Honing, bijen en ik.

 

Ik zit hier gezellig aan de ontbijttafel een lekkere boterham met honing op te eten. Ik ben gek op honing en vooral de zachte lentehoning heeft mijn voorkeur. Als ik na een vakantie mijn koffers leegmaak, dan vind ik daar steevast een potje honing in van een plaatselijke imker. De lekkerste honing die ik ooit gegeten heb had ik gekocht in Cyprus. Ik zie de oude imker nog op de vuile grond zitten met enkele potten honing voor zich. De honing was nog witter dan melk en ik vroeg me af of dit wel honing was. Een brede glimlach en veel handgebaren overtuigden me om een pot te kopen. Toen ik later thuis die witte honing proefde, was Cyprus nog nooit zo dichtbij geweest.

Eet honing, mijn zoon, want dat is goed,
honingzeem is zoet voor uw gehemelte;
erken, dat de wijsheid zo is voor uw ziel.
Als gij haar gevonden hebt, dan is er toekomst
en uw verwachting wordt niet afgesneden.
(Spreuken 24: 13-14)

Ik sta versteld van het wonderlijke proces hoe bijen honing maken. Honingbijen verzamelen nectar uit bloemen en die nectar bevat verschillende suikers, mineralen en sporenelementen. De nectar komt in de maag van de bij terecht en vanuit speekselklieren in de kop en het borststuk voegt de bij er de eerste enzymen en goede bacteriën aan toe. Als de bij in de bijenkast toekomt wordt het zoete sapje uit de honingmaag via de monddelen aan andere bijen doorgegeven. Terwijl de druppel van bij naar bij gaat, voegen de bijen steeds opnieuw kleine beetjes speeksel toe waarin verschillende enzymen zitten. Daarna wordt de honing in lege honingraatcellen geduwd en door snel vleugelgeklapper verder ingedikt. Als de honing rijp is verzegelen de bijen de cellen met wasdekseltjes. Dan kan de honing geoogst worden.

Wist je dat voor elke kilo honing vier kilo nectar nodig is? In ons land maakt een bijenvolk zo’n 30 kg honing per jaar. Er is me verteld dat in een bijenkorf tussen de 20 000 en  60 000 bijen leven. Om 1 kg honing te produceren moeten al die bijen miljoenen bloemen bezoeken. Dat is om te duizelen! Ik waardeer mijn lekkere honing nog meer als ik besef dat één bijtje slechts een gemiddelde leeftijd van een paar weken tot vier maanden heeft.

De bijen zoemen rond hun woning
en werken aan een nijver plan,
zij zorgen voor de zoete honing,
wij maken er een potje van.
(Toon Hermans)

Weinig dieren hebben de menselijke verbeelding zo beïnvloed als de bijen. Het was niet alleen de honing en de was die hen een faam bezorgde, maar ook hun samenlevingspatroon was een inspiratie voor filosofen, schrijvers, staatshoofden en politici zoals Aristoteles, Plato, Shakespeare en Tolstoy. Er zijn vele volksverhalen en legendes waarin bijen een rol spelen.

Ik heb een beetje rondgesnuisterd en las interessante, grappige en spirituele weetjes over deze slimme diertjes. Ik ontdekte dat de bij als een heilig insect werd beschouwd en dat het diertje de brug was tussen deze fysische wereld en de onderwereld.
De oude Grieken associeerden lippen met honing gezalfd met welsprekendheid. De bijen waren voor hen het symbool van ijver, welstand en reinheid. Ze waren ‘de Vogels der Muzen’ en werden aanzien als inspiratie voor kunstenaars. Soms zagen ze in de bij ook de bezorger van liefde.
In het Oude Egypte was de bij een teken van koningschap. Bijen waren levensgevers en stonden symbool voor geboorte, dood en wederopstanding. De tranen van de zonnegod die op aarde vielen, veranderden in werkbijen.
De Joodse historicus Josephus vermeldde dat de naam van de dichteres-profetes Deborah ‘bij’ betekent. De wortel ‘dbr’ geeft ‘woord’, wat de missie aangeeft om het Goddelijk Woord, de Waarheid, voort te brengen (Toussaint-Samat). De naam Melissa betekent hetzelfde.
Hindoes, Kelten, Islamieten, Romeinen, Chinezen, … bijna alle volken hielden bijen hoog in aanzien.
In alles wat ik gehoord en gelezen heb, wordt de bij als een symbool beschouwd van onsterfelijkheid, wedergeboorte, vlijt, arbeid, spaarzaamheid, ordening, organisatie, samenwerking, wijsheid, intelligentie, reinheid en zuiverheid. Ze brengt hemelse gaven naar de aarde en fungeert ook als hemelse boodschapper. Amaai, de bij is dus wel een diertje om u tegen te zeggen.

Be like the honey bee:
anything it eats is clean,
anything it drops is sweet,
and the branch it sits upon
does not break.
(Imam Ali)

Ik vind het verontrustend dat wetenschappers aan de alarmbel trekken. Bijen dreigen uit te sterven! Afgelopen winter stierf 14% van de tachtigduizend honingbijenvolken (Naturalis juli 2017). Als de bij zou verdwijnen is het gevolg voor de mensheid immens groot. Meer dan 3/4 van de landbouwproducten is afhankelijk van dit diertje. (Denk aan fruit, groenten, koffie, cacao, noten,…) Het is niet echt duidelijk waarom het slecht gaat met de bijen. Er worden verschillende redenen genoemd: door de intensieve landbouw, waarbij men zich richt op één gewas, vinden bijen te weinig voedsel; ook het toenemend gebruik van pesticiden is een bedreiging, evenals het verdwijnen en de versnippering van natuur en open ruimtes, de Aziatische hoornaar die bijen op zijn menu zet is ook een kleine ramp voor de diertjes, maar het is vooral een parasitaire mijt die voor veel sterfte in de bijenkasten zorgt.

If the bee disappears
from the surface of the earth,
man would have no more
than four years to live.
(Albert Einstein)

Ik vraag me af wat ik persoonlijk kan doen om mee te helpen dit tij te keren. Ik denk dat wat wild bloemenzaad zaaien in de tuin of in een bak alvast wat bijtjes zal lokken. Een bijenhotel voor wilde bijen zie ik ook wel zitten. Dat is een kleine handeling. Misschien te klein?
Ik wil over kleine handelingen en wat dit teweeg kan brengen toch nog iets kwijt.
Eén honingbij produceert niet meer honing dan 1/12 van een koffielepel. Dat lijkt heel weinig in vergelijking met het totaal, maar dit kleine deel is van groot belang voor het leven in de hele korf. Bijen zijn van elkaar afhankelijk.
Er zit een grote symboliek in: grote dingen worden tot stand gebracht en lasten worden lichter omdat vele handen tezamen werken.
Stel je voor wat miljoenen mensen in onze wereld zouden kunnen bereiken als ze doelgericht samen zouden werken zoals bijen in een bijenkorf?

In sommige christelijke bronnen wordt Christus vergeleken met honing. De Heiland zei meer dan 2000 jaar geleden:

‘Gij zult de Here, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw verstand. Dit is het grote en eerste gebod. Het tweede, daaraan gelijk, is: Gij zult uw naasten liefhebben als uzelf. Aan deze twee geboden hangt de ganse wet en de profeten.’
(Mattheüs 22: 37-40)

Dat zijn heel eenvoudige woorden. Iedereen kan ze begrijpen en ze zijn zo belangrijk om na te leven. Wij dienen God lief te hebben en zowel voor onze naasten als onszelf te zorgen. Stel je voor wat er in de wereld zou veranderen moesten de mensen de handen ineenslaan en hulp geven aan eigen familie, aan vrienden, aan buren, aan medeburgers?
Er zijn gelukkig veel hulp- en kerkorganisaties die over heel de wereld humanitaire hulp geven en dat is prachtig! Maar wat kunnen we in ons eigen dagelijkse leven doen? Beeld je eens in wat het effect zou zijn van miljoenen kleine, dagelijkse daden die gebeuren uit liefde voor Christus en voor elkaar? Onze wereld verkeert in moeilijkheden van allerlei slag en ik geloof dat onze maatschappij vandaag de dag meer dan ooit nood heeft aan christelijke liefde.

We ought tot do good to others
as simply as a horse runs,
or a bee makes honey,
so a man when he has done a good act
does not call out for others
to come and see,
but he goes on to another act,
as a vine bears grapes
season after season,
without thinking of the grapes it has borne.
(Marcus Aurelius)

Eenvoudige dagelijks dienstbetoon lijkt op zich niet zo veel te betekenen, maar het is als die 1/12 honing op een koffielepel die zo belangrijk was voor de hele korf.

There is power in our love for God and for his children,
and when that love is tangibly manifest
in millions of acts of Christian kindness,
it will sweeten and nourish the world
with the life-sustaining nectar of
faith, hope and charity.
(M. Russell Ballard)

Misschien vraag je je af hoe jij in je drukke leven iemand kan helpen. Als je gelovig bent, dan kan je misschien elke dag bidden of je opmerkzaam mag zijn voor de noden van een ander. Leef dan je dag, doe gewoon, maar kijk met geloof en liefde uit naar die persoon die je nodig heeft. Gelovig of niet, focus je op de mensen rondom je, net zoals de kleine bij zich focust op de bloemen om nectar te verzamelen. Als je dit doet zal er een spirituele gevoeligheid groeien en zal je gelegenheden ontdekken om hulp, troost of hoop te geven. Denk niet te gauw aan iets groots, zoals een huis helpen verbouwen, de strijk doen, eten brengen (hoewel dit ook kan), maar een simpele glimlach, een mailtje, of een telefoontje kunnen een vermoeid hart opbeuren. Een schouderklopje of een complimentje kan moed geven. Een knuffel of een gesprekje bij een tasje thee en een koekje kan iemands dag goed maken.
Net zoals elk 12de deel van een theelepel van alle bijen samen nodig is om de hele korf in leven te houden, zo zal elk dienstbetoon van honderden mensen, elke uitgestoken hand van duizenden mensen, elk gebed van tienduizenden mensen, elke glimlach van miljoenen mensen, een geweldig effect ten goede uitstralen. In deze steeds donker wordende wereld zal daardoor het Licht van Christus feller beginnen schijnen.
Samen – welke overtuiging of geloof je ook hebt – samen kunnen we liefde en vreugde brengen in onze familie, in het leven van een eenzame, een arme en een wanhopige. Samen kunnen we via kleine daden grootse dingen tot stand brengen.

De meeste mensen kennen het beertje Winnie de Poeh. Hij is net als ik gek op honing (hij wel een beetje meer denk ik). Ik las de volgende dialoog en vond die super:

‘Wat doe je het allerliefst op de hele wereld, Poeh?’
‘Het allerliefste…’ zei Poeh, en toen moest hij eerst even nadenken.
Want al was ‘honing eten’ iets heel prettigs,
er was toch één ogenblikje,
vlak voor je begon te eten,
dat nog veel prettiger was,
maar hij wist niet hoe dat heette.
(A.A.Milne)

Wat is dat ogenblik voor jou?

Nog een tip:

Zaai of plant verschillende bloemen in je tuin of bloembak.

Lees de spannende novel: ‘De geschiedenis van de bijen.’ van Maja Lunde

Bezoek een imker.

Geniet van een boterham met honing.

 

 

Let it snow, let it snow …

Het is jaren geleden dat het nog zo gesneeuwd heeft. In ons vlakke Vlaanderen is 15 cm niet iets wat je dikwijls meemaakt en ik ben er dan ook nog lang niet op uitgekeken.
Ik weet niet wat jij voelt als je de eerste sneeuw van de winter ziet vallen. Misschien ben je chagrijnig of zing je de ziel uit je lijf met het liedje ‘Let it snow’?
Dwarrelende sneeuwvlokken geven mij nog steeds een blij gevoel. En net als het kind van vele jaren geleden, vind ik het nog even magisch.
Met evenveel verwondering kijk ik naar de dansende wollige kristallen die het grijze kale winterlandschap bedekken met een schitterend wit deken. Al mijn zintuigen staan op springen. Het geluid klinkt dof en ver, en het licht valt zachter op mijn ooglens. Ik voel kriebels in mijn buik en moet mijn muts en handschoenen zoeken. Warme winterlaarzen bonken in in de schoenenkast en hoor ik nu mijn dikke winterjas fluisteren: ‘Dat werd tijd.’?

Even later stap ik ingeduffeld als een Poolreiziger het winterse landschap in. Bijna vind ik het zonde dat mijn voetstappen het witte tapijt uit evenwicht brengen.
Het knerpen van de sneeuw onder mijn laarzen geven een voldoening waar de chocolade van Sinterklaas in het niets mee valt.
Ik adem de frisse lucht in en verbeeldt me dat ik de sneeuw zelfs ruik – of is het niet ingebeeld?
Zo alleen in de velden borrelt het kindzijn omhoog en ik steek mijn tong uit om heel even de sneeuw te proeven. Ik voel de impuls om een sneeuwengel te maken, maar zie daar toch van af. Glimlachend vergeet ik dat ik een dame ben die haar meeste levensjaren al gehad heeft.

Snow provokes responses that reach right back to childhood.
(Andy Goldsworthy)

Maar mijn jarenlange ervaringen op allerlei vlak laten me deze winterwandeling toch anders beleven dan die uit mijn kindertijd. Een kind geniet onbezorgd van deze sneeuwpracht, terwijl mijn gedachten na deze speelse kennismaking met het winterwonderland een serieuzere wending krijgt.
Ergens las ik eens het volgende mopje:

Een sneeuwvlok dwarrelt eenzaam naar beneden.
Hé, waar ga jij naar toe?’ roepen haar kameraadjes.
‘Ik ga in België chaos veroorzaken’, gniffelt het ondeugende vlokje.

IK zie in gedachten de kilometerslange files met auto’s die als schildpadden schuifelen over het gladde wegdek. Ik hoop dat de ‘verkeerscowboys’ thuis gebleven zijn en dat mijn geliefden zich veilig kunnen verplaatsen in de winterchaos.
Terwijl het Vlaamse wegennet inderdaad horrortoestanden beleeft, ben ik alleen op de wereld. Hebben jullie ook al dat aparte gevoel gehad als je de eerste bent die een spoor in de sneeuw achterlaat? Dat gevoel dat je ineens weet hoe speciaal je wel bent? Niet alleen omdat jouw afdrukken de eerste zijn, maar gewoon dat besef dat je even uniek bent als een sneeuwvlok? Geen enkele sneeuwvlok is hetzelfde, elke sneeuwvlok is prachtig op zich. Geen enkele mens is hetzelfde, elke mens is prachtig op zich!

Sneeuwvlokken leren me nog veel meer. Een enkele ijskristal is zo fragiel, breekbaar en vergankelijk, maar als ze aan mekaar hangen kunnen ze van alles zijn: sneeuwballen, sneeuwmannen en een heel immens deken. Ik denk dat de mens over die eenheid en samenwerking nog wel wat kan opsteken.

A snowflake
is one of God’s most fragile creations,
but look what they can do
when they stick together!

Als ik achterom kijk zie ik duidelijk de weg die ik afgelegd heb, mijn voetstappen liegen niet. In mijn persoonlijke leven laat ik ook voetstappen achter: stevige, grote, opgewekte stappen, maar ook voorzichtige, kleine pasjes. Elke stap bracht me verder op mijn levensweg. Zo’n winterwandeling laat me mijmeren over mijn richting. Ik besef nog meer hoe belangrijk mijn richting is, want je leven opnieuw ècht leven kan niet. Met zoveel afleiding om ons heen moeten we de juiste prioriteiten stellen en misschien onze voetstappen een andere wending geven.

The future lies before you
like a field of fallen snow.
Be careful how you tread it,
for every step will show.

Ik heb mijn fototoestel bij me, zo’n klein cameraatje zonder veel poespas, waar ik al veel gebeurtenissen heb vastgelegd in mooie herinneringen. Ik weet dat als ik straks mijn foto’s bekijk, mijn wintergevoelens weer levend worden. In wat voor een gezegende tijd leef ik toch. Herinneringen vervagen, maar met enkele klikjes kunnen de mijne langer opgeslagen worden.
Ik maak een paar foto’s van het landelijke wintertafereel en geniet nog meer van de schoonheid en zachtheid van de velden bedekt met een verse laag sneeuw. Alles lijkt mooier, en oneffenheden zijn verdwenen. Zou er ook zo’n soort sneeuw bestaan voor het echte leven met zijn frustraties, lelijkheden en onvolmaakte toestanden?
Kahlil Gibran gaf me het volgende antwoord:

Kindness is like snow –
it beautifies everything it covers.

Vriendelijkheid en goedheid is inderdaad een lieflijk deken. Ik ben zo dankbaar voor alle mensen die ooit al eens zo’n deken rond mij gelegd hebben. Misschien niet voor niets dat we dromen en zingen van een witte kerst, want dat is toch een van de boodschappen in die periode van het jaar:

Vrede op aarde bij mensen des welbehagens. Vrede op aarde bij mensen van goede wil.

Er is inderdaad vrede in gezinnen, buurten en landen waar de mensen vriendelijkheid en goedheid uitstralen en leven. De kerstperiode brengt ons terug naar de essentie van vrede. Het kerstverhaal van een moeder, vader en een kleine Baby gebeurde meer dan 2000 jaar geleden. Hoewel ik besef dat de Heiland niet in december geboren is, vind ik het, net als vele christenen, heerlijk om dit in de winter te vieren.  Cadeautjes en een heleboel lichtjes om het Licht en het grootste geschenk ooit te herdenken. Ik kreeg toevallig de toespraak van president Trump te horen die hij op 1 december aan het Amerikaanse volk bracht. Toen ik president Trump die woorden hoorde zeggen kreeg ik hoop dat het in deze wereld toch nog goed kan komen. Ik citeer een stukje:

‘Christmas is a time for prayer and worship, for gratitude and renewal. For Christians this is a holy season. The celebration of the birth of our Lord and Savior, Jesus Christ. The Christmas story begins 2000 years ago with a mother, a father, their baby son and the most extraordinary gift of all: God’s love for all humanity. Whatever our beliefs, we know that the birth of Jesus Christ and the story of this incredible life forever changed the course of human history. At Christmas time we recognize that the real spirit of Christmas is not what we have, it’s about who we are, each one of us is a child of God….’
(the Declaration Donald Trump 01/12/2017)

Het is ondertussen terug zachtjes gaan sneeuwen. Kleine vlokjes worden groter en ik verander stilaan in een levende sneeuwman. Ik krijg de zachte raad om naar huis te keren. Wijselijk luister ik, want de vlokjes krijgen gezelschap van een snerpende wind.

Advies is als sneeuw.
Hoe zachter het valt,
des te langer blijft het liggen
en des te dieper wordt het in het brein gegrift.
(Samuel Taylor Colridge)

Raad geven wordt inderdaad het best als vallende vlokjes gegeven. Uit ervaring weet ik dat raad ook bemoeiziek of betweterig kan overkomen. Goed bedoelde raad mist zijn doel als het opdringerig aanvoelt.  Oren worden doof en zo kan wijsheid weggegooid worden.
Gelukkig hebben vrienden, familieleden, leerkrachten en soms zelfs volslagen onbekenden me in mijn leven voldoende ‘sneeuwvlokkenraad’ gegeven, zodat ik kon worden wie ik ben.
Dankbaarheid voor al die momenten verwarmt mijn ziel en ik bedenk met een frons dat de winter wel heel koud moet zijn voor hen die geen warme herinneringen hebben.

De winter is de tijd voor comfort,
voor lekker eten en warmte,
voor de aanraking van een vriendelijke hand,
en voor een gesprek bij het vuur:
het is de tijd voor thuis.
(Edith Sitwell)

Met ijskoude tenen, tintelende vingers, een rode neus, en een jeugdige blos draai ik de sleutel om van onze voordeur. Ik ben thuis.
Ik heb een prachtige winterse wandeling gemaakt. Ik heb me verwonderd en blij gevoeld als een kind. De sneeuw leerde me enkele wijsheden.
Met een kop warme chocomelk mijmer ik verder over de schoonheid en het mysterie van de schepping èn over de vreugde die een mens kan ervaren.

MERRY CHRISTMAS !

Luisteren om te groeien.

Zoals sommigen misschien weten is een stukje van wie ik ben natuurgids. Ik hou van de natuur in mijn Vlaamse vlakke land en heb in het verleden een aantal cursussen gevolgd om planten, paddenstoelen en vogels te herkennen. De leukste en leerrijkste ervaringen had ik in de buitenlucht met een ervaren gids aan mijn zij.
Ik vind het fijn om mijn kinderen, kleinkinderen en vrienden te wijzen op bepaalde planten en vogelgeluiden. Een natuurwandeling wordt nog leuker als je het gezang herkent van een tsjif-tsjaf, een merel, een vink, een koolmees enz.
Ik heb er plezier in als iemand mij vraagt welke vogel hij hoort. Meestal weet ik het antwoord, soms ook niet. Dat komt waarschijnlijk omdat ik niet altijd goed geluisterd heb naar wat men mij verteld heeft.

John Burroughs, een natuurkenner, liep eens door een drukbezocht park. Boven de geluiden van de stad hoorde hij het fluiten van een vogel. Hij stopte om ernaar te luisteren. De mensen om hem heen hadden de vogelzang niet gehoord. John keek naar de mensen in het park. Niemand merkte het vogelgeluid op. Onze natuurkenner maakte zich er druk over dat iedereen zo iets moois miste. Hij nam een geldstuk uit zijn zak en wierp het in de lucht. Het kwam met een rinkelend geluid op het plaveisel neer; het klonk niet luider dan het geluid van de vogel. Verschillende mensen keerden zich om. Dàt hadden ze gehoord.
Het is moeilijk om tussen al de geluiden van het stadsverkeer het geluid van een vogel te onderscheiden, maar je kan het horen! Je kan het duidelijk horen als je oefent om ernaar te luisteren.

Als we ècht willen luisteren, dan moeten we ons erin oefenen en dan moeten we ook storende geluiden kunnen negeren. Om een merel te horen fluiten moet je het gebabbel van vrienden even uitsluiten. Om te genieten van een concert moet je je afsluiten van het geroezemoes om je heen. Om inspiratie of een goddelijke stem te horen moet je misschien wel de stilte opzoeken. Om naar een medemens te luisteren zullen we ons volledig moeten concentreren.

Luisteren doen we niet alleen met onze oren,
ook met onze ogen en ons hart.

In ‘De boekenapotheek aan de Seine’ van Nina George, ontdekte ik het woord doorhoorzicht.’ Doorhoorzicht is een talent waar je je oren, ogen en intuïtie gebruikt. Je leest aan de lichaamshouding, beweging en gebaren af welke gevoelens er benadrukt worden. Je ziet en hoort door datgene heen waarachter de meeste mensen zich verschuilen. En daarachter zie je alles waar ze zich zorgen over maken, wat ze dromen en wat ze missen.’
Hebben we niet allemaal het talent van ‘doorhoorzicht’ nodig?

Listening with our ears and our hearts may not be easy,
but it is always essential –
especcially for family members who need a hug.
(Ted Hindmarsh)

Je hebt misschien ook al de ervaring gehad dat je opmerkt dat er niet veel mensen zijn die tijdens een gesprek ècht luisteren naar jou. Over ’t algemeen zijn ze gefocust op wat zij zelf het laatste zeiden of wat ze straks zullen zeggen.
Aandachtig luisteren is een van de mooiste dingen die we aan iemand anders kunnen geven. Luisteren is de basis van een goed gesprek. Echt luisteren is niet zo eenvoudig. Als je goed wil luisteren, moet je jezelf opzij zetten. In feite is luisteren een uiting van liefde. Het kost moeite, want we moeten dikwijls ons ‘zegje’ opofferen om de andere de ruimte te geven zichzelf te uiten.
Als je luistert, dan toon je respect voor de andere persoon zijn ideeën, meningen en ervaringen. Je focust je op zijn noden en interesse en stopt de jouwe in de diepvries. Dat is niet gemakkelijk, maar als jij me iets vertelt dan probeer ik volledig aanwezig te zijn en niet af te dwalen met mijn gedachten. Net zoals je natuurgeluiden kan leren, zo kan je ook aandachtig leren luisteren.
Mitch Albom heeft er een mooi stukje over geschreven:

‘Aandachtig leren luisteren? Hoe belangrijk kon dat zijn? Nu weet ik dat het belangrijker is dan bijna alles wat men ons op de universiteit heeft geleerd.
Talloze mensen, met veel kleine problemen, zijn zo in zichzelf verdiept dat hun ogen glazig worden als je langer dan dertig seconden aan het woord bent. Dan denken ze al aan iets anders, een vriend die ze moeten bellen, een fax die gestuurd moet worden, een geliefde over wie ze aan het dagdromen zijn. Pas als je klaar bent met praten, hebben ze er opeens weer hun aandacht bij en dan zeggen ze: ‘Hm -hmm’, of ‘Ja, inderdaad’, en dan doen ze alsof ze aldoor hebben geluisterd.
Het probleem is gedeeltelijk dat iedereen zo’n haast heeft. De mensen hebben de zin van hun leven nog niet gevonden, dus rennen ze voortdurend rond op zoek ernaar. Ze denken: de volgende auto, het volgende huis, de volgende baan. Maar dan ontdekken ze dat die dingen ook leeg zijn, en zo blijven ze rondrennen.
We zijn echt heel goed in praten over koetjes en kalfjes: Wat doe je voor werk? Waar woon je? Maar ècht naar anderen luisteren – zonder te proberen ze iets te verkopen, ze te versieren, ze ergens voor te werven, of om prestige te winnen – hoe vaak kom je dat nog tegen?’

As we learn the social skill of listening to others
and the spiritual skill of hearing the direction of the Spirit,
we will progress in our earthly labors,
and, more important
we will be happy in our labors.

De mens praat ontzettend veel. Soms wel eens tegen zichzelf, maar meestal toch tegen minstens één persoon. Net zoals jullie heb ik al ontelbare gesprekken gevoerd. Beroepshalve tegen honderden kinderen en tientallen leerkrachten, maar ook tegen gezinsleden, vrienden, dokters en volslagen onbekenden. Waarschijnlijk heb jij je, net als als ik, al ontzettend geïrriteerd aan mensen die niet luisteren, of die de schijn van luisteren ophouden. Voel jij ook geen wrevel als men je onderbreekt, of je zin aanvult nog voor je zelf uitgesproken bent? Mensen die me niet aankijken en wiens blik afdwaalt naar andere dingen geven me algauw het gevoel van niet in mij geïnteresseerd te zijn. Weet je waar ik me ook in kan ergeren? In personen die me het vervelende gevoel geven dat ik hun kostbare tijd verspil; ze gluren naar hun uurwerk of wriemelen met hun smartphone. En wat denk je van degenen die hun eigen verhaal er tussen wringen, dikwijls nog in de overtreffende trap: ‘Moet je horen wat ik …’
Nu, ik bevind me soms ook aan de andere kant, dan ben ik degene van wie verwacht wordt aandachtig te luisteren.
Uit onderzoek is gebleken dat mensen elkaar na gemiddeld 17 seconden (!) al onderbreken. Daar gaat het èchte luisteren dan. Hoewel dat onderbreken niet altijd slecht bedoeld is – we geven zo graag advies of goede raad.

Most people do not listen with the intent to understand,
they listen with the intent to reply.
(Steven R. Covey)

We moeten inderdaad wat meer leren luisteren om te begrijpen, niet alleen om te antwoorden. We moeten leren luisteren zonder in te vullen, zonder te oordelen. Luisteren naar degenen van een andere religie of politieke voorkeur kan tolerantie en begrip vermeerderen. Iets wat we in onze tijd zeker nodig hebben!

Wisdom will come
as we listen to learn.
(Russell M. Nelson)

Wist je dat we ook moeten leren luisteren naar wat niet gezegd wordt? Dat is luisteren met de oren van je hart. Dat is luisteren naar wat je niet hoort, maar wel ziet: een liefdevolle blik, een verdrietige traan, een bezorgde rimpel, een trotse glimlach.
Maar er is wel een maar aan verbonden. We moeten opletten dat we niet te vlug denken te weten wat er zonder woorden gezegd wordt. Zo scheppen we spoken en verkeerde interpretaties.

Bijzondere leraren kunnen horen
wat een kind niet kan vertellen.

Elk mens zou moeten leren luisteren met liefde en zo proberen begrijpen wat de andere voelt in wat hij zegt.
Misschien moeten we wat meer tijd geven om te luisteren, zodat we de tonen en de nuances waarop iets gezegd wordt beter tot ons kunnen laten doordringen.
Niet goed naar de andere luisteren is dikwijls de oorzaak van een sputterende, verstoorde relatie.
Misschien moeten we meer proberen luisteren met ons hele ‘zijn’, met onze oren, met ons hart en met ons verstand.

Marion vertelde zijn dokter dat zijn vrouw Ida hoorproblemen had. De dokter vroeg hoe erg het probleem was, maar dat wist Marion niet echt. De arts vroeg om het uit te zoeken. Marion moest uit een andere kamer tot zijn vrouw spreken en dan dichter komen tot ze hem zou horen. Marion deed wat de dokter hem gevraagd had. Hij riep iets vanuit zijn slaapkamer naar Ida die in de keuken was – geen antwoord. Hij kwam dichter en weer kwam er geen antwoord. Dus ging hij voor de keukendeur staan en vroeg: ‘Ida, kan je me horen?’ Ze antwoordde: ‘Wat is er met jou, Marion? Ik antwoord nu al drie keer op dezelfde vraag!’ (Burton Howard)

Zelfs zonder hoorproblemen lijken sommige koppels niet naar elkaar te luisteren. Wijze partners luisteren om van elkaar te leren.
Met ons hele ‘zijn’ luisteren naar onze partner kan mooie momenten opleveren en crisissen de kop indrukken. Kijk in zijn/haar ogen en zie de schoonheid. Koester de expressie van de ogen, de mond, de handen. Luister met begrip en liefde.
Met ons hele ‘zijn’ luisteren naar onze kinderen kan bewondering, trots en liefdevol begrip geven. Luister naar wat je kind vertelt en moedig het aan met je ogen en je houding. Kinderen stellen veel vragen. Soms stellen ze zoveel vragen dat we het vervelend kunnen vinden. Maar besef dat ze je geen vragen zullen blijven stellen, en op een dag, als ze -veel te vlug- volwassen zijn, dan zal je wensen dat ze je wat meer vragen zouden stellen. Luister en geniet van je kind.

Spend a great deal of time listening,not just telling.This listening should be done with an open mind and heart.
When children feel they can talk freely about their feelings, problems and successes,
wonderful relationships develop between parents and children.
(Ben B. Banks)

Met ons hele ‘zijn’ luisteren naar onze ouders is het grootste geschenk dat we hen kunnen geven. Luister naar hun raad en hun herinneringen. Nu ze er nog zijn, luister naar het wonder van de ouderdom.

Luisteren met ons hele ‘zijn’ naar vrienden is de naam vriendschap waardig. Luister naar de zorgen en bekommernissen, naar de frustraties, de gedachten en de blijdschap. Luister en voel mee. Je kan op de sociale media veel likes en volgers hebben, maar een echte vriend krijg je en behoud je door goed te luisteren.

Onze ziel zal verruimen als we leren luisteren naar onze partner, naar onze kinderen, naar onze ouders en naar anderen. Mijn ziel is daar zeker wijzer door geworden.
Toch is er nog een ander soort luisteren wat ons enorme groei kan brengen. Net wat mensen proberen dat soort luisteren onder de knie te krijgen. Je merkt het aan bepaalde rimpelingen in onze overgeconsumeerde, egoïstische, bodycult-gerichte maatschappij: mensen zoeken de stilte op, camino-tochten zijn hip, meditatiecoaches springen als paddenstoelen tevoorschijn op het internet, filosofen krijgen weer een plaatsje in tijdschriften, enzovoort.

Ik ontdekte dat ik minder en minder te zeggen had,
tot ik uiteindelijk stil werd en begon te luisteren.
En in die stilte hoorde ik de stem van God.
(Sören Kierkegaard)

We moeten misschien eens gaan zoeken in onze eigen culturele roots: in de Bijbel en andere Schriften.
Jezus Christus gebruikt dikwijls de woorden horen en luisteren:

‘Wie oren heeft om te horen, laat hij horen.’ (Matt. 11:15)

‘Luister, o gij volk van mijn kerk, … Luister gij volk van verre; en gij die op de eilanden der zee zijt, luistert allen.’ (L&V 1: 1)

‘…gezegend zijn zij die naar mijn voorschriften luisteren en mijn raad het oor lenen, want zij zullen wijsheid leren…’ (2 Nephi 28:30)

‘Wie wijs is zal horen en inzicht vermeerderen.’ (Spreuken 1: 5)

‘Neig uw oor en kom tot Mij, luister, en uw ziel zal leven.’ (Jesaja 55: 3)

Wijsheid komt als we luisteren om iets te leren. Sommigen noemen het meditatie, een hogere bron, intuïtie. Ik noem het God.
In ons leven komen we allemaal moeilijkheden en uitdagingen tegen. We worstelen allemaal wel eens met vragen, teleurstellingen en ontmoediging. We hebben allemaal een of andere zwakheid en geregeld voelen we onze ‘kleinheid’ in het grote universum. Dan is het goed dat familie en vrienden naar ons luisteren. Maar ook God luistert en biedt kracht en hulp aan:

‘Ik zal u van mijn Geest meedelen, die uw verstand zal verlichten, die uw ziel met vreugde zal vervullen.’ (L&V 11: 13)

De fluisteringen van de Heilige Geest horen en herkennen is een levenslange opdracht. Net zoals goed luisteren naar onze medemens niet eenvoudig is en oefening en opoffering vraagt, is ook God horen een hele uitdaging. Meditatie, camino-tochten en stilte zijn prachtige hulpmiddelen, maar misschien moet je er ook de Schriften eens bijhalen en eens bidden. Sommigen kennen de bijbelverhalen nog van vroeger op school, anderen hebben er nog nooit van gehoord. Ik heb ondervonden dat als ik me in oude en hedendaagse schriftuur verdiep, ik Gods stem kan ‘horen’. Net zoals ik zijn stem ‘hoor’ als ik na mijn gebed ‘luister’.

Our Heavenly Father is only a prayer away,
and the Holy Ghost is within whispering distance.
Elaine S. Dalton

Ik heb misschien teveel geschreven over luisteren, maar ik ben er me van bewust dat elk mens zich daarin zou moeten verdiepen. Ons land heeft niet voor niets de hoogste zelfmoordcijfers, laten we dus leren luisteren met ons hele ‘zijn’.
Misschien ben je stil geworden bij mijn laatste opmerkingen over het spirituele luisteren. Maar stilte is goed, stilte spreekt.

Op mijn levensreis moet ik nog beter leren goed te luisteren. Ik wil dat doen, want luisteren is groeien.

 

 

De schoonheid van meditatie.

Ik hou van rustige plaatsen waar ik tot mezelf kan komen: een leeg strand, de eenzame hoogten in de bergen, de weidse polders en vlakten, holle wandelwegen en ellenlange bosdreven. En als ik het verkeersgedruis kan neutraliseren, zijn er in onze tuin ook enkele hoekjes die me rust bieden.
De stad jaagt me meestal op, maar af en toe is er een gebouw dat me tot stilte uitnodigt. Ik heb het niet alleen over een kerk of een kapel, maar ook in bepaalde musea, bibliotheken en verrassende boekenwinkels gaat mijn hart langzamer kloppen en is de tijd even zijn plaats kwijt.
Onlangs genoot ik  van zo’n tot reflectie -uitnodigend plekje in Lingfield, Engeland. Rond een Mormoonse tempel ligt een vrij-toegankelijk park van ongeveer 12ha. De unieke sfeer die dat domein uitstraalt, liet me mijmeren over mijn leven.
‘Een mooie plaats om te mediteren’, knipoogde een vriendin die ‘mijn bankje’ passeerde.

Meditation is a wonderful way
to shut down the outer noise
so that you may pay attention
to the universal inner message.
(Debasish Kridha)

Mediteren … meditatie … mindfulness …zen …
Ik heb het niet zo voor die zweverige rituelen – met of zonder oergeluiden – die promoten je geest leeg te maken. Ik wil mijn geest niet leegmaken, ik wil hem juist ten volle benutten en ontwikkelen. Is mediteren te oosters voor mij, een westerling?
Ik ben er wel van overtuigd dat een mens geregeld tot rust moet komen. We hebben zo’n druk leven en er gebeurt zoveel rondom ons, dat we het best wel moeilijk vinden om even stil te staan, om de wereld te laten draaien met alle satellieten eromheen en om de pauzeknop in te drukken. We moeten af en toe over ons leven nadenken. We moeten af en toe evalueren of we wel op die weg staan die we willen bewandelen. We moeten af en toe reflecteren wat we het belangrijkste vinden in ons leven en ons dan afvragen of we al die poespas rond ons correct gebruiken om dat belangrijkste te bereiken.
Wel, zo stilstaan, nadenken, reflecteren, dat is mediteren, toch?
Meditatie heeft veel gezondheidsvoordelen. Ik ben ervan overtuigd dat mediteren goed is voor je lichaam en je geest, het brengt je tot rust en je kan de stress loslaten. Door te mediteren kom je dichter bij je ware ik. Het kan een spirituele belevenis zijn, waar je geest hogere waarheden onderschept.

In de stilte van het denken
hoor je de antwoorden.
(inspire.nl)

David O. McKay zei: ‘We besteden te weinig aandacht aan de waarde van meditatie. Meditatie is de taal van de ziel. Zij is omschreven als ‘een vorm van innerlijke toewijding, of geestelijke oefening, bestaande uit een diepe, voortdurende overpeinzing van een bepaald godsdienstig thema.’ Meditatie is een vorm van gebed. Meditatie is een van de vertrouwelijkste, heilige deuren waardoor we in de tegenwoordigheid van de Heer komen.’
Ik hou van David O. Mc Kay’s omschrijving van meditatie als ‘diepe overpeinzing’. Dat is wel wat anders dan je ‘geest leegmaken’.
Als christene ben ik gaan nadenken of Jezus Christus ons op het vlak van mediteren ook een voorbeeld heeft gegeven. En ja, voor Hij zijn bediening begon, verbleef Hij 40 dagen op een eenzame plaats om te vasten en te bidden (Mattheus 4). Daar zal Hij gemediteerd hebben over zijn verantwoordelijkheid in die grote zending die voor hem lag. In Lukas 6 las ik dat voor Hij de diepzinnige bergrede hield, Hij zich op een berg had afgezonderd om met God te communiceren. Hij deed hetzelfde na een drukke sabbat, toen Hij bij Petrus logeerde en Hij vroeg in de morgen opstond. Toen ze naar Jezus zochten, bleek Hij zich te hebben afgezonderd (Marcus 1:35-36). Na 5000 mensen te eten hebben gegeven, vroeg Hij de apostelen om de mensen naar huis te sturen. Jezus ging dan de bergen in om alleen te zijn (Mattheus 14: 23).
Ik heb het ook wel eens nodig om alleen te zijn, om na te denken over mijn verantwoordelijkheden en om inspiratie te krijgen.

Als u leert mediteren, kunt u dichter bij de Heer komen dan u zich kunt voorstellen.
Laat uw geest door de Geest onderricht worden.
(Harold B. Lee)

Meditatie kan ons voorbereiden op een diep, persoonlijk gesprek met de Heer. Voor we onze mond opendoen, zouden we de fysische wereld moeten proberen loslaten om ons beter te kunnen concentreren op het innerlijke, op ideeën en op gevoelens.
Ik weet uit ervaring dat dit niet zo gemakkelijk is. Mijn gedachten dwalen nogal vlug af, de deurbel onderbreekt mijn rust, de telefoon rinkelt, onze koekoeksklok roept heel duidelijk het uur, de vuilniskar rammelt voor het huis, kinderen maken lawaai, de wasmand loopt over, mijn maag kondigt aan dat het tijd is om achter de kookpot te staan, kortom, ik ben bezorgd en afgeleid door heel veel dingen.
Het is niet voor niets dat ook Jezus eenzame plaatsen opzocht. Dat kunnen we ook. Het liefst zou ik me met een vingerknip willen verplaatsen naar een zonnige alpenweide om mijn gesprek met God voor te bereiden. Maar ik kan dat trucje nog niet. Ik moet tevreden zijn met de stilteplekjes rondom en in ons huis, -waaronder een badkamer die op slot kan. Ik kan de telefoon van de haak nemen en mijn mobieltje uitzetten en een tijdstip kiezen waarop ik het minst gestoord kan worden.
Ik besef dat ik ervoor moet zorgen om het niet te druk te hebben, zodat meditatie niet onderaan het lijstje komt te staan. Ik wil er tijd voor nemen, want ik weet dat het belangrijkste wat ik ooit zal weten, niet via mijn ogen en oren komt, maar door een innerlijke bevestiging.

If you want to find God,
hang out in the space
between your thoughts.
(Alan Cohen)

Chauncey C. Riddle schreef: ‘Meditation can not be taught, because it is something personal and private; it is the venturing of the soul into the unknown. But it can be learned by anyone who has the courage to think for himself. A likely initiation to meditation is to ponder the Scriptures, the words of the living and the dead prophets of God. Banish all commentaries for a moment, forget hearsay teachings. What does the Lord actually say.’

Mediteren is inderdaad heel persoonlijk. Op het internet zijn er genoeg tips te vinden door allerlei psychologen, therapeuten en goeroe’s, maar het blijft een persoonlijke aanpak. We moeten zelf eerst beseffen dat we een tweeledig wezen zijn: lichaam en geest. We moeten zelf de deur tot onze geest openzetten. We moeten zelf de rust en de stilte opzoeken.
Meditatie vervangt bidden of schriftstudie niet, maar het vermindert wel stress en biedt je een gelegenheid om aan Christus en de zegeningen van het leven te denken.

Meditatie is je verstand tot rust brengen. Zo kan je beter voelen wat de Heer je wil zeggen, zo kan de Heilige Geest beter met jou communiceren.
Mediteren over alles waar je dankbaar voor bent, vernietigt bittere gedachten en ontevredenheid, en geeft liefde in de plaats.
Meditatie opent de deur voor liefde, gebed, God, licht, dankbaarheid, en al het goede om je heen.

Meditatie is de bries die naar binnen waait
als je het raam open laat.
(inspire.nl)

In deze tijd van opkomende rassenhaat en onverdraagzaamheid, van secularisatie en spotten met geloof, van mensonterende toestanden en raketten die stand by staan, worden we overrompeld met kleine en grote zorgen, met gevoelens van onmacht, boosheid en afkeer. We weten niet meer, of zijn vergeten, wie we echt zijn.
Ik wil wat meer ‘mijn stilteplekjes’ opzoeken, de pauzeknop induwen, het raam van mijn ziel openen en luisteren naar het goddelijke in mij.

Be still
and know
that I am God.
(Psalm 46: 10)

 

 

De wisselvalligheid van het leven.

Het weer in ons landje is heel wisselvallig, typisch Belgisch: onstandvastig, veranderlijk, afwisselend zon en wolken, buiig.
Niet alleen in het weerbeeld, ook binnen een typisch gezin kan het er wispelturig aan toe gaan. Vrolijke kinderen kunnen ineens humeurig en nukkig reageren. Een heel zekere tiener kan plots onzeker gedrag vertonen. De stemming van volwassenen kan omslaan door allerlei factoren – van het krijgen van een belastingbrief tot het winnen van de favoriete voetbalploeg. Zelfs huisdieren zijn niet immuun voor grilligheid. Een brave hond kan wild worden en een lieve poes kan ineens in je gordijnen hangen.

Remember that life
is full ups and downs.
Without the downs
The ups would mean nothing.
(Kushandwizdom)

We kunnen allemaal beamen dat het leven wisselvallig is. Het kan bij momenten echt fantastisch zijn, maar ineens keert het tij – en dat kan zelfs heel snel. Niemand ontsnapt eraan en het kan elk ogenblik gebeuren, we hebben het niet in de hand. Niemand weet wanneer iets ergs zal gebeuren, hoe het zal gebeuren en of het wel zal gebeuren. Het heeft niets te maken met je goedheid of slechtheid, het leven zit vol wisselvalligheden. Iedereen krijgt te maken met ups en downs. Vreugde kan omslaan in verdriet, dromen vallen in stukken, grote plannen moeten aangepast of weggeborgen worden door onverwachte omstandigheden.

Nog deze vakantie genoot ik het ene moment van een leuke citytrip en het andere moment werd ik verscheurd door een nachtelijk telefoontje. Tja, dit is het leven: heel wispelturig en we moeten ermee leren omgaan. Al deze veranderingen maken ons nederig, zetten ons met een plof met beide voeten weer op de grond en stellen ons geduld en ons geloof op de proef. We worden binnenstebuiten gekeerd en kunnen er zelfs ziek van worden.

You have power over your mind
-not outside events.
Realize this, and
you will find strenght.
(Marcus Aurelius)

Menselijk gezien zouden we alle lichamelijke, emotionele en geestelijke pijn uit ons leven willen bannen. We zouden ons hele leven in een rustige comfortzone willen uitbouwen, omringd door een fantastische begripvolle familie en een bende leuke, goede vrienden. Maar mochten we echt de deuren van verdriet en zorg kunnen sluiten – wat trouwens heel verleidelijk klinkt, dan zouden we wel eens onze beste vrienden en weldoeners nooit leren kennen. Bovendien zouden we heel wat ervaringen mislopen. En de onvoorspelbaarheid van het leven zorgt er wel degelijk voor dat we geestelijke spierkracht ontwikkelen, zoals geduld, volharding en zelfbeheersing.

Along the road (Robert Browning Hamilton)

I walked a mile with Pleasure.
She shattered all the way,
But left me none the wiser
For all she had to say.

I walked a mile with Sorrow,
And ne’er a word said she;
But oh, the things I learned from her
When Sorrow walked with me!

Het leven zelf sluit soms ook deuren voor ons. Ik denk dan aan een vriend die ver gaat wonen, een studierichting die niet goed verloopt, een huwelijk dat kapot gaat, een geliefde die sterft, een job die we kwijtraken, een ziekte die een beperking oplegt, enz.
Die gesloten deuren brengen pijn en hartzeer mee. Maar zoals een gezegde zegt: ‘Waar een deur sluit, gaat een andere open.’
Die andere deur nodigt ons uit om andere ervaringen op te doen en om andere terreinen van ons ‘zijn’ te ontdekken. Als ik terugkijk naar enkele van mijn ’toegesmeten’ deuren, dan moet ik toegeven dat mijn immuniteitsziektes me veel geduld en meer empathie hebben onderwezen. Ik heb meer oog gekregen voor innerlijke kwaliteiten dan uiterlijke tierlantijntjes.
De stopzetting van mijn carrière heeft een deur vol creativiteit open gezet en ik geniet er met volle teugen van.
Door het afscheid van een goede vriendin geniet ik nu meer bewust van de vriendschappen die overblijven.
De onverwachte wendingen in mijn leven hebben mijn geloof ook een boost gegeven. Het volgende vers heeft me troost en moed gegeven in moeilijke periodes:

‘ Want er moest wel een tegenstelling in alle dingen zijn. Indien die er niet was,… dan kon er geen rechtvaardigheid worden teweeggebracht, noch goddeloosheid, heiligheid noch ellende, goed noch kwaad. Daarom moesten alle dingen wel een samengesteld geheel zijn; want, indien het één geheel was, zou het wel als dood moeten blijven, hebbende leven noch dood, verderfelijkheid noch onverderfelijkheid, geluk noch ellende, gevoel noch gevoelloosheid.’ (2 Nephi 2: 11)

Door naar andere moedige mannen en vrouwen op te kijken die grote tegenstellingen ervaarden en hun leven op een hoger niveau brachten, heb ik moed gekregen en ook een beter begrip in het ‘waarom’ van die tegenstellingen. Ik denk dan aan helden uit de Schriften zoals Mozes, Jozef, Moroni, Esther en Maria, om er een paar te noemen. Maar ook aan vroegere en hedendaagse helden zoals Helen Keller, Maarten Luther King, Christoffel Colombus, Pater Damiaan, Tim Ballard, Stephanie Nielson (zie filmpje onderaan), en nog vele anderen.

De levenskunst bij het hebben van een chronische ziekte
is al je energie erop richten
om goed te leven in een slechte situatie.
(inspire.nl)

Spencer W. Kimball zei: ‘One time or another, we all face adversity’s chilling wind. One man flees from it, and like an unresisting kite, falls to the ground. Another yields, not retreating an inch, and the wind that would destroy him lifts him as readily to the heights. We are not measured by the trials we meet, only by those we overcome. It all depends on attitudes.’

We willen een leven zonder problemen, maar dat is niet de bedoeling. We gaan door deze sterfelijke ervaring om te leren zoals onze Hemelse Vader te worden, en moeilijkheden zijn de smeltovens die ons daarop voorbereiden.
Niemand is uitgesloten van de ups en downs in de rollercoaster van het leven. Vreugde en verdriet, overvloedige tafels en financiële stress wisselen elkaar af. Als ons leven onverwachts een draai neemt die we helemaal niet willen, dan hebben we zorgen en stress. Eén van onze opdrachten is om deze moeilijke periodes positief en optimistisch te doorstaan. Misschien moeten we beter begrijpen wat het verschil is tussen geluk en vreugde. Tim Hansel uitspraak over dat verschil tussen happiness en joy heeft mij wat meer inzicht gegeven:

‘There is nothing wrong with happiness, it’s wonderful. The only problem is that it is based on circumstances, and circumstances have a tendency to shift. Most people who live with chronic pain (or chronic problems) have a hard time being happy. That is to be expected. Although there are moments of laughter, nothing seems to stay.
Joy on the other hand is something which defies circumstances, and occurs in spite of difficult situations. Whereas happiness is a feeling, joy is an attitude.’

Ik ga graag wandelen in de bergen. Nog niet zo lang geleden wandelden mijn man en ik tussen de imposante Dolomieten. Het was een zonnige dag en we genoten van de alpenweiden en de prachtige zichten. Ineens begon het te waaien en uit het niets verschenen donkere wolken. Enkele minuten later plensden de regendruppels om ons heen. Gelukkig hadden we regenjassen in onze rugzak en werden we niet al te nat.
In feite is het leven een beetje zoals deze wandeling. We gaan optimistisch op stap, maar we moeten voorbereid zijn en ‘regenjassen’ in onze rugzakken hebben.
Op een andere dag was de bergwandeling wat zwaarder dan we gedacht hadden. Af en toe doemden er super steile paden op voor onze neus. Op ons eigen tempo, stap voor stap, met af en toe (veel keer af en toe) een rustpauze, en met het eindpunt voor ogen, genoten we van het uitzicht en van elkaars gezelschap.
Omgaan met de wisselvalligheid van het leven vereist een juiste houding: het is goed om een zonnige dag met een glimlach te verwelkomen en een bbq in je gedachten, als je er maar rekening mee houdt dat de zon van korte duur is. En als je op die manier ook omgaat met de donkere nacht, dan begin je de goede levenshouding te snappen. We moeten ook niet verder willen lopen dan we kracht hebben, en genieten van de mensen om ons heen Even op adem komen is ok.

Op verschillende momenten in mijn leven heb ik moeten toegeven dat God meer weet dan ik, dat Hij ziet wat ik niet kan zien. Dat was een lesje in koppigheid en ‘het beter weten’.
‘Want Mijn gedachten zijn niet uw gedachten,
en uw wegen zijn niet Mijn wegen,
spreekt de Heere.
Want zoals de hemel hoger is dan de aarde,
zo zijn Mijn wegen hoger dan uw wegen
en Mijn gedachten dan uw gedachten.
(Jesaja 55: 8-9)

Ik kan de moeilijkheden en de stormen van mijn leven niet voorspellen, zelfs niet degene die vlakbij liggen, maar als gelovig persoon weet ik zonder twijfel dat het beste nog moet komen.

Geef anderen de schuld niet,
ook God niet.
Knees on the floor, yes.
Fist in the air, no.

Wat ik met de jaren ook beseft heb, is dat tijdens mijn grote ‘levensmoeilijkheden’ er altijd mensen waren die een deel van mijn last wilden helpen dragen. Dat geeft me zo’n rustgevend gevoel. Weet je, we moeten niet altijd alles alleen willen oplossen. We leven echt niet op een onbewoond eiland. We moeten misschien onze trots opzij zetten en wat nederiger hulp aanvaarden. Het is gemakkelijker om een positieve levenshouding te hebben als we zowel liefde geven als ontvangen.

Als mama heb ik dikwijls mijn kinderen moed toegesproken als ze ontmoedigd waren:
‘Kop op, alles komt uiteindelijk goed, geloof me maar.’
Alle ouders weten dat, we hebben immers al zoveel woelige waters doorzwommen.
Hemelse Vader en Christus weten dit ook:
‘Heb goede moed: Ik heb de wereld overwonnen.’ (Johannes 16: 33)

Ik heb een zoon waarvan ik niet meer kan tellen hoeveel ziekenhuisopnames hij al gehad heeft. Hij heeft er veel littekens aan over gehouden. Ik heb er ook een paar.
Soms schamen we ons voor onze littekens maar littekens kunnen echt wel iets betekenen. Iedereen wordt door het leven getekend, maar bij de één zijn die littekens duidelijker zichtbaar dan bij de ander. Die littekens doen er wel toe. Ze laten zien dat je geleefd hebt, dat je je niet voor het leven hebt verstopt.’ (Diana Golden)

Life is good despite the challenges,
life gets better and better
because of meeting life’s challenges head-on.
(Janet Lee)

Weer of geen weer, ik ga ervoor! Jij ook?

Bekijk hieronder het inspirerende verhaal van Stephanie Nielson:

 

Anderen en jezelf ontmoeten.

Heb je al eens goed naar mieren gekeken? Niet naar zo ééntje, of twee, die in jouw keuken op zoek gaan naar zoete voorraden, maar naar een hele nest tezamen.
Die ene (of enkele) in mijn keuken zijn geen lang leven beschoren (kwestie van de wetten in huis), maar buiten, in de natuur, is het fascinerend om die beestjes heen en weer te zien wriemelen. De mieren in mijn tuin zijn altijd druk bezig. Ik zie ze onder stenen, onder struiken en zelfs zomaar midden in het gras. Sommigen slepen met een dennennaald – vraag me niet waarom, misschien maken ze er wel een mierenbezem van. Met wat geluk zie ik ze een dode vlieg naar hun nest slepen – geen wonder dat ze mijn keuken liever bezoeken. Af en toe merk ik een hele mierenstraat op: ze kruipen allemaal snel achter elkaar – net als auto’s tijdens het spitsuur op onze wegen. Maar heel soms gebeurt het dat twee mieren blijven staan. Ze voelen met hun voelsprietjes aan elkaar en het lijkt alsof ze kennismaken.

Ik moest aan ons, de mensheid, denken. We zijn ook allemaal druk bezig in onze nesten. We slepen voedsel, kleding en allerlei andere nuttige en nutteloze dingen ons huis binnen. We stappen achter elkaar op het voetpad en wachten in een rij aan de kassa. Maar af en toe staan we ook stil, geven een hand of een knuffel, slaan een praatje, of stappen arm in arm verder.
In ons leven kruisen we geregeld het pad van een ander mens.
Soms is het een toevallige ontmoeting.
Zo ontmoette ik onlangs een vroegere klasgenoot die het heel grappig vond dat ik rimpeltjes had (het was meer dan 30 jaar geleden dat we elkaar gezien hadden).
Toevallige ontmoetingen kunnen heel leuk zijn, maar soms ook heel vervelend. Op reis kan je fantastische mensen ontmoeten aan de ontbijttafel, in een museum, aan het zwembad, op een bergtocht, … Ik hou mooie herinneringen aan koppels die op vakantie even mijn pad kruisten: de fijne gesprekken, de grapjes aan tafel, de politieke babbel.
Maar af en toe was zo’n toevallige ontmoeting ook ronduit verschrikkelijk. Je herkent misschien ook wel de situatie dat onbekende mensen naast je komen staan tijdens een receptie en alleen maar zelf aan het woord zijn, of kritiek voeren op van alles en iedereen. Als ik denk dat ik genoeg ‘geleerd’ heb uit die situatie, dan pas ik heel discreet de ‘verdwijntruc’ toe in de hoop dat een andere ontmoeting aan dat tafeltje wat verder véél meer voldoening zal geven.

Als je iemand ontmoet
wiens ziel niet op één lijn zit met de jouwe,
zendt deze dan je liefde en ga verder.
(onbekend)

Naast de toevallige ontmoeting heb je ook de vluchtige, zoals gisteren, toen de Bofrostman aan de deur belde en ik te veel ijsjes voor in de diepvries kocht van hem (misschien zat zijn verkopersglimlach er voor iets tussen, maar ik verdenk eerder de hitte waar de zon al enkele dagen te kwistig ons landje mee bedient).
In elk geval, vluchtige ontmoetingen hebben we heel dikwijls: met de postbode, de bakker, de beenhouwer, de kassierster,… noem maar op. Heel veel mensen kruisen vluchtig ons levenspad, zoals medepassagiers in een trein bijvoorbeeld. Maar kunnen we dat een ‘ontmoeting’ noemen? Ik denk meestal niet, soms wel. Zoals die onbekende dame die, net voor ze van de trein afstapte, naar me toestapte en glimlachend zei: ‘Proficiat mevrouw met uw kinderen, dat zie je niet zo gauw meer op de trein.’
Mijn dag was goed, en niet alleen omdat ze me jonger schatte – het waren mijn kleinkinderen- maar gewoon omdat een onbekend iemand waardering uitsprak.
Een woord van dank, een goedkeurende blik, een glimlach, een blijk van waardering, … dit alles maakt een ‘vluchtige ontmoeting’ de moeite waard.

Het is heerlijk
de blik van een vriendelijk mens te ontmoeten.
(Euripedes)

Er zijn ook ontmoetingen die we plannen, sommige zelfs op heel geregelde basis. Ik denk aan familiefeestjes, vriendenbezoekjes, en zelfs doktersafspraken. Die laatste ontmoeting is misschien wat afstandelijker, maar kan ook boeiend zijn en in veel gevallen levensnoodzakelijk.
Maar zelfs een geplande ontmoeting is dikwijls geen èchte ontmoeting.
Wanneer kan je spreken van een echte ontmoeting? Volgens mij moet die voldoen aan een paar punten:
– de persoon ècht zien,
– ècht luisteren,
– willen ontdekken en de moeite doen om te weten te komen waar die persoon voor staat, waar hij voor gaat, wat hij belangrijk vindt, wat er in hem leeft.

In een echte ontmoeting zit dus een hele opdracht, een spontane ongedwongen opdracht. Het is geen huiswerk, of een lijstje afwerken, maar diepe menselijke interesse. Prinses Diana zei:

Ik wist wat mijn werk was;
het was er op uit te gaan
en de mensen te ontmoeten
en van hen te houden.

Is dat niet het werk van elke mens?
Wat zijn zo een paar van die echte ontmoetingen in mijn leven geweest?
Eerst en vooral springt er de ontmoeting van mijn man omhoog. Ergens in Averbode ontmoette ik een knappe jonge man met donker haar en blauwe vriendelijke ogen. Na een eerste aarzelend gesprek volgden er veel meer. Deze ontmoeting is nog steeds niet afgelopen. Ze is breder, dieper, ruimer en mooier geworden dan die eerste toevallige ontmoeting. Na 40 jaar huwelijk kijk ik nog steeds in de mooie ogen van mijn man. Ik doe mijn best om goed naar hem te luisteren. Mars en Venus zijn in die 40 jaren al veel dichter bij elkaar gekomen. Ik weet zo stilletjesaan wel wat er leeft in mijn beste maatje en ik weet waar hij voor staat. Maar ik wil dingen in zijn ziel blijven ontdekken. Die eerste ontmoeting met mijn man is een samensmelting geworden die zich tot in de eeuwigheid zal uitstrekken.

When men and women are able
to respect and accept their differences,
then love has a chance to blossom.
(John Gray)

Bij echte ontmoetingen denk ik ook aan mijn echte vrienden: die speciale klasgenote, die meelevende collega, geestelijke reuzen in de kerk, … Soms lopen onze wegen nog dicht bij elkaar, soms hebben ze een andere wending genomen, en soms hebben onze paden zich weer gekruist. Er zijn diepe wekelijkse ontmoetingen geweest met veel ‘meidengeklets’, ‘filosofisch gebabbel’, en  zielverheffende gesprekken.
Sommige van die ontmoetingen kregen een vervolg in de nieuwe technologie, anderen zijn verwaterd en opgedroogd. Soms, als onze levenspaden weer kruisen en er een ontmoeting – gepland of verrassend- gebeurt, dan vallen tijd en afstand weg en knuffelen onze lichamen en zielen alsof er nooit een verwijdering was.

Onder echte ontmoetingen vallen natuurlijk ook de interacties met mijn kinderen en kleinkinderen. Toch blijft het opletten dat ook die samenkomsten uit mijn ziel moeten komen.

De ontmoeting met een goed mens
blijft altijd een mooie herinnering in ons leven.
(André Demedts)

Misschien moeten we ook wat meer durven in onze ontmoetingen. Sommige mensen zijn heel sociaal, maar anderen koesteren het eiland-gevoel. Ik zit er zo’n beetje tussen en heb af en toe wel een duwtje nodig. Zo was onlangs een Amerikaans gezin op zoek naar onderdak voor een paar dagen. Het ‘zouden we’ of ‘zouden we niet’ spelletje werd een ‘Ja, we doen het!’
Onbekende mensen gepland ontmoeten is een aftasten en aanvoelen. Het naambordje met een glimlach aan de uitgang van een station opende de deuren van zien, luisteren en ontdekken. Het zorgde voor een verrijkende ontmoeting en  een nieuwe vriendschap. Onze paden hebben even gekruist, de herinneringen zullen nazinderen.

Laten we elkaar altijd ontmoeten met een glimlach,
de glimlach is het begin van de liefde.
(moeder Teresa)

Ik wil het nog over twee andere ontmoetingen hebben die heel belangrijk zijn: die met God en die met onszelf.
Beide ontmoetingen kunnen gepland zijn, maar kunnen evengoed verrassend toevallig gebeuren. Beide zullen nooit vluchtig zijn, maar een onuitwisbare indruk achterlaten.
Er zijn mensen die God ontmoeten in de grootste pijn en hartzeer, in de bitterste omstandigheden; anderen ontmoeten hebben in de grootste schoonheid en vreugde. Weer anderen zoeken hem zelf op. Ik heb God ontmoet in deze drie situaties: in een ziekenhuis, in een rouwproces, in een lieflijke bergvallei, aan zee, in onze tuin, in Gods huis.
Een ontmoeting met God moet aan dezelfde voorwaarden voldoen als met een menselijke ontmoeting. Je moet Hem zien, naar Hem luisteren en Hem ontdekken.
Een ontmoeting met God verandert je leven, compleet. Een ontmoeting met God hoeft niet eenmalig te zijn, maar kan de eeuwigheid omvatten.
Ik denk dat voor we God ooit kunnen ontmoeten we eerst onszelf moeten ontmoeten.
Jezelf ontmoeten is geen gemakkelijke opdracht. Multatuli schreef al:

Ik wou mezelf gaarne eens ontmoeten om te weten hoe ik me beviel. Maar ‘k moet bijzonder goed gehumeurd wezen op die dag, want ik hou niet van onaangenaamheden.

De spiegel toont slechts één aspect van ons zijn, maar wel een waar de media het meest belang aan hecht. Het is goed om eens een gesprek met je spiegelbeeld te voeren (misschien best een tijdstip kiezen dat je alleen bent, of men denkt nog dat je te lang in de zon gezeten hebt). Durf jij jezelf de volgende vragen stellen? En, deze lijst is zeker niet compleet:

Ben ik dat écht? Of verberg ik me onder allerlei crèmes en kleurtjes?
Laat ik Facebook bepalen hoe ik eruit zie?
Wie ben ik eigenlijk?
Waar sta ik voor?
Ben ik gelukkig?
Wat maakt me gelukkig?
Wat maakt me ongelukkig?
Kan ik daar zelf iets aan doen?
Waar leef ik voor?
Wat vind ik belangrijk?
Op wie wil ik echt lijken?
Moet ik iets veranderen?

Jezelf ontmoeten, daar is durf voor nodig. Mensen deinzen nergens zo voor terug als voor een ontmoeting met zichzelf (Fritz Muliar).

Een gesprek met jezelf voeren kan een hele openbaring zijn. Het kan een opluchting zijn. Het kan het begin van een nieuw leven zijn. Het kan bevrijdend zijn. Het kan bevestigend zijn.
Jezelf ontmoeten opent de weg naar echte ontmoetingen.

Alleen wie bij zijn eigen zelf is gekomen,
kan de ander werkelijk ontmoeten.
(Martin Buber)

De zomertijd is een unieke tijd om vluchtige ontmoetingen een kleurtje van begrip en liefde te geven, om toevallige ontmoetingen de kans te geven een gouden randje toe te voegen aan je leven, en om diepe, echte ontmoetingen tijd en zuurstof te geven.
Ik ben dankbaar voor alle ontmoetingen in mijn leven. Voor de bittere, omdat ze me iets leerden over mezelf en de wereld om me heen. Voor de zoete, omdat ze me verfristen, opbouwden en versterkten.

We ontmoeten mensen niet bij toeval.
Zij kruisen ons pad voor een reden.

Ik kijk ook uit naar een ontmoeting die nog in de toekomst ligt: het weerzien met mijn overleden familie en vrienden. Ik weet nu al dat die ontmoeting heel intens zal zijn.

Zullen wij elkaar ontmoeten aan de overzij van ’t meer?
Waar de golven zachtjes kabb’len, want daar zijn geen stormen meer.
Ja, ik zal, ja, ik zal, ja, ik zal u daar ontmoeten
en met blijdschap u begroeten aan de overzij van ’t meer.
(Horace L. Hastings)

Ik wil deze vakantiemaanden mijn vluchtige, toevallige en geplande ontmoetingen kruiden met echtheid. En jij?

Geniet van het leuke filmpje en de prachtige lofzang:

Fonteinen en afvoerbuizen.

fonteintje in tuin

In de warmte van de afgelopen dagen heb ik enkele dingen opgemerkt. Als de temperatuur boven een bepaald streepje een feestje bouwt, zoeken mensen water op: de zee, het zwembad, fonteinen, douches,… Levende wezens houden van sprankelend water. Het geeft verkoeling en biedt een zekere rust. Aan een waterpartij zit je zelden alleen, maar meestal is het goed gezelschap.
Volwassenen voelen zich even weer kind als ze met hun voeten in het water staan en het zijn niet alleen kleine kinderen die het leuk vinden over golven te springen of watergevechten uit te lokken.
Fonteinen vinden niet voor niets een plaatsje in vele parken en tuinen. Ze vormen een aantrekkingskracht voor picknick- dekens, zitbanken en heerlijke babbels, meestal vergezeld met frisse hapjes en drankjes.

Als de temperatuur te zwoel wordt, worden sommige lontjes korter. wolken sluieren de zon, onweerswolken pakken samen en bliksemschichten knallen door de lucht. Er zijn mensen die rapper uit hun slof schieten, of die beginnen zagen en klagen tot men hoofdpijn heeft (en die wordt dan op het weer gestoken).

Terwijl ik zit te genieten aan het kleine fonteintje in onze vijver, komt me een beeld voor ogen uit het boek van  Greg Trimble : ‘Dads who stay and fight’. Hij verdeelt de mensen in twee categorieën: er zijn fonteinen en er zijn afvoerbuizen.
Fonteinen sprankelen, ze geven leven, blijdschap en gelach aan ieder die hen omringt.
Afvoerbuizen hangen in donkere hoekjes, uit het zicht, altijd nemend, nooit gevend. Ze braken smerigheid en lelijkheid. Ze worden vuil en mensen struikelen er wel eens over.
Niemand neemt een foto van een afvoerbuis als herinnering voor later. Maar fonteinen, die worden ingekaderd, komen in foto-albums en blijven mooie herinneringen.

Soms zijn we afvoerbuizen en voelen we ons niet goed in ons vel. Maar wanneer we veranderen in een fontein, dan zijn we gelukkig.
De wereld zit vol afvoerbuizen. Een afvoerbuis zijn kost minder moeite dan een fontein zijn. Afvoerbuizen spenderen heel veel tijd om te zoeken waar het puntje op de i ontbreekt en waar de t geen streepje heeft. Bij zichzelf dat puntje of dat streepje zetten, is niet echt belangrijk. Maar ze houden ervan om anderen te wijzen op hun i’s en t’s. Ze zoeken voortdurend fouten bij een ander, geven bakken kritiek en trekken mensen naar beneden. In een moment van woede of met een verkeerde uitspraak vernietigen ze datgene waar jaren aan gebouwd is. Het zijn mensen die op de uitkijk staan om, wanneer er iets misgaat, zich erin vast te bijten. Elke moeilijke situatie in hun leven beschouwen ze als een persoonlijke aanval en ze denken dat iedereen hen wil kwetsen. ‘Ik zal hen terug pakken’ is hun houding en ze trekken een lijn en wachten tot iemand die oversteekt (of bijna) zodat ze kunnen uitvliegen.

Mensen onthouden de dingen die je zegt en vergeten het moeilijk. Wonden aan de ziel kunnen lang etteren.
In de bijbel in Jacobus 3 staat een prachtig stukje geschreven over ‘woorden zeggen’. Jacobus vergelijkt de tong, een heel klein lichaamsdeel, met het roer van een schip en met een klein vuur dat een hele hoop hout kan aansteken.
Het is voor iedereen een opdracht om aan dat kleine lichaamsdeel te werken.

Want wij struikelen allen in veel opzichten.
Als iemand in woorden niet struikelt,
is hij een volmaakt man,
die bij machte is
om ook het hele lichaam in toom te houden.
(Jacobus 3: 2)

We zullen allemaal inspanningen moeten leveren om opbouwende en bemoedigende woorden te spreken, om anderen niet naar beneden te halen, te roddelen, te mopperen of te klagen. Klagen maakt zelden dingen beter, maar bijna altijd maakt het de dingen slechter.

No misfortune is so bad
that whining about it
won’t make it worse.
Jeffrey R. Holland

Afvoerbuizen klagen en zagen. We hebben misschien allemaal wel eens een ‘Calimero’ houding, je weet wel, dat kuikentje dat alles zo oneerlijk vindt. En jazeker, iedereen heeft problemen en we voelen ons allemaal wel eens oneerlijk behandeld. Maar soms zitten we zo verstrengeld in die gedachte van ongelijkheid en oneerlijkheid, dat we meer tijd spenderen aan het klagen er over, dan er iets aan te doen.

Wees niet zo zwaarmoedig.
Ik weet dat je misschien
in de problemen zit.
Maar blaas ze niet op tot
grote, zwarte regenwolken,
die je hele hemel verduisteren.
Je hoeft geen superoptimist te zijn,
maar voor een zwartkijker
gaat de zon ’s morgens onder.
(Phil Bosmans)

Klagen heeft ook wel zijn nut. Het is belangrijk om problemen aan te kaarten en je hart te luchten. Maar als dat klagen een gewoonte en een levenshouding wordt, dan is het mis. Problemen moeten we niet ontkennen, maar we moeten er niet te pas en te onpas over zeuren en ze in elk paar oren dat we tegenkomen luid bazuinend trompetten. Een mens zou er doof van worden, of op de vlucht slaan.
William Shakespeare merkte lang geleden al op:

Klaag niet om wat gij niet verhelpen kunt,
poog te verhelpen wat u klagen doet.

In hedendaagse taal zou hij zeggen: ‘ Als je zelf geen moeite wil doen om iets te veranderen, dan moet je er ook niet over zeuren.’
Isaiah Hankel zei het zo: ‘Get your head on right. If you’re having a bad day, stop whining about it and start taking action. First – adjust your attitude. Decide to be happy, not sad. Decide to be powerful, not weak. Decide to be part of the solution, not part of the problem. The shortest distance between a crap day and a great day is a decision to adjust your attitude. One decision. Works every time.’

O ja, wat betreft de super zomerse temperatuur, we moeten echt niet klagen over het weer: dat het te warm is, of te nat, of te koud. We moeten beseffen dat als het weer niet af en toe omsloeg, er negen op de tien mensen nooit een praatje zouden kunnen beginnen (K.M.).

Alle gekheid op een stokje, klagen kan wel eens, heel af en toe, maar om fonteinen te worden, mogen we geen zeurkous zijn.

Iedereen wil rond een fontein zijn.

Iedereen houdt van fonteinen.

Dus word een fontein!

 

Zomerse tip: boek ‘Dads who stay and fight’  – Greg Trimble

uitstap: de Tuinen van Annevoie: een van de mooiste watertuinen van Europa met tientallen watervallen, fonteinen, bassins en vijvers. (halverwege tussen Namen en Dinant).

Kies voor bezigheden op z’n ‘arends’.

‘Met al jouw bezigheden verveel jij je je wel nooit, zeker?’
Dat is een vraag die ik al dikwijls op mijn pad ben tegengekomen. Heb ik veel ‘bezigheden’? Natuurlijk, daar bestaat geen twijfel over. Als ik alleen maar denk aan de dingen die ik gisteren allemaal deed: uitslapen, mailtjes beantwoorden, verjaardagswensen versturen, een boek lezen, online nieuws lezen, Facebook checken, winkelen, blog schrijven, vrienden bezoeken, een belletje doen, vakantieplannen maken, harpen, bidden, mediteren bij onze vijver en daar van alles zien, schriften bestuderen, kleinkinderen van school halen, een romantisch cabrio-ritje maken met mijn man, en nog een boel alledaagse dingen die iedereen op zijn daglijst staan heeft. Wauw! Dat zijn inderdaad heel veel bezigheden! Dus, ik verveel me nooit? Mis! Ik heb zo van die dagen dat ik mijn draai niet vind. Er is zoveel dat ik kan doen, maar ik verveel me. Nu heb ik ergens gelezen dat dit geen kwaad kan, dat verveling creativiteit in de hand werkt. Oef!

Deze week was een van mijn bezigheden lekker lui, in de schaduw van onze kastanjeboom, het leven in onze tuin gade te slaan. Ik merkte dat mieren niets voor niets aan het woord ‘vlijtig’ gekoppeld zijn. Door al dat gewriemel voelde ik me bijna schuldig in mijn tuinzetel. Een kleine watersalamander slalomde traagjes tussen honderden dikkopjes die kronkelend in de vijver een of andere zwemles kregen. En omdat ik zo stil was mocht ik getuige zijn van een spetterend badritueel van een winterkoninkje, een merel en enkele meesjes. De eerste blauwgetinte waterjuffers dansten vlak voor mijn neus een frivool ballet en de goudvissen hapten ondeugend naar de ‘schaatsende rijders’. Enkele citroenvlinders en een verloren blauwtje zochten onvermoeid naar de lekkerste bloemen. Boven mijn hoofd zweefde een ‘miauwende’ buizerd tussen de wolken die af en toe verstoppertje speelden met de zon.
Ik voelde me heerlijk ontspannen. Onze tuin heeft weinig ‘inkijkgaten’ en dus voel ik me niet gegeneerd om deze ‘luie-zetel-bezigheid’ af en toe eens te kunnen doen. Niemand die een misprijzend kuchje laat of die op mijn vingers tikt om de strijk te doen.

Rest is not idleness,
and to lie sometimes on the grass under trees on a summer’s day,
listening to the murmur of the water,
or watching the clouds float across the sky,
is by no means a waste of time.
(John Lubbock)

We leven in een fantastische tijd! Moderne technieken hebben ervoor gezorgd dat we veel tijd uitsparen. Een machine doet de was en de vaat, het strijkijzer tovert in een mum van tijd alle kreuken weg, en ik moet maar even aan een knop draaien om te kokkerellen. Ik hoef geen uren te lopen om water te hebben en in de winkels ligt het eten al goed ‘voorgekauwd’ op mij te wachten. Ik vraag me ietwat schuldbewust af of mijn voorouders überhaupt wel ‘vrije tijd’ hadden. En wat doe ik met die uitgespaarde tijd? A propos, die technische snufjes leggen ook beslag op mijn tijd. Wat laat ik toe? Ben ik nog baas over mijn vrije tijd?

Consider how we use our time in the choices we make in viewing television, playing video games, surfing the internet, or reading books or magazines. Of course it is good to view wholesome entertainment or to obtain interesting information. But not everything of that sort is worth the portion of our life we give to obtain it. Some things are better, and others are best. Leisure time should be filled with the best activities rather than those that are merely good.
(Dallin H. Oaks)

Plato gaf al de wijze raad om onze vrije tijd goed te gebruiken. En Sogyal Rinpoche zei: ‘Over het algemeen verdoen we ons leven met eindeloze bezigheden die ons afleiden van wie we werkelijk zijn.’
We werken allemaal, sommigen krijgen er geld voor en anderen als het meevalt een gemeende dankjewel. Sommigen werken buitenshuis, anderen thuis. Sommigen zoeken naar werk, anderen zijn ziek of gepensioneerd. Maar allemaal houden we ons bezig met het een en ander.

What we do during our working hours
determines what we have;
what we do in our leisure hours
determines what we are.
(George Eastman)

In onze ‘bezigheden’ openbaren we wie we echt zijn. Ons karakter is niet volledig duidelijk op onze werkplaats alleen. Waar gaan we naar toe als ons werk gedaan is? Welke vrienden zoeken we op? Wat doen we? Dit alles samen, dat zijn wij in onze puurste vorm.
Ik las eens een verhaal over de arend en het zwijn van George H. Brimhall.

Kijk eens naar de arend. Deze vogel werkt net zo hard en efficiënt als elke andere vogel. Hij zorgt voor zichzelf en zijn jongen. Maar als het dagelijks werk gedaan is en de arend heeft tijd om te doen wat hij wil, kijk dan wat hij doet in zijn vrije tijd. Hij vliegt naar de hoogste sferen in de lucht, spreidt zijn vleugels en zweeft in de bovenste lucht, want hij houdt van de pure, zuivere atmosfeer en hogere hoogtes.
Kijk nu naar het zwijn. Dat dier graaft en wroet en zorgt voor zijn jongen net als de adelaar. Maar als het werk gedaan is en er is vrije tijd, wat doet het zwijn dan? Het zoekt de modderigste plek uit en rolt en draait zich in die vuiligheid, want daar houdt hij van.
De mens kan in zijn vrije tijd een adelaar of een zwijn zijn.’

Music, literature, art, dance, drama, athletics –
all can provide entertainment to enrich one’s life and further consecrate it.
At the same time, it hardly needs to be said that much of what passes for entertainment today
is coarse, degrading, violent, mind-numbing, and time wasting.
Ironically, it sometimes takes hard work to find wholesome leisure.
(D. Todd Christofferson)

Eens komt de dag dat ons ‘professionele’ werk stopt. Er vloeit ineens een zee van vrije tijd binnen. Ik denk dat we de invulling daarvan al bepalen in die periode van ons leven waar ‘vrije tijd’ heel wat schaarser is. In het boek ‘Mijn dinsdagen met Morrie’ van Mitch Albom heb ik iets wijs gelezen over het invullen van onze vrije tijd. Het is een mooi stukje waar de vroegere student van de professor geschokt is over hoe zijn vroegere leermeester de kwaliteit van zijn bezigheden behoedt en behoudt, zelfs op  het einde van zijn leven. Als hij langs een krantenkiosk gaat, krijgt hij volgende gedachten:

‘De mensen kochten die blaadjes gretig, ze verslonden het geroddel, en tijdens mijn vorige reisjes naar Engeland had ik dat ook gedaan. Maar om de een of andere reden dacht ik nu aan Morrie als ik iets onnozels of stompzinnigs las. Ik zag hem steeds voor me, daar in dat huis met de Japanse esdoorn en de houten vloeren, tellend hoeveel adem hij nog had, zoveel mogelijk genietend van ieder minuutje met zijn dierbaren, terwijl ik zovele uren besteedde aan dingen die mij persoonlijk niets zeiden: filmsterren, supermodellen, de meest recente uitlating van prinses Di of Madonna of John F. Kennedy Jr.
Ik was op een merkwaardige manier jaloers op de kwaliteit van Morries tijd, hoewel ik tevens het feit betreurde dat de voorraad ervan slonk.
Waarom hielden wij ons bezig met al die malligheid? Thuis was het O.J. Simpson-proces in volle gang en daar waren mensen die hun hele lunchpauze opofferden om ernaar te kijken en dan de rest op de band zetten zodat ze ’s avonds thuis verder konden kijken. Ze kenden O.J. Simpson niet. Ze kenden niemand die bij de zaak betrokken was. En toch gaven ze dagen en weken van hun leven op, verslaafd aan de tragedie van een ander.’

Spare minutes are the Gold-dust of time;
the portions of life most fruitful in good and evil;
the gaps through which temptations enter.

Mijn ‘bezigheden’ kunnen spontaan en gepland zijn. Ja, echt ook gepland, want ik wil zeker niet zijn als Jan,
Jan die bijna iedere dag naar de sportzaal ging,
maandag ging hij bijna,
dinsdag ging hij ook bijna,
en woensdag ook bijna,
en donderdag ook …
Vervang ‘sportzaal’ gerust door ‘muziek spelen, een boek lezen, ouders bezoeken, wandelen, Schriften studeren, met je kinderen spelen, of …
Ik heb ook veel nagedacht over de vraag die Russell M. Ballard stelde: ‘Is our diet of entertainment and recreation balanced with the food offered by Him who said: ‘Come unto me and ye shall partake of the fruit of the tree of life’?’

Those who decide to use leisure
as a means of mental development,
who love good music, good books,
good pictures, good plays,
good company, good conversation
– what are they?
They are the happiest people in the world.
(William Lyon Phelps)

Mijn ‘bezigheden’ zijn activiteiten die opbouwen (mezelf en anderen), die inspireren (mezelf en anderen), die me dichter bij mijn Hemelse Vader brengen. Het is de tijd die ik spendeer aan mijn lichaam en mijn geest, aan creativiteit en rust, aan familie, vrienden, vrijwilligerswerk, studie en aanbidding. Mijn bezigheden brengen harmonie in mijn soms chaotische  leven.
Hoe ouder ik word, hoe meer ik begin te beseffen hoeveel je in een uur niet kan doen, maar ook hoeveel je in een uur niet kan doen.
Net als jullie kleur ik dagelijks mijn ziel met mijn ‘bezigheden’. Ik probeer die kleuren goed te kiezen. Jij ook?

En neem van mij aan, een tijdje in een tuinzetel, op een terrasje of welk zalig nietsdoen ook, – dit is ook een mooie kleur!

What is this life if,
full of care,
we have no time
to stand and stare?
(William Henry Davies)

P.S Vergeet de adelaar niet!

Schoonheid: het leven in zijn fijnste essentie.

glasraam in de Paris Temple

Enkele dagen geleden kreeg ik een ‘schoonheidsinjectie’ in Versailles. Deze stad ligt ongeveer 20 km buiten Parijs en is zeker een bezoek waard.
Lodewijk XIV , de zonnekoning, bouwde er zijn koninklijk verblijf.
Vanop de ruime parking voelde ik me al overweldigd door dit reusachtige paleis met zijn verschillende bouwstijlen. De zon zorgde ervoor dat het bladgoud nog eens zo fel schitterde. Net zoals vele andere toeristen stond ik me te vergapen aan dit prachtige, spectaculaire paleis.
De tuin aan het Paleis ven Versailles is 100 ha en de grootste paleistuin van Europa. Mijn ogen wisten niet waar eerst kijken: bloemperken, bomen, fonteinen, beelden, bassins, het Grand Canal – een geometrisch patroon vol schoonheid.
Maar ik voelde er ook de arrogantie, de hoogmoed en de historische tragedie van opstand en bloedvergieten. Niettemin straalt het paleis en zijn tuin een zekere grandeur uit en of je nu voor deze stijl bent of niet, je kan niet ontkennen dat het een zekere schoonheid bevat.

Alles heeft z’n schoonheid,
alleen ziet niet iedereen
dat altijd.
(Confucius)

In datzelfde Versailles, niet ver van het paleis en zijn tuin, bezocht ik nog een ander prachtig gebouw: een tempel van de Kerk van Jezus Christus van de heiligen der laatste dagen. Het is een spiksplinternieuw gebouw en past qua bouwstijl perfect in deze historische plaats.
Aan de ingang las ik volgende woorden: ‘La Maison du Seigneur’.
Het paleis van de zonnekoning was mooi, maar in dit Huis van God moest ik bij zoveel schoonheid naar adem happen. Mijn ziel verheugde zich over sober, degelijk meesterwerk, over de glasramen bezaaid met Franse lelies en ik werd stil van de schoonheid van de schilderijen en de muurschilderingen. Ik voelde er eerbied, respect en een verlangen naar goedheid.

Er is niets dat meer rechtstreeks de ziel raakt,
dan schoonheid.
(Joseph Addison)

De dag van vandaag zien we echter rondom ons ook veel lelijkheid en domheid, en het beste middel om daaraan te ontkomen is om jezelf onder te dompelen in een wereld van schoonheid: in de wereld van de muziek en de kunst, in poëzie, in de natuur en zelfs in de gewone mens.
Ralph Waldo Emerson zei:

We kunnen de wereld afreizen
op zoek naar schoonheid,
maar we moeten haar in ons dragen
om haar te kunnen vinden.

Er is zoveel schoonheid in de wereld, maar je moet ze willen zien en er voor open staan. Ik herinner me nog hoe ik eens in de winter een les Frans heb stilgelegd en alle kinderen door de ramen naar de ondergaande zon liet kijken. De kleuren die de zonsondergang in de lucht toverde, had iedereen in zijn greep. Verschillende leerlingen wisten niet dat een zonsondergang zo mooi kon zijn. Het was een betoverend moment van schoonheid en daarmee bedoel ik niet alleen het schouwspel van de zakkende zon. De blozende wangen en de verrukte kinderogen, dàt was ook schoonheid.

De schoonheid der aarde is niet te koop,
zij behoort aan wie haar ontdekt,
haar begrijpt,
en haar weet te genieten.
(Henry Bordeaux)

Er is veel verschillende schoonheid. Maar heel wat mensen koppelen het woord ‘schoonheid’ aan een mooi lichaam. Echte schoonheid, wat is dat? Wat maakt iemand mooi? De wereld probeert ons te overtuigen dat cosmetica, parfum, juwelen, kleding, dieet en zelfs plastische chirurgie noodzakelijk zijn voor schoonheid. Sommige van deze dingen zijn wel leuk, maar ze kunnen alleen maar de uiterlijke verschijning veranderen. Ware schoonheid gaat dieper dan de dikte van je huid. Iemand die straalt van geluk en reinheid, reflecteert innerlijke schoonheid. Geen enkele oogschaduw, lippenstift of mascara kan het opnemen tegen de natuurlijke schoonheid van een echte glimlach. Zulk een glimlach tovert licht van binnen uit en zegt meer dan welke make up ook.

A smile
is the most beautiful curve
on a womans body.

Wie kent het sprookje niet van Sneeuwwitje?
‘Spiegeltje, spiegeltje aan de wand, wie is de schoonste van het land?’
De strijd om de schoonste te zijn, mondt in vele sprookjes uit tot een door jaloersheid gedreven complot.
‘In pageants there is only one declared the fairest of them all. But with the Lord there is no competition. All have an equal privilege to have His image engraven upon their countenance. There is no truer beauty.’ (Lynn G. Robbins)

Dat schoonheid van binnen zit, moeten we onderwezen krijgen, moeten we geloven en moeten we waar maken. De mens is een eeuwig wezen, de sterfelijkheid is onderhevig aan verval. Kijken we naar schoonheid door de eeuwige spiegel of door de sterfelijke?

De ware rijkdom van een mens is
het goede dat hij verricht in deze wereld.
Schoonheid is eeuwigheid die
naar zichzelf kijkt in de spiegel.
Maar jij bent eeuwigheid
en jij bent de spiegel.
(Kahlil Gibran)

Over smaak valt niet te twisten, maar tegenwoordig wordt wel eens schoonheid in het hoekje geduwd, terwijl lelijkheid op het podium staat. In ‘The Wanderer’ heeft Kahlil Gibran daar een mooi verhaal over neergeschreven. Misschien moeten we dit wel in gedachten houden als de media ons overspoelt met liedjes, literatuur en beelden waar de massa uitbundig op reageert, maar wat diep in ons een heimwee naar hogere schoonheid doet oplaaien.

Schoonheid en Lelijkheid ontmoetten elkaar aan het strand van de zee.
‘Kom, laten we gaan zwemmen’, zei de ene tot de andere.
Ze kleedden zich uit en gingen zwemmen in de zee.
Na een poos keerde Lelijkheid terug naar het strand. Daar trok ze het mooie gewaad van Schoonheid aan en wandelde weg, alsof er niets gebeurd was.
Wat later verliet ook Schoonheid de zee. Ze was zeer verbaasd dat ze haar kleren niet vond op de plaats waar ze die had neergelegd. Omdat ze niet wilde naakt lopen, trok ze de kleren aan die Lelijkheid had achtergelaten. Zo ging ze verder.
Maar tot vandaag verwarren de mensen de ene met de andere. Sommigen herinneren zich wel het gelaat van Schoonheid en herkennen haar, niettegenstaande haar lelijke kleed.
Sommigen kennen ook nog het gelaat van Lelijkheid. De mooie kleren waarmee ze zich nu kleedt, verbergen voor hun ogen haar werkelijke wezen niet.

Het criterium van ware schoonheid is,
dat zij toeneemt bij onderzoek,
van valse schoonheid,
dat zij vermindert.
(Fulke Greville)

Heel wat jongere en oudere meisjes hebben een minderwaardig gevoel over hun schoonheid. Als die ontmoediging van tekort schieten aan het ideale afgeschilderde beeld de kop op steekt, zouden we onszelf moeten proberen zien door de ogen van degenen die van ons houden. In die spiegel kijken kan ons helpen om ons beter in ons vel te voelen en ons ook zo te gedragen. Dit wordt soms het ‘Pygmalion effect’ genoemd, of ook wel het Rosenthal effect, naar het bloemenmeisje, Eliza Dolittle, uit de musical ‘My fair Lady’. Het is gebaseerd op het verhaal van de Romeinse dichter Ovidius over een beeldhouwer wiens gebeden verhoord werden toen zijn standbeeld van de ideale vrouw tot leven kwam. Eliza’s schoonheid was er altijd al, zij had alleen hulp van anderen nodig om die te ontdekken.
Misschien moeten we dit op de spiegel schrijven:

I’m no beauty queen,

I’m just beautiful me.

Als je dus de volgende keer aan mooie dingen denkt, vergeet dan ook jezelf niet!

 

Tip: uitstap Versailles
uitstap naar de bergen, de zee, de bossen, …
musical ‘My Fair Lady’

Vogels, nesten en nestwarmte.

Tussen de aprilse grillen door vliegen kleine en grotere vogels druk heen en weer door onze tuin. Mos wordt driftig uit het gras geplukt en takjes en twijgen verdwijnen in de lucht. Een schichtige huismus fladdert weg met een verweerd stukje touw in haar bek.De vogels zijn hun nesten aan het bouwen en verfraaien. Ik vind het geweldig dat ik mag genieten van dit lentespektakel.

To find the universal elements enough;
to find the air and the water exhilarating;
to be refreshed by a morning walk
or an evening sauntner …
To be thrilled by the stars at night;
to be elated over a bird’s nest
or a wildflower in spring –
these are some of the rewards
of the simple life.
(John Burroughs)

Een nest is een veilige plek om eieren te leggen en jongen groot te brengen. Het verschaft warmte en bescherming. Vogelnesten kunnen de vorm en grootte van een vingerhoed hebben of bestaan uit een gigantische hoop bladeren en aarde. Het kunnen meterslange donkere tunnels zijn of enorme platforms van twijgen.
Elk jaar vind ik wel ergens een snoezig nestje in onze hagen of bomen. Dat eksters onze dennenboom aan het inpalmen zijn, vind ik bedenkelijk. Ik heb het niet zo met grote nesten. Zo hadden we vroeger een rokerig probleem en moest er een gigantisch kauwennest uit onze schoorsteen gehaald worden.
Nesten zijn uniek aan elke vogelsoort. Vogels zijn op dat vlak misschien wel wijzer dan mensen. Een merel bouwt een nest voor merels, een zwaluw voor zwaluwen en een ooievaar voor ooievaars. Ze zijn niet jaloers op elkaars nest en proberen het ook niet na te bouwen. Stel je voor, een ooievaar die een nest bouwt zoals een boerenzwaluw.
Niettemin zijn nesten ware kunstwerkjes en heel vindingrijk. Soms is er een isolerende laag gras of dons, soms bekleed met veren of modder. De paradijsmonarch bouwt zijn nest van gras, maar plakt de boel aan elkaar met spinnenwebben. Huismussen gebruiken soms touw, papier en zelfs plastic. Karekieten bouwen riethalmen aan elkaar en Australische eksters gebruiken wol die ze uit de rug van een schaap trekken.
Nesten bouwen is hard werken. Sommige vogels maken meer dan duizend vluchten om voldoende nestmateriaal te verzamelen.

Vogels kunnen ons
heel wat leren over
ons eigen nest.

Als ik een vogel zie broeden dan komt het woord ‘nestwarmte’ in mijn gedachten. Nestwarmte is een behaaglijk gevoel van warmte en geborgenheid. Het heeft weinig te maken met de structuur of grootte van je mensennest, maar alles met liefde en aandacht.
Nestwarmte is niet iets uit lang geleden romantische tijden;
Nestwarmte is een thuis hebben waar je jezelf mag zijn;
Nestwarmte is een toevluchtsoord voor donkere dagen;
Nestwarmte is een bescherming tegen de boze wereld;
Nestwarmte is waar je de geluiden herkent:
het kraken van de trap,
het piepen van een deur,
het tikken van opa’s klok,
zachte muziek,
vrolijke dansmuziek en stoelen die plaats maken.
Nestwarmte is de geur van boeken;
Nestwarmte is een verhaaltje voor het slapen gaan;
Nestwarmte is knielen en vouwen van armen;
Nestwarmte is helpen, lachen, knuffelen, huilen en troosten;
Nestwarmte is daar waar liefde heerst.

Zoals alle levende wezens hebben kinderen nestwarmte nodig
om hun persoonlijkheid harmonisch te kunnen ontwikkelen.

Net zoals een vogel hard moet werken aan zijn nest, zo verschijnt nestwarmte ook niet uit het niets. Men moet veel tijd en energie steken om van een huis een thuis te maken, om nestwarmte de kans te geven zich binnen de muren te kunnen nestelen.
Natuurlijk doen miljoenen ouders hun best om ervoor te zorgen dat hun kinderen zich gewenst en bemind voelen. Toch blijven er problemen die ons hulpvermogen te boven gaan: in sommige delen van de wereld is er door een gebrekkige economie en politiek ontoereikende gezondheidszorg, weinig of geen onderwijs, onvoldoende voedsel, kinderarbeid en slechte levensomstandigheden. Gelukkig is het lot van vele kinderen verbeterd door talloze organisaties en privé-initiatieven, maar we moeten alert blijven ook in ons eigen land. Het gezin is het fundament van de maatschappij, dat mogen we nooit vergeten of niet geloven.
In 2013 kregen hier meer dan 27 000 kinderen en jongeren te maken met de bijzondere jeugdzorg. Dat is verschrikkelijk!
‘Een paar honderdduizend Vlaamse kinderen nemen niet alleen een aanzienlijk deel van het huishouden op zich, ze zorgen ook voor hun vader of moeder. 20 000 à 40 000 van hen zijn jonge mantelzorgers, die een ouder met een handicap of chronische ziekte bijstaan. Bij de anderen gaat het om ernstige psychische problemen of een verslaving.’ (Knack nr. 13 2017)
Zorgen voor je kinderen is meer dan een dak boven het hoofd, eten en bescherming bieden. Het is even belangrijk ze te leren wat hoop is, ze nestwarmte te geven en een gevoel van stabiliteit en zekerheid te bieden.(Ronny Mousse)’

Zorg ervoor dat het gezin de plaats is
waar kinderen het anker kunnen vinden
dat ze in deze moeilijke tijd nodig hebben.
(Harold B. Lee)

Probeer je even voor te stellen welk een warme maatschappij we zouden hebben moest er in alle gezinnen respect en liefde zijn tussen ouders en kinderen; moest er thuis vriendelijk en rustig gesproken worden, moesten kinderen kunnen opgroeien met een gevoel van waardering en dankbaarheid.
Vogels alarmeren elkaar wanneer er gevaar dreigt. Is het niet nodig dat wij ‘onze broeders hoeder’ blijven? Oog hebben voor de problemen dichtbij onze deur en een helpende hand toesteken, nestwarmte doorgeven …
Gordon B. Hinckley zei:
‘Ieder kind, en daar zijn weinig uitzonderingen op, is het voortbrengsel van een gezin, goed, slecht of onverschillig. Als kinderen opgroeien, wordt hun leven in grote mate een weerspiegeling en voortzetting van alles wat ze thuis leren. Als men daar ongevoelig met elkaar omgaat, elkaar uitscheldt, woede-uitbarstingen heeft en niet trouw aan elkaar blijft, zullen de vruchten duidelijk te zien zijn, en waarschijnlijk wordt dat in de volgende generatie herhaald. Als er daarentegen verdraagzaamheid heerst, vergevingsgezindheid, wederzijds respect, inschikkelijkheid, vriendelijkheid, medeleven en barmhartigheid, zullen ook die vruchten duidelijk te zien zijn, en die zullen een eeuwige oogst opleveren. Ze zullen positief, aangenaam en fijn zijn. Als ouders barmhartigheid tonen en leren, zal dat in het leven en het gedrag van de volgende generatie herhaald worden.’

May we make of our homes
sanctuaries to which our family members
will ever want to return.
(Thomas S. Monson)

Het doorbreken van een cirkel zonder nestwarmte is moeilijk, maar kan! Waar een wil is, is een weg!

Ik passeer nog dikwijls het huis waar mijn kinderen opgegroeid zijn. Als ik de klok in mijn geheugen dan even terugdraai, dan vullen warme gevoelens van liefde, genegenheid en dankbaarheid mijn hart. Ja, soms zakte de temperatuur wel eens een paar graden, maar daar was nestwarmte:
de koekoeksklok die elk half uur riep;
de geur van wafels, tomatensoep, versgebakken brood en fondue;
de stemmen van ouders en kinderen,
van familie en vrienden;
het samen aan tafel;
het bidden en smeken;
het knuffelen en lachen;
het chillen en spelen;
de schoenen in het schoenrek;
de jassen aan de kapstok;
de foto’s aan de muur;
de tientallen boeken;
de reusachtige kerstboom;
de magnoliaboom in bloei;
de vissen in de vijver;
de poes die rond je benen draaide.

Het huis waar we nu wonen is kleiner en ziet er anders uit, maar wordt dagelijks aangevuld met warmte. De koekoeksklok roept nog steeds en in de keuken hangen geregeld geuren van heerlijke maaltijden, de stemmen van mijn man en mezelf vullen meestal de ruimte, maar ook die van de kinderen, de kleinkinderen, familie en vrienden vinden hier hun weg. Twee plaatsen aan tafel is de norm, maar meer dan af en toe worden stoelen bijgezet. Bidden en smeken gebeurt nog steeds. Er staan nu wel minder schoenen op het rek en de jassen hangen al helemaal niet meer op een rijtje in de gang. Foto’s van kinderen, kleinkinderen en dierbaren staan op de kast. De kerstboom is kleiner en in plaats van een magnolia staat er een pracht van een kastanjeboom in de tuin. Vissen zwemmen ook hier in een vijver en hebben het gezelschap van salamanders en oekedoelekens. En het is de poes van de buren die nu rond mijn benen komt draaien. Nestwarmte? Ja, hoor!
Ik las ergens dat nestwarmte is wat blijft als je weggaat, wat wacht tot je komt. En pas als de kuikens gevlogen zijn en het nest uiteenvalt, dan pas wist je ‘dit was thuis’.

May your walls know joy
may each room hold laughter
and may every window open
to great possibility.

In een wereld waar nestwarmte misschien ouderwets, nostalgisch of naïef overkomt, doe ik een warme oproep om zelf in je hart die warmte te laten beginnen.
Vertel de mensen van wie je houdt dat je van ze houdt. Wanneer was het de laatste keer dat je je partner in je armen nam en zei: ‘Ik zie je graag’? Wanneer was het de laatste keer dat je je kinderen een warme knuffel gaf? Wanneer was het de laatste keer dat je je ouders verteld hebt dat je van hen houdt?
Zeggen ‘ik hou van jou’ is slechts het begin. We moeten het menen en tonen. Liefde moet zowel uitgedrukt als getoond worden.
Begin er vandaag aan, stel niet uit tot morgen. Er komt een dag waarop voor iedereen onder ons er geen ‘morgen’ meer zal zijn.

Nestwarmte creëren en doorgeven is echt niet zo moeilijk. Doe zoals Phil Bosmans schreef:

Mensen en dingen de adem inblazen
van je eigen warm mensenhart
om ze zo tot leven te brengen.

Nestwarmte …