonder een been of een voet te bewegen – zo’n doodgewone dag dan volmaakt vinden?
Toen besefte ik dat het daar juist om ging.

 

Natuurlijk willen we allemaal wel eens dat een grote wens uitkomt, dat een geliefde gezond mag worden, dat er geen financiële problemen meer zijn, dat een ruzie bijgelegd wordt,…
Dat zijn wensen die we soms vurig omhoog zenden in de hoop dat ze verwezenlijkt worden.
Ik geloof echter dat we moeten oppassen om ‘frivole’ dingen af te dwingen.

‘En nu, als God, die u heeft geschapen, van wie gij afhankelijk zijt voor uw leven en voor alles wat gij hebt en zijt, u geeft wat gij ook in geloof vraagt dat goed is, in het vertrouwen dat gij zult ontvangen, o hoezeer behoort gij elkaar dan niet te geven van hetgeen gij bezit. (Mosiah 4: 21)

Bedenk dat u zonder geloof niets kunt doen; vraag daarom in geloof. Ga niet lichtvaardig met deze dingen om; vraag niet om datgene waar u niet om behoort te vragen. (L&V 8: 10)

Wensen en dromen op zich zijn niet verkeerd. Ze kunnen ons een sterke impuls geven om actie te ondernemen.
Wens je prachtige foto’s te kunnen maken? Misschien is het volgen van een fotocursus wel de oplossing.
Kriebelen je vingers als je iemand een muziekinstrument ziet bespelen, of een schilderij ziet maken? Je kan het leren.
Tintelen je benen als je een sportwedstrijd ziet? Kom uit je zetel.
Voel je je alleen? Heb je zorgen? Misschien helpt vrijwilligerswerk wel om uit je schelp te komen.
De toverspreuk zit in handelen, in actie.

Hope is wishing something would happen.
Faith is believing something will happen.
Courage is making something happen.

Joseph Addison zei eens:
If you wish success in life, make perseverance your bosom friend.
Volharden is van zo groot belang om iets te bereiken. Met vallen en opstaan kunnen we dromen waar maken. Bij tegenslagen is het belangrijk om te blijven geloven in jezelf. In de dingen waar we zelf geen grip op hebben kan een wens overvloeien in geloof in een hogere macht.

We all have our own life to pursue,
our own kind of dream te be weaving,
and we all have the power
to make wishes come true,
as long as we keep believing.
(Louisa May Alcott)

Een kinderwens, een tienerwens, een volwassen wens … Er zijn wensen die veranderen met de jaren. Ik wens me geen prins meer toe -ik heb hem al 🙂 – , mijn ‘luxewensen’ roepen soms nog om aandacht, maar ik besef dat ik de voorbije jaren veel goede dagen onopgemerkt beleefd heb, maar ik ze terug wil wensen als er een slechte op mijn pad komt. Misschien moeten we wat meer opmerkzaam zijn voor alle goede dingen.
We kennen allemaal de zegswijze dat een gezond mens duizend wensen heeft en een zieke maar één. Gezondheid komt dan ook in alle wensen voor. Een groot stuk daarvan hebben we zelf in de hand door onze levenswijze. Diezelfde levenswijze zal ook onze houding bepalen als een ernstige ziekte zich opdringt in ons leven.

Weet je, ik denk dat ik de toverstaf gevonden heb:
blij zijn met wat ik heb en aanvaarden wat ik niet kan veranderen. Dat leidt tot innerlijke rust en zo kan ik misschien een toverstaf zijn voor een ander door wat ik maak, wie ik ben, wat ik doe en wat ik weggeef.

Ik wens je de ogen en het hart van een kind,
dat dolgelukkig over een verboden grasperk rent,
dat juicht om een vis in het water,
dat vraagt wie de sterren heeft aangestoken,
en dat je graag ziet.
(Phil Bosmans)

Januari: doorgang tussen verleden en toekomst.

We zijn bijna januari. Deze maand is genoemd naar Janus, de Romeinse god van de doorgangen en het begin, van het openen en het sluiten. Janus had een speciaal voorkomen: hij had een hoofd met twee gezichten, een aan de voorzijde en een aan de achterzijde. Met zijn ene gezicht keek hij terug naar het verleden om zijn eigen fouten en successen te ontdekken. Door zijn andere gezicht keek hij naar de toekomst om plannen te maken voor het nieuwe jaar.

Janus laat me een beetje aan een tijdmachine denken. We kennen allemaal wel verhalen waarin een tijdmachine  voorkomt. De teletijdmachine in de stripverhalen van Suske en Wiske, en die in ‘De Kruistocht in spijkerbroek’ van Thea Beckman lieten me soms verlangen naar een tijdreis. De film ‘Back to the Future’ gaf daar nog wat meer dimensie aan en recentelijk creëerde de reeks ‘The Flash’ de gedachte dat tijdreizen best griezelig kan zijn.
In een tijdmachine trek je aan een hendel en je keert terug naar je eigen verleden of naar een gebeurtenis uit het verleden, zoals de veldslag bij Waterloo of zo. Als je de hendel naar de andere kant duwt, kom je in de toekomst en kan je dingen aanpassen zodat ze anders verlopen.
De Schriften leren ons dat God deze ’tijdreismogelijkheid’ bezit en soms geeft Hij die ook aan profeten. In de geschriften van Abraham bijvoorbeeld: ‘De Heer nu had mij, Abraham, de intelligenties getoond die waren georganiseerd eer de wereld was; en onder al dezen waren er velen van de edelen en de groten.’
En ook Johannes de Openbaarder zag alles van het begin tot het eind (zie het boek Openbaring in de Bijbel).
Sommige mensen dromen wel eens over iets dat voorbij is of over iets dat nog moet gebeuren. Misschien verlangen wij ook wel eens naar een herbelevenis – voor de fun of om iets te veranderen. Sommigen willen weten wat de toekomst voor hen in petto heeft, vandaar het succes van horoscopen. Maar de meesten van ons zullen -buiten wat dagdromerij- steeds in het ‘nu’ verblijven.
Toch kan de maand januari een soort van tijdmachine zijn. Het is de ideale maand waarin we terug kunnen kijken op wat voorbij is en plannen kunnen maken om in wat komt meer ‘effectief’ te leven.
Deze periode van het jaar mogen we de lessen niet vergeten die we in het afgelopen jaar geleerd hebben. Het is de enige tijd van het jaar waarin we massaal terugkijken naar het verleden en dan starten met een nieuw begin op een onbeschreven blad. Nieuwjaar is dan ook volgens mij een van de beste dagen waarin we voornemens kunnen vormen en beslissingen kunnen nemen die de rest van ons toekomstig leven een positieve richting kunnen geven.

Het einde van het jaar
is geen einde en geen begin,
maar een voortgaan met alle wijsheid
die ervaring ons kan bijbrengen.
(Hal Borland)

 

Als ik terugkijk naar 2016 dan verschijnen op mijn netvlies niet zo fraaie beelden: aanslagen in ons eigen land, in Europa en in de rest van de wereld, vluchtelingenstromen, angstige en boze burgers, het bouwen van muren, de ‘jungle’ in Calais, IS, Aleppo, mislukte staatsgreep in Turkije en de nefaste gevolgen voor de rechten van de mens aldaar, Brexit, het bluf- en pokerspel van Rusland, Noord-Korea en nog heel wat andere landen, de verkiezing van Donald Trump, de zwartepieten en kerststallen heisa en … Pokémon Go.
Terwijl volgens mij de wereld op zijn grondvesten davert gaan jonge en niet zo jonge burgers op jacht naar fictieve figuurtjes.
Ik ben er nog niet uit wat me het meest zorgen moet baren: PokémonGo of de toestand in de wereld. Wie speelt struisvogel?

I fear the day that technology
will surpass our human interaction.
The world will have a generation
of idiots.
(Albert Einstein)

Weet je wat ik fijn zou vinden? Dat men in het dagelijks nieuwsbericht ook positief nieuws zou brengen. De balans in evenwicht brengen. Hoop creëren. De realiteit in het juiste perspectief plaatsen. Ik geloof nog steeds dat er massa goed nieuws is, niet sensationeel maar wel belangrijk.
Terwijl mijn haardvuur zo’n tien keer per jaar fijn stof door de schoorsteen spuwt, geeft het me hoop om te lezen dat vliegers onder getijdewater energie kunnen opwekken: één vlieger van 20 x 35 m zou volgens het tijdschrift Eos stroom leveren voor 1.200 huishoudens.
Ik glimlach als ik lees dat de kans zeer groot is dat polio in 2017 volledig wordt uitgeroeid, dat wetenschappers CO2 in steen veranderen en dat het gat in de ozonlaag aan het genezen is.

In Knack lees ik dat zo’n vier lichtjaren van onze aarde een tweede aarde is ontdekt, dat men een herbruikbare draagraket heeft uitgevonden en dat de gravitatiegolven (golven in de kromming van de ruimtetijd) ècht zijn waargenomen. Een echte tijdreis lijkt niet meer zo futuristisch.
Een Amerikaanse computer berekende het grootste priemgetal ooit. Als je het cijfer zou uitschrijven is het 22km lang en het zou drie jaar duren om het voor te lezen.
In plaats van in de verleiding te komen je als doel te stellen dit getal voor te lezen, is het beter om eens naar al dat ‘vrijwilligerswerk’ om je heen te kijken. Ik ken verschillende vrijwilligers. Iemand organiseert om de twee weken een muzikaal happymoment in een bejaardenhuis. Iemand anders is buddy voor een vluchteling, nog iemand is geëngageerd in de ouderraad op een school. Ik ken mensen die af en toe meehelpen in een klas, die buren helpen, die opbeurende bezoekjes brengen aan zieken. Ik ken er die hun creatief talent gebruiken om kinderen te laten lachen, om volwassenen te laten genieten van woord, beeld en muziek.

Stel dat er dagelijks in het nieuws zo’n vrijwilliger aan bod mocht komen, zou dat de Pokémonjacht verminderen en meer vrijwilligers opleveren? Begrijp me niet verkeerd, ik heb niets tegen computerspelletjes en de digitale vooruitgang, zolang het maar een vooruitgang is.

Straks worden in veel Vlaamse huisgezinnen nieuwjaarsbrieven voorgelezen. Het is meestal een ontroerend, soms grappig moment waarbij kinderen hun goede voornemens in een al dan niet ludieke woordkeuze even op een rijtje zetten.
Januari associëren we dan meestal ook met goede voornemens en doelen stellen.

Goede voornemens zijn een stellage.
Je kunt er niet in wonen.
Je dient het aan te kleden met goede daden.
(Geert Grub)

Sommigen zullen een pak goede voornemens maken, anderen hebben misschien gekozen om dit jaar geen enkel voornemen te maken, omdat ze weten hoe moeilijk het is je er aan te houden.
Nochtans zijn goede voornemens een machtig hulpmiddel om het leven gelukkiger en succesvoller te maken.
Een goed voornemen is een verlangen om vooruitgang te maken, niet om iemand anders te willen zijn.

Iemand anders willen zijn,

is verspilling van wie je bent.

(Kurt Cobain)

We kennen misschien wel het verhaal van de grote bokaal dat illustreert wat we moeten doen om onze tijd goed te gebruiken. Je hebt grote stenen, kiezelsteentjes, zand en water om de bokaal mee op te vullen. Je moet eerst de grote stenen in de pot doen. Als je eerst de kleinigheden erin doet, krijg je die grote stenen er nooit meer in.
Als we onze tijd in het nieuwe jaar goed willen gebruiken, dan moeten we ons afvragen wat de grote stenen van ons leven zijn. Wie kleinigheden als zand en steentjes belangrijk vindt, zal merken dat zij zoveel plaats innemen dat er geen tijd meer overblijft voor wat echt belangrijk is.

Ik kan de hele wereld niet helpen, jij kan dat ook niet. Maar ik kan wel de kleine wereld rondom mij mooier maken, dat kan jij ook. Ik weet niet wat politiekers  het komende jaar zullen beslissen, ik kan geen terreurdaden tegenhouden, ik kan geen oorlog stoppen, ik kan geen huisvesting geven aan alle vluchtelingen. Ik kan wel, door wie ik ben en door wat ik doe in de kleine wereld rondom mij een verschil maken. Hoe klein dat verschil ook is, het is een verschil.

Ik ga deze dagen luisteren naar mijn leven van het afgelopen jaar. Elk moment heeft me iets te vertellen. Dan ga ik mijn grote stenen bepalen. Volgende week vertel ik daar meer over.

Geniet van je tijdreis deze week!

Kerstmis: vreugdefeest of aanstootgevend?

 

 

In deze periode van het jaar waarin we de geboorte van de Heiland herdenken, zijn er veel lessen te leren. De meeste van deze lessen komen als we zien, luisteren en lezen. Niet zozeer van de woorden en de beelden, maar van wat we voelen in ons hart.

De boodschap van Kerstmis is
dat de zichtbare en materiële wereld
verbonden is met
de onzichtbare geestelijke wereld.

 

Ik hou ervan om naar kerstliedjes te luisteren en kerstverhalen te lezen. Het brengt in mezelf een zoete geest van herinneringen, vrede, reflectie en inzicht mee.

‘A Christmas Carol’ is misschien wel het meest bekende fictieve kerstverhaal. Het heeft heel veel mensen beïnvloed en men zegt wel eens dat Charles Dickens Kerstmis uitgevonden heeft.
Kerst bestond natuurlijk al lang voor Dickens geboren was. Maar voor zijn beroemde kerstverhaal was Pasen het meest gevierde christelijke feest. In bepaalde protestantse gemeenschappen werd het vieren van Kerstmis op 25 december als een heidens feest gezien. De reden dat we kerst op 25 december vieren heeft niks te maken met de geboortedatum van Jezus Christus, want die zou wel eens in de lente  kunnen geweest  zijn.
De Germanen vierden rond 21 december de joelfeesten waarbij de boze werd verjaagd en het licht begroet. In de vierde eeuw besloot keizer Constantijn de Grote dat Kerstmis op 25 december zou worden gevierd. Op deze datum werd rond de Middellandse Zee tot dan toe de zonnegod vereerd. Constantijn vond dat die eer beter paste bij Christus, die gezegd had dat Hij het Licht der wereld was. Om de kerk aantrekkelijk te maken voor nieuwe bekeerlingen stelde paus Julius I 25 december als de geboortedag van Christus in.

Wisten jullie trouwens dat de Germanen in het joelfeest altijd een groenblijvende boom in huis haalden? In de 16de eeuw verklaarde Luther de kerstboom tot symbool van de geboorte van Christus. Eerst stond de boom alleen in kerken, pas eind 19de eeuw zag men hem ook verschijnen in de protestantse huiskamers. De katholieken gaven de kerststal de ereplaats in hun huis.
De huidige tradities rond het kerstfeest zijn van land tot land verschillend. Door de globalisering dringen de Amerikaanse commerciële kerstgewoontes overal door, ook in ons land.
Maar of we nu een kerstboom al dan niet versieren, kerstkransen hangen of cadeautjes geven, als die dingen bij ons de kerstgeest oproepen zit het wel goed.

Wat is kerst?
Het is mildheid voor het verleden,
moed voor het heden
en hoop voor de toekomst.
(Agnes M. Pahro)

En deze quote brengt me dan weer bij het verhaal van Ebenezer Scrooge die de drie geesten van kerst op bezoek kreeg. Dickens schreef dit tot de verbeelding sprekende kerstverhaal in het begin van de 19de eeuw. Deze tijd was een donkere periode voor de werkmens. De meerderheid van de kinderen geboren in het arbeidersmilieu, stierf voor hun vijfde levensjaar. Kinderarbeid, hongersnood en uitbuiting waren schrijnende toestanden waarmee Dickens ook zelf in zijn jeugd geconfronteerd werd.
Het is misschien interessant om te weten dat Dickens een leeftijdsgenoot was van Friedrich Engels. Ze leefden allebei in Engeland en waren alle twee geraakt door de slechte levensomstandigheden van de arbeiders in hun tijd. Beiden hadden een talent om te schrijven. Terwijl Engels schreef over een politieke revolutie – hij vormde de inspiratie voor het ‘Communistisch Manifest’ van Karl Marx – beschreef Dickens een andere revolutie. Hij schreef over een revolutie van het hart. Hij schreef over het belang van welzijn voor de kinderen en de nood aan sociaal dienstbetoon. Dickens schreef het onsterfelijke  ‘A Christmas Carol’.

Kerstverhalen als dit, kerstfilms, kerstmuziek, … ze roepen warme gevoelens op in een – ondanks de opwarming van de aarde –  steeds koeler wordende wereld.
Dieter F. Uchtdorf zei: (in het Engels, maar er zou veel verloren gaan in mijn letterlijke vertaling)

This is a season of rejoicing! A season of celebration! A wonderful time when we acknowledge that our Almighty God sent His Only Begotten Son, Jesus Christ, to redeem the world! To redeem us!

It is a season of charitable acts of kindness and brotherly love. It is a season of being more reflective about our own lives and about the many blessings that are ours. It is a season of forgiving and being forgiven.

But perhaps most of all, let it be a season of seeking the Lamb of God, the King of Glory, the Everlasting Light of the World, the Great Hope of Mankind, the Savior and Redeemer of our souls.

I promise that if we unclutter our lives a little bit and in sincerity and humility seek the pure and gentle Christ with our hearts, we will see Him, we will find Him – on Christmas and throughout the year.

 

Ik las deze week een nieuwsbericht over een bepaalde gemeente die de kerststal wou verbannen omdat die aanstootgevend zou zijn voor sommige mensen. Als men de kerststal aanstootgevend vindt, dan heeft men het kerstverhaal niet begrepen.
Misschien moet het desbetreffend gemeentebestuur en de anti-kerststal sympatisanten het volgend verhaal eens lezen en laten doordringen:

 

Op een keer, het was enkele dagen voor Kerstmis, schilderden drie mannen op een muur:
Vreemdelingen buiten!’
Wat later kon je in de kleine stad horen:
‘Kom, nu is het genoeg. Wij doen wat op de muur staat. Wij zijn weg!’
Eerst kwamen de pakjes cacao naar buiten, dan de chocolade en de pralines in hun kerstverpakking. Zij wilden naar Ghana en West-Afrika.
De koffie volgde.
De ananas en de bananen kropen uit hun kisten.
Ook de druiven uit Zuid-Afrika.
De peperkoek en de koekjes twijfelden. Want zij zijn gemaakt van meel uit België, maar kregen hun pittige smaak van kaneel uit India.
Japanse computerspelletjes trokken in lange rijen naar het oosten.
In de lucht zag men kalkoenen terug naar Engeland vliegen, en tapijten die naar Teheran wilden.
De stoololie en de benzine vormden beken en vloeiden naar Saudi-Arabië en Koeweit.
Auto’s vielen uit elkaar:
wat uit aluminium gemaakt was, trok naar Rusland, het koper trok naar Zimbabwe, het ijzer naar Brazilië, de rubberen onderdelen naar Congo.
Na drie dagen herinnerde er niets meer nog aan vreemdelingen. Omdat het bijna Kerstmis was, zongen de mensen Stille Nacht, maar dan heel stil omdat het eigenlijk een Oostenrijks liedje is.
Maar één stel was gebleven: Maria, Jozef en hun zoontje Jezus.
‘Wij blijven,’ zei Maria, ‘want als wij ook weggaan, wie zal er dan nog de weg naar de menselijkheid kunnen wijzen?'( naar H. Wôllenstein)

 

The glitter of the season should never

prevent us from truly seeing

The Prince of Peace.

(Dieter F. Uchtdorf)

Vrolijk kerstfeest iedereen!

 

 

Cadeautjestijd

In deze tijd van het jaar staat in heel wat huizen op een centrale plaats een kerstboom te pronken met ballen, hartjes, popjes, slingers en lichtjes. Men moet goed zoeken om er nog een stalletje naast te vinden. Om de mooi ingepakte cadeautjes te zien heb je echter geen bril nodig. Cadeautjes zijn een deel van Kerst geworden.

 

Toen ik een kind was waren pakjes onder de kerstboom zeldzaam. De Sint had pas geschenkjes gebracht en Nieuwjaar stond te wachten om zijn cadeaus te geven. In mijn tienerjaren groeide de commerce rond het kerstgebeuren en men kon de eerste kerstman Hohoho horen roepen. Tegenwoordig kan je je geen kerst meer inbeelden zonder cadeautjes.

The spirit of Christmas puts in our hearts
a desire to give joy to other people.
(Henry B. Eyring)

Weet jij nog welk geschenk er voor jou vorig jaar onder de kerstboom lag? Was het een hippe trui of een paar glanzende schoenen? Was het je lievelingsparfum of een juweel? Of was het een boek dat op je verlanglijst stond om te lezen, of een Bongobon? De kans bestaat dat de cadeaus die we kregen vervlogen zijn met het verstrijken van het jaar. De trui is misschien gekrompen in de was en de schoenen zijn versleten. De parfum is leeggespoten en het juweel ligt ergens in een doosje. Het boek is uitgelezen en de bon is opgesoupeerd.

Weet je nog welk geschenk je ooit met je hele hart hebt gegeven? Deze vraag laat je waarschijnlijk dieper nadenken en ik ben er zeker van dat enkele tedere herinneringen naar boven komen.

Het is door te geven
in plaats van te krijgen
dat de geest van kerst
in ons huis binnenkomt.

Ik herinner me de vele ‘geheime missies’ die we met ons gezin uitvoerden. Met de allures van 007 werd een verrassingspak door een supersnelle Flash aan een deur gedropt. Het geven bracht een warm gevoel waar ik nu nog vrolijk van kan worden.
En wat is er zaliger dan een geschenk uit te zoeken voor een geliefde en dan, als het pakje geopend wordt, met een glimlach en fonkelende ogen beloond te worden?

Rond kerst zoeken we cadeautjes die we willen geven aan mensen die we graag zien.  Sommige van de beste geschenken kan je echter niet inpakken.

Paul kreeg eens als kerstcadeau een sportwagen van zijn broer. Toen Paul op kerstavond zijn kantoor uitkwam, stond een armtierige jongen met bewonderende blikken naar zijn glimmende nieuwe racewagen te kijken.
‘Is die auto van u, meneer?’
Paul knikte. ‘Die heb ik voor kerstmis van mijn broer gekregen.’
De jongen was verbijsterd.
‘Bedoelt u dat u hem hebt gekregen? Zo maar voor niks? Tjonge, ik wou dat …’
Hij aarzelde even. Natuurlijk wist Paul wat die jongen wou wensen. Dat hij ook zo’n broer zou hebben. Maar Paul voelde een rilling over zijn rug lopen toen de jongen zei:
‘Ik wou dat ik zo’n broer zou kunnen zijn.’
Paul keek de jongen verbaasd aan en in een opwelling vroeg hij: ‘Heb je soms zin om even een eindje mee te rijden in mijn auto?’
‘Cool!’
Nadat ze een stukje gereden hadden draaide de jongen zich met glinsterende ogen naar Paul en vroeg: ‘Meneer, zou u voor mijn huis willen stoppen?’
Paul glimlachte. Natuurlijk wilde die knaap zijn buren laten zien dat hij met een chique auto naar huis werd gebracht. Maar Paul vergiste zich weer.
‘Wil je daar stoppen, bij die twee treden? Ik kom direct terug.’
De knaap rende het trapje op. Even later kwam hij terug, maar nu heel langzaam. Hij droeg zijn kreupele broertje in zijn armen, zette hem neer op de onderste trede en wees naar de auto.
‘ Daar staat hij, maatje. Precies zoals ik het je vertelde. Hij heeft hem voor kerstmis van zijn broer gekregen en hij moest er geen cent voor betalen. Er komt een dag dat ik jou er net zo een zal geven… Dan kan je zelf gaan kijken naar al die feestelijke etalages waar ik over verteld heb.’
Paul stapte uit zijn auto en tilde de kleine jongen op de voorbank. De oudere broer ging met glinsterende ogen naast hem zitten en gedrieën begonnen ze aan een feestelijke rit die ze zich nog lang zouden herinneren.
Die kerstavond begreep Paul wat Jezus bedoeld had toen Hij zei: ‘ Het is zaliger te geven …’

 

 

De waarde van een geschenk
wordt niet bepaald door de prijs.
(Gotthold Ephraim Lessing)

Natuurlijk is het leuk om iets te geven. Als het met ons hart gegeven wordt is het goed. Maar misschien moeten we ook eens stilstaan bij de niet-tastbare geschenken die we kunnen geven. Niet voor niets zei Ralph Emerson:

Het enige geschenk is een deel van jezelf.

Een deel van jezelf geven, dat kan oprechte aandacht en tijd zijn. Er is een kerstlied: ‘Have yourself a merry little Christmas’. We kunnen onszelf een prachtige kerst geven als we de geschenken onthouden die God ons gegeven heeft, en als we deze zoveel mogelijk aan anderen geven.

Be an angel to someone else whenever you can,
as a way of thanking God for the help
another angel has given you.
(Eileen Elias Freeman)

Nog een laatste gedachte over cadeautjes. Stel je voor dat je de prachtige pakjes die je gaat krijgen met verwondering bekijkt: Wat is het mooi ingepakt? Wat zou er in zitten? Je schudt er eens mee en legt het dan neer zonder het ooit open te doen.
Dat zou maar raar zijn. Maar eigenlijk doen we dat soms met de geschenken die God ons geeft.

‘ Want wat baat het een mens indien hem een geschenk wordt gegeven en hij het geschenk niet aanneemt? Zie, hij verheugt zich niet in hetgeen hem wordt gegeven, evenmin verheugt hij zich in hem die de gever is van het geschenk.’ L&V 88:33

God offers His priceless gifts freely to all at Christmas and throughout the year. I pray we will not leave them unopened but receive them.
And as we do, we will be filled, step by step and degree by degree, with love, joy, peace, purity and power. (Douglas D. Holmes)

 

Kerstfeest, een familiefeest waar we het grootste geschenk aller tijden vieren: het geschenk van de Zoon van God, Jezus Christus.

Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.
Johannes 3: 16

We voelen ons dikwijls gestresseerd in de kerstperiode. We willen de perfecte cadeautjes vinden, de volmaakte menu samenstellen en ons huis in een echte kerstsfeer dompelen. Ik geniet ervan om dit te kunnen doen en het zal een pak van mijn hart zijn als alles op tijd in orde is. Net zoals de meeste mensen hou ik van geven en het is fijn om dit in deze periode van het jaar dat eens extra in de verf te kunnen zetten.
Geniet van het shoppen, relax af en toe met een goed kerstboek, luister naar kerstliedjes en vergeet niet dat er een heleboel mensen wachten op je niet-ingepakte cadeautjes.

 

Nog een boekentip (Engelstalig): The Gift van Richard Paul Evans.

 

Filmpje: The first gift of Christmas:

https://youtu.be/uzjFEMmM0Xs

Me-time of eenzaamheid?

Het vroor en het was dus heel koud, maar in de ijsblauwe lucht nodigde een stralende zon me uit om me goed in te duffelen en wat tijd buiten door te brengen. Ik besloot om een fikse wandeling te maken in het natuurreservaat het Molsbroek in Lokeren. Ik keek er naar uit om te genieten van dit kleine stukje natuurschoon zo dicht bij mijn huis.
Enkele Canadese ganzen en een groepje meerkoeten keken minzaam toe hoe mijn eenzame schaduw langs het verdorde riet gleed. Ik voelde me ‘alleen op de wereld’ en genoot van dat uurtje me-time tussen de eenden en de aalscholvers. Het was een onderonsje met mezelf en mijn gedachten. Niemand die mijn denken verstoorde.
Paul Tillich zei: ‘De taal heeft het woord ‘loneliness’ geschapen om de pijn van het alleen-zijn uit te drukken, en het woord ‘solitude’ om de glorie van het alleen-zijn gestalte te geven.’

Ik was blij om even alleen te zijn. In de stilte en de eenzaamheid van het Molsbroek kon ik de chaos in mijn binnenste ordenen en mijn ‘bronnen’ hernieuwen. Die bewuste tijd alleen gaf me een heleboel voordelen: een frisse neus, het blij gevoel dat ik kon doen wat ik deed, een babbeltje met ‘hierboven’ en het opfrissen van mijn vogelkennis. Met opgeladen batterijen ging ik glimlachend terug naar huis.

De eenzaamheid is een goede plaats
om te bezoeken,
maar een slechte plaats
om te verblijven.
(Josh Billings)

 

Ik wandel eens graag alleen, maar zou het niet meer zo leuk vinden moest ik altijd alleen moeten wandelen.
‘Het gerecht eenzaamheid smaakt wel goed als je het niet elke dag eet.’ (Simon Carmiggelt)
De adelaar vliegt alleen en de kraai in troepen; de mens heeft het alleen-zijn af en toe nodig, maar ook gezelschap. Er bestaat zo iets als goede en slechte eenzaamheid. In de Bijbel lezen we dat het niet goed is dat de mens alleen is. Volgens dr. Julianne Holt-Lunstad is het echt niet goed als de mens sociaal geïsoleerd is. Menselijke relaties hebben niet alleen invloed op het emotioneel en psychisch welzijn, maar zijn ook van vitaal belang voor de lichamelijke gezondheid.
Eenzaamheid kent vele gezichten.
Maar maken meer contacten minder eenzaam? Niet altijd. Want naast ‘sociaal eenzaam’ kunnen mensen zich ook ‘emotioneel eenzaam’ voelen. Ze missen dan een hechte, affectieve band met iemand.

 

Iedereen is wel eens eenzaam. Eenzaamheid treft zowel jonge als oudere mensen. Ik las ooit dat meer dan een kwart van de Belgische bevolking zich sterk sociaal eenzaam voelt (niet te verwonderen in deze digitale wereld). Een vijfde van de Belgen geeft aan zich sterk emotioneel eenzaam te voelen (onderzoek van Leen Heylen).

Iedereen voelt eenzaamheid ook anders aan, Het is een individuele ervaring. Ben ik al eenzaam geweeest? ja, hoor. Het was voor mij pijnlijk om een gebrek aan verbondenheid met anderen te ervaren en het gaf me een diep soort verdriet, een gevoel van leegte. Ik heb dat ervaren toen ik pas gehuwd was en mijn ouderlijke thuis miste (hoewel ik een schat van een man heb). Ik voelde me eenzaam toen een goede vriendin naar het andere einde van de wereld ging wonen, ik voelde me heel alleen in het ziekenhuis na een zware operatie en eenzaamheid spookte ook thuis in mijn hoofd na contact met het ‘burn-out monster’.
Ik heb me ook eenzaam gevoeld toen ik niet alleen was, toen ik omringd was door anderen maar toen ik het gevoel had dat het hen niet uitmaakte hoe het met me ging.

 

We hebben allemaal behoefte aan liefde, aanvaarding en succes. Als die behoeften niet vervuld worden voelen we ons niet geliefd, uitgesloten en een looser. Dat brengt dan weer gevoelens van frustratie, ontmoediging, zelfmedelijden en eenzaamheid mee. We hebben er allemaal wel eens mee te maken.
We zullen in ons leven allemaal uitdagingen en moeilijkheden hebben. We zullen ons allemaal wel eens uitgesloten, gebroken en alleen voelen. Als ik me zo voel dan weet ik dat het belangrijk is om te onthouden dat ik nooit echt alleen ben, dat de Heer me zijn troost beloofd heeft en dat de Heilige Geest altijd in mijn nabijheid kan zijn. Als ik dat besef dan keer ik me naar mijn Hemelse Vader. Hij trekt me steeds weer recht. Hij zal niet altijd alles voor me oplossen, maar Hij leidt me wel door elke storm.

We zijn niet op deze aarde geplaatst om er alleen voor te staan. Wat een verbluffende bron van kracht en van troost staat ieder van ons ter beschikking. Hij die ons beter kent dan wij onszelf kennen, Hij die alles overziet en die het eind vanaf het begin kent, Hij heeft ons verzekerd dat Hij er altijd zal zijn om ons te helpen als wij er maar om vragen. We zijn nooit alleen. (Thomas S. Monson)

Eenzaamheid is niet goed voor de gezondheid, het kan zelfs je leven aanzienlijk verkorten. Dus, bekruipt er je een gevoel van eenzaamheid neem dan de koe bij de horens:
Mis je iemand? Bel dan zelf eens.
Wil je iemand ontmoeten? Nodig zelf eens iemand uit.
Wil je begrepen worden? Leg het dan uit.
Heb je vragen? Vraag.
Heb je iets niet graag? Zeg het dan.
Vind je iets leuk? Vertel het.
Wil je iets? Vraag het.
Hou je van iemand? Zeg het.
Denk je echt dat niemand je hoort? Bid.

Psychologe Ilse Reynders gaf ook nog tips om een gevoel van eenzaamheid te doorbreken:
Wees jezelf. Heb niet te veel oppervlakkige contacten. Leer alleen zijn met jezelf en streef ernaar om in je sociaal leven zoveel mogelijk ‘echt’ te zijn. Diepgang in relaties kan alleen ontstaan wanneer je authentiek bent.
Wees niet te kritisch ten opzichte van anderen, dit kan leiden tot eenzaamheid. Een geïdealiseerd beeld van vriendschappen resulteert in geen of weinig diepgaande contacten.
Ontwikkel je eigen interesses. De kwaliteit van de relaties die je met andere personen aangaat, hangt heel nauw samen met je eigen gedrag. Wanneer je zelf groeit en je eigen interesses ontwikkelt zullen je relaties meegroeien.

 

Ik wil aan de tips van Ilse Reynders nog het volgende toevoegen: denk aan hoeveel mensen van je houden en om je geven. Probeer naar het goede te kijken in je leven en help anderen.

I believe that for most of us the best medicine for loneliness is work, service in behalf of others.
(Gordon B. Hinckley)

Zoek manieren om mensen om je heen te dienen, je gezin te helpen. Ze kunnen zich even alleen voelen als jij. Elk goed ding dat je doet voor iemand anders, zal de eenzaamheid die je voelt laten afbrokkelen. En vergeet niet te bidden. Christus zei: ‘Nader tot mij en Ik zal tot u naderen’

God’s light is real. it is available to all. It gives life to all things. It has the power to soften the sting of the deepest wound. It can be a healing balm for the loneliness and sickness of our souls. In the furrows of despair, it can plant the seeds of a brighter hope. It can enlighten te deepsest valleys of sorrow. It can illuminate te path before us and lead us through the darkest night into the promise of a new dawn. (Dieter F. Uchtdorf)

Ik las ergens dat eenzaamheid een mens tot depressiviteit kan leiden, zelfs tot waanzin. Bijvoorbeeld bij een astronaut die een jaar alleen in een ruimtestation zit. Daarom ontwikkelden ze bij Toyota de gezelschapsrobot Kirobo om mee te kletsen. Toen de astronaut terugkeerde bleef die robot alleen achter in het ruimte station. Na een tijd zond Kirobo de volgende boodschap naar de aarde: ‘I hope you’ll look up at the sky sometimes and think of me.’ Hij was zelf eenzaam!
Eender zijn al eenvoudiger sprekende robots getest om ouderen zich minder eenzaam te laten voelen, onder andere de iCat van Philips en een zeehondje genaamd Paro. Ook die hadden succes!
Volgens onderzoek aan de universiteit van Chicago zorgt elke vorm van respons ervoor dat een mens zich minder eenzaam voelt, of die respons nu van een ander mens, een dier of een robot komt.

 

Het zou de zoveelste schande voor de mensheid zijn moesten we de oplossing voor eenzaamheid aan robots overlaten. Ik geloof nog steeds dat de mens een goede inborst heeft. Maar met al de feestelijkheden in het vooruitzicht zouden we die goede inborst wel eens kunnen vergeten en voorbijlopen aan het feit dat er veel eenzame mensen zijn.
Ik hou van december, van het knetterende haardvuur, van dansend kaarslicht, van kerstmuziek, kerstfilms en de hele sfeer uit de boeken van Charles Dickens. Met zoveel gezelligheid, muziek, gelach en vakantiedagen is het gemakkelijk om de eenzaamheid van anderen niet te zien. Zeker met de feestdagen worden gemis en gebreken duidelijk gevoeld en zijn er velen kwetsbaar en alleen. Ooit was er een spreuk van Bond zonder Naam: Nodig een eenzame uit.
Misschien vinden we dat te moeilijk, zelf een bezoekje brengen is misschien gemakkelijker. Er wachten zoveel eenzame mensen op onze liefde, onze waardering en onze vriendschap. We kunnen de hele wereld niet omarmen, maar een enkeling wel. We moeten echt niet veel doen: een glimlach, een knipoog, een schouderklop, wat steun. Laat de mensen om je heen voelen dat ze waardevol zijn.

Veel mensen zijn eenzaam

geloof me

daar is niets tegen,

het mag,

Maar kom je ze tegen

zeg dan op z’n minst even:

‘dag’

(Toon Hermans)

 

Ikke, ikke, ikke, en de rest …

 

ikke-sizzElke stad heeft wel een of andere naam voor zijn inwoners. Zo worden Lokeraars ‘rapenfretters’ genoemd, iemand van Aalst is een ‘ajuinvreter’ en Gentenaars zijn ‘stroppendragers’. Ik ben geboren in Sint-Niklaas en Sint-Niklazenaars worden wel eens ‘dikke nekken’ genoemd. Een ‘dikke nek’ is een zelfingenomen persoon, iemand die denkt dat hij beter is dan een ander, kortom iemand met een EGO van hier naar de maan en terug. Mijn nek past nog altijd in bloesjes van dertig jaar geleden, dus zo’n vaart zal het mijn mijn ego wel niet lopen, denk ik.

Maar ik wil het wel eens over EGO hebben.
Eerst en vooral mag je EGO niet verwarren met eigenwaarde. Een mens moet eigenwaarde hebben. Je moet je eigen vriend zijn en van jezelf houden. Je moet voor jezelf zorgen, jezelf aanmoedigen en in jezelf geloven. EGO (met drukletters!) betekent je beter achten dan een ander. Iemand met een groot EGO zal dan ook anderen naar beneden duwen om die visie te behouden.

Some pieces of sand
are so full of ego
that they see themselves
as a giant rock.
But then the wind blows,
the big ego flies in the air.
(Mehmet Murat ildan)

In sommige leesmethodes is het eerste woordje wat de kinderen leren: IK.
‘Ik’ is een van de kleinste woordjes in het woordenboek, maar we moeten ervoor zorgen dat het niet de grootste wordt in onze woordenschat. Het is goed om bij jezelf stil te staan, om zelfvertrouwen te hebben en jezelf te leren kennen, maar als we teveel aan onszelf denken loopt er veel mis. Zoals Lord Chesterfield zei:

Our own self-love

draws a thick veil

between us

and our faults.

Er lopen teveel ‘IKKEN’ rond in onze maatschappij. Je herkent ze direct. Ze laten zich teveel leiden door hun EGO: ikke, ikke, ikke, en de rest kan stikken. En maar klagen en klagen. Kinderen maken wat lawaai: ikke dient een klacht in. De plaatsing van een windmolen staat in ikke zijn weg en de wind moet maar elders een molen zoeken. Ikke gaat op het platteland wonen, maar beklaagt zich over de boerenlucht en wil de koeien laten verdwijnen. Ikke verhuist naar de nabijheid van de luchthaven, maar weet je wel hoeveel lawaai zo’n vliegtuig maakt? Ikke legt de ene na de andere klacht neer. Ikke is voor ikke en vindt het moeilijk om een ander zijn plezier te gunnen. Ikke wil de beste en de grootste zijn. Ikke heeft heel lange tenen, maar dat heb je waarschijnlijk ook al gemerkt. Ikke heeft een EGO om u tegen te zeggen, maar of ikke gelukkig is?

A man asked Buddha:
‘I want happiness.’
Buddha said:
‘First remove ‘I’, that’s ego.
Then remove ‘want’, that’s desire.
See now you are left with only
Happiness.’

Psycholoog Dirk De Wachter heeft in zijn boek ‘De wereld van De Wachter’ ook over ‘ikke’ geschreven:

‘In onze hebberige ikkerigheid willen we onszelf ten volle ontplooien. ‘Mijn leven maken’ dat wordt in die gedachte het hoofddoel.’

Kunnen we ons leven maken? ‘Yes, we can’, zei Obama. Yes, you can. Ja, ik kan. We maken ons leven, maar het wordt een ramp als het alleen rond onszelf is gebouwd.

‘Je maakt, je bouwt aan jezelf en je leven. Timmerend aan een biografische tekst, met slechts één personage. In twee letters: ik. In jouw volle ikkigheid verword je tot een werkwoord. je ikt. Maar die zin, die ontbreekt. Een verhaal, dat is er niet meer.’ (Dirk De Wachter)

We moeten stoppen met ons zo vlug aangevallen te voelen. We moeten niet per se willen winnen of gelijk willen halen. Willen we echt steeds meer hebben en moeten we ons nu echt superieur voelen als we iets bereikt hebben? Willen we echt in de peuterpuberteit blijven zitten en eisen dat alles rond onszelf draait?

Wash out your ego every once in a while,

as cleanliness is next to godliness

not just in body

but in humility as well.

(Terri Guillemets)

Ja, het is leuk om complimentjes te krijgen, om bloemetjes te krijgen en om in het middelpunt van de belangstelling te staan. Maar laten we opletten zoals Ram Dass zei:

The ego is an exquisite instrument:
Enjoy it, use it –
just don’t get lost in it.

Teveel EGO verziekt je talent. Goudschilfers zijn kostbaar, maar wanneer zo’n schilfer in je ogen komt, beperkt het je zicht (Chinees gezegde).
EGO houdt ons soms tegen om belangrijke dingen te zeggen zoals
Ik hou van jou,
Ik mis je,
Het spijt me.
Sorry zeggen betekent niet altijd dat jij verkeerd was en de andere juist. Het betekent altijd dat jij je relatie belangrijker vindt dan je EGO.

Ego is the only requirement
to destroy any relationship …
So be the bigger person,
skip the E
and let it GO.

Als we ons EGO teveel aandacht geven, dan zullen we uiteindelijk onszelf verraden. We maakten God dood en speelden zelf God. Maar het paradijs is verdwenen.
‘En zo raak je dubbel uitgehold: bekaf van het achterna hollen, en hol ban binnen. Je weet het niet meer. Wie ben je? Moegekickt en met niemand om je heen doemt je reflectie angstig op. En dan denk je: Mijn God.’ (Dirk De Wachter)

With the disappearance of God

the Ego moves forward

to become the sole divinity.

(Dorothee Sölle)

Wanneer ik het Huis des Heren binnenga, dan laat ik mijn ego buiten achter. Dan omarmt mijn binnenste de Grootste van allen en vloeit nederigheid het laatste restje ‘ikke’ weg.

December – kerstmaand. Misschien de maand bij uitstek om het EGO stof uit onze ogen te verwijderen, om niet ons eigen lof te zingen (dat klinkt trouwens toch altijd vals) en om ons eens wat meer naar de ander te richten.
Jezus Christus onderwees dat Hij het Licht der wereld is en vroeg aan de mens om zijn licht te laten schijnen voor de anderen. Thomas S. Monson zei:
‘ Als we het voorbeeld van de Heiland volgen en leven zoals Hij leefde en onderwees, zal dat licht in ons branden en de weg verlichten voor anderen.’

Als we ons EGO opzij zetten, kunnen we met heel onze eigenwaarde, met al onze talenten en met alles wat we zijn de wereld rondom ons verlichten en de ikkerigheid laten krimpen.
Ik zoek alvast inspiratie in het volgende filmpje om mijn ikke te bedwingen:

Herinneringen … parfum van de ziel.

linda-sint
Daar sta ik, zwart op wit, met rubberen laarsjes aan en heel bedeesd voor een stokoude Sinterklaas. Ik moet toen een jaar of vier geweest zijn en ik herinner me niets meer van dit waarschijnlijk spannend-eng bezoekje aan die heilige man.
Ik herinner me wel nog veel andere leuke Sinterklaasmomenten. Als de Sint zijn dikke boek waar alles ingeschreven stond bovenhaalde, was ik altijd wel een beetje zenuwachtig. Ik was volgens de normen wel een ‘braaf’ kind, maar ik had toch ook wel af en toe iets mispeuterd. Ik voel nog mijn klamme handen toen ik me voorstelde dat ik op de lijst van de stoute kinderen stond. Niet bij de hele stoute, maar toch stout genoeg om de vervulling van speelgoedwensen te verspelen. Gelukkig waren (en zijn) er nooit stoute kinderen.
Wat me echt is bijgebeleven is dat spannende verwachtingsgevoel de week voor zes december. Ik herinner me de elektrische spanning die in ons huis hing, het kippenvel op mijn armen, toen er hard op de buitendeur gebonsd werd en een handvol ‘mokskes’ naar binnen werd gegooid. Zwarte Piet deed zijn ronde om te zien of we wel lieve kindjes waren.
Ik begrijp echt niet waarom men nu zo’n heisa maakt rond de Zwarte Piet van dit kinderfeest. Ik heb nooit, niet als kind, noch als kritische tiener, noch als adolescent, noch als volwassene deze zwarte hulp van de Sint als racistisch ervaren. Hij was gewoon een van de vele mythische figuren die een kinderhart een bang-blij sprongetje liet maken.

Good memories are real blessings

Ik heb ook fantastisch leuke herinneringen aan de Sinterklaasbelevenis met mijn kinderen. In november startten de Sinterklaasliedjes. Met hart en ziel werd er toen hier in huis, door groot en klein, gezongen over de stoomboot die uit Spanje kwam, over appeltjes van oranje, de zak van Sinterklaas en de maan die door de bomen schijnt.
De Sint komt in Vlaanderen in het weekend voor zes december. Hij kan natuurlijk niet overal gelijk zijn, vandaar die regel die afwijkt van onze noorderburen. In dat Sinterklaasweekend werd (en wordt nog altijd) een schoentje met een wortel, een raapje en wat suikerklontjes aan de schouw gezet. Ik moet nog steeds glimlachen bij de herinnering aan Sinterklaasochtend. De kinderen waren al super vroeg wakker en kregen gemompel van mij en mijn man dat ze nog even stil moesten zijn of de Sint zou niet komen. Nadat iedereen met gespitste oren geen Zwarte Piet hoorde, stapten we allen op een rijtje heel stilletjes de trap af: mijn man met de nodige komedie vooraan, dan vier zenuwachtige kinderen en ik als laatste. Het is die herinnering die ik nog meer koester dan hun blinkende kinderoogjes bij het zien van al het speelgoed en de chocolade die rond hun schoentje stond.
Godfried Bomans zei terecht:

Het aardigste van plezierige dingen
is de herinnering.

Iets herinneren is een prachtig mechanisme van onze hersenen. Maar als we later herinneringen willen hebben, moeten we die eerst wel maken. Iets wat niet was, kan niet opgeslagen worden.
Vanaf onze geboorte beginnen we in ons binnenste een kamertje te vullen met herinneringen. Er is plaats voor mooie dingen en ook voor dingen die ons diep raken. Er zweven namen rond van geliefden en vrienden, maar ook van vijanden en tirannen. Er liggen hoopjes geluiden en geuren en stapels met woorden en afbeeldingen. Er zijn herinneringen die je wil bewaren, er zijn er ook die je wil vergeten en nooit uit dat kamertje wil laten ontsnappen.

Laten we het vreselijke verleden dat achter ons ligt, nooit vergeten, maar niet als een manier om ons op een negatieve wijze aan het verleden geketend te houden, maar eerder als een gelukkige herinnering aan hoever we zijn gekomen en hoeveel we hebben bereikt.
Nelson Mandela

Herinneringen schieten soms ineens in je hoofd. Je hoort een woord dat je vader zo dikwijls zei en je zit pardoes op zijn schoot. Of je ziet een foto van dat familiekerstfeest en voelt opnieuw de spanning van een bekendmaking. Je ruikt chocolade en wordt teruggeflitst naar een verjaardagsfeestje. Je proeft een verse wafel en krimpt ineen bij de herinnering aan een ruzie. Of je warmt je aan de open haard en je vliegt naar een weekendhuisje in de Ardennen.
Je zintuigen kunnen zomaar uit het niets herinneringen laten landen in je hart. In een oogwenk bevind je je in het verleden, soms maar heel even. Je krijgt het dan koud of warm, je lacht of je weent.

I knew that looking back on the tears would make me laugh. But I never knew that looking back on the laughs would bring tears.

Kahlil Gibran zei: ‘ De herinnering is een vorm van ontmoeting.
We ontmoeten als het ware het verleden. Wat voorbij is komt het nu binnendwarrelen, gevraagd en ongevraagd. Dikwijls is dat dubbel plezier, soms een troostend gevoel, af en toe een bittere smaak.
Het leven is kort, tijd gaat snel. We kunnen niet terug gaan en het anders spelen. Maar mooie herinneringen gunnen ons een dankbare terugblik. Slechte herinneringen kunnen ons leren om uiteindelijk met die kennis vooruit te gaan.

We each need to make peace with our own memories. We have all done things that make us flinch.(Surya Das)

Oscar Wilde schreef: ‘ Memory …is the diary that we all carry about with us.’

Het is belangrijk dat we onze kinderen en kleinkinderen een ‘dagboek’ bezorgen van goede herinneringen.
We herinneren ons gisteren, we dromen over morgen, maar we leven wel vandaag!
Vandaag maken we herinneringen voor onszelf, voor onze kinderen, onze vrienden en voor iedereen die op ons pad komt.
Een paar suggesties om mooie herinneringen bij jezelf en bij je kinderen te creëren:
Maak tijd om er altijd te zijn op de kruispunten van het leven van je kinderen.
Maak tijd om een echte vriend te zijn.
Lees voor aan je kinderen.
Bid samen.
Doe dingen samen.
Eet gezellig samen.
Bestudeer samen dingen.
Onderwijs.
Toon je liefde.
werk samen.
Lach veel.

If you wish to be
in your childrens memories tomorrow,
you have to spend time in their lives today.