Pasen is het belangrijkste feest in de christelijke wereld. Op die dag vieren de christenen de verrijzenis van Jezus, zijn opstanding uit de doden. Het is een dag van hoop op en geloof in een eeuwig leven.
The day the Lord created hope
was probably the same day
He created spring.
(Bern Williams)
Het woord ‘Pasen’ komt van het Syrisch-Arabisch ‘Passah’ wat staat voor huppelen en dansen. Het is een feest omdat de zon de overwinning behaald heeft op de donkere wintermaanden. Licht dat duisternis overwint, een fantastische reden om te huppelen en te dansen, toch?
Er is ook het Pesach, een van de belangrijkste feesten van de Joden. Het Joodse volk herdenkt dan de uittocht uit Egypte, waar ze enkele duizenden jaren geleden in slavernij veel lijden en miserie ondervonden, en waar de God van Israël hun een nieuw leven gaf. Bevrijding uit slavernij en een nieuw leven … geweldig toch om te herdenken en te feesten?
Er is ook een heidens lentefeest ter ere van Eastra of Ostara, de Germaanse godin van de lente en de groei. Vandaar het Engelse woord ‘Easter’. Alles zien groeien en bloeien, een fijne tijd om allerlei feesten te organiseren toch?
Spring is nature’s way of saying:
‘Let’s party!’
(Robin Williams)
Toen ik klein was brachten de paasklokken de paaseieren. Nu brengt vooral de paashaas die chocolade lekkernij.
Volgens de katholieken vliegen de klokken op witte donderdag hun kerktoren uit richting Rome. Daarom hoort men op de dagen voor Pasen geen kerkklokken luiden. Op Pasen keren ze vreugdevol terug en strooien onderweg eieren voor de kinderen. Mijn ouders riepen dat ze de klokken hadden zien vliegen en dan stormden mijn broer, mijn zussen en ik onze tuin in om eieren te zoeken.
De protestanten moesten van een reis naar Rome niets weten en kozen een ander symbool voor de paastijd: de paashaas.
Ik hoor je al vragen ‘Waarom geen paaskonijn?’
Het blijkt dat de haas vruchtbaarder en waakzamer is dan het konijn. De eitjes mogen niet breken en moeten goed verstopt worden, daarom is het de paashaas die druk in de weer is op Pasen.
Klokken of hazen, ze brengen allebei eieren want die zijn al eeuwen symbool voor vruchtbaarheid en nieuw leven. Ook waren ze voor het gewone volk na 40 dagen vasten een echt feest om te eten.
Iedereen heeft in zijn kindertijd wel eieren gezocht, denk ik. Ik vond het magisch en spannend. Mijn kinderen waren ook enthousiaste zoekers en het is een plezier om de kleinkinderen achter alle struiken en bomen, onder stoelen en banken, de eitjes te zien zoeken. Soms wel eens zonder hun besef een ‘dubbel’ gezoek, want de ‘paashaas’ verstopte in ’t geniep de gevonden eitjes opnieuw.
Af en toe gebeurt het wel eens dat een eitje op Pasen niet gevonden wordt en dat pas dagen later een leuke vondst wordt gedaan, of dat een gesmolten chocolade brei de verstopplaats verraadt.
Het verstoppen van eieren gaat honderden jaren terug in de tijd.
Boeren begroeven kippeneieren in hun akkers in de hoop dat ze hun vruchtbaarheid zouden doorgeven aan de grond. Het is pas in het begin van de 20ste eeuw dat chocolade paaseieren in de mode raakten.
Wie heeft er geen eieren beschilderd?
Ik herinner me nog dat het uitblazen van de eieren een heel karwei was. We moesten meestal zo’n zes uitgeblazen eieren (per kind!) meebrengen naar school, waarschijnlijk met het idee om toch één ei heelhuids terug thuis te kunnen brengen. Mijn vader was het ‘blaasslachtoffer’. Ik heb het wel eens geprobeerd hoor, zo’n ei uitblazen langs een piepklein gaatje. Het leverde alleen een vuurrood hoofd met bolle wangen en uitpuilende ogen en meestal een kapot geknepen ei op. Maar het schilderen en versieren vond ik leuk, ook het pannenkoekenfestijn, de eierkoeken en de cake gemaakt van het binnenste van de eieren.
Onze voorouders geloofden dat ze de kracht van eieren konden versterken door ze te beschilderen. Ze gebruikten vooral felle kleuren om het contrast te beklemtonen tussen de grauwe winter en de uitbarsting van kleur in de lente.
Easter is more than
eggs and candy.
Ik las ergens over een paastraditie die ontstond na de Tweede Wereldoorlog. De communistische partij wilde dat men aan de kinderen onderwees dat er geen God was. De grootmoeders maakten zich serieuze zorgen dat hun nakomelingen zouden opgroeien zonder iets te weten over Jezus Christus. Dus hielden ze elk jaar op Pasen een middernachtmis. Daarna bleven de kinderen de hele nacht op om eieren rood te kleuren. Voor het Servische volk waren deze rode eieren het symbool voor het eeuwige leven van Jezus Christus. Want volgens sommige legendes had Maria Magdalena witte eieren bij het graf van Christus achtergelaten en die eieren waren na de opstanding rood geworden. In Servië gingen de mensen de ochtend na de middernachtmis van deur tot deur. Degene die op de deur klopte zou zeggen: ‘Christus is verrezen.’ De persoon aan de andere kant van de deur zou antwoorden: ‘Inderdaad, Hij is verrezen.’ En dan zou hij de bezoeker een rood ei als geschenk geven. Het rode ei betekende geluk. Elk gezin gaf zo’n rood ei een speciale plaats in huis tot de volgende Pasen.
The tomb of Christ is famous
because of what it
DOES NOT CONTAIN.
(Sam Morris)
En daarbij kom ik dan aan mijn persoonlijke mening over Pasen. Ik weet echt dat Jezus Christus uit de dood verrezen is. Ik ben geen theoloog die je met allerlei diepzinnige woordspelingen een uiteenzetting komt geven over het ‘bovennatuurlijke’.
Ik geloof dat op de derde dag na de kruisiging van Jezus er een grote aardbeving was. De zware grafsteen was weggerold. Enkele vrouwelijke discipelen kwamen vroeg in de morgen naar het graf en brachten specerijen mee:
‘Zij nu vonden de steen afgewenteld van het graf. En toen ze naar binnen gegaan waren, vonden zij het lichaam van de Heere Jezus niet. En het gebeurde toen ze daarover in twijfel waren, zie, twee mannen stonden bij hen in blinkende gewaden…en zij zeiden tegen hen: Waarom zoekt u de Levende bij de doden? Hij is hier niet, maar Hij is opgewekt.’ (Lukas 24: 2-6)
Er is niets in de geschiedenis dat deze bekendmaking evenaart: Hij is niet hier, maar Hij is opgewekt.
Hoe weet ik nu zeker dat dit waar is? En ik niet alleen, hoe kunnen mensen nu geloven dat de dood niet het einde is? Dat we ‘daarboven’ verder leven? Dat we onze geliefden zullen terugzien? Dat we zullen verrijzen?
Ik heb net als zoveel andere mensen – geleerd en ongeleerd- ervaren dat er méér is op deze aarde dan dat wat we met onze ogen zien, met onze oren horen en met onze handen kunnen aanraken. Er zijn dingen gebeurd in mijn leven die verstandelijk niet uit te leggen zijn, maar die tot in ’t diepste van mijn cellen een waarheid bevestigd hebben.
Met wetenschappelijke bewijzen zullen we, wat ons eeuwig heil betreft, au fond weinig mee bereiken. O ja, de wetenschap heeft ons al heel wat dingen aangereikt die ons leven prachtig beïnvloed hebben, maar ze heeft ook op andere gebieden verschrikkelijke rommel verzonnen.
Het verstand kan ons dikwijls van dienst zijn,
maar er komen momenten
waarop het geen enkele invloed meer uitoefenen kan
op de dingen die geschieden.
Daar staat je verstand bij stil,
zeggen we dan.
Op die momenten
geeft het geloof ons kracht
en voelen we de eenheid
van natuur en bovennatuur.
(Toon Hermans)
In de bijbel staan veel getuigenissen over de verrijzenis van Jezus Christus:
De verrezen Heer verscheen aan verschillende vrouwen, aan de twee discipelen op weg naar Emmaüs, aan Petrus, aan de apostelen, aan meer dan vijfhonderd broeders tegelijk, aan Paulus.
In het Boek van Mormon lezen we dat Christus na zijn opstanding ook verschenen is aan volkeren in Meso-Amerika.
Hedendaagse profeten, waaronder Joseph Smith, hebben ook van Hem getuigd, en op verschillende plaatsen in de wereld zijn er oude verslagen die over de verschijning van de opgestane Christus gaan.
Ja, maar kan een rationeel mens dat nu echt geloven?
Fernand Keuleneer antwoordde op die vraag:
Rationaliteit wordt in onze maatschappij
nogal vaak verenigd tot
wat waarneembaar en meetbaar is.
Is het niet irrationeel te denken
dat de rationaliteit zich daartoe beperkt?
(Knack 01-02-2017)
Ik bied je dus geen geleerd stukje aan, maar zoals Toon Hermans het stelde: ‘Ik spreek uit eigen ervaring en verbeeld me dat ik vanuit die ervaring een bepaalde gedachte kan aanreiken waar u eventueel iets mee kunt doen.’
In 1 Korintiërs 15: 22 staat: ‘ Want zoals allen in Adam sterven, zo zullen ook in Christus allen levend gemaakt worden.’
De letterlijke opstanding uit de dood voor iedereen die hier ooit leefde en stierf is een schriftuurlijke zekerheid. Die zekerheid leeft ook in mijn binnenste. De Heer belooft in Johannes 14: 19: ‘…want Ik leef en u zult leven.’
Ik weet dat mijn Verlosser leeft! Hij leeft, mijn Licht, mijn Levenszon! Hij leeft, mijn Koning, Priester, Heer!
Niets dat mij zoveel blijdschap geeft: Ik weet dat mijn Verlosser leeft!
Laten we huppelen, dansen en feesten voor de hoop en de zekerheid op een eeuwig leven!
Vrolijk Pasen!