Luisteren om te groeien.

Zoals sommigen misschien weten is een stukje van wie ik ben natuurgids. Ik hou van de natuur in mijn Vlaamse vlakke land en heb in het verleden een aantal cursussen gevolgd om planten, paddenstoelen en vogels te herkennen. De leukste en leerrijkste ervaringen had ik in de buitenlucht met een ervaren gids aan mijn zij.
Ik vind het fijn om mijn kinderen, kleinkinderen en vrienden te wijzen op bepaalde planten en vogelgeluiden. Een natuurwandeling wordt nog leuker als je het gezang herkent van een tsjif-tsjaf, een merel, een vink, een koolmees enz.
Ik heb er plezier in als iemand mij vraagt welke vogel hij hoort. Meestal weet ik het antwoord, soms ook niet. Dat komt waarschijnlijk omdat ik niet altijd goed geluisterd heb naar wat men mij verteld heeft.

John Burroughs, een natuurkenner, liep eens door een drukbezocht park. Boven de geluiden van de stad hoorde hij het fluiten van een vogel. Hij stopte om ernaar te luisteren. De mensen om hem heen hadden de vogelzang niet gehoord. John keek naar de mensen in het park. Niemand merkte het vogelgeluid op. Onze natuurkenner maakte zich er druk over dat iedereen zo iets moois miste. Hij nam een geldstuk uit zijn zak en wierp het in de lucht. Het kwam met een rinkelend geluid op het plaveisel neer; het klonk niet luider dan het geluid van de vogel. Verschillende mensen keerden zich om. Dàt hadden ze gehoord.
Het is moeilijk om tussen al de geluiden van het stadsverkeer het geluid van een vogel te onderscheiden, maar je kan het horen! Je kan het duidelijk horen als je oefent om ernaar te luisteren.

Als we ècht willen luisteren, dan moeten we ons erin oefenen en dan moeten we ook storende geluiden kunnen negeren. Om een merel te horen fluiten moet je het gebabbel van vrienden even uitsluiten. Om te genieten van een concert moet je je afsluiten van het geroezemoes om je heen. Om inspiratie of een goddelijke stem te horen moet je misschien wel de stilte opzoeken. Om naar een medemens te luisteren zullen we ons volledig moeten concentreren.

Luisteren doen we niet alleen met onze oren,
ook met onze ogen en ons hart.

In ‘De boekenapotheek aan de Seine’ van Nina George, ontdekte ik het woord doorhoorzicht.’ Doorhoorzicht is een talent waar je je oren, ogen en intuïtie gebruikt. Je leest aan de lichaamshouding, beweging en gebaren af welke gevoelens er benadrukt worden. Je ziet en hoort door datgene heen waarachter de meeste mensen zich verschuilen. En daarachter zie je alles waar ze zich zorgen over maken, wat ze dromen en wat ze missen.’
Hebben we niet allemaal het talent van ‘doorhoorzicht’ nodig?

Listening with our ears and our hearts may not be easy,
but it is always essential –
especcially for family members who need a hug.
(Ted Hindmarsh)

Je hebt misschien ook al de ervaring gehad dat je opmerkt dat er niet veel mensen zijn die tijdens een gesprek ècht luisteren naar jou. Over ’t algemeen zijn ze gefocust op wat zij zelf het laatste zeiden of wat ze straks zullen zeggen.
Aandachtig luisteren is een van de mooiste dingen die we aan iemand anders kunnen geven. Luisteren is de basis van een goed gesprek. Echt luisteren is niet zo eenvoudig. Als je goed wil luisteren, moet je jezelf opzij zetten. In feite is luisteren een uiting van liefde. Het kost moeite, want we moeten dikwijls ons ‘zegje’ opofferen om de andere de ruimte te geven zichzelf te uiten.
Als je luistert, dan toon je respect voor de andere persoon zijn ideeën, meningen en ervaringen. Je focust je op zijn noden en interesse en stopt de jouwe in de diepvries. Dat is niet gemakkelijk, maar als jij me iets vertelt dan probeer ik volledig aanwezig te zijn en niet af te dwalen met mijn gedachten. Net zoals je natuurgeluiden kan leren, zo kan je ook aandachtig leren luisteren.
Mitch Albom heeft er een mooi stukje over geschreven:

‘Aandachtig leren luisteren? Hoe belangrijk kon dat zijn? Nu weet ik dat het belangrijker is dan bijna alles wat men ons op de universiteit heeft geleerd.
Talloze mensen, met veel kleine problemen, zijn zo in zichzelf verdiept dat hun ogen glazig worden als je langer dan dertig seconden aan het woord bent. Dan denken ze al aan iets anders, een vriend die ze moeten bellen, een fax die gestuurd moet worden, een geliefde over wie ze aan het dagdromen zijn. Pas als je klaar bent met praten, hebben ze er opeens weer hun aandacht bij en dan zeggen ze: ‘Hm -hmm’, of ‘Ja, inderdaad’, en dan doen ze alsof ze aldoor hebben geluisterd.
Het probleem is gedeeltelijk dat iedereen zo’n haast heeft. De mensen hebben de zin van hun leven nog niet gevonden, dus rennen ze voortdurend rond op zoek ernaar. Ze denken: de volgende auto, het volgende huis, de volgende baan. Maar dan ontdekken ze dat die dingen ook leeg zijn, en zo blijven ze rondrennen.
We zijn echt heel goed in praten over koetjes en kalfjes: Wat doe je voor werk? Waar woon je? Maar ècht naar anderen luisteren – zonder te proberen ze iets te verkopen, ze te versieren, ze ergens voor te werven, of om prestige te winnen – hoe vaak kom je dat nog tegen?’

As we learn the social skill of listening to others
and the spiritual skill of hearing the direction of the Spirit,
we will progress in our earthly labors,
and, more important
we will be happy in our labors.

De mens praat ontzettend veel. Soms wel eens tegen zichzelf, maar meestal toch tegen minstens één persoon. Net zoals jullie heb ik al ontelbare gesprekken gevoerd. Beroepshalve tegen honderden kinderen en tientallen leerkrachten, maar ook tegen gezinsleden, vrienden, dokters en volslagen onbekenden. Waarschijnlijk heb jij je, net als als ik, al ontzettend geïrriteerd aan mensen die niet luisteren, of die de schijn van luisteren ophouden. Voel jij ook geen wrevel als men je onderbreekt, of je zin aanvult nog voor je zelf uitgesproken bent? Mensen die me niet aankijken en wiens blik afdwaalt naar andere dingen geven me algauw het gevoel van niet in mij geïnteresseerd te zijn. Weet je waar ik me ook in kan ergeren? In personen die me het vervelende gevoel geven dat ik hun kostbare tijd verspil; ze gluren naar hun uurwerk of wriemelen met hun smartphone. En wat denk je van degenen die hun eigen verhaal er tussen wringen, dikwijls nog in de overtreffende trap: ‘Moet je horen wat ik …’
Nu, ik bevind me soms ook aan de andere kant, dan ben ik degene van wie verwacht wordt aandachtig te luisteren.
Uit onderzoek is gebleken dat mensen elkaar na gemiddeld 17 seconden (!) al onderbreken. Daar gaat het èchte luisteren dan. Hoewel dat onderbreken niet altijd slecht bedoeld is – we geven zo graag advies of goede raad.

Most people do not listen with the intent to understand,
they listen with the intent to reply.
(Steven R. Covey)

We moeten inderdaad wat meer leren luisteren om te begrijpen, niet alleen om te antwoorden. We moeten leren luisteren zonder in te vullen, zonder te oordelen. Luisteren naar degenen van een andere religie of politieke voorkeur kan tolerantie en begrip vermeerderen. Iets wat we in onze tijd zeker nodig hebben!

Wisdom will come
as we listen to learn.
(Russell M. Nelson)

Wist je dat we ook moeten leren luisteren naar wat niet gezegd wordt? Dat is luisteren met de oren van je hart. Dat is luisteren naar wat je niet hoort, maar wel ziet: een liefdevolle blik, een verdrietige traan, een bezorgde rimpel, een trotse glimlach.
Maar er is wel een maar aan verbonden. We moeten opletten dat we niet te vlug denken te weten wat er zonder woorden gezegd wordt. Zo scheppen we spoken en verkeerde interpretaties.

Bijzondere leraren kunnen horen
wat een kind niet kan vertellen.

Elk mens zou moeten leren luisteren met liefde en zo proberen begrijpen wat de andere voelt in wat hij zegt.
Misschien moeten we wat meer tijd geven om te luisteren, zodat we de tonen en de nuances waarop iets gezegd wordt beter tot ons kunnen laten doordringen.
Niet goed naar de andere luisteren is dikwijls de oorzaak van een sputterende, verstoorde relatie.
Misschien moeten we meer proberen luisteren met ons hele ‘zijn’, met onze oren, met ons hart en met ons verstand.

Marion vertelde zijn dokter dat zijn vrouw Ida hoorproblemen had. De dokter vroeg hoe erg het probleem was, maar dat wist Marion niet echt. De arts vroeg om het uit te zoeken. Marion moest uit een andere kamer tot zijn vrouw spreken en dan dichter komen tot ze hem zou horen. Marion deed wat de dokter hem gevraagd had. Hij riep iets vanuit zijn slaapkamer naar Ida die in de keuken was – geen antwoord. Hij kwam dichter en weer kwam er geen antwoord. Dus ging hij voor de keukendeur staan en vroeg: ‘Ida, kan je me horen?’ Ze antwoordde: ‘Wat is er met jou, Marion? Ik antwoord nu al drie keer op dezelfde vraag!’ (Burton Howard)

Zelfs zonder hoorproblemen lijken sommige koppels niet naar elkaar te luisteren. Wijze partners luisteren om van elkaar te leren.
Met ons hele ‘zijn’ luisteren naar onze partner kan mooie momenten opleveren en crisissen de kop indrukken. Kijk in zijn/haar ogen en zie de schoonheid. Koester de expressie van de ogen, de mond, de handen. Luister met begrip en liefde.
Met ons hele ‘zijn’ luisteren naar onze kinderen kan bewondering, trots en liefdevol begrip geven. Luister naar wat je kind vertelt en moedig het aan met je ogen en je houding. Kinderen stellen veel vragen. Soms stellen ze zoveel vragen dat we het vervelend kunnen vinden. Maar besef dat ze je geen vragen zullen blijven stellen, en op een dag, als ze -veel te vlug- volwassen zijn, dan zal je wensen dat ze je wat meer vragen zouden stellen. Luister en geniet van je kind.

Spend a great deal of time listening,not just telling.This listening should be done with an open mind and heart.
When children feel they can talk freely about their feelings, problems and successes,
wonderful relationships develop between parents and children.
(Ben B. Banks)

Met ons hele ‘zijn’ luisteren naar onze ouders is het grootste geschenk dat we hen kunnen geven. Luister naar hun raad en hun herinneringen. Nu ze er nog zijn, luister naar het wonder van de ouderdom.

Luisteren met ons hele ‘zijn’ naar vrienden is de naam vriendschap waardig. Luister naar de zorgen en bekommernissen, naar de frustraties, de gedachten en de blijdschap. Luister en voel mee. Je kan op de sociale media veel likes en volgers hebben, maar een echte vriend krijg je en behoud je door goed te luisteren.

Onze ziel zal verruimen als we leren luisteren naar onze partner, naar onze kinderen, naar onze ouders en naar anderen. Mijn ziel is daar zeker wijzer door geworden.
Toch is er nog een ander soort luisteren wat ons enorme groei kan brengen. Net wat mensen proberen dat soort luisteren onder de knie te krijgen. Je merkt het aan bepaalde rimpelingen in onze overgeconsumeerde, egoïstische, bodycult-gerichte maatschappij: mensen zoeken de stilte op, camino-tochten zijn hip, meditatiecoaches springen als paddenstoelen tevoorschijn op het internet, filosofen krijgen weer een plaatsje in tijdschriften, enzovoort.

Ik ontdekte dat ik minder en minder te zeggen had,
tot ik uiteindelijk stil werd en begon te luisteren.
En in die stilte hoorde ik de stem van God.
(Sören Kierkegaard)

We moeten misschien eens gaan zoeken in onze eigen culturele roots: in de Bijbel en andere Schriften.
Jezus Christus gebruikt dikwijls de woorden horen en luisteren:

‘Wie oren heeft om te horen, laat hij horen.’ (Matt. 11:15)

‘Luister, o gij volk van mijn kerk, … Luister gij volk van verre; en gij die op de eilanden der zee zijt, luistert allen.’ (L&V 1: 1)

‘…gezegend zijn zij die naar mijn voorschriften luisteren en mijn raad het oor lenen, want zij zullen wijsheid leren…’ (2 Nephi 28:30)

‘Wie wijs is zal horen en inzicht vermeerderen.’ (Spreuken 1: 5)

‘Neig uw oor en kom tot Mij, luister, en uw ziel zal leven.’ (Jesaja 55: 3)

Wijsheid komt als we luisteren om iets te leren. Sommigen noemen het meditatie, een hogere bron, intuïtie. Ik noem het God.
In ons leven komen we allemaal moeilijkheden en uitdagingen tegen. We worstelen allemaal wel eens met vragen, teleurstellingen en ontmoediging. We hebben allemaal een of andere zwakheid en geregeld voelen we onze ‘kleinheid’ in het grote universum. Dan is het goed dat familie en vrienden naar ons luisteren. Maar ook God luistert en biedt kracht en hulp aan:

‘Ik zal u van mijn Geest meedelen, die uw verstand zal verlichten, die uw ziel met vreugde zal vervullen.’ (L&V 11: 13)

De fluisteringen van de Heilige Geest horen en herkennen is een levenslange opdracht. Net zoals goed luisteren naar onze medemens niet eenvoudig is en oefening en opoffering vraagt, is ook God horen een hele uitdaging. Meditatie, camino-tochten en stilte zijn prachtige hulpmiddelen, maar misschien moet je er ook de Schriften eens bijhalen en eens bidden. Sommigen kennen de bijbelverhalen nog van vroeger op school, anderen hebben er nog nooit van gehoord. Ik heb ondervonden dat als ik me in oude en hedendaagse schriftuur verdiep, ik Gods stem kan ‘horen’. Net zoals ik zijn stem ‘hoor’ als ik na mijn gebed ‘luister’.

Our Heavenly Father is only a prayer away,
and the Holy Ghost is within whispering distance.
Elaine S. Dalton

Ik heb misschien teveel geschreven over luisteren, maar ik ben er me van bewust dat elk mens zich daarin zou moeten verdiepen. Ons land heeft niet voor niets de hoogste zelfmoordcijfers, laten we dus leren luisteren met ons hele ‘zijn’.
Misschien ben je stil geworden bij mijn laatste opmerkingen over het spirituele luisteren. Maar stilte is goed, stilte spreekt.

Op mijn levensreis moet ik nog beter leren goed te luisteren. Ik wil dat doen, want luisteren is groeien.

 

 

Vrede, wat is dat?

 

Een Russisch schrijver keek glimlachend naar het spel van zijn kleinkinderen.
‘Wat spelen jullie?’ vroeg hij.
Wij spelen oorlog,’ riepen de kinderen.
Maar,’ zei de schrijver, ‘weten jullie dan niet dat oorlog veel pijn en verdriet met zich meebrengt? Speel liever vrede.’
‘Dat is goed, opa, ‘ zeiden de kinderen. ‘We zullen voortaan vrede spelen.’
Maar even later kwamen ze terug naar hun grootvader met de vraag:
Opa, hoe speel je vrede?”
Opa ging zitten op de bank en schudde zijn hoofd.
Ook hij wist het antwoord niet.
(uit ‘Een parel voor elke dag’)

Vredesweek, dag van de vrede … :
één van de vele projecten die op verschillende scholen georganiseerd worden, mèt of zonder gezucht van degenen die in dat werkteam zitten. Tussen alle te geven lessen en bergen papierwerk is het misschien te begrijpen dat er leerkrachten zijn die het vredesproject liever een jaartje willen overslaan. Maar als ik dan het nieuws hoor, of berichten lees van verre vrienden, dan schreeuwt mijn hart: NEE! Sla deze activiteit niet over!
Volgens mij heeft de wereld vandaag meer dan ooit nood aan een vredesboodschap. We leven in een tijd van oorlogen en geruchten van oorlogen. Aan die verschrikking kunnen we persoonlijk niets doen. Maar we moeten onverschilligheid en afstompen tegengaan.
Ik heb vele jaren met twaalf-jarige kinderen Ieper en de omliggende oorlogskerkhoven bezocht. Te midden van honderden witte kruisjes was deze luidruchtige ADHD-generatie stil en ontroerd.
We kunnen inderdaad zelf geen oorlog stoppen, maar we kunnen onszelf en de jongeren een geweten blijven schoppen!

We leven in een maatschappij waar veel haat, conflicten en ontevredenheid leeft. Onze kinderen groeien op met Facebook, Twitter, Instagram, Snapchat, …   nieuwe media die het leven weergeven, met zijn ups en downs, van gewone mensen zoals jij en ik. Maar teveel om goed te zijn, vergiftigen op die moderne berichtgeving haat- en nijdreacties de meningsuiting van een ander. Klimaatopwarming? Je moet eens een paar reacties lezen van voor- en tegenstanders – soms te lelijk om te herhalen. Hetzelfde bij genderuitingen en geloofsverklaringen. Het lijkt erop dat alleen de eigen mening mag zegevieren. Vrijheid van mening is een mensenrecht, maar o wee als die mening indruist tegen wat hip is of een hype, zelfs het suikergehalte in voeding zorgt voor verhitte gemoederen. In vroegere tijden zouden veel handschoenen toegeworpen zijn, nu snijden woorden diepe wonden.

Als we geen vrede hebben,
dan komt dat
omdat we vergeten zijn
dat we elkaar toebehoren.
(Moeder Teresa)

Dan is er ook nog de innerlijke strijd die in iedereen wel eens woedt. Dat laat me denken aan het verhaal van het schilderij van de vrede, waar een koning een grote beloning uitloofde voor de kunstenaar die het best de vrede kon weergeven op een schilderij. De koning moest uiteindelijk kiezen tussen twee schilderijen. Op het ene schilderij had de schilder een rustig meertje geschilderd, hoge bergen weerspiegelden in het water en in de lucht dreef een klein wolkje. Op het andere schilderij was een storm geschilderd. De regen pletste in een kolkende rivier en bliksemschichten verlichtten de hemel. In een struik, onder een overhangende rots, was een vogel te midden van al dit natuurgeweld aan het broeden. De koning koos dit schilderij, de schilder had uitgebeeld wat hij bedoelde: vrede is een kalm hart, te midden van de storm van het leven.
Dit verhaal leert me dat we in een prachtige, rustige omgeving kunnen wonen, maar toch geen vrede voelen omdat we innerlijk aan het strijden zijn. Aan de andere kant kunnen we ons te midden van verwoesting en vernietiging bevinden en toch een onbegrijpelijke vrede voelen. Vanwaar komt die vrede?

Vrede op aarde begint bij jezelf. Vrede verspreidt zich heel dichtbij: thuis, in je buurt, op je werk.
Of we nu geloven of niet, in onze zoektocht naar een veilige en vredevolle wereld kunnen we moeilijk het evangelie van Jezus Christus negeren. In de Bijbel komt het woord ‘vrede’ veel voor. De blijde boodschap is een evangelie van vrede. God legt veel nadruk op vrede. De engelen zongen bij de geboorte van Jezus: ‘Vrede op aarde aan alle mensen van goede wil.’
Howard W. Hunter zei: ‘De wereld waarin we leven, dicht bij huis of ver weg, heeft het evangelie van Jezus Christus nodig. Het evangelie verschaft de enige manier waarop de wereld ooit vrede zal vinden. We hebben een vreedzamere wereld nodig die ontstaat uit vreedzamere gezinnen, buurten en gemeenschappen. Om een dergelijke vrede te verwerven en te ontwikkelen ‘moeten we anderen liefhebben, zowel onze vijanden als onze vrienden.’ Wij moeten anderen in vriendschap de hand reiken. We moeten vriendelijker, zachtaardiger, vergevingsgezinder en minder snel kwaad worden. Gods handelswijze is voornamelijk gebaseerd op overreding, geduld en lankmoedigheid, niet op dwang of harde confrontatie. Zijn benadering is zachte aandrang en vriendelijke uitnodiging.’

Jezus, die ook Vredevorst genoemd wordt, zei zelf: ‘Vrede laat Ik u, Mijn vrede geef Ik u; niet zoals de wereld die geeft, geef Ik die u.'(Joh. 14: 27)
Zijn boodschap is de grootste levensfilosofie ooit aan de mens gegeven. Je moet niet gelovig zijn om zijn raadgevingen in de praktijk te brengen. In de bergrede, één van de belangrijkste toespraken van Christus, staat: ‘Zalig zijn de vredestichters, want zij zullen Gods kinderen genoemd worden.’ (Matt. 5: 9)
Hebben we vandaag niet meer dan ooit vredestichters nodig?
We kunnen thuis en overal zelf een vredestichter zijn, door twist, afgunst en jaloersheid te vermijden. Probeer eens een maand thuis of op je werk vriendelijk en medelevend te zijn. Creëer een sfeer van liefde en harmonie, biedt spontaan hulp aan. Wanneer je geïrriteerd bent, beheers je, tel tot tien, zwijg. Stop met kritiek te geven of te roddelen. Vergeef en vergeet (anders worden ‘oude koeien’ vlug terug uit de sloot gehaald). Om een vredestichter te zijn (te worden) heb je dus véél geduld nodig, geduld met jezelf en met een ander.

De vrede waar de wereld naar verlangt is een staakt-het-vuren, maar men wil niet beseffen dat een blauwdruk van blijvende vrede in het evangelie van Jezus Christus ligt. Als men de moeite zou nemen om Zijn woorden te lezen, dan zou men versteld staan van de eenvoud van de dingen die Hij voorstelt om vrede te hebben.
Ik maak me ook wel zorgen om de gebeurtenissen in Noord-Korea. Mijn maag krimpt soms samen van de ophitsende taal van wereld- en plaatselijke leiders. Ik ben bezorgd om het verdwijnen van waarden en normen. Ik heb verdriet door zoveel ellende op deze wereldbol. Maar net zoals dat vogeltje op het schilderij vind ik vrede en gemoedsrust in de eenvoudige waarheidsbeginselen die Jezus onderwees. Ik heb zijn vredevolle boodschap bestudeerd. Ik speculeer niet dat God bestaat, maar ik geloof het ècht. Het herstelde evangelie van Jezus Christus heeft op mij een actieve invloed. Ik ben een mens en zeker niet volmaakt, maar mijn dagelijks toepassingen -in woord, gedachte en daad-  van waar ik in geloof geven me vrede en rust.

In het boek ‘Achterland’ van Caroline Brothers zegt Hamid:

Ik denk dat als we meer wisten over het heelal,
als we zouden weten hoe het in de ruimte is,
dat we dan hoog boven de grond zouden zijn,
ver weg van onze moeilijkheden,
en het hele leven hier beneden konden overzien.
Al het vechten zou klein zijn
en onbelangrijk en zinloos,
en misschien zouden mensen daardoor
meer van vrede houden.

De aarde is een stipje in het oneindige universum, de mens een stipje op dat stipje. Zal de mens eens begrijpen dat hij een verbondenheid moet zoeken met die nadere stipjes? Dat hij verbonden is met die stipjes? Zal hij eens echt beseffen dat ‘Wanneer de macht van de liefde, de liefde voor de macht overwint, dan pas de wereld vrede zal kennen (Jimi Hendrix)?

Er is nog nooit een goede oorlog
of een slechte vrede geweest.
(Benjamin Franklin)

Ik ben van nature optimist en ik weiger dus aan te nemen dat de mens verdrinkt in een duistere kolkende zee van racisme, geweld, slechtheid en oorlog. Ik geloof dat naastenliefde, eenheid en broederschap tussen alle volkeren eens een stralende dag zal inluiden. Een stemmetje in mij zegt: ‘Dat is het, maar je moet bij jezelf beginnen.’

September is de oogstmaand. Men oogst wat men gezaaid heeft. Als we vrede willen oogsten moeten we reinheid zaaien, moeten we eerlijk omgaan met elkaar en moeten we onzelfzuchtig helpen.

Ik ga me op het einde van elke dag afvragen:

Did I offer peace today?

Bracht ik vrede vandaag?

Doe je mee?

 

Tijd om te leren.

Je hebt ze waarschijnlijk ook zien fietsen of stappen: kleine en grotere mensjes met een van felgekleurde tot saai-grijze variërende tas op de rug, gezwind of ietsje trager, op weg naar een nieuw schooljaar om te leren. Want daarom gaan ze toch naar school, om te leren, niet?

Hoe leuk is het niet om een mini-mensje na de eerste klaservaring, met fonkelende ogen en een brede glimlach te horen verklaren: ‘Ik kan al lezen!’ Ik denk met vertedering terug aan zulke momenten met mijn eigen kinderen en met sommige van mijn kleinkinderen. Het geluk straalde eraf!
Het is een feit dat het gevoel dat je groeit als mens, bijdraagt aan je levensgeluk. Vitaminen zijn goed voor ons lichaam. Nieuwe dingen leren zijn vitaminen voor je geest.

Develop a passion for learning.
if you do,
you will never cease to grown.
(Anthony J. D’Angelo)

De manier waarop je als jongere en jongvolwassene leert, legt het fundament voor een leven lang leren.
Mogen groot worden in een (t)huis waar een liefde voor leren in de kamers rondzweeft, is een zegen.
Als kind droomde ik ervan om later in mijn eigen huis een kamer in te richten als bibliotheek. Je weet wel, zo’n kamer uit de films, met honderden boeken in rekken tegen de muur – zo hoog dat er ladders voorstaan. Nu, in mijn eigen huis is er geen plaats voor zo’n bibliotheek, maar in bijna elke kamer staat tenminste één boekenrek met allerlei soorten boeken.
De meeste gezinnen wonen niet in een kast van een huis en er is misschien zelfs plaatsgebrek. Maar met een beetje goed wil en wat fantasie, kan je in elk huis een ‘bibliotheekhoekje’ inrichten. Een hoekje waar het stil is – geen teevee, geen Wifi, waar ieder die het wil kan zitten lezen, snuisteren, nadenken en notities maken.
Mijn jarenlange ervaring in het onderwijs heeft me geleerd hoe belangrijk voorlezen, lezen en leren thuis wel is, voor ieder gezinslid.
Vroeger had elk gezin minstens twee gemeenschappelijke maaltijden. Daar werd niet alleen gegeten, maar ook gelachen, gekibbeld en verteld. Ik heb al heel wat bijgeleerd aan de eettafel, van goede manieren tot geduld en empathie. De gezinsmaaltijden waren in mijn ogen meestal een lawaaierige en gezellige boel, maar ik was toch blij dat ik me altijd kon terugtrekken in mijn bureautje.

Learning something new is a fabulous way to be refreshed.
When work can grind you down,
something about learning a new activity
thrills the soul.
It reminds you
that the world is bigger than
your desk and your to-do list.
(John Ortberg)

Er is al veel gezegd en geschreven over de noodzaak om een leven lang te leren. In onze tijd, waar technologie, globalisering en biodiversiteit ons met voortdurende aanpassingen en nieuwigheden overspoelen, is een leven lang leren geen hobby meer, het is een noodzaak. Leren is een proces dat nooit mag stoppen. Het maakt niet uit hoe oud we zijn, of hoe oud we ons voelen, we kunnen steeds nieuwe dingen in ons opnemen en ze toepassen.
Niemand weet genoeg, het leerproces heeft geen einde. Hoewel met ouder worden we zouden kunnen denken dat we alles al ervaren en geleerd hebben, ligt er nog zoveel om te leren te grijpen.
Ik ben van mening dat we moeten blijven lezen, observeren en nadenken over wat we leren. Er is zoveel ‘fake’ nieuws, zoveel valse, misleidende en onvolledige berichten. Onder geleerde namen en termen worden ons allerlei smoesjes voorgeschoteld. We moeten zelfredzaam in ons denken blijven!
Stel je eens voor wat er met jou zou gebeurd zijn als je gestopt was met leren toen de schoolpoort achter je dichtklapte. Zou je kansen gemist hebben? Zou je een andere persoon geworden zijn?
Als ik mezelf onder die loep neem, en deze vraag voor mezelf even laat sudderen, dan keer ik terug naar eind jaren zeventig van vorige eeuw. Ik voel dat sommigen nu gniffelen, maar nee, toen liepen er geen dinosaurussen op aarde. Maar als ik genoegen had genomen met de kennis die ik toen verworven had als afgestudeerde leerkracht,
dan zou ik niet op de computer kunnen werken,
dan zou ik geen berichten met de gsm kunnen versturen,
dan zou ik niet kunnen skypen met verre vrienden,
dan zou ik van de ontwikkelingen op technologisch vlak weinig of niets weten,
dan zou ik van wereldse, godsdienstige en politieke kwesties niet op de hoogte zijn,
dan was mijn visie op onderwijs en educatie in de oude doos blijven steken,
dan was ik geen natuurgids geworden,
dan kon ik geen harp spelen,
dan was ik mijn geloof kwijtgeraakt,
dan had ik weinig of geen persoonlijke en geestelijke groei doorgemaakt.

Aan leren komt geen eind.
Het is niet omdat je een boek of twee gelezen hebt,
of geslaagd bent in je examen,
dat je kan stoppen met leren.
Je hele leven,
van je geboorte tot je dood,
en zelfs nog verder,
is een leerproces.

We leven in een tijd waar eeuwenlange kennis binnen een duimklik in ons bereik komt. We kunnen in een korte periode leren waar anderen jarenlange onderzoeken over gedaan hebben. Er zijn nog nooit zoveel mensen in wereldse kennis onderlegd geweest. Men zou daarom kunnen verwachten dat de wereld bijna volmaakt moet zijn. Maar het tegengestelde is waar: ziektes in de maatschappij – letterlijk en figuurlijk, conflicten en problemen die miljoenen mensen op de vlucht doen slaan en anderen een bang hart geven.
Elke dag word ik me er meer van bewust dat het leven meer is dan wetenschap, wiskunde, geschiedenis en literatuur. Zoals Gordon B. Hinckley zei: ‘Er is een ander soort vorming nodig. Zonder die vorming leidt wereldse kennis alleen tot verwoesting. Ik heb het over de vorming van het hart, van het geweten, van het karakter, van de geest.’

Bij alles wat je verwerft:
verwerf inzicht!
(Spreuken 4:7)

De mens moet buiten kennis ook inzicht verwerven.
Inzicht in zichzelf: wie ben ik?
Inzicht in het doel van het leven: waarom leef ik?
Inzicht in geestelijke materie: bestaat er een God?
Die kennis zal onze seculiere opleiding prachtig aanvullen en ons leven en karakter op een unieke manier verrijken.

Het vormen van uw geest is even belangrijk
of zelfs belangrijker
dan het vormen van uw verstand.
(Gordon B. Hinckley)

Ik hou nog steeds van seculier leren. Mijn dag is niet goed als ik niet iets gelezen heb. Mijn man kijkt soms met opgetrokken wenkbrauwen naar de vier boeken die ik tegelijk aan het lezen ben en naar verschillende opengeslagen tijdschriften en notities die her en der rondzwerven in ons huis. Ik hoor hem dan iets mompelen in de trant van ‘ vrouwen’ en ‘met meer dan een ding bezig zijn’.
Ik vind het geweldig om te leren wat specialisten schrijven over de natuur, de sterfelijkheid, de psyche van de mens, enz. Deze seculiere ideeën bedreigen mijn geloof in een levende God niet, omdat ik door de jaren heen ook spirituele kennis verzameld heb. Door mijn geestelijke kennis kan ik dingen filteren en innerlijke vrede behouden. Mijn school- en werkervaringen hebben me de noodzaak geleerd om steeds meer geestelijke kennis op te nemen. Ik ga helemaal niet akkoord met wat Bertrand Russell zei: ‘ Religion is something left over from the infancy of our intelligence, it will fade away as we adopt reason and science as our guide lines.’
En je hoort ook wel eens zeggen dat onwetende mensen op godsdienst leunen omdat ze bang zijn van de dood. Mijn vader zou zeggen dat zulke uitspraken te flauw zijn om dood te doen. Ik vind me wel in de uitspraak van William Blake:

De adelaar verloor nooit zoveel tijd
als toen hij erin toestemde van de kraai te leren.

Voor vele gelovigen is een leven lang leren een van Gods hoogste prioriteiten voor de mens. Verschillende godsdiensten beklemtonen het belang van toenemende kennis en intelligentie. Een Joodse rabbijn zei: ‘Intelligentie is Gods grootste gave aan de mensheid.’ (Lord Jonathan Sacks). In schriftuur van de heiligen der laatste dagen staat: ‘De heerlijkheid Gods is intelligentie.’ (L&V 93:36)
De Koran leert dat het grote ontzag voor God alleen gerealiseerd wordt door degenen die kennis hebben (Qu’ran, 35: 28, Oxford World’s Classics edition)
Geloof is geen oogklep, geen kruk, geen blindheid!
Geloof moedigt nieuwsgierigheid en vragen aan. De werkwoorden vraag, zoek en klop komen meer dan 500 keer voor in de Bijbel. Christus onderwees zijn volgelingen: Bid, en u zal gegeven worden,zoek en u zult vinden; klop, en er zal voor u opengedaan worden.(Mattheus 7: 7)
Dit is geen passieve of blinde manier om te leren, maar een uitnodiging om door iets te doen, het zelf te weten te komen.

The realness of a personal God; the continued active life of the Christ; the divinity of the restoration, these can be known as surely as that the sun shines, by every responsible person, and to fail to attain this knowledge is to admit that one has not paid the price. Like academic degrees it is obtained by intense strivings.
(Spencer W. Kimball)

Een van de grootse gevaren voor de mensheid is dat de mens denkt alles te weten. De apostel Paulus schreef in 1 Korinthe 8:2 ‘En als iemand denkt iets te weten, dan heeft hij nog niets leren kennen zoals men het behoort te kennen.’
Er moet nog zoveel waarheid ontdekt worden!

Learning happens in the minds and souls,
not in the databases of multiple-choice tests.
(Ken Robinson)

Leren is zowel een praktische als een geestelijke kwestie (Gordon B. Hinckley).
Ik hou van leren en benut vele kansen om kennis op te doen. Ik vind het heel belangrijk om mezelf te blijven ontwikkelen. Soms wil ik direct kunnen vliegen, maar ik moet eerst leren kruipen, rechtstaan, stappen, lopen, klimmen en dansen. Seculier en geestelijk leren gebeurt stap voor stap. Men is nooit te oud om de eerste stappen te zetten, men is nooit te oud om te leren. Als je stopt met leren dan ben je oud, of je nu twintig of tachtig jaar bent. Wie blijft leren, blijft jong. Henry Ford zei het al: ‘The greatest thing in life is to keep your mind young.’

Michelangelo was 87 jaar toen hij zei: ‘I’m still learning.’

Ik leer nog alle dagen bij. Jij ook?

 

 

 

De schoonheid van meditatie.

Ik hou van rustige plaatsen waar ik tot mezelf kan komen: een leeg strand, de eenzame hoogten in de bergen, de weidse polders en vlakten, holle wandelwegen en ellenlange bosdreven. En als ik het verkeersgedruis kan neutraliseren, zijn er in onze tuin ook enkele hoekjes die me rust bieden.
De stad jaagt me meestal op, maar af en toe is er een gebouw dat me tot stilte uitnodigt. Ik heb het niet alleen over een kerk of een kapel, maar ook in bepaalde musea, bibliotheken en verrassende boekenwinkels gaat mijn hart langzamer kloppen en is de tijd even zijn plaats kwijt.
Onlangs genoot ik  van zo’n tot reflectie -uitnodigend plekje in Lingfield, Engeland. Rond een Mormoonse tempel ligt een vrij-toegankelijk park van ongeveer 12ha. De unieke sfeer die dat domein uitstraalt, liet me mijmeren over mijn leven.
‘Een mooie plaats om te mediteren’, knipoogde een vriendin die ‘mijn bankje’ passeerde.

Meditation is a wonderful way
to shut down the outer noise
so that you may pay attention
to the universal inner message.
(Debasish Kridha)

Mediteren … meditatie … mindfulness …zen …
Ik heb het niet zo voor die zweverige rituelen – met of zonder oergeluiden – die promoten je geest leeg te maken. Ik wil mijn geest niet leegmaken, ik wil hem juist ten volle benutten en ontwikkelen. Is mediteren te oosters voor mij, een westerling?
Ik ben er wel van overtuigd dat een mens geregeld tot rust moet komen. We hebben zo’n druk leven en er gebeurt zoveel rondom ons, dat we het best wel moeilijk vinden om even stil te staan, om de wereld te laten draaien met alle satellieten eromheen en om de pauzeknop in te drukken. We moeten af en toe over ons leven nadenken. We moeten af en toe evalueren of we wel op die weg staan die we willen bewandelen. We moeten af en toe reflecteren wat we het belangrijkste vinden in ons leven en ons dan afvragen of we al die poespas rond ons correct gebruiken om dat belangrijkste te bereiken.
Wel, zo stilstaan, nadenken, reflecteren, dat is mediteren, toch?
Meditatie heeft veel gezondheidsvoordelen. Ik ben ervan overtuigd dat mediteren goed is voor je lichaam en je geest, het brengt je tot rust en je kan de stress loslaten. Door te mediteren kom je dichter bij je ware ik. Het kan een spirituele belevenis zijn, waar je geest hogere waarheden onderschept.

In de stilte van het denken
hoor je de antwoorden.
(inspire.nl)

David O. McKay zei: ‘We besteden te weinig aandacht aan de waarde van meditatie. Meditatie is de taal van de ziel. Zij is omschreven als ‘een vorm van innerlijke toewijding, of geestelijke oefening, bestaande uit een diepe, voortdurende overpeinzing van een bepaald godsdienstig thema.’ Meditatie is een vorm van gebed. Meditatie is een van de vertrouwelijkste, heilige deuren waardoor we in de tegenwoordigheid van de Heer komen.’
Ik hou van David O. Mc Kay’s omschrijving van meditatie als ‘diepe overpeinzing’. Dat is wel wat anders dan je ‘geest leegmaken’.
Als christene ben ik gaan nadenken of Jezus Christus ons op het vlak van mediteren ook een voorbeeld heeft gegeven. En ja, voor Hij zijn bediening begon, verbleef Hij 40 dagen op een eenzame plaats om te vasten en te bidden (Mattheus 4). Daar zal Hij gemediteerd hebben over zijn verantwoordelijkheid in die grote zending die voor hem lag. In Lukas 6 las ik dat voor Hij de diepzinnige bergrede hield, Hij zich op een berg had afgezonderd om met God te communiceren. Hij deed hetzelfde na een drukke sabbat, toen Hij bij Petrus logeerde en Hij vroeg in de morgen opstond. Toen ze naar Jezus zochten, bleek Hij zich te hebben afgezonderd (Marcus 1:35-36). Na 5000 mensen te eten hebben gegeven, vroeg Hij de apostelen om de mensen naar huis te sturen. Jezus ging dan de bergen in om alleen te zijn (Mattheus 14: 23).
Ik heb het ook wel eens nodig om alleen te zijn, om na te denken over mijn verantwoordelijkheden en om inspiratie te krijgen.

Als u leert mediteren, kunt u dichter bij de Heer komen dan u zich kunt voorstellen.
Laat uw geest door de Geest onderricht worden.
(Harold B. Lee)

Meditatie kan ons voorbereiden op een diep, persoonlijk gesprek met de Heer. Voor we onze mond opendoen, zouden we de fysische wereld moeten proberen loslaten om ons beter te kunnen concentreren op het innerlijke, op ideeën en op gevoelens.
Ik weet uit ervaring dat dit niet zo gemakkelijk is. Mijn gedachten dwalen nogal vlug af, de deurbel onderbreekt mijn rust, de telefoon rinkelt, onze koekoeksklok roept heel duidelijk het uur, de vuilniskar rammelt voor het huis, kinderen maken lawaai, de wasmand loopt over, mijn maag kondigt aan dat het tijd is om achter de kookpot te staan, kortom, ik ben bezorgd en afgeleid door heel veel dingen.
Het is niet voor niets dat ook Jezus eenzame plaatsen opzocht. Dat kunnen we ook. Het liefst zou ik me met een vingerknip willen verplaatsen naar een zonnige alpenweide om mijn gesprek met God voor te bereiden. Maar ik kan dat trucje nog niet. Ik moet tevreden zijn met de stilteplekjes rondom en in ons huis, -waaronder een badkamer die op slot kan. Ik kan de telefoon van de haak nemen en mijn mobieltje uitzetten en een tijdstip kiezen waarop ik het minst gestoord kan worden.
Ik besef dat ik ervoor moet zorgen om het niet te druk te hebben, zodat meditatie niet onderaan het lijstje komt te staan. Ik wil er tijd voor nemen, want ik weet dat het belangrijkste wat ik ooit zal weten, niet via mijn ogen en oren komt, maar door een innerlijke bevestiging.

If you want to find God,
hang out in the space
between your thoughts.
(Alan Cohen)

Chauncey C. Riddle schreef: ‘Meditation can not be taught, because it is something personal and private; it is the venturing of the soul into the unknown. But it can be learned by anyone who has the courage to think for himself. A likely initiation to meditation is to ponder the Scriptures, the words of the living and the dead prophets of God. Banish all commentaries for a moment, forget hearsay teachings. What does the Lord actually say.’

Mediteren is inderdaad heel persoonlijk. Op het internet zijn er genoeg tips te vinden door allerlei psychologen, therapeuten en goeroe’s, maar het blijft een persoonlijke aanpak. We moeten zelf eerst beseffen dat we een tweeledig wezen zijn: lichaam en geest. We moeten zelf de deur tot onze geest openzetten. We moeten zelf de rust en de stilte opzoeken.
Meditatie vervangt bidden of schriftstudie niet, maar het vermindert wel stress en biedt je een gelegenheid om aan Christus en de zegeningen van het leven te denken.

Meditatie is je verstand tot rust brengen. Zo kan je beter voelen wat de Heer je wil zeggen, zo kan de Heilige Geest beter met jou communiceren.
Mediteren over alles waar je dankbaar voor bent, vernietigt bittere gedachten en ontevredenheid, en geeft liefde in de plaats.
Meditatie opent de deur voor liefde, gebed, God, licht, dankbaarheid, en al het goede om je heen.

Meditatie is de bries die naar binnen waait
als je het raam open laat.
(inspire.nl)

In deze tijd van opkomende rassenhaat en onverdraagzaamheid, van secularisatie en spotten met geloof, van mensonterende toestanden en raketten die stand by staan, worden we overrompeld met kleine en grote zorgen, met gevoelens van onmacht, boosheid en afkeer. We weten niet meer, of zijn vergeten, wie we echt zijn.
Ik wil wat meer ‘mijn stilteplekjes’ opzoeken, de pauzeknop induwen, het raam van mijn ziel openen en luisteren naar het goddelijke in mij.

Be still
and know
that I am God.
(Psalm 46: 10)

 

 

De wisselvalligheid van het leven.

Het weer in ons landje is heel wisselvallig, typisch Belgisch: onstandvastig, veranderlijk, afwisselend zon en wolken, buiig.
Niet alleen in het weerbeeld, ook binnen een typisch gezin kan het er wispelturig aan toe gaan. Vrolijke kinderen kunnen ineens humeurig en nukkig reageren. Een heel zekere tiener kan plots onzeker gedrag vertonen. De stemming van volwassenen kan omslaan door allerlei factoren – van het krijgen van een belastingbrief tot het winnen van de favoriete voetbalploeg. Zelfs huisdieren zijn niet immuun voor grilligheid. Een brave hond kan wild worden en een lieve poes kan ineens in je gordijnen hangen.

Remember that life
is full ups and downs.
Without the downs
The ups would mean nothing.
(Kushandwizdom)

We kunnen allemaal beamen dat het leven wisselvallig is. Het kan bij momenten echt fantastisch zijn, maar ineens keert het tij – en dat kan zelfs heel snel. Niemand ontsnapt eraan en het kan elk ogenblik gebeuren, we hebben het niet in de hand. Niemand weet wanneer iets ergs zal gebeuren, hoe het zal gebeuren en of het wel zal gebeuren. Het heeft niets te maken met je goedheid of slechtheid, het leven zit vol wisselvalligheden. Iedereen krijgt te maken met ups en downs. Vreugde kan omslaan in verdriet, dromen vallen in stukken, grote plannen moeten aangepast of weggeborgen worden door onverwachte omstandigheden.

Nog deze vakantie genoot ik het ene moment van een leuke citytrip en het andere moment werd ik verscheurd door een nachtelijk telefoontje. Tja, dit is het leven: heel wispelturig en we moeten ermee leren omgaan. Al deze veranderingen maken ons nederig, zetten ons met een plof met beide voeten weer op de grond en stellen ons geduld en ons geloof op de proef. We worden binnenstebuiten gekeerd en kunnen er zelfs ziek van worden.

You have power over your mind
-not outside events.
Realize this, and
you will find strenght.
(Marcus Aurelius)

Menselijk gezien zouden we alle lichamelijke, emotionele en geestelijke pijn uit ons leven willen bannen. We zouden ons hele leven in een rustige comfortzone willen uitbouwen, omringd door een fantastische begripvolle familie en een bende leuke, goede vrienden. Maar mochten we echt de deuren van verdriet en zorg kunnen sluiten – wat trouwens heel verleidelijk klinkt, dan zouden we wel eens onze beste vrienden en weldoeners nooit leren kennen. Bovendien zouden we heel wat ervaringen mislopen. En de onvoorspelbaarheid van het leven zorgt er wel degelijk voor dat we geestelijke spierkracht ontwikkelen, zoals geduld, volharding en zelfbeheersing.

Along the road (Robert Browning Hamilton)

I walked a mile with Pleasure.
She shattered all the way,
But left me none the wiser
For all she had to say.

I walked a mile with Sorrow,
And ne’er a word said she;
But oh, the things I learned from her
When Sorrow walked with me!

Het leven zelf sluit soms ook deuren voor ons. Ik denk dan aan een vriend die ver gaat wonen, een studierichting die niet goed verloopt, een huwelijk dat kapot gaat, een geliefde die sterft, een job die we kwijtraken, een ziekte die een beperking oplegt, enz.
Die gesloten deuren brengen pijn en hartzeer mee. Maar zoals een gezegde zegt: ‘Waar een deur sluit, gaat een andere open.’
Die andere deur nodigt ons uit om andere ervaringen op te doen en om andere terreinen van ons ‘zijn’ te ontdekken. Als ik terugkijk naar enkele van mijn ’toegesmeten’ deuren, dan moet ik toegeven dat mijn immuniteitsziektes me veel geduld en meer empathie hebben onderwezen. Ik heb meer oog gekregen voor innerlijke kwaliteiten dan uiterlijke tierlantijntjes.
De stopzetting van mijn carrière heeft een deur vol creativiteit open gezet en ik geniet er met volle teugen van.
Door het afscheid van een goede vriendin geniet ik nu meer bewust van de vriendschappen die overblijven.
De onverwachte wendingen in mijn leven hebben mijn geloof ook een boost gegeven. Het volgende vers heeft me troost en moed gegeven in moeilijke periodes:

‘ Want er moest wel een tegenstelling in alle dingen zijn. Indien die er niet was,… dan kon er geen rechtvaardigheid worden teweeggebracht, noch goddeloosheid, heiligheid noch ellende, goed noch kwaad. Daarom moesten alle dingen wel een samengesteld geheel zijn; want, indien het één geheel was, zou het wel als dood moeten blijven, hebbende leven noch dood, verderfelijkheid noch onverderfelijkheid, geluk noch ellende, gevoel noch gevoelloosheid.’ (2 Nephi 2: 11)

Door naar andere moedige mannen en vrouwen op te kijken die grote tegenstellingen ervaarden en hun leven op een hoger niveau brachten, heb ik moed gekregen en ook een beter begrip in het ‘waarom’ van die tegenstellingen. Ik denk dan aan helden uit de Schriften zoals Mozes, Jozef, Moroni, Esther en Maria, om er een paar te noemen. Maar ook aan vroegere en hedendaagse helden zoals Helen Keller, Maarten Luther King, Christoffel Colombus, Pater Damiaan, Tim Ballard, Stephanie Nielson (zie filmpje onderaan), en nog vele anderen.

De levenskunst bij het hebben van een chronische ziekte
is al je energie erop richten
om goed te leven in een slechte situatie.
(inspire.nl)

Spencer W. Kimball zei: ‘One time or another, we all face adversity’s chilling wind. One man flees from it, and like an unresisting kite, falls to the ground. Another yields, not retreating an inch, and the wind that would destroy him lifts him as readily to the heights. We are not measured by the trials we meet, only by those we overcome. It all depends on attitudes.’

We willen een leven zonder problemen, maar dat is niet de bedoeling. We gaan door deze sterfelijke ervaring om te leren zoals onze Hemelse Vader te worden, en moeilijkheden zijn de smeltovens die ons daarop voorbereiden.
Niemand is uitgesloten van de ups en downs in de rollercoaster van het leven. Vreugde en verdriet, overvloedige tafels en financiële stress wisselen elkaar af. Als ons leven onverwachts een draai neemt die we helemaal niet willen, dan hebben we zorgen en stress. Eén van onze opdrachten is om deze moeilijke periodes positief en optimistisch te doorstaan. Misschien moeten we beter begrijpen wat het verschil is tussen geluk en vreugde. Tim Hansel uitspraak over dat verschil tussen happiness en joy heeft mij wat meer inzicht gegeven:

‘There is nothing wrong with happiness, it’s wonderful. The only problem is that it is based on circumstances, and circumstances have a tendency to shift. Most people who live with chronic pain (or chronic problems) have a hard time being happy. That is to be expected. Although there are moments of laughter, nothing seems to stay.
Joy on the other hand is something which defies circumstances, and occurs in spite of difficult situations. Whereas happiness is a feeling, joy is an attitude.’

Ik ga graag wandelen in de bergen. Nog niet zo lang geleden wandelden mijn man en ik tussen de imposante Dolomieten. Het was een zonnige dag en we genoten van de alpenweiden en de prachtige zichten. Ineens begon het te waaien en uit het niets verschenen donkere wolken. Enkele minuten later plensden de regendruppels om ons heen. Gelukkig hadden we regenjassen in onze rugzak en werden we niet al te nat.
In feite is het leven een beetje zoals deze wandeling. We gaan optimistisch op stap, maar we moeten voorbereid zijn en ‘regenjassen’ in onze rugzakken hebben.
Op een andere dag was de bergwandeling wat zwaarder dan we gedacht hadden. Af en toe doemden er super steile paden op voor onze neus. Op ons eigen tempo, stap voor stap, met af en toe (veel keer af en toe) een rustpauze, en met het eindpunt voor ogen, genoten we van het uitzicht en van elkaars gezelschap.
Omgaan met de wisselvalligheid van het leven vereist een juiste houding: het is goed om een zonnige dag met een glimlach te verwelkomen en een bbq in je gedachten, als je er maar rekening mee houdt dat de zon van korte duur is. En als je op die manier ook omgaat met de donkere nacht, dan begin je de goede levenshouding te snappen. We moeten ook niet verder willen lopen dan we kracht hebben, en genieten van de mensen om ons heen Even op adem komen is ok.

Op verschillende momenten in mijn leven heb ik moeten toegeven dat God meer weet dan ik, dat Hij ziet wat ik niet kan zien. Dat was een lesje in koppigheid en ‘het beter weten’.
‘Want Mijn gedachten zijn niet uw gedachten,
en uw wegen zijn niet Mijn wegen,
spreekt de Heere.
Want zoals de hemel hoger is dan de aarde,
zo zijn Mijn wegen hoger dan uw wegen
en Mijn gedachten dan uw gedachten.
(Jesaja 55: 8-9)

Ik kan de moeilijkheden en de stormen van mijn leven niet voorspellen, zelfs niet degene die vlakbij liggen, maar als gelovig persoon weet ik zonder twijfel dat het beste nog moet komen.

Geef anderen de schuld niet,
ook God niet.
Knees on the floor, yes.
Fist in the air, no.

Wat ik met de jaren ook beseft heb, is dat tijdens mijn grote ‘levensmoeilijkheden’ er altijd mensen waren die een deel van mijn last wilden helpen dragen. Dat geeft me zo’n rustgevend gevoel. Weet je, we moeten niet altijd alles alleen willen oplossen. We leven echt niet op een onbewoond eiland. We moeten misschien onze trots opzij zetten en wat nederiger hulp aanvaarden. Het is gemakkelijker om een positieve levenshouding te hebben als we zowel liefde geven als ontvangen.

Als mama heb ik dikwijls mijn kinderen moed toegesproken als ze ontmoedigd waren:
‘Kop op, alles komt uiteindelijk goed, geloof me maar.’
Alle ouders weten dat, we hebben immers al zoveel woelige waters doorzwommen.
Hemelse Vader en Christus weten dit ook:
‘Heb goede moed: Ik heb de wereld overwonnen.’ (Johannes 16: 33)

Ik heb een zoon waarvan ik niet meer kan tellen hoeveel ziekenhuisopnames hij al gehad heeft. Hij heeft er veel littekens aan over gehouden. Ik heb er ook een paar.
Soms schamen we ons voor onze littekens maar littekens kunnen echt wel iets betekenen. Iedereen wordt door het leven getekend, maar bij de één zijn die littekens duidelijker zichtbaar dan bij de ander. Die littekens doen er wel toe. Ze laten zien dat je geleefd hebt, dat je je niet voor het leven hebt verstopt.’ (Diana Golden)

Life is good despite the challenges,
life gets better and better
because of meeting life’s challenges head-on.
(Janet Lee)

Weer of geen weer, ik ga ervoor! Jij ook?

Bekijk hieronder het inspirerende verhaal van Stephanie Nielson:

 

Mens, wie ben jij?

San Marco plein

Ik zit op een marmeren bankje, zet mijn zonnebril wat steviger op mijn neus, duw de zonnehoed wat vaster, en kijk verwonderd, verdwaasd en ietwat verblind door de felle middagzon naar al dat leven om me heen. Honderden mensen slenteren over het San Marco plein, zich vergapend aan het Dogepaleis, de kathedraal en andere monumenten. Ellenlange rijen toeristen wachten op hun beurt om al dit moois ook van binnen te bewonderen. Enkele kinderen trekken zich los uit de wachtende slang en verschrikken lachend een bende duiven die klapwiekend voor meer dan één fotogenieke afdruk zorgen.
Ik hoor een mengelmoes van Duits, Italiaans, Engels, en zo waar enkele Nederlandse woorden. En tussen die ietwat bekende klanken zweven vreemde, rauwe, sissende en zangerige noten tussen korte en lange broeken, tussen zwierige en piepkleine rokjes.
Dikke, dunne, lange, korte, grote en kleine mensen flaneren langs mijn netvlies. Zwarte, bruine, witte en ‘besproete’ armen en benen zwaaien en draaien, ter plaatse, of omhoog en omlaag. Onder krullend, stijl, kort, lang, donker en blond haar priemen lachende gezichten.
Ik neem de hand van mijn liefste en fluister- bijna dronken van blijdschap- in zijn oor: ‘Zie jij het ook? Er is hier maar één ras met een verscheidenheid aan huidskleuren en andere lichamelijke eigenschappen. Prachtig, toch?’

Alle mensen zijn hetzelfde.
Het zijn slechts hun gebruiken die verschillen.
(Confucius)

Het probleem is, dat ik niet altijd geloof dat we zoveel op elkaar gelijken: blanken en zwarten, christenen en moslims, boeddhisten en atheïsten, mannen en vrouwen. Als we in elkaar meer gelijkheid zouden vinden, dan zouden we misschien toch Utopia kunnen bouwen, dan zouden we iedereen als familie zien.
Hoe ouder ik word, hoe meer de verschillen wegvallen. Iedereen heeft hier op onze planeet hetzelfde begin – onze geboorte- en iedereen heeft hier ook een einde – onze dood. Waarom bestookt men ons dan langs alle kanten met de gedachte dat we heel veel van elkaar verschillen? Is dat zo?

In iedere mens is iets van alle mensen.
(Georg Christoph Lichtenberg)

Als je bij goed zomerweer op een terrasje zit kan je gezellig ‘mensen kijken’. Af en toe hoor en zie je wel eens dingen waardoor er binnen in jezelf een ketting van gedachten losbarst – al dan niet veroordelend. De ene keer kleven we het etiket arm, dwaas, verwaand en onbelangrijk. Maar even later plakken we er verstandig, sterk, begeesterend en aantrekkelijk op. De manier waarop we naar een mens kijken bepaalt onze mening. Heel dikwijls is ons zicht beperkt, gekleurd en onjuist.
Met de jaren heb ik al veel mensen ontmoet, sommigen zijn geschenken, anderen zijn lessen, allen zijn uniek.

Ik las eens in het tijdschrift happinez:

Stel dat we aura’s konden zien,
een kroon van licht, die elk gezicht omlijst,
dat je aan de buitenkant kon zien,
al die schoonheid, al die kleuren:
de ziel van de ander,
dan zou je nooit meer vergeten
hoezeer ieder mens van betekenis is.

Is de mens zoals een vlinder die een tijdje rondvliegt, voor nakomelingen zorgt, overlijdt en dan verdwijnt? Wat is de mens? Een verheven diersoort? Het toevallige resultaat van een of andere evolutie? Of is er meer aan de hand?
Zita nieuws (28/07) blokletterde volgende titel:

DE MENS KOMT UIT STERRENSTELSELS HIER VER VANDAAN

In de bijbel lezen we dat God de mens schiep naar zijn eigen beeld, dat we kinderen van God zijn, erfgenamen door Christus.
Ons menszijn begrijpen, onze relatie tot de eeuwigheid, tot de wereld waarin wij leven en tot de werelden die voor ons liggen, dit begrijpen is de belangrijkste tocht die we kunnen ondernemen. We bereiken deze kennis door te luisteren naar wat sommigen de innerlijk kern noemen, of de goddelijke kern, of inspiratie, of openbaring.
Is het niet prachtig om te beseffen dat de mens al bestond voordat hij hier op aarde kwam? Dat de mens een zoon of dochter van God is en dat in hem een goddelijke vonk huist? Zou het niet fantastisch zijn moesten we erkennen dat de mens in embryonale staat alle eigenschappen en machten van God in zich heeft?

Durf te beginnen aan
de langste reis in een mensenleven:
van je hoofd naar je hart.
(David Hodges)

‘En Hij maakte uit één bloed heel het menselijk geslacht.’ (Handelingen 7: 26)

… Hij verwerpt niemand die tot Hem komt, zwarte en blanke, slaaf en vrije, man en vrouw; en Hij is de heidenen indachtig; en allen zijn voor God gelijk, zowel de Joden als de andere volken.’ (2 Nephi 26: 33)

Wat een verschil zou het zijn moest iedereen elk ander behandelen als een kind van God, moest iedereen bezorgd zijn om het welzijn van alle mannen en vrouwen, wat hun geloof, ras of nationaliteit ook is. We zien jammer genoeg, dat diepe verschillen van ras, afkomst, politiek, religie, economische status en cultuur, over de hele wereld mensen scheiden.

If we are to build and maintain strong and righteous individuals and caring communities in the future, we must break down the barriers which separate us from others and build bridges needed to create peace and harmony. This can occur only if we respect, understand, accept, and appreciate others for the admirable qualities they possess.
Racism is an offense against God and a tool in the devil’s hand.
(Alexander B. Morrison)

Niemand is een eiland. Wij zijn allemaal verbonden met elkaar. Wat verbindt ons zoal? Dat is zoveel: kunst, cultuur, poëzie, lieratuur, geschiedenis, .. Maar ik denk ook kinderen, want zij zijn de toekomst van elke natie. Ouders moeten bezorgd zijn om de kinderen – alle kinderen – niet alleen hun eigen kroost.
Armen en behoeftigen zijn er ook overal. We moeten voor hen zorgen. We moeten boven de stereotype vooroordelen stijgen. We moeten leren naar anderen kijken met liefdevolle ogen, hen niet bezien als vreemdelingen, maar als medeburgers, als kinderen van God.

God’s second commandment,
love they neighbor,
clearly leaves no room for racism.
(Neal A. Maxwell)

Ik sta recht. De drukte op het San Marco plein is nog toegenomen.
Ik glimlach.
Wat is het heerlijk om een mens te zijn, om te leven.
Wat is het fijn om een gewoon mens te zijn, om naar het spel van de lucht en de wolken te kijken, om te genieten van de natuur en van een lekkere maaltijd.
Wat doet het deugd om naar kinderen te kijken en te lachen.
Wat een voorrecht is het om te kunnen spelen, werken, dromen en fantaseren.
Wat is het fantastisch om een mens te zijn die kan denken, liefhebben en tevreden is.

Wat heerlijk om een mens onder de mensen te zijn.

Paasgedachten.

Het lege graf

Pasen is het belangrijkste feest in de christelijke wereld. Op die dag vieren de christenen de verrijzenis van Jezus, zijn opstanding uit de doden. Het is een dag van hoop op en geloof in een eeuwig leven.

The day the Lord created hope
was probably the same day
He created spring.
(Bern Williams)

Het woord ‘Pasen’ komt van het Syrisch-Arabisch ‘Passah’ wat staat voor huppelen en dansen. Het is een feest omdat de zon de overwinning behaald heeft op de donkere wintermaanden. Licht dat duisternis overwint, een fantastische reden om te huppelen en te dansen, toch?
Er is ook het Pesach, een van de belangrijkste feesten van de Joden. Het Joodse volk herdenkt dan de uittocht uit Egypte, waar ze enkele duizenden jaren geleden in slavernij veel lijden en miserie ondervonden, en waar de God van Israël hun een nieuw leven gaf. Bevrijding uit slavernij en een nieuw leven … geweldig toch om te herdenken en te feesten?
Er is ook een heidens lentefeest ter ere van Eastra of Ostara, de Germaanse godin van de lente en de groei. Vandaar het Engelse woord ‘Easter’. Alles zien groeien en bloeien, een fijne tijd om allerlei feesten te organiseren toch?

Spring is nature’s way of saying:
‘Let’s party!’
(Robin Williams)

Toen ik klein was brachten de paasklokken de paaseieren. Nu brengt vooral de paashaas die chocolade lekkernij.
Volgens de katholieken vliegen de klokken op witte donderdag hun kerktoren uit richting Rome. Daarom hoort men op de dagen voor Pasen geen kerkklokken luiden. Op Pasen keren ze vreugdevol terug en strooien onderweg eieren voor de kinderen. Mijn ouders riepen dat ze de klokken hadden zien vliegen en dan stormden mijn broer, mijn zussen en ik onze tuin in om eieren te zoeken.
De protestanten moesten van een reis naar Rome niets weten en kozen een ander symbool voor de paastijd: de paashaas.
Ik hoor je al vragen ‘Waarom geen paaskonijn?’
Het blijkt dat de haas vruchtbaarder en waakzamer is dan het konijn. De eitjes mogen niet breken en moeten goed verstopt worden, daarom is het de paashaas die druk in de weer is op Pasen.
Klokken of hazen, ze brengen allebei eieren want die zijn al eeuwen symbool voor vruchtbaarheid en nieuw leven. Ook waren ze voor het gewone volk na 40 dagen vasten een echt feest om te eten.

Iedereen heeft in zijn kindertijd wel eieren gezocht, denk ik. Ik vond het magisch en spannend. Mijn kinderen waren ook enthousiaste zoekers en het is een plezier om de kleinkinderen achter alle struiken en bomen, onder stoelen en banken, de eitjes te zien zoeken. Soms wel eens zonder hun besef een ‘dubbel’ gezoek, want de ‘paashaas’ verstopte in ’t geniep de gevonden eitjes opnieuw.
Af en toe gebeurt het wel eens dat een eitje op Pasen niet gevonden wordt en dat pas dagen later een leuke vondst wordt gedaan, of dat een gesmolten chocolade brei de verstopplaats verraadt.
Het verstoppen van eieren gaat honderden jaren terug in de tijd.
Boeren begroeven kippeneieren in hun akkers in de hoop dat ze hun vruchtbaarheid zouden doorgeven aan de grond. Het is pas in het begin van de 20ste eeuw dat chocolade paaseieren in de mode raakten.

Wie heeft er geen eieren beschilderd?
Ik herinner me nog dat het uitblazen van de eieren een heel karwei was. We moesten meestal zo’n zes uitgeblazen eieren (per kind!) meebrengen naar school, waarschijnlijk met het idee om toch één ei heelhuids terug thuis te kunnen brengen. Mijn vader was het ‘blaasslachtoffer’. Ik heb het wel eens geprobeerd hoor, zo’n ei uitblazen langs een piepklein gaatje. Het leverde alleen een vuurrood hoofd met bolle wangen en uitpuilende ogen en meestal een kapot geknepen ei op. Maar het schilderen en versieren vond ik leuk, ook het pannenkoekenfestijn, de eierkoeken en de cake gemaakt van het binnenste van de eieren.
Onze voorouders geloofden dat ze de kracht van eieren konden versterken door ze te beschilderen. Ze gebruikten vooral felle kleuren om het contrast te beklemtonen tussen de grauwe winter en de uitbarsting van kleur in de lente.

Easter is more than
eggs and candy.

Ik las ergens over een paastraditie die ontstond na de Tweede Wereldoorlog. De communistische partij wilde dat men aan de kinderen onderwees dat er geen God was. De grootmoeders maakten zich serieuze zorgen dat hun nakomelingen zouden opgroeien zonder iets te weten over Jezus Christus. Dus hielden ze elk jaar op Pasen een middernachtmis. Daarna bleven de kinderen de hele nacht op om eieren rood te kleuren. Voor het Servische volk waren deze rode eieren het symbool voor het eeuwige leven van Jezus Christus. Want volgens sommige legendes had Maria Magdalena witte eieren bij het graf van Christus achtergelaten en die eieren waren na de opstanding rood geworden. In Servië gingen de mensen de ochtend na de middernachtmis van deur tot deur. Degene die op de deur klopte zou zeggen: ‘Christus is verrezen.’ De persoon aan de andere kant van de deur zou antwoorden: ‘Inderdaad, Hij is verrezen.’ En dan zou hij de bezoeker een rood ei als geschenk geven. Het rode ei betekende geluk. Elk gezin gaf zo’n rood ei een speciale plaats in huis tot de volgende Pasen.

The tomb of Christ is famous
because of what it
DOES NOT CONTAIN.
(Sam Morris)

En daarbij kom ik dan aan mijn persoonlijke mening over Pasen. Ik weet echt dat Jezus Christus uit de dood verrezen is. Ik ben geen theoloog die je met allerlei diepzinnige woordspelingen een uiteenzetting komt geven over het ‘bovennatuurlijke’.
Ik geloof dat op de derde dag na de kruisiging van Jezus er een grote aardbeving was. De zware grafsteen was weggerold. Enkele vrouwelijke discipelen kwamen vroeg in de morgen naar het graf en brachten specerijen mee:

‘Zij nu vonden de steen afgewenteld van het graf. En toen ze naar binnen gegaan waren, vonden zij het lichaam van de Heere Jezus niet. En het gebeurde toen ze daarover in twijfel waren, zie, twee mannen stonden bij hen in blinkende gewaden…en zij zeiden tegen hen: Waarom zoekt u de Levende bij de doden? Hij is hier niet, maar Hij is opgewekt.’ (Lukas 24: 2-6)

Er is niets in de geschiedenis dat deze bekendmaking evenaart: Hij is niet hier, maar Hij is opgewekt.

Hoe weet ik nu zeker dat dit waar is? En ik niet alleen, hoe kunnen mensen nu geloven dat de dood niet het einde is? Dat we ‘daarboven’ verder leven? Dat we onze geliefden zullen terugzien? Dat we zullen verrijzen?
Ik heb net als zoveel andere mensen – geleerd en ongeleerd- ervaren dat er méér is op deze aarde dan dat wat we met onze ogen zien, met onze oren horen en met onze handen kunnen aanraken. Er zijn dingen gebeurd in mijn leven die verstandelijk niet uit te leggen zijn, maar die tot in ’t diepste van mijn cellen een waarheid bevestigd hebben.
Met wetenschappelijke bewijzen zullen we, wat ons eeuwig heil betreft, au fond weinig mee bereiken. O ja, de wetenschap heeft ons al heel wat dingen aangereikt die ons leven prachtig beïnvloed hebben, maar ze heeft ook op andere gebieden verschrikkelijke rommel verzonnen.

Het verstand kan ons dikwijls van dienst zijn,
maar er komen momenten
waarop het geen enkele invloed meer uitoefenen kan
op de dingen die geschieden.
Daar staat je verstand bij stil,
zeggen we dan.
Op die momenten
geeft het geloof ons kracht
en voelen we de eenheid
van natuur en bovennatuur.
(Toon Hermans)

In de bijbel staan veel getuigenissen over de verrijzenis van Jezus Christus:
De verrezen Heer verscheen aan verschillende vrouwen, aan de twee discipelen op weg naar Emmaüs, aan Petrus, aan de apostelen, aan meer dan vijfhonderd broeders tegelijk, aan Paulus.
In het Boek van Mormon lezen we dat Christus na zijn opstanding ook verschenen is aan volkeren in Meso-Amerika.
Hedendaagse profeten, waaronder Joseph Smith, hebben ook van Hem getuigd, en op verschillende plaatsen in de wereld zijn er oude verslagen die over de verschijning van de opgestane Christus gaan.
Ja, maar kan een rationeel mens dat nu echt geloven?
Fernand Keuleneer antwoordde op die vraag:

Rationaliteit wordt in onze maatschappij
nogal vaak verenigd tot
wat waarneembaar en meetbaar is.
Is het niet irrationeel te denken
dat de rationaliteit zich daartoe beperkt?
(Knack 01-02-2017)

Ik bied je dus geen geleerd stukje aan, maar zoals Toon Hermans het stelde: ‘Ik spreek uit eigen ervaring en verbeeld me dat ik vanuit die ervaring een bepaalde gedachte kan aanreiken waar u eventueel iets mee kunt doen.’

In 1 Korintiërs 15: 22 staat: ‘ Want zoals allen in Adam sterven, zo zullen ook in Christus allen levend gemaakt worden.’
De letterlijke opstanding uit de dood voor iedereen die hier ooit leefde en stierf is een schriftuurlijke zekerheid. Die zekerheid leeft ook in mijn binnenste. De Heer belooft in Johannes 14: 19: ‘…want Ik leef en u zult leven.’

Ik weet dat mijn Verlosser leeft! Hij leeft, mijn Licht, mijn Levenszon! Hij leeft, mijn Koning, Priester, Heer!
Niets dat mij zoveel blijdschap geeft: Ik weet dat mijn Verlosser leeft!

Laten we huppelen, dansen en feesten voor de hoop en de zekerheid op een eeuwig leven!
Vrolijk Pasen!

Omgaan met het onontkoombare …

Mijn leven lijkt dikwijls heel gemakkelijk. Als het rustig zijn gangetje gaat heb ik het idee dat ik alles onder controle heb. Terwijl ik daarover nog aan het neuriën ben, klinkt er een donderslag bij heldere hemel. Dan is ineens alle zorgeloosheid weg en lijkt het leven enorm complex. In plaats van rust en vrede, gelach en plezier, is er ineens een ongrijpbaar en onvoorstelbaar kluwen van lijden en pijn.
Lijden en vreugde kruisen elkaar dikwijls en zijn met elkaar verbonden.
Met dezelfde ogen lach en huil ik.
Met dezelfde handen streel en klauw ik.
Met dezelfde voeten ren en strompel ik.
Hetzelfde hart springt op en breekt.
Zulke momenten maken we allemaal mee en heb ik het mis dat we dan een schouder en kracht zoeken bij degenen waar we van houden?
Als mijn tranen dan opgedroogd zijn, zie ik wel weer. Ik heb weer een les of twee geleerd, ik heb mijn eigen nietigheid weer eens gevoeld. Dit bracht me nederigheid en dat opende de deur van dank om wat er nog is, om wat geheeld is en om wat aanvaard is. Het wonder is dat ik dan met meer empathie mijn hand kan uitsteken …

Er is veel moed voor nodig
om kwetsbaarheid toe te laten
in je bestaan,
dan om de andere kant
op te kijken
en te doen alsof
je erboven kan staan.
(Kris Gelaude)

Ik veronderstel dat we allemaal zo ver mogelijk uit de buurt van lijden en pijn blijven. We willen een prettig en comfortabel leven, niet toch? We eten zo gezond mogelijk, we bewegen genoeg, we beveiligen onze bezittingen en proberen zo met ons hebben, houden en zijn lijden te voorkomen.
Maar soms kan dat niet. Soms krijgen we het deksel op de neus. Een ongeneeslijke ziekte dringt je lichaam binnen, de verjaardagstaart is mislukt, je auto wordt gestolen, je beste vriend sterft, …

When suffering knocks at your door
and you say there is no seat for him,
he tells you not to worry
because he has brought his own stool.
(Chinua Achebe)

In de middeleeuwen stierven miljoenen mensen aan de pest. Nog niet zo lang geleden was kindersterfte ook in onze streek iets wat de meeste gezinnen trof. Lijden en dood was een normaal aspect van het leven. Door de ontwikkeling van de wetenschap kunnen nu een heleboel dingen opgelost en bestreden worden. Mensen leven langer en gezonder. Lijden en dood wordt niet meer als normaal beschouwd. Daarom is het nu zo moeilijk om met het onontkoombare om te gaan. Misschien moeten we de dingen die we echt niet kunnen veranderen anders leren bekijken? Misschien moeten we beseffen dat lijden soms gewoon geleden moet worden?

Helden zijn vooral zij
die ondanks kwetsuren,
onmacht of pijn
om veel blijven lachen.
En die daar iedere dag
weer voor kiezen.
(Kris Gelaude)

In mijn rondhuppelen hier op aarde – en dat is wel al een tijdje- zijn er periodes geweest dat ik zelf door de duisternis van pijn en lijden heb gewandeld: ziektes, eenzaamheid, misbegrepen zijn, het missen of sterven van vrienden en dierbaren. Ook het lijden van anderen liet me in die duistere, pijnlijke vallei dwalen, en misschien was die pijn nog het moeilijkst te dragen. Maar door dit alles weet ik pas hoe klein, eenzaam en kwetsbaar een mens kan zijn. Door mijn donkere ervaringen weet ik dat het leven soms verschrikkelijk hard en onrechtvaardig kan zijn. Ik ben daardoor meer geneigd om mijn man, mijn kind, mijn buur, de onbekende naast me in de trein, te begrijpen. Door wat ik zelf heb meegemaakt kan ik mijn menselijk oordeel gemakkelijker binnen slikken en mijn hand uitreiken, hoewel dit nog verre van volmaakt is.

Suffering should not make us bitter people,
it should make us better comforters.
(Billy Graham)

Het doel van het lijden is al eeuwen een discussie. Friedrich Nietzche schreef dat leven lijden is, en een betekenis aan dat lijden te geven zorgt voor overleven. In de Schriften staan ook veel teksten over lijden. Dit is er een van:
‘Indien gij geroepen zijt beproeving te doorstaan; indien gij in gevaar verkeert onder valse broeders; indien gij in gevaar verkeert onder rovers; indien gij in gevaar verkeert te land of ter zee; en indien gij in de put wordt geworpen, of in de handen van moordenaars valt, en het doodvonnis over u wordt geveld; indien gij in het diep wordt geworpen; indien de ziedende baren tegen u samenspannen; indien hevige winden uw vijand worden; indien de hemelen zwart worden en alle elementen zich verenigen om de weg te versperren; en bovenal, indien zelfs de kaken der hel wijd tegen u worden opengesperd, weet dan, dat al deze dingen u ondervinding zullen geven en voor uw bestwil zullen zijn.’ (L&V 122:5,7)
Ik interpreteer dit voor mezelf onder andere, dat als ik ziek word, als er leugens over mij verspreid worden, als er ingebroken wordt, als ik een verkeersongeluk krijg, als de hagel- en windstormen ons huis ernstig beschadigen, als ik bespot word omdat ik geloof, dat dit alles mijn karakter zal verfijnen.

Orson Whitney schreef over lijden ook diepzinnige dingen: ‘No pain that we suffer, no trial that we experience is wasted. It minister to our education, to the development of such qualities as patience, faith, fortitude, and humility. All that we suffer builds up our characters, purifies our hearts, expands our souls, and makes us more tender and charitable, more worthy to be called the children of God.’  Wauw! Echt waar? Heeft lijden zulk een macht in zich?

We weten best dat lijden een van onze grootste leerkrachten is hier op aarde. We begrijpen heus wel dat we door lijden een ervaring opdoen die we op geen enkele andere manier kunnen verkrijgen. We beseffen ook dat lijden nu eenmaal een onderdeel van het leven is en dat het ons persoonlijk zal vormen.
Maar toch,
als we door zo’n diep dal gaan, als we worstelen om begrip en smeken om genade, wat doen we dan?
We voelen ons op zo’n moment zelden op ons gemak met al die positieve, opbouwende wegwijzers en goede raad. We willen een schouder om op te huilen, een hand die steun geeft, een plaatsje om te rusten.

Als ik omringd word door moeilijkheden en pijn, dan zoek ik inderdaad hulp en begrip bij mijn man en andere geliefden. Maar ik vertrouw ook op vroegere hulp van de Heer. Dat vooral is mijn leidend licht als ik door donkere periodes moet varen. Als ik de harde dingen van het leven door de lens van mijn geloof in Christus bekijk, dan zie ik dat er ook een goddelijk doel in mijn lijden kan zijn.
In Jesaja lezen we:

Weet u het niet? Hebt u het niet gehoord?
God geeft de vermoeide kracht en Hij vermeerdert de sterkte van wie geen krachten heeft.
Wie Hem verwachten, zullen hun kracht vernieuwen,
zij zullen hun vleugels uitslaan als arenden.
Want de Here God is het die hun rechterhand vastgrijpt en tegen hen zegt:
‘Wees niet bevreesd, Ik help u.’
(Jesaja 40: 28,29,31; 41:13)

De Meestergeneesheer heeft inderdaad de macht om ons hart te veranderen. Hij kan ons troosten en versterken als we door de onrechtvaardige daden van anderen lijden. Hij kan ons troosten en steunen als we met de pijnlijke feiten van het aardse leven zoals rampen, psychische stoornissen, ziektes, chronische pijnen en de dood te maken krijgen. (Carole M. Stephens)

Helen Keller zei: ‘Although the world is full of suffering, it is also full of the overcoming of it.’
Zij sprak uit ondervinding, maar het is echt waar. Mensen krijgen soms vleugels om boven hun moeilijkheden uit te stijgen.
De ongeneeslijke ziekte blijft waarschijnlijk ongeneeslijk en je weet niet hoe het verder zal gaan. Misschien voel je je boos om zoveel ‘oneerlijkheid’. Maar je verdiept het contact met je partner en je kinderen en keert terug naar de gewone dagelijkse dingen. Je kan weer genieten van een kopje warme chocomelk en van een prachtige zonsondergang.
De mislukte taart geeft je het gevoel een prutser te zijn en misschien ben je boos op jezelf. Maar je kan er een ‘kruimelfeestje’ van maken en genieten van het gewone samenzijn.
De gestolen auto is ‘maar een auto’, je mist hem wel en bent woedend op de dieven, maar je kan zelf kiezen wat je met die boosheid doet.
Eigenlijk is dat een keuze voor ons hele leven:
Dingen accepteren die je niet kan veranderen en dan de wijsheid hebben om zinvol verder te leven.
Een mens is sterker dan hij denkt. Wie je ook bent, wat je ook meemaakt, er zit een licht in jou dat verwant is aan het Grote Licht. Je moet dus niet bang zijn voor het duistere lijden, want er zal altijd een lichtstraal zijn die je de weg toont en je de kracht geeft om op te staan.

God had one son on earth without sin,
but never one without suffering.
(Sint Augustinus)

De Christelijke wereld viert deze maand Pasen, het feest van de glorierijke opstanding van de Heer. We mogen in dit paasgebeuren echter niet vergeten dat voor deze grootste overwinning aller tijden, de overwinning op de dood, er het grootste lijden aller tijden aan vooraf ging. Jezus Christus zei zelf over dit lijden: ‘welk lijden Mij, ja, God, de grootste van allen, van pijn deed sidderen en uit iedere porie bloeden, en naar lichaam en geest deed lijden – en Ik wilde dat Ik de bittere beker niet behoefde te drinken, en kon terugdeinzen- niettemin, ere zij de Vader, en Ik dronk en volbracht mijn voorbereidingen voor de mensenkinderen.'(L&V 19: 18-19)
Christus leed zo intens om verzoening te doen tussen God en de mensheid, om alle zonden op zich te nemen, maar ook om ons ten volle te kunnen begrijpen en te helpen:
‘En Hij zal uitgaan en pijnen en benauwingen en allerlei verzoekingen doorstaan; … en Hij zal hun zwakheden op zich nemen, opdat zijn binnenste met barmhartigheid zal worden vervuld, naar het vlees, opdat Hij naar het vlees zal weten hoe zijn volk te hulp te komen naargelang hun zwakheden.’ (Alma 7: 11-12)

Ik denk dat een van de grote doelen van persoonlijk lijden is dat we dan pas engelen kunnen zijn voor onze medemens. De woorden waarmee we een ander willen opbouwen of troosten zullen beter afgewogen worden, omdat we zelf hebben meegemaakt hoe breekbaar ze kunnen zijn.
Het Vlaamse spreekwoord ‘Elk huisje heeft zijn kruisje’ geeft aan dat overal lijden aanwezig is. Vergis je niet, ‘het leed kan keurig aangekleed over straat gaan’ (liedje van Herman van Veen).

Als het dus wat moeilijk gaat in je leven, of heel moeilijk zelf, probeer dan om op de beste manier om te gaan met het onontkoombare.
Lacht het leven je toe en stap je zingend uit je bed? Volgens mij ben je dan die dag de geschikste engel voor een ander, je moet er heus geen zichtbare vleugels voor hebben!

Onderstaand filmpje laat enkele van die engelen zien:

Een boom dat is een prachtig ding!

Ik heb een hart voor bomen? Jij ook?
Als ik vermoeid of ‘overpiekerd’ ben, dan is een wandeling in een bos, een park of een dreef een opkikker voor mij.
Het is lente. De bomen staan op jou en mij te wachten. De nu frisgroene bomen zullen ons onze drukke agenda even laten vergeten. Voel je een moment van nutteloosheid tussen je vier muren en alle luxedingen in je huis? Ga naar buiten, bekijk de bomen. Merk dat het sap tot in de toppen van hun takken stijgt. Zet je op een bankje, of zomaar aan de voeten van een boom en geniet even van eens niets te doen. Wedden dat je ‘het lentesap’ ook tot in de toppen van jouw tenen voelt stromen? Dat mooie gedachten en dromen je stress, onrust en moeheid verjagen?

Trees are poems
that the earth writes
upon the sky.
(Kahlil Gibran)

Ik wil wel eens een boompje opzetten over bomen.
Ze geven ons zoveel belangrijke dingen zoals zuurstof, water en voedsel. Van seizoen tot seizoen tonen ze hun rijkdom. Nu, in de lente, etaleren ze de frisheid van de jeugd. In de zomer zien we hun volle wasdom in hun vruchten. De herfst toont hun ‘sterven’ in prachtige kleurenpracht. De ‘dood’ van de boom in de winter is slechts een voorbereiding op het nieuwe leven.

Bomen hebben iets eeuwigs
en veel van mensen.

We moeten eens wat meer naar bomen kijken. Ze kunnen ons hoop, inzicht en moed geven om vol te houden. Een dikke boom was ook eens een teer twijgje.
Als we nu eens zouden denken als een boom? In plaats van te klagen en te zagen, te zeuren en te neuten, schrik te hebben of in de put te blijven zitten:

Laat de zon indringen,
sta verwonderd over de magie van het leven.
Hou je recht in de wind en de storm.
Kijk verfrist rond na een regenbui
en bereid je voor op elk seizoen.
Word sterk zonder te pochen
en geef een schuil-of rustplaats aan vreemden.
Bewaar geheimen,
en wortel je diep terwijl je reikt naar de hemel.
Wees stil genoeg om het ritselen
van je eigen blaadjes te horen.

Wanneer ik wandel in het bos zie ik verschillende bomen. Sommige zijn klein, andere dik en groot. Sommige verliezen hun bladeren en andere blijven altijd groen. Sommige bomen hebben bloemen en eetbare vruchten, andere zijn giftig. Sommige staan kaarsrecht en anderen groeien helemaal scheef. Ik besef dat er verschillende soorten bomen zijn. Een eik is een eik en een den een den. En ik vind dat goed. Ik begrijp dat de kleine, kromme boom niet genoeg licht heeft gehad en dat hij daarom zo scheef is gegroeid. Ik weet dat het rijtje schuine bomen steeds de westenwind voelt en daarom niet recht omhoog gegroeid is. Ik heb geleerd dat die knobbel op de stam het gevolg is van een wonde of een zwam. Ik vind dat allemaal OK en aanvaard de bomen zoals ze zijn. Ik zou het zelfs vreemd vinden moesten er alleen kaarsrechte bomen bestaan.
Waarom verlies ik die houding zo vlug als ik onder de mensen kom? Waarom oordeel ik meer dan eens ‘je bent teveel dit, of teveel dat’?
Ik kan nog veel leren van bomen.

Tijd die we doorbrengen tussen bomen
is nooit verloren tijd.

Onder de grond groeien de wortels. Diepe wortels zijn noodzakelijk om sterk en mooi te worden. Als mens moeten we ons ook diep verankeren om geen speelbal van het leven te worden.
Een boom zonder wortels sterft. Harry Mulisch zei:

Een boom die zo hard wil groeien
dat hij zijn wortels
uit de aarde trekt,
zweeft niet ten hemel,
maar valt om.

We moeten voor onze wortels zorgen, ze niet vergeten en ze water geven. Hoe lang is het geleden dat je je ouders en grootouders een bezoekje bracht?
De bomen wisselen voedingstoffen uit met elkaar via hun wortels. We zouden ons kunnen afvragen of de wortels van bomen niet gewoon zomaar toevallig door de aarde groeien en als ze op soortgenoten stuiten dat ze zich dan verbinden. Dat onderlinge uitwisselen van voedingsstoffen zou dan onvermijdelijk zijn en dat sociale contact zou niets anders zijn dan een toevallig geven en nemen. Het prachtige beeld van actieve hulp aan elkaar zou dan een toevalsprincipe zijn, maar dan wel eentje dat enorm veel voordelen zou hebben voor het hele ecosysteem van het bos.
Massimo Maffei van de universiteit van Turijn stelt dat de natuur toch niet zo simpel functioneert. Hij stelt dat bomen hun eigen wortels heel goed kunnen onderscheiden van die van vreemde soorten en zelfs van die van hun eigen soort.
Bomen zijn sociale wezens die hun voedsel met soortgenoten delen. Waarom doen ze dat? Om dezelfde reden als mensen dat doen: samen sta je sterker!
Nog een prachtige les van bomenwortels voor ons: samenwerken!

Wie met een boom kan praten
hoeft niet naar een psychiater,
al denken de meeste mensen het tegenovergestelde.
(Phil Bosmans)

Misschien moeten we de kat uit de boom kijken bij voorgaande quote, maar zou het niet interessant zijn om te weten of bomen kunnen communiceren? Ik heb nog geen enkele boom horen praten. Buiten het kraken van takken en ritselen van blaadjes door de wind houden bomen hun tanden, of moet ik zeggen takken, voor ons mensenwezens, stijf op mekaar.
Studies hebben echter aangetoond dat bomen de aandacht trekken door geurstoffen. Mensen doen dat ook, waarom verkopen deodorants en parfum anders zo goed? Maar zelfs zonder die producten wordt ons bewust- of onderbewustzijn beïnvloed door onze geur. We hebben dus een geheime geurtaal en bomen hebben dat ook.
In de savannes in Afrika hebben observaties die al meer dan 40 jaar oud zijn iets interessants ontdekt. Giraffen lusten heel graag schermacacia’s. Die bomen zelf vinden dat niet leuk. Om die grote planteneters kwijt te geraken slaan de acacia’s binnen een paar minuten gifstoffen op in hun bladeren. De giraffen weten dat en trekken naar de volgende boom. En dat is niet de dichtste boom. Ze laten een paar exemplaren links liggen en pas na honderd meter zetten ze hun maaltijd voort. De reden? De aangevreten acacia wasemt een waarschuwingsgas uit (in dit geval ethyleen). Soortgenoten in de buurt worden op die manier verwittigd dat de langnekken op komst zijn. Alle gewaarschuwde bomen maken ook gifstoffen aan. De giraffen kennen dat spelletje en trekken daarom naar nietsvermoedende verder staande bomen. Of ze eten tegen de wind in.
Zulke processen komen we ook in onze bossen tegen. Als de wortels problemen ondervinden, wordt de informatie door de hele boom verspreid en dan geven de bladeren een specifieke geurstof af. Bij veel insecten wordt de boosdoener herkend en de bomen lokken dan predatoren die zich met veel plezier op de plaag storten. Iepen en dennen roepen bijvoorbeeld de hulp in van kleine wespen. Die leggen eitjes in de bladetende rupsen. Het nageslacht van de wesp eet de rups van binnen stukje bij beetje op. Luguber, maar heel functioneel!

Stel je voor dat de bomen Wifi signalen zouden uitzenden;
we zouden massaal bomen aanplanten
en daarbij waarschijnlijk onze planeet ook nog redden.
Maar jammer genoeg produceren ze alleen maar de zuurstof
die wij inademen.

Bomen versturen hun boodschappen echter niet alleen chemisch, maar ook elektrisch. Dat gebeurt met een snelheid van 1 cm per seconde. Om de snelheid te garanderen schakelen de bomen de hulp van schimmels in. Die werken net als de glasvezelleidingen van het internet. Eén theelepel bosgrond bevat een paar kilometer van die ‘zwamdraden’. In de loop der eeuwen kan zo één schimmel hele bossen verbinden. Door zijn leidingen worden signalen van de ene boom naar de andere doorgegeven en helpt hij boodschappen over insecten, droogte en andere gevaren uit te wisselen. Intussen spreekt zelfs de wetenschap van een ‘wood-wide-web’ dat door onze bossen heen loopt.

Een boom dat is een prachtig ding, je moet er alleen ogen voor hebben. Op school hadden we er een gedichtje over:

Een boom dat is een prachtig ding,
Hij staat gewoon waar hij staat,
Doet niet aan grotemensenpraat
en roept nooit ‘grote stommeling!’
wanneer je iets misschien niet weet
of altijd alles weer vergeet.
Hij knikt maar liever:’ ’t Is wel goed’,
en zegt  nooit wat je doen of laten moet.
Dus zou ’t er ooit van komen
dat grote mensen plotseling veranderen in bomen,
door de wind gewiegd, gesust,
nou, dat was dan een prachtig ding:
dan hadden alle kinderen rust!
(Hans Andreus)

Ja, bomen doen ons nadenken. Plato en Aristoteles dachten diep na onder de olijf- en vijgenbomen rond Athene. Boeddha vond verlichting onder een Peepal boom (een soort vijgenboom). In de Hof van Eden dachten Adam en Eva na over de boom van Kennis van Goed en Kwaad en de mysterieuze boom des levens laat nog steeds veel hersens kraken.
Ik heb bij enkele speciale bomen heel diepzinnige gedachten gehad.
In Californië heb ik me heel klein en onwetend gevoeld bij een reusachtige sequoia. De mammoetboom kan meer dan 80m hoog worden en een diameter van ongeveer 30m hebben. De oudste sequoia wordt geschat op 3200 jaar oud! Wat een geschiedenis moet deze boom hebben meegemaakt!

Nog in de VS, in de staat New York, bevindt zich een van mijn lievelingsbossen: de Sacred Grove. De profeet Joseph Smith verklaarde dat in dat bos God de Vader en Jezus Christus aan hem verschenen zijn. Ik heb in de stilte van dat jonge loofbos diep in mijn ziel gezocht, gevoeld en gekeken en ben als een wijzer mens dat bos uitgestapt.

De olijfboom, nog zo een boom om van te houden. Het is een boom die vele culturen, godsdiensten en mensen geïnspireerd heeft. De olijftak wordt nog steeds als symbool van vrede en geluk gezien. De bladeren van de olijfboom vallen nooit tegelijk af, zoals bij naaldbomen. Hij blijft dus altijd groen (olijfgroen). De boom kan heel oud worden, er kunnen nieuwe scheuten uit schijnbaar dode wortels schieten. Sommige bomen op de Olijfberg in Israël zijn meer dan 2000 jaar oud! De olijfboom staat symbool voor vrede, liefde, trouw en nog veel meer.
Verschillende jaren geleden bevond ik me in Israël op de Olijfberg in een olijfgaard. Omdat ik christen ben heeft deze plaats veel betekenis voor mij. Ik geloof dat Jezus Christus daar tussen die olijfbomen verzoening bracht tussen God en de mens. Ik herinner me nog goed de bitterzoete tijd die ik tussen die eeuwenoude bomen doorbracht. Ik heb daar tranen gelaten van verdriet om de immense pijn die daar geleden is. Maar er liepen ook tranen van vreugde over mijn wangen om de overwinning die daar behaald is.
Het is bijna Pasen en een gedeelte van het paasverhaal speelde zich op die Olijfberg af.

When we are racked or harrowed up or tormented by guiltor burdened with grief,
He can heal us.
While we do not fully understand how the Atonement of Christ was made,
we can experience the peace of God
which passeth all understanding.
(Boyd K. Packer)

‘Een boom is een prachtig ding. De kleine en grote raadsels en wonderen van bomen moeten we blijven koesteren. Onder het bladerdak spelen zich dagelijks drama’s en ontroerende liefdesgeschiedenissen af; dit is het laatste stuk voor onze huisdeur waar we nog avonturen kunnen beleven en geheimen kunnen ontdekken. En wie weet: misschien wordt op een dag inderdaad de taal van de bomen ontcijferd, waardoor we nog meer ongelooflijke verhalen horen. Maar tot dat gebeurt mag je bij je volgende boswandeling lekker je fantasie de vrije loop laten – zo ver van de realiteit verwijderd is die vaak niet eens!’ (Peter Wohlleben)

Tip van de blogster:

Bezoek een bos in de lente, je vindt er een wit anemonentapijt of een paarse hyacintenzee ( Hallerbos, Boelarebos, Buggenhoutbos )
Meer fantastische weetjes over bomen weten? Lees dan het boek ‘Het verborgen leven van bomen’ van Peter Wohlleben.

Bekijk het filmpje over ‘The three trees’

Een nieuwe lente.

De lente heeft de winter een ferme schop gegeven. Het koude seizoen geeft zich nog niet helemaal gewonnen, maar ik heb er goede hoop in dat het -volgens mij- mooiste jaargetijde gaat winnen. De dagen worden langer, de bloesems en de vroegbloeiers vieren al feest, de temperatuur vraagt af en toe al om lichte en vrolijke outfits en ik kijk uit naar het frisgroene kleurenpalet dat binnenkort de touwtjes in handen neemt.
De letterlijke lente is een feit, maar als ik zo eens om me heen kijk voel ik de noodzaak aan een andere, nieuwe lente, een geestelijke lente.
Het is hoog tijd dat de mens wakker wordt uit zijn winterslaap. Hij moet dringend zijn voorjaarsmoeheid afschudden en niet alleen dat, ook de dieper liggende moedeloosheid en lusteloosheid. Die hebben zich diep genesteld in de gedachte dat we ’toch niets kunnen veranderen’.

Jazeker, er zijn genoeg ‘dingen’ die we persoonlijk niet kunnen veranderen, zoals het promoten van haat tegen Europeanen door de Turkse president Erdogan, het misbruiken van kinderen, het partnergeweld, de terroristische aanslagen, het schenden van de mensenrechten op zoveel plaatsen in de wereld, de duizenden vluchtelingen, de economische crisis, de hoge belastingen, de onverdraagzaamheid, de achterklap, en nog zoveel meer.
Toch moeten we blijven geloven dat zelfs het kleinste goedgemikte steentje een verstrekkende rimpeling kan veroorzaken.
Nee, ik kan de wereldproblemen niet oplossen, maar het leven is zoveel meer dan al de negatieve berichten die ons verlammen.

I know that I can’t change the things happening globally, but I know I can make a difference in the world I live in.
I can choose to be kinder especially when I don’t feel like I want to be kind.
I can choose to see the best in others, even when they make it hard.
I can forgive as I know I need others to forgive me.
I can cast a stone, and see what happens.
And if I can, so can you.
(Mylissa De Meyere in mylissasreviewsandbookthoughts.com)

Ik krijg het op mijn zenuwen van ‘ik-kan-niet-mensen’. Meestal zijn dat personen die roepen dat ze iets niet kunnen nog voor ze het geprobeerd hebben.
Je merkt deze ‘ik-kan-niet’ houding zelfs bij jonge kinderen. Veel ouders hebben zo al ontdekt hoeveel geduld ze hebben. Ook een goede leerkracht onderzoekt de onderliggende drijfveer bij die ‘ik-kan-niet’ en stuurt het zelfvertrouwen bij, of doorprikt de luiheid of de onverschilligheid. Ik las in dit verband eens het verhaal over ‘de begrafenis van Ik kan niet’:

In de klas van juf Donna waren alle kinderen ijverig aan het schrijven. Ze moesten een lijst maken van dingen die ze niet konden:
Ik kan een voetbal geen 30 m ver weg schoppen.
Ik kan geen staartdelingen maken met getallen van meer dan drie cijfers.
Ik kan niet tennissen.
Ik kan niet van de koekjes blijven.
Ik kan niet …
Ook juf Donna was aan het schrijven:
Ik kan maar geen afspraak maken met Johns moeder.
Ik kan mijn dochter niet zo ver krijgen dat ze haar kamer grondig opruimt.
Ik krijg het niet gedaan dat …
Waarom concentreerden zij zich zo op negatieve dingen in plaats van een lijstje met ‘ik-kan-wel’ zinnen op te schrijven?
Wie klaar was stopte zijn papier in een lege schoenendoos die op het bureau van de onderwijzeres stond. Ook de juf legde haar papier in de doos. Toen alle lijstjes in de doos lagen, legde juf Donna het deksel er op, stak de doos onder haar arm, nam een schop en liep naar buiten. De leerlingen volgden.
Aan de andere kant van het schoolplein begon de juf te graven. Ze gingen hun negatieve opmerkingen over zichzelf begraven!
Alle leerlingen stonden hand in hand en juf Donna sprak een grafrede uit:
‘Kinderen, we zijn hier vandaag samengekomen om afscheid te nemen van Ik-kan-niet. Toen hij nog onder ons was, had hij op ieder van ons zijn invloed; op sommigen wat meer, op anderen wat minder. Zijn naam wordt echter niet alleen op school uitgesproken, maar ook thuis, in stadhuizen, in de hoofdsteden en ja, helaas ook in het parlement. Maar nu hebben wij Ik-kan-niet een laatste rustplaats gegeven. Hij wordt opgevolgd door zijn broers en zussen Ik-kan-wel, Ik-zal en Ik-zal-nu-meteen. Ze zijn niet zo bekend als hun beroemde familielid en ze zijn zeker nog lang niet zo sterk en machtig als hij. Maar misschien zullen ze ooit, met jullie hulp, meer invloed hebben in deze wereld.
(Chick Moorman)

Misschien kunnen we allemaal wel iets van dit verhaal leren. Ik weet nog toen ik thuis de woorden ‘ik kan niet’ uitsprak, dat mijn moeder er steeds hetzelfde zinnetje op liet volgen:
‘Zet je kan neer en gebruik je handen.’
Het heeft een tijdje geduurd voor ik begreep wat ze bedoelde en nog wat meer tijd voor ik het toepaste.

If we did all the things
we are capable of doing,
we would literally astound ourselves.
(Thomas Alva Edison)

Ik kan me vinden in wat Toon Hermans schreef:
Jammer dat er zoveel kan-ik-niet-mensen zijn. Ze maken hun eigen leven enger en nauwer en verminderen hun eigen kansen, kortom ze maken het leven een beetje armer dan het is. Daarom is het goed mensen tot iets aan te zetten. Ze een zetje te geven, en ze te wijzen op de talrijke mogelijkheden die er zijn. Ik weet niet hoe oud ik zal worden, maar ik blijf hopen op nieuwe impulsen en ik ben graag bereid om zelfs de laatste dag van mijn leven nog iets nieuws te beginnen.

Het is misschien gemakkelijker een ander een aanmoedigingsduwtje te geven dan onszelf in te peperen dat we het kunnen. Ik geloof er sterk in dat als je iets echt wil, dingen waar je met je hart naar hunkert, dat je dan ingevingen zal krijgen om iets te doen of iets te veranderen. Ik weet uit ervaring dat als je dan actie onderneemt en begint met te proberen, je heel wat zal ontwikkelen!

Life is not easy for any of us.
But what of that?
We must have perseverance
and above all confidence in ourselves.
We must believe that we are gifted for something
and that this thing must be attained.
(Marie Curie)

Ieder mens heeft talenten. Het is belangrijk hoe je met die gaven omgaat. Rome is niet op één dag gebouwd. Je kan je talent ontwikkelen op verschillende niveaus: professioneel of als hobby. Waar ben jij het gelukkigst mee?
Ik hou van kunst. Ik heb bewondering voor het talent van Rubens, van Van Dijck en van Monet. Ik kan met verwondering naar de etsen van Escher kijken, maar ook naar de aquarellen van een anonieme kunstenaar. In mijn hart was het verlangen om ook te kunnen schilderen. Ik kreeg de wijze raad van een kunstenares hoe ik dat zou kunnen verwezenlijken: Oefenen, oefenen, oefenen!
Is dat niet zo met alles wat we willen bereiken, wat we willen kunnen?
Het is ook belangrijk hoe je met kritiek omgaat, want vooral de Ik-kan-nietters zullen je trachten te ondermijnen.

Als je een stem hoort die zegt
‘Je kan niet schilderen’,
lieve hemel,
schilder dan!
Zo leg je deze stem het zwijgen op!
(Vincent Van Gogh)

Mensen die zeggen dat dit niet mogelijk is,
moeten degenen die ermee bezig zijn
niet in de weg zitten!

Weet je wat ook dodelijk is voor Ik-kan-niet? Je zelf geloven!
Een vogel die neerstrijkt op een tak, fladdert niet eerst rond om te berekenen of die tak wel niet zou breken. Nee, een vogel vertrouwt niet op de tak, maar op zijn eigen vleugels.
Als je in jezelf gelooft, dan begraaf je Ik-kan-niet.

I believe in myself. I do not mean to say this with egotism. But I believe in my capacity and in your capacity to do good, to make some contribution to the society of which we are a part and to grow and develop… I believe in the priciple that I can make a difference in this world, be it ever so small. (Gordon B. Hinckley)

Lente: nieuw leven! Niet voor niets valt Pasen in de lente. Hoe symbolisch is dit nieuwe leven in het planten- en dierenrijk voor de verrijzenis van Christus, dé ultieme belofte op een nieuw leven!

De lente verrijst opnieuw.
Wij moeten ook verrijzen tot een nieuwe lente, een nieuw geestelijk leven.
Ons niet laten ontmoedigen door de winter van ongeloof en onverdraagzaamheid.
God heeft de verrijzenis geschreven
in ieder blad van iedere boom.
Dus zeker ook in je arm mensenhart.
(Phil Bosmans)