Paasgedachten.

Het lege graf

Pasen is het belangrijkste feest in de christelijke wereld. Op die dag vieren de christenen de verrijzenis van Jezus, zijn opstanding uit de doden. Het is een dag van hoop op en geloof in een eeuwig leven.

The day the Lord created hope
was probably the same day
He created spring.
(Bern Williams)

Het woord ‘Pasen’ komt van het Syrisch-Arabisch ‘Passah’ wat staat voor huppelen en dansen. Het is een feest omdat de zon de overwinning behaald heeft op de donkere wintermaanden. Licht dat duisternis overwint, een fantastische reden om te huppelen en te dansen, toch?
Er is ook het Pesach, een van de belangrijkste feesten van de Joden. Het Joodse volk herdenkt dan de uittocht uit Egypte, waar ze enkele duizenden jaren geleden in slavernij veel lijden en miserie ondervonden, en waar de God van Israël hun een nieuw leven gaf. Bevrijding uit slavernij en een nieuw leven … geweldig toch om te herdenken en te feesten?
Er is ook een heidens lentefeest ter ere van Eastra of Ostara, de Germaanse godin van de lente en de groei. Vandaar het Engelse woord ‘Easter’. Alles zien groeien en bloeien, een fijne tijd om allerlei feesten te organiseren toch?

Spring is nature’s way of saying:
‘Let’s party!’
(Robin Williams)

Toen ik klein was brachten de paasklokken de paaseieren. Nu brengt vooral de paashaas die chocolade lekkernij.
Volgens de katholieken vliegen de klokken op witte donderdag hun kerktoren uit richting Rome. Daarom hoort men op de dagen voor Pasen geen kerkklokken luiden. Op Pasen keren ze vreugdevol terug en strooien onderweg eieren voor de kinderen. Mijn ouders riepen dat ze de klokken hadden zien vliegen en dan stormden mijn broer, mijn zussen en ik onze tuin in om eieren te zoeken.
De protestanten moesten van een reis naar Rome niets weten en kozen een ander symbool voor de paastijd: de paashaas.
Ik hoor je al vragen ‘Waarom geen paaskonijn?’
Het blijkt dat de haas vruchtbaarder en waakzamer is dan het konijn. De eitjes mogen niet breken en moeten goed verstopt worden, daarom is het de paashaas die druk in de weer is op Pasen.
Klokken of hazen, ze brengen allebei eieren want die zijn al eeuwen symbool voor vruchtbaarheid en nieuw leven. Ook waren ze voor het gewone volk na 40 dagen vasten een echt feest om te eten.

Iedereen heeft in zijn kindertijd wel eieren gezocht, denk ik. Ik vond het magisch en spannend. Mijn kinderen waren ook enthousiaste zoekers en het is een plezier om de kleinkinderen achter alle struiken en bomen, onder stoelen en banken, de eitjes te zien zoeken. Soms wel eens zonder hun besef een ‘dubbel’ gezoek, want de ‘paashaas’ verstopte in ’t geniep de gevonden eitjes opnieuw.
Af en toe gebeurt het wel eens dat een eitje op Pasen niet gevonden wordt en dat pas dagen later een leuke vondst wordt gedaan, of dat een gesmolten chocolade brei de verstopplaats verraadt.
Het verstoppen van eieren gaat honderden jaren terug in de tijd.
Boeren begroeven kippeneieren in hun akkers in de hoop dat ze hun vruchtbaarheid zouden doorgeven aan de grond. Het is pas in het begin van de 20ste eeuw dat chocolade paaseieren in de mode raakten.

Wie heeft er geen eieren beschilderd?
Ik herinner me nog dat het uitblazen van de eieren een heel karwei was. We moesten meestal zo’n zes uitgeblazen eieren (per kind!) meebrengen naar school, waarschijnlijk met het idee om toch één ei heelhuids terug thuis te kunnen brengen. Mijn vader was het ‘blaasslachtoffer’. Ik heb het wel eens geprobeerd hoor, zo’n ei uitblazen langs een piepklein gaatje. Het leverde alleen een vuurrood hoofd met bolle wangen en uitpuilende ogen en meestal een kapot geknepen ei op. Maar het schilderen en versieren vond ik leuk, ook het pannenkoekenfestijn, de eierkoeken en de cake gemaakt van het binnenste van de eieren.
Onze voorouders geloofden dat ze de kracht van eieren konden versterken door ze te beschilderen. Ze gebruikten vooral felle kleuren om het contrast te beklemtonen tussen de grauwe winter en de uitbarsting van kleur in de lente.

Easter is more than
eggs and candy.

Ik las ergens over een paastraditie die ontstond na de Tweede Wereldoorlog. De communistische partij wilde dat men aan de kinderen onderwees dat er geen God was. De grootmoeders maakten zich serieuze zorgen dat hun nakomelingen zouden opgroeien zonder iets te weten over Jezus Christus. Dus hielden ze elk jaar op Pasen een middernachtmis. Daarna bleven de kinderen de hele nacht op om eieren rood te kleuren. Voor het Servische volk waren deze rode eieren het symbool voor het eeuwige leven van Jezus Christus. Want volgens sommige legendes had Maria Magdalena witte eieren bij het graf van Christus achtergelaten en die eieren waren na de opstanding rood geworden. In Servië gingen de mensen de ochtend na de middernachtmis van deur tot deur. Degene die op de deur klopte zou zeggen: ‘Christus is verrezen.’ De persoon aan de andere kant van de deur zou antwoorden: ‘Inderdaad, Hij is verrezen.’ En dan zou hij de bezoeker een rood ei als geschenk geven. Het rode ei betekende geluk. Elk gezin gaf zo’n rood ei een speciale plaats in huis tot de volgende Pasen.

The tomb of Christ is famous
because of what it
DOES NOT CONTAIN.
(Sam Morris)

En daarbij kom ik dan aan mijn persoonlijke mening over Pasen. Ik weet echt dat Jezus Christus uit de dood verrezen is. Ik ben geen theoloog die je met allerlei diepzinnige woordspelingen een uiteenzetting komt geven over het ‘bovennatuurlijke’.
Ik geloof dat op de derde dag na de kruisiging van Jezus er een grote aardbeving was. De zware grafsteen was weggerold. Enkele vrouwelijke discipelen kwamen vroeg in de morgen naar het graf en brachten specerijen mee:

‘Zij nu vonden de steen afgewenteld van het graf. En toen ze naar binnen gegaan waren, vonden zij het lichaam van de Heere Jezus niet. En het gebeurde toen ze daarover in twijfel waren, zie, twee mannen stonden bij hen in blinkende gewaden…en zij zeiden tegen hen: Waarom zoekt u de Levende bij de doden? Hij is hier niet, maar Hij is opgewekt.’ (Lukas 24: 2-6)

Er is niets in de geschiedenis dat deze bekendmaking evenaart: Hij is niet hier, maar Hij is opgewekt.

Hoe weet ik nu zeker dat dit waar is? En ik niet alleen, hoe kunnen mensen nu geloven dat de dood niet het einde is? Dat we ‘daarboven’ verder leven? Dat we onze geliefden zullen terugzien? Dat we zullen verrijzen?
Ik heb net als zoveel andere mensen – geleerd en ongeleerd- ervaren dat er méér is op deze aarde dan dat wat we met onze ogen zien, met onze oren horen en met onze handen kunnen aanraken. Er zijn dingen gebeurd in mijn leven die verstandelijk niet uit te leggen zijn, maar die tot in ’t diepste van mijn cellen een waarheid bevestigd hebben.
Met wetenschappelijke bewijzen zullen we, wat ons eeuwig heil betreft, au fond weinig mee bereiken. O ja, de wetenschap heeft ons al heel wat dingen aangereikt die ons leven prachtig beïnvloed hebben, maar ze heeft ook op andere gebieden verschrikkelijke rommel verzonnen.

Het verstand kan ons dikwijls van dienst zijn,
maar er komen momenten
waarop het geen enkele invloed meer uitoefenen kan
op de dingen die geschieden.
Daar staat je verstand bij stil,
zeggen we dan.
Op die momenten
geeft het geloof ons kracht
en voelen we de eenheid
van natuur en bovennatuur.
(Toon Hermans)

In de bijbel staan veel getuigenissen over de verrijzenis van Jezus Christus:
De verrezen Heer verscheen aan verschillende vrouwen, aan de twee discipelen op weg naar Emmaüs, aan Petrus, aan de apostelen, aan meer dan vijfhonderd broeders tegelijk, aan Paulus.
In het Boek van Mormon lezen we dat Christus na zijn opstanding ook verschenen is aan volkeren in Meso-Amerika.
Hedendaagse profeten, waaronder Joseph Smith, hebben ook van Hem getuigd, en op verschillende plaatsen in de wereld zijn er oude verslagen die over de verschijning van de opgestane Christus gaan.
Ja, maar kan een rationeel mens dat nu echt geloven?
Fernand Keuleneer antwoordde op die vraag:

Rationaliteit wordt in onze maatschappij
nogal vaak verenigd tot
wat waarneembaar en meetbaar is.
Is het niet irrationeel te denken
dat de rationaliteit zich daartoe beperkt?
(Knack 01-02-2017)

Ik bied je dus geen geleerd stukje aan, maar zoals Toon Hermans het stelde: ‘Ik spreek uit eigen ervaring en verbeeld me dat ik vanuit die ervaring een bepaalde gedachte kan aanreiken waar u eventueel iets mee kunt doen.’

In 1 Korintiërs 15: 22 staat: ‘ Want zoals allen in Adam sterven, zo zullen ook in Christus allen levend gemaakt worden.’
De letterlijke opstanding uit de dood voor iedereen die hier ooit leefde en stierf is een schriftuurlijke zekerheid. Die zekerheid leeft ook in mijn binnenste. De Heer belooft in Johannes 14: 19: ‘…want Ik leef en u zult leven.’

Ik weet dat mijn Verlosser leeft! Hij leeft, mijn Licht, mijn Levenszon! Hij leeft, mijn Koning, Priester, Heer!
Niets dat mij zoveel blijdschap geeft: Ik weet dat mijn Verlosser leeft!

Laten we huppelen, dansen en feesten voor de hoop en de zekerheid op een eeuwig leven!
Vrolijk Pasen!

Een boom dat is een prachtig ding!

Ik heb een hart voor bomen? Jij ook?
Als ik vermoeid of ‘overpiekerd’ ben, dan is een wandeling in een bos, een park of een dreef een opkikker voor mij.
Het is lente. De bomen staan op jou en mij te wachten. De nu frisgroene bomen zullen ons onze drukke agenda even laten vergeten. Voel je een moment van nutteloosheid tussen je vier muren en alle luxedingen in je huis? Ga naar buiten, bekijk de bomen. Merk dat het sap tot in de toppen van hun takken stijgt. Zet je op een bankje, of zomaar aan de voeten van een boom en geniet even van eens niets te doen. Wedden dat je ‘het lentesap’ ook tot in de toppen van jouw tenen voelt stromen? Dat mooie gedachten en dromen je stress, onrust en moeheid verjagen?

Trees are poems
that the earth writes
upon the sky.
(Kahlil Gibran)

Ik wil wel eens een boompje opzetten over bomen.
Ze geven ons zoveel belangrijke dingen zoals zuurstof, water en voedsel. Van seizoen tot seizoen tonen ze hun rijkdom. Nu, in de lente, etaleren ze de frisheid van de jeugd. In de zomer zien we hun volle wasdom in hun vruchten. De herfst toont hun ‘sterven’ in prachtige kleurenpracht. De ‘dood’ van de boom in de winter is slechts een voorbereiding op het nieuwe leven.

Bomen hebben iets eeuwigs
en veel van mensen.

We moeten eens wat meer naar bomen kijken. Ze kunnen ons hoop, inzicht en moed geven om vol te houden. Een dikke boom was ook eens een teer twijgje.
Als we nu eens zouden denken als een boom? In plaats van te klagen en te zagen, te zeuren en te neuten, schrik te hebben of in de put te blijven zitten:

Laat de zon indringen,
sta verwonderd over de magie van het leven.
Hou je recht in de wind en de storm.
Kijk verfrist rond na een regenbui
en bereid je voor op elk seizoen.
Word sterk zonder te pochen
en geef een schuil-of rustplaats aan vreemden.
Bewaar geheimen,
en wortel je diep terwijl je reikt naar de hemel.
Wees stil genoeg om het ritselen
van je eigen blaadjes te horen.

Wanneer ik wandel in het bos zie ik verschillende bomen. Sommige zijn klein, andere dik en groot. Sommige verliezen hun bladeren en andere blijven altijd groen. Sommige bomen hebben bloemen en eetbare vruchten, andere zijn giftig. Sommige staan kaarsrecht en anderen groeien helemaal scheef. Ik besef dat er verschillende soorten bomen zijn. Een eik is een eik en een den een den. En ik vind dat goed. Ik begrijp dat de kleine, kromme boom niet genoeg licht heeft gehad en dat hij daarom zo scheef is gegroeid. Ik weet dat het rijtje schuine bomen steeds de westenwind voelt en daarom niet recht omhoog gegroeid is. Ik heb geleerd dat die knobbel op de stam het gevolg is van een wonde of een zwam. Ik vind dat allemaal OK en aanvaard de bomen zoals ze zijn. Ik zou het zelfs vreemd vinden moesten er alleen kaarsrechte bomen bestaan.
Waarom verlies ik die houding zo vlug als ik onder de mensen kom? Waarom oordeel ik meer dan eens ‘je bent teveel dit, of teveel dat’?
Ik kan nog veel leren van bomen.

Tijd die we doorbrengen tussen bomen
is nooit verloren tijd.

Onder de grond groeien de wortels. Diepe wortels zijn noodzakelijk om sterk en mooi te worden. Als mens moeten we ons ook diep verankeren om geen speelbal van het leven te worden.
Een boom zonder wortels sterft. Harry Mulisch zei:

Een boom die zo hard wil groeien
dat hij zijn wortels
uit de aarde trekt,
zweeft niet ten hemel,
maar valt om.

We moeten voor onze wortels zorgen, ze niet vergeten en ze water geven. Hoe lang is het geleden dat je je ouders en grootouders een bezoekje bracht?
De bomen wisselen voedingstoffen uit met elkaar via hun wortels. We zouden ons kunnen afvragen of de wortels van bomen niet gewoon zomaar toevallig door de aarde groeien en als ze op soortgenoten stuiten dat ze zich dan verbinden. Dat onderlinge uitwisselen van voedingsstoffen zou dan onvermijdelijk zijn en dat sociale contact zou niets anders zijn dan een toevallig geven en nemen. Het prachtige beeld van actieve hulp aan elkaar zou dan een toevalsprincipe zijn, maar dan wel eentje dat enorm veel voordelen zou hebben voor het hele ecosysteem van het bos.
Massimo Maffei van de universiteit van Turijn stelt dat de natuur toch niet zo simpel functioneert. Hij stelt dat bomen hun eigen wortels heel goed kunnen onderscheiden van die van vreemde soorten en zelfs van die van hun eigen soort.
Bomen zijn sociale wezens die hun voedsel met soortgenoten delen. Waarom doen ze dat? Om dezelfde reden als mensen dat doen: samen sta je sterker!
Nog een prachtige les van bomenwortels voor ons: samenwerken!

Wie met een boom kan praten
hoeft niet naar een psychiater,
al denken de meeste mensen het tegenovergestelde.
(Phil Bosmans)

Misschien moeten we de kat uit de boom kijken bij voorgaande quote, maar zou het niet interessant zijn om te weten of bomen kunnen communiceren? Ik heb nog geen enkele boom horen praten. Buiten het kraken van takken en ritselen van blaadjes door de wind houden bomen hun tanden, of moet ik zeggen takken, voor ons mensenwezens, stijf op mekaar.
Studies hebben echter aangetoond dat bomen de aandacht trekken door geurstoffen. Mensen doen dat ook, waarom verkopen deodorants en parfum anders zo goed? Maar zelfs zonder die producten wordt ons bewust- of onderbewustzijn beïnvloed door onze geur. We hebben dus een geheime geurtaal en bomen hebben dat ook.
In de savannes in Afrika hebben observaties die al meer dan 40 jaar oud zijn iets interessants ontdekt. Giraffen lusten heel graag schermacacia’s. Die bomen zelf vinden dat niet leuk. Om die grote planteneters kwijt te geraken slaan de acacia’s binnen een paar minuten gifstoffen op in hun bladeren. De giraffen weten dat en trekken naar de volgende boom. En dat is niet de dichtste boom. Ze laten een paar exemplaren links liggen en pas na honderd meter zetten ze hun maaltijd voort. De reden? De aangevreten acacia wasemt een waarschuwingsgas uit (in dit geval ethyleen). Soortgenoten in de buurt worden op die manier verwittigd dat de langnekken op komst zijn. Alle gewaarschuwde bomen maken ook gifstoffen aan. De giraffen kennen dat spelletje en trekken daarom naar nietsvermoedende verder staande bomen. Of ze eten tegen de wind in.
Zulke processen komen we ook in onze bossen tegen. Als de wortels problemen ondervinden, wordt de informatie door de hele boom verspreid en dan geven de bladeren een specifieke geurstof af. Bij veel insecten wordt de boosdoener herkend en de bomen lokken dan predatoren die zich met veel plezier op de plaag storten. Iepen en dennen roepen bijvoorbeeld de hulp in van kleine wespen. Die leggen eitjes in de bladetende rupsen. Het nageslacht van de wesp eet de rups van binnen stukje bij beetje op. Luguber, maar heel functioneel!

Stel je voor dat de bomen Wifi signalen zouden uitzenden;
we zouden massaal bomen aanplanten
en daarbij waarschijnlijk onze planeet ook nog redden.
Maar jammer genoeg produceren ze alleen maar de zuurstof
die wij inademen.

Bomen versturen hun boodschappen echter niet alleen chemisch, maar ook elektrisch. Dat gebeurt met een snelheid van 1 cm per seconde. Om de snelheid te garanderen schakelen de bomen de hulp van schimmels in. Die werken net als de glasvezelleidingen van het internet. Eén theelepel bosgrond bevat een paar kilometer van die ‘zwamdraden’. In de loop der eeuwen kan zo één schimmel hele bossen verbinden. Door zijn leidingen worden signalen van de ene boom naar de andere doorgegeven en helpt hij boodschappen over insecten, droogte en andere gevaren uit te wisselen. Intussen spreekt zelfs de wetenschap van een ‘wood-wide-web’ dat door onze bossen heen loopt.

Een boom dat is een prachtig ding, je moet er alleen ogen voor hebben. Op school hadden we er een gedichtje over:

Een boom dat is een prachtig ding,
Hij staat gewoon waar hij staat,
Doet niet aan grotemensenpraat
en roept nooit ‘grote stommeling!’
wanneer je iets misschien niet weet
of altijd alles weer vergeet.
Hij knikt maar liever:’ ’t Is wel goed’,
en zegt  nooit wat je doen of laten moet.
Dus zou ’t er ooit van komen
dat grote mensen plotseling veranderen in bomen,
door de wind gewiegd, gesust,
nou, dat was dan een prachtig ding:
dan hadden alle kinderen rust!
(Hans Andreus)

Ja, bomen doen ons nadenken. Plato en Aristoteles dachten diep na onder de olijf- en vijgenbomen rond Athene. Boeddha vond verlichting onder een Peepal boom (een soort vijgenboom). In de Hof van Eden dachten Adam en Eva na over de boom van Kennis van Goed en Kwaad en de mysterieuze boom des levens laat nog steeds veel hersens kraken.
Ik heb bij enkele speciale bomen heel diepzinnige gedachten gehad.
In Californië heb ik me heel klein en onwetend gevoeld bij een reusachtige sequoia. De mammoetboom kan meer dan 80m hoog worden en een diameter van ongeveer 30m hebben. De oudste sequoia wordt geschat op 3200 jaar oud! Wat een geschiedenis moet deze boom hebben meegemaakt!

Nog in de VS, in de staat New York, bevindt zich een van mijn lievelingsbossen: de Sacred Grove. De profeet Joseph Smith verklaarde dat in dat bos God de Vader en Jezus Christus aan hem verschenen zijn. Ik heb in de stilte van dat jonge loofbos diep in mijn ziel gezocht, gevoeld en gekeken en ben als een wijzer mens dat bos uitgestapt.

De olijfboom, nog zo een boom om van te houden. Het is een boom die vele culturen, godsdiensten en mensen geïnspireerd heeft. De olijftak wordt nog steeds als symbool van vrede en geluk gezien. De bladeren van de olijfboom vallen nooit tegelijk af, zoals bij naaldbomen. Hij blijft dus altijd groen (olijfgroen). De boom kan heel oud worden, er kunnen nieuwe scheuten uit schijnbaar dode wortels schieten. Sommige bomen op de Olijfberg in Israël zijn meer dan 2000 jaar oud! De olijfboom staat symbool voor vrede, liefde, trouw en nog veel meer.
Verschillende jaren geleden bevond ik me in Israël op de Olijfberg in een olijfgaard. Omdat ik christen ben heeft deze plaats veel betekenis voor mij. Ik geloof dat Jezus Christus daar tussen die olijfbomen verzoening bracht tussen God en de mens. Ik herinner me nog goed de bitterzoete tijd die ik tussen die eeuwenoude bomen doorbracht. Ik heb daar tranen gelaten van verdriet om de immense pijn die daar geleden is. Maar er liepen ook tranen van vreugde over mijn wangen om de overwinning die daar behaald is.
Het is bijna Pasen en een gedeelte van het paasverhaal speelde zich op die Olijfberg af.

When we are racked or harrowed up or tormented by guiltor burdened with grief,
He can heal us.
While we do not fully understand how the Atonement of Christ was made,
we can experience the peace of God
which passeth all understanding.
(Boyd K. Packer)

‘Een boom is een prachtig ding. De kleine en grote raadsels en wonderen van bomen moeten we blijven koesteren. Onder het bladerdak spelen zich dagelijks drama’s en ontroerende liefdesgeschiedenissen af; dit is het laatste stuk voor onze huisdeur waar we nog avonturen kunnen beleven en geheimen kunnen ontdekken. En wie weet: misschien wordt op een dag inderdaad de taal van de bomen ontcijferd, waardoor we nog meer ongelooflijke verhalen horen. Maar tot dat gebeurt mag je bij je volgende boswandeling lekker je fantasie de vrije loop laten – zo ver van de realiteit verwijderd is die vaak niet eens!’ (Peter Wohlleben)

Tip van de blogster:

Bezoek een bos in de lente, je vindt er een wit anemonentapijt of een paarse hyacintenzee ( Hallerbos, Boelarebos, Buggenhoutbos )
Meer fantastische weetjes over bomen weten? Lees dan het boek ‘Het verborgen leven van bomen’ van Peter Wohlleben.

Bekijk het filmpje over ‘The three trees’

Een nieuwe lente.

De lente heeft de winter een ferme schop gegeven. Het koude seizoen geeft zich nog niet helemaal gewonnen, maar ik heb er goede hoop in dat het -volgens mij- mooiste jaargetijde gaat winnen. De dagen worden langer, de bloesems en de vroegbloeiers vieren al feest, de temperatuur vraagt af en toe al om lichte en vrolijke outfits en ik kijk uit naar het frisgroene kleurenpalet dat binnenkort de touwtjes in handen neemt.
De letterlijke lente is een feit, maar als ik zo eens om me heen kijk voel ik de noodzaak aan een andere, nieuwe lente, een geestelijke lente.
Het is hoog tijd dat de mens wakker wordt uit zijn winterslaap. Hij moet dringend zijn voorjaarsmoeheid afschudden en niet alleen dat, ook de dieper liggende moedeloosheid en lusteloosheid. Die hebben zich diep genesteld in de gedachte dat we ’toch niets kunnen veranderen’.

Jazeker, er zijn genoeg ‘dingen’ die we persoonlijk niet kunnen veranderen, zoals het promoten van haat tegen Europeanen door de Turkse president Erdogan, het misbruiken van kinderen, het partnergeweld, de terroristische aanslagen, het schenden van de mensenrechten op zoveel plaatsen in de wereld, de duizenden vluchtelingen, de economische crisis, de hoge belastingen, de onverdraagzaamheid, de achterklap, en nog zoveel meer.
Toch moeten we blijven geloven dat zelfs het kleinste goedgemikte steentje een verstrekkende rimpeling kan veroorzaken.
Nee, ik kan de wereldproblemen niet oplossen, maar het leven is zoveel meer dan al de negatieve berichten die ons verlammen.

I know that I can’t change the things happening globally, but I know I can make a difference in the world I live in.
I can choose to be kinder especially when I don’t feel like I want to be kind.
I can choose to see the best in others, even when they make it hard.
I can forgive as I know I need others to forgive me.
I can cast a stone, and see what happens.
And if I can, so can you.
(Mylissa De Meyere in mylissasreviewsandbookthoughts.com)

Ik krijg het op mijn zenuwen van ‘ik-kan-niet-mensen’. Meestal zijn dat personen die roepen dat ze iets niet kunnen nog voor ze het geprobeerd hebben.
Je merkt deze ‘ik-kan-niet’ houding zelfs bij jonge kinderen. Veel ouders hebben zo al ontdekt hoeveel geduld ze hebben. Ook een goede leerkracht onderzoekt de onderliggende drijfveer bij die ‘ik-kan-niet’ en stuurt het zelfvertrouwen bij, of doorprikt de luiheid of de onverschilligheid. Ik las in dit verband eens het verhaal over ‘de begrafenis van Ik kan niet’:

In de klas van juf Donna waren alle kinderen ijverig aan het schrijven. Ze moesten een lijst maken van dingen die ze niet konden:
Ik kan een voetbal geen 30 m ver weg schoppen.
Ik kan geen staartdelingen maken met getallen van meer dan drie cijfers.
Ik kan niet tennissen.
Ik kan niet van de koekjes blijven.
Ik kan niet …
Ook juf Donna was aan het schrijven:
Ik kan maar geen afspraak maken met Johns moeder.
Ik kan mijn dochter niet zo ver krijgen dat ze haar kamer grondig opruimt.
Ik krijg het niet gedaan dat …
Waarom concentreerden zij zich zo op negatieve dingen in plaats van een lijstje met ‘ik-kan-wel’ zinnen op te schrijven?
Wie klaar was stopte zijn papier in een lege schoenendoos die op het bureau van de onderwijzeres stond. Ook de juf legde haar papier in de doos. Toen alle lijstjes in de doos lagen, legde juf Donna het deksel er op, stak de doos onder haar arm, nam een schop en liep naar buiten. De leerlingen volgden.
Aan de andere kant van het schoolplein begon de juf te graven. Ze gingen hun negatieve opmerkingen over zichzelf begraven!
Alle leerlingen stonden hand in hand en juf Donna sprak een grafrede uit:
‘Kinderen, we zijn hier vandaag samengekomen om afscheid te nemen van Ik-kan-niet. Toen hij nog onder ons was, had hij op ieder van ons zijn invloed; op sommigen wat meer, op anderen wat minder. Zijn naam wordt echter niet alleen op school uitgesproken, maar ook thuis, in stadhuizen, in de hoofdsteden en ja, helaas ook in het parlement. Maar nu hebben wij Ik-kan-niet een laatste rustplaats gegeven. Hij wordt opgevolgd door zijn broers en zussen Ik-kan-wel, Ik-zal en Ik-zal-nu-meteen. Ze zijn niet zo bekend als hun beroemde familielid en ze zijn zeker nog lang niet zo sterk en machtig als hij. Maar misschien zullen ze ooit, met jullie hulp, meer invloed hebben in deze wereld.
(Chick Moorman)

Misschien kunnen we allemaal wel iets van dit verhaal leren. Ik weet nog toen ik thuis de woorden ‘ik kan niet’ uitsprak, dat mijn moeder er steeds hetzelfde zinnetje op liet volgen:
‘Zet je kan neer en gebruik je handen.’
Het heeft een tijdje geduurd voor ik begreep wat ze bedoelde en nog wat meer tijd voor ik het toepaste.

If we did all the things
we are capable of doing,
we would literally astound ourselves.
(Thomas Alva Edison)

Ik kan me vinden in wat Toon Hermans schreef:
Jammer dat er zoveel kan-ik-niet-mensen zijn. Ze maken hun eigen leven enger en nauwer en verminderen hun eigen kansen, kortom ze maken het leven een beetje armer dan het is. Daarom is het goed mensen tot iets aan te zetten. Ze een zetje te geven, en ze te wijzen op de talrijke mogelijkheden die er zijn. Ik weet niet hoe oud ik zal worden, maar ik blijf hopen op nieuwe impulsen en ik ben graag bereid om zelfs de laatste dag van mijn leven nog iets nieuws te beginnen.

Het is misschien gemakkelijker een ander een aanmoedigingsduwtje te geven dan onszelf in te peperen dat we het kunnen. Ik geloof er sterk in dat als je iets echt wil, dingen waar je met je hart naar hunkert, dat je dan ingevingen zal krijgen om iets te doen of iets te veranderen. Ik weet uit ervaring dat als je dan actie onderneemt en begint met te proberen, je heel wat zal ontwikkelen!

Life is not easy for any of us.
But what of that?
We must have perseverance
and above all confidence in ourselves.
We must believe that we are gifted for something
and that this thing must be attained.
(Marie Curie)

Ieder mens heeft talenten. Het is belangrijk hoe je met die gaven omgaat. Rome is niet op één dag gebouwd. Je kan je talent ontwikkelen op verschillende niveaus: professioneel of als hobby. Waar ben jij het gelukkigst mee?
Ik hou van kunst. Ik heb bewondering voor het talent van Rubens, van Van Dijck en van Monet. Ik kan met verwondering naar de etsen van Escher kijken, maar ook naar de aquarellen van een anonieme kunstenaar. In mijn hart was het verlangen om ook te kunnen schilderen. Ik kreeg de wijze raad van een kunstenares hoe ik dat zou kunnen verwezenlijken: Oefenen, oefenen, oefenen!
Is dat niet zo met alles wat we willen bereiken, wat we willen kunnen?
Het is ook belangrijk hoe je met kritiek omgaat, want vooral de Ik-kan-nietters zullen je trachten te ondermijnen.

Als je een stem hoort die zegt
‘Je kan niet schilderen’,
lieve hemel,
schilder dan!
Zo leg je deze stem het zwijgen op!
(Vincent Van Gogh)

Mensen die zeggen dat dit niet mogelijk is,
moeten degenen die ermee bezig zijn
niet in de weg zitten!

Weet je wat ook dodelijk is voor Ik-kan-niet? Je zelf geloven!
Een vogel die neerstrijkt op een tak, fladdert niet eerst rond om te berekenen of die tak wel niet zou breken. Nee, een vogel vertrouwt niet op de tak, maar op zijn eigen vleugels.
Als je in jezelf gelooft, dan begraaf je Ik-kan-niet.

I believe in myself. I do not mean to say this with egotism. But I believe in my capacity and in your capacity to do good, to make some contribution to the society of which we are a part and to grow and develop… I believe in the priciple that I can make a difference in this world, be it ever so small. (Gordon B. Hinckley)

Lente: nieuw leven! Niet voor niets valt Pasen in de lente. Hoe symbolisch is dit nieuwe leven in het planten- en dierenrijk voor de verrijzenis van Christus, dé ultieme belofte op een nieuw leven!

De lente verrijst opnieuw.
Wij moeten ook verrijzen tot een nieuwe lente, een nieuw geestelijk leven.
Ons niet laten ontmoedigen door de winter van ongeloof en onverdraagzaamheid.
God heeft de verrijzenis geschreven
in ieder blad van iedere boom.
Dus zeker ook in je arm mensenhart.
(Phil Bosmans)

 

Als de stormen woeden …

 

Ik denk dat iedereen het verhaal nog wel kent van dat pientere, dappere, kleine ventje dat zichzelf en zijn broertjes in veiligheid bracht door gebruik te maken van de zevenmijlslaarzen.

Ik stel me zo voor wat Klein Duimpje zijn reactie was toen hij de reuzenlaarzen voor het eerst zag: ‘Oei! Ik ben veel te klein! Daar kan ik nooit mee vooruit, die zijn véél te groot!’
Of: ‘Wauw! Een nieuw vervoermiddel! Super! Dat zal ons hier wel wegkrijgen!’

Zou het kunnen dat we ons soms als Klein Duimpje voelen? Dat we de stormen om ons heen te groot en te woest vinden? Dat de rotsblokken op onze levensweg te groot lijken om er langs te gaan? Dat we onszelf te klein vinden om ook maar één stap vooruit te gaan?

One small crack does not mean
you are broken,
it means that you were put to the test
and you didn’t fall apart.
(Linda Poindexter)

Ik ben pas weer ‘een jaartje ouder’ geworden. Telkens als mijn getalletje groter wordt, denk ik aan wat er ook gegroeid is: wijsheid, kennis, ervaring, geloof en evenwichtigheid. Het was dan wel even slikken toen ik op mijn verjaardag in de spiegel onder mijn rijpere uiterlijk een twijfelende, kwetsbare vrouw zag. Een klein stemmetje fluisterde: ‘Dat is niet erg. Je moet nog zoveel leren van het leven. Zoals een boom pas in de storm laat zien hoe sterk hij is, zo zal ook deze storm in je leven je weer sterken. En dat heeft niets met leeftijd te maken.’

You never know how strong you are
until being strong
is the only choice you have.
(Bob Marley)

In de loop der jaren heb ik geleerd dat de mooie momenten in het leven èn de crisissen mijn ziel voedsel geven. In moelijke tijden staan we als het ware op een splitsing. We kunnen de weg nemen die ons laat concentreren op het negatieve, die onze hoop en ons vertrouwen verbrijzelt met wanhoop en ongeduld. We kunnen ook de andere weg kiezen en de moeilijke ervaring beschouwen als een kans om te zoeken naar mogelijkheden tot groei en hoop, en zo een innerlijke bron van rust en kracht ontdekken.
Pas op, bepaalde ervaringen zijn verschrikkelijk moeilijk te doorspartelen. Maar ik geloof dat als we naar het grotere geheel, het hele plaatje kijken, we gevoed zullen worden met licht en vreugde.

Wanneer we zouden kunnen inzien
dat alles, zelfs een tragedie,
een geschenk in vermomming is,
dan zouden we de beste manier gevonden hebben
om de ziel te voeden.
(Elisabeth Kübler-Ross)

Levensstormen kunnen ons leven verrijken. We gaan meer aandacht geven aan de belangrijkste aspecten in ons leven en zullen prioriteiten bijsturen. We zullen schijnbaar eenvoudige dingen opnieuw waarderen en beseffen wat er echt toe doet.
Als het figuurlijk stormt in mijn leven, dan zoek ik een hogere Bron op. Het bijbelverhaal over het stillen van de storm krijgt dan meer betekenis. Christus was aan het slapen op de boot toen er een grote storm losbrak. De golven sloegen over in het schip, zodat het water begon te bevatten. De apostelen maakten Jezus wakker en zeiden tegen Hem: ‘Meester, bekommert U zich er niet om dat wij vergaan?’
En Hij, wakker geworden, bestrafte de wind en zei tegen de zee: ‘Zwijg, wees stil!’
En de wind ging liggen en er kwam een grote stilte.(Markus 4: 38-39)
Toen draaide Christus zich naar zijn apostelen en vroeg: ‘Waar is je geloof?’
Christus herinnerde hen liefdevol aan het feit dat Hij een storm kan stillen.

Als we tot op ons bot door elkaar geschud worden, dan is het niet zo gemakkelijk om dit Bijbels verhaal te herinneren en te geloven dat Christus niet alleen letterlijke stormen, maar ook onze eigen levensstormen kan stillen. De stormwinden zullen misschien niet direct gaan liggen, zoals in Galilea, maar we kunnen zijn vrede voelen door kleine vingerafdrukken van zijn liefde voor ons.
In de lofzang ‘O vast als een rotssteen’ staan een paar verzen die mij al dikwijls kracht gegeven hebben als het even niet goed gaat:

Als voor diepe waat’ren gij eens komt te staan,
weet dat Ik een weg door de kolken u baan.
Ik blijf uw Beschermer, uw eeuwige Borg,
en wijd tot uw welzijn uw smart’lijkste zorg.
Als door bitter lijden Ik u roep te gaan,
en gij veel verdriet ondervindt op uw paân,
zo zal Ik in smarten van u geenszins vliên,
maar bijstand en hulpe in kommer u biên.

 

De weg, de bijstand en de hulp kunnen op zoveel verschillende manieren komen: een belletje, een email, een berichtje, een bezoekje, een knuffel …
Ik ga ook naar buiten, want de ‘struggle for life’ is te zien in de natuur. Deze week nam ik in de eerste lentezon gewapend met een snoeischaar en tuinhandschoenen onze tuin onder de loep. Ik verwijderde verdroogde plantenresten en onderaan de bruine, afgestorven stengels ontdekte ik dat er al nieuw leven begon te groeien. Ik merkte dat de knopjes in de beukenhaag beloftevol aan het zwellen zijn en de voorjaarsbloemen staken her en der hun kopje boven de grond: ‘Hallo, hier zijn we weer!’ Enkele goudvissen toonden met enige zwier dat ze de vrieskou en de reigerbezoeken hadden overleefd en genoten duidelijk van het frêle voorjaarszonnetje. Ik hoorde zelfs een paar vogels die midden februari al zo gek zijn om de lente in te luiden.
Ik voelde me zoals Toon Hermans het zei:

Ik geloof heel sterk dat het beeld van de natuur is, zoals het is, om onze geest te voeden. Het is er helemaal voor ons. Wij mogen het in ons opnemen, in onze blik en in ons hart, en ik ben er zeker van dat wanneer ons oog intens geniet van wat het ziet rondom in geuren en kleuren, dat het levende rondom ons dan een niet te onderschatten kracht kan geven aan ons eigen leven.

Een van mijn zonen heeft een zware ziekte mee te dragen. Hij is zo’n krachtige man. Kris Gelaude beschreef hem en mijn gevoel op deze manier:

Iemand die ziek is
kan meer kracht
in zich dragen,
dan wie gezond is.
Maar om het te zien moet je
stil genoeg luisteren.
Want het grootste wonder
voltrekt zich
vanbinnen.

Een mens kan zich niet alleen klein voelen omwille van zichzelf, maar ook omwille van een ander. Elke ouder zal me gelijk geven dat als je een kind ziet lijden, je je machteloos klein voelt. Je kan niets doen dan alleen maar liefhebben, afwachten en hopen. In die kleine ziekenhuiskamer voelde ik niet alleen mijn eigen nietigheid, maar ook de grootse heiligheid van Hem die alle pijnen gevoeld en doorstaan heeft.

De kamer
van iemand betreden
die ernstig ziek is,
doe je altijd zonder
het schoeisel
van eigen kunnen.
En met de grootste schroom.
Want de grond
waarop je je voeten zet
is meer dan ooit
heilige grond.
(Kris Gelaude)

De laatste tijd heb ik me meer dan eens nog kleiner dan Klein Duimpje gevoeld. Die kleinheid toelaten opent de deur naar warmte en licht. Ik heb me mogen verwarmen aan de warmte van mijn medemens. Ik voelde me verlicht door zoveel bouwstenen van geloof, hoop, vriendschap en vertrouwen.
Vol goede moed trek ik de zevenmijlslaarzen aan en wend me hoopvol naar het licht van morgen.

Worrying does not empty tomorrow of its troubles,
it empties today of its strenght.
(Corry ten Boom)

 

Over lego-blokjes en andere bouwstenen.

 

Toen ik onlangs een van de kleinkinderen enthousiast met de blokken van zijn nieuwe lego-doos allerlei fantastische bouwsels zag bouwen, vlogen mijn gedachten een twintigtal jaren terug. Enkele minuten lang zag en hoorde ik mijn eigen kinderen kastelen, raketten en ondefinieerbare vormen bouwen met de beroemde lego-blokjes.
En nog verder terug in de tijd was ik zelf ook creatief bezig met die steentjes. Wie heeft er trouwens niet met die onverwoestbare kunststofblokjes gespeeld?

LEGO is een Deens familiebedrijf en is de grootste speelgoedfabrikant van Europa en de tweede grootste van de wereld. Eigenlijk ben ik opgelucht dat in deze computerspelletjes-gevulde- wereld het eenvoudige bouwsteentje nog zo veel aantrekkingskracht heeft.
Wat de lego-stenen zo populair maakt, is volgens mij dat ze telkens opnieuw kunnen gebruikt worden. Een lego-steen kan de ene dag deel uitmaken van een auto en de volgende dag van een ruimteschip, een trein of een kasteel. Bovendien is het alsof de lego-blokjes een eeuwig leven hebben. Ik merk dat mijn kleinkinderen vandaag nog spelen met diezelfde lego-steentjes waar hun papa uren mee gespeeld heeft.

Het magische aan lego-blokjes is dat ze ondeelbaar zijn, ze hebben verschillende vormen en afmetingen en ze hebben hoeken en kantjes die ervoor zorgen dat ze tot alle denkbare bouwsels kunnen worden samengeklikt. Ze kunnen ook weer losgemaakt worden, zodat van dezelfde steentjes weer nieuwe dingen kunnen worden gemaakt.

Volgens Wikipedia kunnen twee logo-blokjes van 2×4 (met acht noppen) op 24 manieren worden vastgemaakt. Als die twee blokjes een andere kleur hebben, worden dat 48 manieren. Zes van zulke steentjes – van dezelfde kleur- zouden op meer dan 100 miljoen verschillende wijzen kunnen worden opgestapeld.
Ik duizel om de mogelijkheden die er zijn om 25 blokjes te combineren, of 100, of 1000 …

Ik trek graag de gelijkenis van lego-stenen naar de natuur, die is ook samengesteld uit bouwstenen. We noemen die stenen atomen. Atomen zijn de bouwstenen van alle materie.
De natuurfilosoof Demotricus vond het woord ‘atoom’ uit. Hij bedacht dat de natuur opgebouwd moest zijn uit kleine, onzichtbare bouwstenen die eeuwig, onveranderlijk en ondeelbaar waren. Demotricus stelde dat er oneindig veel verschillende atomen waren, sommige rond en glad, anderen onregelmatig en gebogen. Daardoor kunnen ze tot heel veel verschillende lichamen worden samengevoegd.

Vandaag weten we dat atomen in nog kleinere elementaire deeltjes kunnen verdeeld worden: de protonen, neutronen en elektronen. Misschien kunnen die ook nog verder verdeeld worden in nog kleinere deeltjes, zoals het Higgs-deeltje dat in 2012 ontdekt is, maar natuurkundigen zijn het erover eens dat er ergens een grens moet zijn: ondeelbare deeltjes waaruit de natuur is opgebouwd.

Als ik terugdenk aan mijn eerste scheikundelessen in de Middelbare school, dan ruik in nog de aparte geur van het lokaal, de speciale samenstelling van lessenaars en stoelen en de vele vreemde voorwerpen. Maar ik voel ook terug de verwondering, het ontzag en de blijdschap bij een zeker ‘ahaa’ moment. Het periodieke systeem of de tabel van Mendelejev bezorgde me niet alleen moeilijke oefeningen, maar ook een bevestiging van mijn geloof in verschillende bijbelverhalen.
Er zijn mensen die de wonderen die in de Schriften beschreven staan, zuiver symbolisch opvatten, en anderen bekijken ze op een letterlijke manier.
Het is fijn om diepe betekenissen aan de wonderen te geven, zoals bijvoorbeeld de saamhorigheid en het delen met anderen bij de broodvermenigvuldiging. Maar hoe verfrissend is het idee niet dat er ‘gespeeld’ wordt met bestaande elementen?

Ik geloof dat alleen al
de natuurwetenschap van de chemie
het bestaan van
een intelligente Schepper bewijst.
(Thomas Alva Edison)

In den beginne schiep God de hemel en de aarde (Genesis 1:1)
Dat scheppen wordt door sommigen als nonsens bestempeld, voor hen is de schepping een toevallige gebeurtenis.
Anderen zien de Schepper dan weer als een supertovenaar die met een of andere toverstok deze prachtige wereld uit het niets heeft gecreëerd.
Een heleboel gelovigen laten echter de betekenis van het Hebreeuwse woord voor scheppen diep bezinken in hun ziel. In het Hebreeuwse woord Barau (scheppen) zit geen enkele suggestie dat materie geschapen werd uit het niets. Integendeel, barau suggereert een ordening van reeds bestaande elementen.
Ik hou van deze zienswijze:

In den beginne organiseerde God de elementen. God gaf vorm aan de elementen.

En er stond een in hun midden die gelijk God was, en Hij zeide tot hen die bij Hem waren: Wij zullen naar beneden gaan, want er is ruimte daar, en wij zullen van deze stoffen nemen en wij zullen een aarde maken waarop dezen kunnen wonen; en wij zullen hen hiermee beproeven om te zien of zij alles zullen doen wat de Heer, hun God, hun ook zal gebieden (Abraham 3: 24-25).

Eén van de goddelijke eigenschappen die weliswaar in een onvolmaakte, embryonale vorm in de mens aanwezig is, is de drang om iets te creëren, iets te bouwen. Het is geweldig om dingen te mogen scheppen, of dat nu een dans, een muziekstuk, een boek, een schilderij of een speech is.

Als kinderen een bouwsel maken en het stort in, dan kan je verschillende reacties zien. Er zijn kinderen die boos worden, die de moed opgeven en dan maar heel de boel kapot slaan. Sommige kinderen laten de ruïne voor wat het is en gaan iets helemaal anders doen. Maar de meeste kinderen beginnen gewoon opnieuw te bouwen.
Als volwassenen kunnen we veel van die reacties leren.

Als alles instort,
betekent dat niets anders
dan de gelegenheid
de dingen opnieuw op te bouwen
op een betere manier.
(Susan Sarandon)

Wij spelen misschien niet letterlijk meer met bouwblokjes, hoewel menig groot geworden kind nog wel eens betrapt kan worden met legoblokjes. Er zijn zelfs kunstenaars over heel de wereld, die met veel enthousiasme en enorm veel geduld die bouwblokjes omvormen tot gigantische bouwwerken, of andere kunstvormen.
Met of zonder letterlijke blokjes, we zijn allemaal alle dagen aan het bouwen: stoffelijke, geestelijke, en emotionele dingen en toestanden. Spijtig dat er te dikwijls muren gebouwd worden en veel te weinig bruggen.
Misschien moeten we dit jaar ons wat meer openstellen om vensters te voorzien in onze muren en om deuren te openen…
En lijken sommige stenen op ons pad te zwaar om er iets moois mee te maken, of te klein om ons er zelfs voor te interesseren, of te grillig van vorm om er iets mee te bereiken, probeer dan inzicht te verkrijgen in het gezegde van J.W von Goethe:

Ook met stenen die ons de weg versperren,
kun je iets moois bouwen.

Heb je nog geen zin gekregen om iets te scheppen? Geniet dan van het lego-kunstwerk van Nathan Sawaya op dit filmpje:

Me-time of eenzaamheid?

Het vroor en het was dus heel koud, maar in de ijsblauwe lucht nodigde een stralende zon me uit om me goed in te duffelen en wat tijd buiten door te brengen. Ik besloot om een fikse wandeling te maken in het natuurreservaat het Molsbroek in Lokeren. Ik keek er naar uit om te genieten van dit kleine stukje natuurschoon zo dicht bij mijn huis.
Enkele Canadese ganzen en een groepje meerkoeten keken minzaam toe hoe mijn eenzame schaduw langs het verdorde riet gleed. Ik voelde me ‘alleen op de wereld’ en genoot van dat uurtje me-time tussen de eenden en de aalscholvers. Het was een onderonsje met mezelf en mijn gedachten. Niemand die mijn denken verstoorde.
Paul Tillich zei: ‘De taal heeft het woord ‘loneliness’ geschapen om de pijn van het alleen-zijn uit te drukken, en het woord ‘solitude’ om de glorie van het alleen-zijn gestalte te geven.’

Ik was blij om even alleen te zijn. In de stilte en de eenzaamheid van het Molsbroek kon ik de chaos in mijn binnenste ordenen en mijn ‘bronnen’ hernieuwen. Die bewuste tijd alleen gaf me een heleboel voordelen: een frisse neus, het blij gevoel dat ik kon doen wat ik deed, een babbeltje met ‘hierboven’ en het opfrissen van mijn vogelkennis. Met opgeladen batterijen ging ik glimlachend terug naar huis.

De eenzaamheid is een goede plaats
om te bezoeken,
maar een slechte plaats
om te verblijven.
(Josh Billings)

 

Ik wandel eens graag alleen, maar zou het niet meer zo leuk vinden moest ik altijd alleen moeten wandelen.
‘Het gerecht eenzaamheid smaakt wel goed als je het niet elke dag eet.’ (Simon Carmiggelt)
De adelaar vliegt alleen en de kraai in troepen; de mens heeft het alleen-zijn af en toe nodig, maar ook gezelschap. Er bestaat zo iets als goede en slechte eenzaamheid. In de Bijbel lezen we dat het niet goed is dat de mens alleen is. Volgens dr. Julianne Holt-Lunstad is het echt niet goed als de mens sociaal geïsoleerd is. Menselijke relaties hebben niet alleen invloed op het emotioneel en psychisch welzijn, maar zijn ook van vitaal belang voor de lichamelijke gezondheid.
Eenzaamheid kent vele gezichten.
Maar maken meer contacten minder eenzaam? Niet altijd. Want naast ‘sociaal eenzaam’ kunnen mensen zich ook ‘emotioneel eenzaam’ voelen. Ze missen dan een hechte, affectieve band met iemand.

 

Iedereen is wel eens eenzaam. Eenzaamheid treft zowel jonge als oudere mensen. Ik las ooit dat meer dan een kwart van de Belgische bevolking zich sterk sociaal eenzaam voelt (niet te verwonderen in deze digitale wereld). Een vijfde van de Belgen geeft aan zich sterk emotioneel eenzaam te voelen (onderzoek van Leen Heylen).

Iedereen voelt eenzaamheid ook anders aan, Het is een individuele ervaring. Ben ik al eenzaam geweeest? ja, hoor. Het was voor mij pijnlijk om een gebrek aan verbondenheid met anderen te ervaren en het gaf me een diep soort verdriet, een gevoel van leegte. Ik heb dat ervaren toen ik pas gehuwd was en mijn ouderlijke thuis miste (hoewel ik een schat van een man heb). Ik voelde me eenzaam toen een goede vriendin naar het andere einde van de wereld ging wonen, ik voelde me heel alleen in het ziekenhuis na een zware operatie en eenzaamheid spookte ook thuis in mijn hoofd na contact met het ‘burn-out monster’.
Ik heb me ook eenzaam gevoeld toen ik niet alleen was, toen ik omringd was door anderen maar toen ik het gevoel had dat het hen niet uitmaakte hoe het met me ging.

 

We hebben allemaal behoefte aan liefde, aanvaarding en succes. Als die behoeften niet vervuld worden voelen we ons niet geliefd, uitgesloten en een looser. Dat brengt dan weer gevoelens van frustratie, ontmoediging, zelfmedelijden en eenzaamheid mee. We hebben er allemaal wel eens mee te maken.
We zullen in ons leven allemaal uitdagingen en moeilijkheden hebben. We zullen ons allemaal wel eens uitgesloten, gebroken en alleen voelen. Als ik me zo voel dan weet ik dat het belangrijk is om te onthouden dat ik nooit echt alleen ben, dat de Heer me zijn troost beloofd heeft en dat de Heilige Geest altijd in mijn nabijheid kan zijn. Als ik dat besef dan keer ik me naar mijn Hemelse Vader. Hij trekt me steeds weer recht. Hij zal niet altijd alles voor me oplossen, maar Hij leidt me wel door elke storm.

We zijn niet op deze aarde geplaatst om er alleen voor te staan. Wat een verbluffende bron van kracht en van troost staat ieder van ons ter beschikking. Hij die ons beter kent dan wij onszelf kennen, Hij die alles overziet en die het eind vanaf het begin kent, Hij heeft ons verzekerd dat Hij er altijd zal zijn om ons te helpen als wij er maar om vragen. We zijn nooit alleen. (Thomas S. Monson)

Eenzaamheid is niet goed voor de gezondheid, het kan zelfs je leven aanzienlijk verkorten. Dus, bekruipt er je een gevoel van eenzaamheid neem dan de koe bij de horens:
Mis je iemand? Bel dan zelf eens.
Wil je iemand ontmoeten? Nodig zelf eens iemand uit.
Wil je begrepen worden? Leg het dan uit.
Heb je vragen? Vraag.
Heb je iets niet graag? Zeg het dan.
Vind je iets leuk? Vertel het.
Wil je iets? Vraag het.
Hou je van iemand? Zeg het.
Denk je echt dat niemand je hoort? Bid.

Psychologe Ilse Reynders gaf ook nog tips om een gevoel van eenzaamheid te doorbreken:
Wees jezelf. Heb niet te veel oppervlakkige contacten. Leer alleen zijn met jezelf en streef ernaar om in je sociaal leven zoveel mogelijk ‘echt’ te zijn. Diepgang in relaties kan alleen ontstaan wanneer je authentiek bent.
Wees niet te kritisch ten opzichte van anderen, dit kan leiden tot eenzaamheid. Een geïdealiseerd beeld van vriendschappen resulteert in geen of weinig diepgaande contacten.
Ontwikkel je eigen interesses. De kwaliteit van de relaties die je met andere personen aangaat, hangt heel nauw samen met je eigen gedrag. Wanneer je zelf groeit en je eigen interesses ontwikkelt zullen je relaties meegroeien.

 

Ik wil aan de tips van Ilse Reynders nog het volgende toevoegen: denk aan hoeveel mensen van je houden en om je geven. Probeer naar het goede te kijken in je leven en help anderen.

I believe that for most of us the best medicine for loneliness is work, service in behalf of others.
(Gordon B. Hinckley)

Zoek manieren om mensen om je heen te dienen, je gezin te helpen. Ze kunnen zich even alleen voelen als jij. Elk goed ding dat je doet voor iemand anders, zal de eenzaamheid die je voelt laten afbrokkelen. En vergeet niet te bidden. Christus zei: ‘Nader tot mij en Ik zal tot u naderen’

God’s light is real. it is available to all. It gives life to all things. It has the power to soften the sting of the deepest wound. It can be a healing balm for the loneliness and sickness of our souls. In the furrows of despair, it can plant the seeds of a brighter hope. It can enlighten te deepsest valleys of sorrow. It can illuminate te path before us and lead us through the darkest night into the promise of a new dawn. (Dieter F. Uchtdorf)

Ik las ergens dat eenzaamheid een mens tot depressiviteit kan leiden, zelfs tot waanzin. Bijvoorbeeld bij een astronaut die een jaar alleen in een ruimtestation zit. Daarom ontwikkelden ze bij Toyota de gezelschapsrobot Kirobo om mee te kletsen. Toen de astronaut terugkeerde bleef die robot alleen achter in het ruimte station. Na een tijd zond Kirobo de volgende boodschap naar de aarde: ‘I hope you’ll look up at the sky sometimes and think of me.’ Hij was zelf eenzaam!
Eender zijn al eenvoudiger sprekende robots getest om ouderen zich minder eenzaam te laten voelen, onder andere de iCat van Philips en een zeehondje genaamd Paro. Ook die hadden succes!
Volgens onderzoek aan de universiteit van Chicago zorgt elke vorm van respons ervoor dat een mens zich minder eenzaam voelt, of die respons nu van een ander mens, een dier of een robot komt.

 

Het zou de zoveelste schande voor de mensheid zijn moesten we de oplossing voor eenzaamheid aan robots overlaten. Ik geloof nog steeds dat de mens een goede inborst heeft. Maar met al de feestelijkheden in het vooruitzicht zouden we die goede inborst wel eens kunnen vergeten en voorbijlopen aan het feit dat er veel eenzame mensen zijn.
Ik hou van december, van het knetterende haardvuur, van dansend kaarslicht, van kerstmuziek, kerstfilms en de hele sfeer uit de boeken van Charles Dickens. Met zoveel gezelligheid, muziek, gelach en vakantiedagen is het gemakkelijk om de eenzaamheid van anderen niet te zien. Zeker met de feestdagen worden gemis en gebreken duidelijk gevoeld en zijn er velen kwetsbaar en alleen. Ooit was er een spreuk van Bond zonder Naam: Nodig een eenzame uit.
Misschien vinden we dat te moeilijk, zelf een bezoekje brengen is misschien gemakkelijker. Er wachten zoveel eenzame mensen op onze liefde, onze waardering en onze vriendschap. We kunnen de hele wereld niet omarmen, maar een enkeling wel. We moeten echt niet veel doen: een glimlach, een knipoog, een schouderklop, wat steun. Laat de mensen om je heen voelen dat ze waardevol zijn.

Veel mensen zijn eenzaam

geloof me

daar is niets tegen,

het mag,

Maar kom je ze tegen

zeg dan op z’n minst even:

‘dag’

(Toon Hermans)

 

Kunnen herfstbladeren ons iets leren?

herfst-blogVoor alles is er een vastgestelde tijd,

en een tijd voor elk voornemen onder de hemel.

 

Hij heeft alles op zijn tijd mooi gemaakt.

(Prediker 3: 1,11)

Terwijl gisteren de eerste nachtvorst zijn intrede deed, hangen de groene loofboomblaadjes nog stevig vast in mijn geheugen. Maar de werkelijkheid is dat het groen in al zijn tinten, stilaan verandert van kleur.

In plaats van overheersend appel- en olijfgroen wordt het bos herschilderd in goudgeel, karmijnrood en chocoladebruin.
Na dat uitbundige schilderspalet vallen alle blaadjes uiteindelijk op de grond. Nog even en de bomen zijn kaal.
Maar als het lente wordt, barsten knoppen open en nieuwe frisgroene blaadjes verbergen de kale takken. Het proces begint opnieuw.

De winter is een ets,

de lente een aquarel,

de zomer een olieverfschilderij

en de herfst is een mozaïek

van al deze.

(Stanley Horowitz)

De herfstbladeren met hun verschillende kleurverandering kunnen ons niet alleen in verwondering laten stilstaan, ze kunnen ons ook veel leren.
Soms verloopt ons leven prachtig. Alles lacht ons toe en we voelen ons super gelukkig. We zijn dan als de groene blaadjes in de warme zomerzon. We draaien en wentelen ons in het zonlicht en stromen over van suikerenergie en chlorophyl.

Soms verloopt ons leven niet zo goed. Soms kan het zelfs heel hard en moeilijk zijn. We krijgen een zware tegenslag of lijden onder een verkeerde keuze. We voelen ons verdrietig, schuldig, ontgoocheld of overbelast.
Dan zijn we als de herfstbladeren die hun groene kleur verliezen, de suikervoorziening is stopgezet en ze vallen op de grond.

In het licht van leven en dood

is een neerdwarrelend herfstblad

een heel significant gebeuren.

(Hugo Matthysen)

Als we de bladeren zien vallen kan dat ons weemoedig maken, want het betekent dat we de winter niet meer kunnen tegenhouden. Het betekent dat we niet meer van al die groene tinten kunnen genieten. Het betekent dat de loofbomen straks stil en kaalgeplukt het landschap domineren.
Maar als we goed rondkijken zien we zoveel moois in het warme kleurenspel van de herfstbladeren.

De herfst is een tweede lente

wanneer elk blad

een bloem is.

(Albert Camus)

Ook in ons leven kan er kleur gebracht worden, kleur die de zomer terug in ons leven brengt.
Echt vrienden verwarmen ons als ons leven koud lijkt. Hun begrip en hun humor geven een zonnige kleur aan onze stormige herfstdagen.
Een goed boek lezen, ons even verplaatsen in fictieve karakters die moedig oplossingen zoeken en vinden, dat kan een verfrissende kleur zijn in onze grijze dagen.
Het evangelie van Jezus Christus is voor mij ook zo’n kleurbrenger. Ik geloof in God en als jij ook gelooft in God en in zijn evangelie, dan weet je hoe moeilijk het is om een ander te vertellen wat je voelt. Je moet zorgvuldig naar de juiste woorden zoeken, want je wil niemand kwetsen en zeker niet beter dan een ander overkomen. Ik wil in mijn blog dus ook neerschrijven wat mij op geestelijk vlak beroert. Mijn niet-gelovige vrienden wil ik zo een kijkje laten nemen in mijn gelovige ziel. Wat betekent ‘de kleur’ van het evangelie van Jezus Christus voor mij? Eenvoudig gezegd:
Als ik val heeft Jezus beloofd om me recht te helpen.
Als ik fouten maak kan ik me bekeren en vergiffenis krijgen.
Jezus troost me, luistert naar mij en weent met me mee.
Al mijn problemen zullen niet door een of andere magische tovertruc verdwijnen. Maar ik put troost uit het feit dat de koude periodes in mijn leven niet blijven duren. Eens wordt het weer zomer.

No pain that we suffer,
no trial that we experienced
is wasted …
Al that we suffer
and all that we endure,
especially when we endure it
patiently,
builds up our characters,
purifies our hearts,
expands our souls,
and makes us
more tender and charitable …
It is through sorrow and suffering,
toil and tribulation,
that we gain the education
that we come here
to acquire.
(Orson F. Whitney)

Als we midden in donkere tijden zitten, dan is het moeilijk om schoonheid te zien.
Familie, vrienden,, ons geloof, dit alles zijn lichtpuntjes om ons te helpen kleur te vinden.
We moeten de koude en de winterstormen doorstaan, daar is niemand van uitgesloten. Maar we hebben de belofte dat de warmte van de zomer steeds terug zal komen.

Misschien kunnen we in de herfst zelf een zonnetje zijn in het leven van anderen. Als wij onze lichtstralen uitzenden, zullen we zelf ook in het licht staan.

Het is herfst! Dit seizoen is ook mooi en warm, laat de herfst maar over je komen! Doe een zachte wintertrui aan. Spring in de bladeren. Verwarm je handen rond een warme kop chocomelk. Ga naar buiten. Hoor het knisperen van de bladeren onder je voeten. Draag een muts en een sjaal. Bak koekjes. Laat het houtvuur branden en verlies je in de magie van de vuurvonkjes. Doe je winterjas aan en lees een boek onder een boom. Maak een boswandeling en kijk naar het prachtige kleurenspel … en leer.

Zie jij goed genoeg?

zien-blog

Het was vandaag weer een schitterende herfstdag! Hebben jullie ook het zonlicht op het gras zien vallen? Hebben jullie gezien hoe het speelde met de kleuren en de vorm van bloemen en blaadjes?
En hebben jullie op het einde van de dag die prachtige zonsondergang gezien? Hebben jullie gezien hoe de zon als een vurige sinaasappel wegzonk achter de horizon en hoe de lucht nog even haar gloed vasthield met felle oranje strepen tussen slierten blauw en grijs?

Het gaf mij alvast een warm gevoel, maar toch voelde ik me ook een beetje droef-schuldig.
Hoe jammer is het niet dat we zulke momenten meestal niet vangen met onze ogen. We hebben zo’n druk leven en rennen van de ene afspraak naar de andere. We verslijten onze ogen met het kijken naar een heleboel dingen die dikwijls het kijken niet waard zijn.
Waarom vinden we het zo moeilijk om onze agenda even te laten voor wat hij is, en nemen we nauwelijks de tijd om al die wonderlijke dingen die in de natuur plaatsvinden in ons op te nemen?
Ik realiseer me heel goed dat ik al veel herfsten en zonsondergangen heb overgeslagen en ik neem me voor dat ik er meer oog voor ga hebben.

Als wij niet meer met verwondering naar Gods wonderbaarlijke schepping kunnen kijken, dan hebben we iets kostbaars verloren.

Er is een verhaal dat God steeds weer geniet van zijn schepping. God heeft op een goede dag de zon geschapen en de zon gaat op. Hij vindt het zo mooi dat Hij zegt: ‘Nog een keer.’
En de volgende dag zegt Hij het weer: ‘Nog een keer.’

Hoe ouder ik word, hoe meer respect ik voor de natuur krijg.
Toen ik enkele jaren jonger was heb ik de cursus natuurgids gevolgd en later heb ik me nog bijgeschoold rond paddenstoelen en vogels. Door die cursussen en de vele excursies heb ik nog meer de schoonheid van bomen, planten, bloemen en dieren leren zien.

Leren zien is de kunst

die het moeilijkst is

en het langzaamst wordt verworven.

(Edmond de Goncourt)

Zien is inderdaad iets heel anders dan kijken. iets zien vraagt om ontvankelijkheid, een open geest. Het volgende Engelstalige tekstje vat dit zo mooi:

‘There are things you can’t reach.
But you can reach out to them, and all day long:
the wind, the bird flying away, the idea of God …
And it can keep you busy as anything else, and happier.
I look; morning to night I am never done with looking.
Looking I mean not just standing around,
but standing around
As though with your arms open.’ (Mar Oliver)

We moeten ook willen zien. Wat we zien hangt ook af van waar we naar zoeken. Volgens John Lubbock kan op eenzelfde plek de landbouwer het gewas opmerken, de geoloog de fossielen, de botanist de bloemen en de kunstenaar de kleuren. Hoewel we dus naar dezelfde dingen kijken, zullen we die niet allemaal zien.

Zien is nog iets anders dan kijken,

en wat wij met het leven doen

is vaak voor een groot deel afhankelijk

van hoe wij de dingen zien.

(Toon Hermans)

Antoune de Saint-Exupéry schreef: ‘ Enkel met het hart kan men goed zien. Het essentiële is onzichtbaar voor de ogen.’
Om met je hart te kijken heb je verbeelding nodig. We kunnen kijken met het oog van een wetenschapper of met het oog van een kind. Ik las daarover een mooie tekst van Gottfrid Van Eck :

Een kind dat onder de sterrenhemel staat en tegen zijn vader zegt: ‘Kijk, papa, dat zijn de sproeten van God’, gebruikt de taal van de verbeelding. De rationele mens zou zeggen dat dit onzin is; sterren zijn zonnestelsels die miljarden lichtjaren bij ons vandaan zijn. Maar het beeld van het kind bevat in feite meer waarheid dan de wetenschappelijke waarheid die alleen maar aangeeft wat sterren feitelijk zijn. Zie je de sterren als sproeten van God, dan zie je iedere keer als je ’s nachts naar buiten gaat God als het ware recht in het gezicht, waardoor je je geborgen voelt omdat je God dichtbij je weet. Geloven is een andere manier van kijken naar de realiteit vanuit het besef dat er meer is dan je ziet en in feitelijke taal kunt vatten. Maar dan moet je wel met andere ogen leren kijken, want je kunt ziende blind zijn en niet zien waar het werkelijk op aan komt.’

Het geloof is vrijwillig blind:

het sluit de ogen

om beter te kunnen zien.

(Hughes Felicité de Lamenais)

Er circuleert een ontroerend verhaal over Mozes Mendelssohn, de grootvader van de beroemde Duitse componist. Ik heb er veel over ‘zien’ en liefde uit opgestoken.
Mozes Mendelssohn was niet bepaald knap om te zien, hij was kort van stuk en had een lelijke bochel. Op een dag was hij op bezoek bij een koopman in Hamburg, die een prachtige dochter had die Frumtje heette. Mozes was op slag verliefd op haar. Maar Frumtje zag hem niet staan, ze vond hem afschuwelijk lelijk.
Toen hij moest vertrekken raapte Mozes al zijn moed bij elkaar om met haar te spreken. Ze weigerde hem aan te kijken.
Toen vroeg Mozes heel verlegen: ‘Frumtje, geloof jij dat huwelijken in de hemel worden gearrangeerd?’
‘Ja,’ zei ze, hem nog steeds niet aankijkend. ‘En jij?’
‘Ja, ik ook,’ antwoordde hij. ‘ Weet je, bij de geboorte van ieder jongen kondigt de Heer in de hemel aan welk meisje hij zal trouwen. Toen ik geboren werd, werd me ook mijn toekomstige bruid aangewezen. Maar de Heer voegde daaraan toe: ‘En jouw bruid zal een bochel hebben.’
Meteen riep ik uit: ‘O, een bruid met een bochel is iets vreselijks! Alstublieft, Heer, geeft U mij die bochel en laat haar mooi zijn.’
Toen hief Frumtje haar blik omhoog en keek ze hem in de ogen. Ze herinnerde zich iets uit een heel ver verleden en ze gaf Mozes haar hand.

Het getuigt van een goed zicht als we in onze partner iemand bijzonder zien. Voor mij gaat er geen dag voorbij dat ik uitkijk naar de thuiskomst van mijn man.
Ik denk dat er ook geen ouders bestaan die niet heimelijk in hun kinderen onbeperkte mogelijkheden zien. Liefde voor iets of iemand laat je meer en beter zien!

Mensen worden geboren met twee ogen en slechts één tong. Misschien omdat we twee keer zoveel zouden moeten zien als zeggen?
We moeten voorzichtig zijn met ons oordeel, want is er iemand die echt alles van een ander doorziet?
In de bijbel waarschuwt Jezus over dit oordelend zien:

Waarom ziet u wel de splinter

in het oog van uw broeder,

maar merkt u de balk

in uw eigen oog niet op?

(Mattheus 7:3)

Misschien zit er teveel stof in onze ogen zodat we niet meer duidelijk kunnen zien? Hoe komt dit stof in onze ogen? Is het een te groot ego dat stof rondstrooit?

De domheid dringt zich naar voren,

om gezien te worden;

het verstand gaat achteraan staan,

om te zien.

(Carmen Sylva)

Dit blogbericht ging echt niet over het bezoek aan een oogarts, misschien een beetje om eens door een andere bril te kijken, maar vooral om met ons hart te leren zien. Zie jij goed genoeg?
De herfst is een uniek seizoen om te leren zien.

Laat geen gelegenheid voorbij gaan

om iets moois te zien.

Want schoonheid is het handschrift

van God.

(Ralph Waldo Emerson)

Boekentip om bij herfstig weer te lezen:

‘Als je het licht niet kunt zien’ van Anthony Doerr

‘Het meisje dat uit het duister kwam’ van Diana en Bernie Lierow

 

 

 

 

Welke kleur breng jij in je leven?

kleurAls ik naar buiten ga, dan ruik en voel ik dat de herfst op kousenvoeten de zomer verdrongen heeft.Niet bruusk, maar heel langzaam past de natuur zich aan dit nieuwe seizoen aan. De dagen worden steeds korter en bomen en bloemen maken zich klaar om met een laatste vuurwerk aan kleur de herfst een van de mooiste perioden van het jaar te maken.

John Burroughs merkte heel wijs op:

How beautiful the leaves grow old.
How full of light and color
are their last days.

Hoe prachtig zou het niet zijn moesten alle mensen het licht en de kleuren zien die oudere mensen uitstralen. De jeugd met hun zonnig, fel en uitbundig kleurenpalet zou zich nog mooier en dieper ontwikkelen als ze deze oude pracht zou opmerken en waarderen. Een mooi boek om hieromtrent te lezen is ‘Mijn dinsdagen met Morrie’ van Mitch Albom.

Ik hou van kleuren. Naargelang mijn ochtendhumeur kleed ik me feller of zachter. Mijn ‘ik’ heeft een grote voorkeur voor zachte tinten, maar af en toe ga ik ook eens uit de bol voor felrood of knaloranje.
Met mijn penseel en verf tover ik liever zachte lichtgevende aquarellen dan harde olieverftaferelen.
De kleurklank van mijn favoriete muziekinstrument, de harp, zal geen harde beats voortbrengen maar stuurt meestal lieflijke, klaterende klanken onze leefruimte in.

Color is a power

which directly

influences the soul.

(Wassily Kadinsky)

Kleur is een speciaal fenomeen. In wetenschappelijke termen is een kleur een eigenschap van licht en wordt de kleur bepaald door de verschillende golflengtes van dat licht.
Een oppervlak dat alle golflengten volledig absorbeert, wordt zwart genoemd. Een voorwerp dat alle golflengten (bijna) volledig diffuus weerkaatst, wordt wit genoemd.
Maar er is geen voor de hand liggende relatie tussen de natuurkundige definitie van kleur en de echte, dikwijls verschillende, kleurervaring die een mens opmerkt.

The whole world,

as we experience it visually,

comes to us through the mystic realm of color.

(Hans Hofmann)

Er is veel gezegd en geschreven over kleur. Psychologen, wetenschappers, kunstenaars, schrijvers, filosofen en kwakzalvers, allemaal hebben ze aan alles een kleurtje willen geven.
In 1666 verdeelde Isaac Newton het spectrum in zeven kleuren:
rood-oranje-geel-groen-blauw-indigo en violet.
In 1810 schreef Johann Wolfgang von Goethe zijn kleurenleer. Hij wist toen al dat sommige kleurcombinaties écht niet kunnen, en dat kleuren een eerste impressie kunnen maken of breken.
De architectuur en reclame- en modewereld gebruiken en misbruiken de emotionele uitstraling van kleuren.

Zo is rood overal ter wereld dé signaalkleur. Rood valt op. Denk maar aan het gebruik in verkeerslichten, verkeersborden en de remmen van een auto. Rood wordt gekoppeld aan bloed en vuur, maar ook aan liefde en hartstocht. Is rood je lievelingskleur? Volgens kleurpsychologen wil je dan indruk maken en presteren. Je kleding toch een beetje aanpassen als je gaat solliciteren? En gelukkig leven we niet meer in de middeleeuwen, toen werden roodharige vrouwen van hekserij verdacht. Toch moeten wij ook opletten dat we geen heksenjacht ontketenen aan de een of andere kleur.

If you’re white and you’re wrong,
then you’re wrong.
If you’re black and you’re wrong,
you’re wrong.
People are people.
Black, blue, pink, green –
God make no rules about color,
only society.
(Bob Marley)

Veel kinderen houden van geel. Misschien omdat geel wordt geassocieerd met zon, licht en leven? Als geel je lievelingskleur is dan zou je geestelijk zeer levendig zijn en wil je steeds meer kennis verkrijgen. Gelukkig mogen wij vandaag, als we dat willen, allemaal geel dragen. In China mocht alleen de keizerlijke familie dat, omdat ze gezien werden als afstammelingen van de zon.

Soms vinden we ook een tegenstrijdigheid in de betekenis van een kleur. Groen zou voor veiligheid en rust staan, maar is ook de kleur van vergif. In tekenfilms worden rare wezens graag in het groen afgebeeld.
Misschien ben je nog groen achter je oren, maar heb je wel al eens een blauwtje opgelopen?
Wist je dat vroeger de deuren en luiken vaak blauw geverfd werden? Men dacht dat de kleur blauw de kwade machten kon verjagen. In het zuiden vind je nu nog steeds veel blauwe deuren. Niet dat daar meer kwade machten aan het werk zouden zijn, maar omdat blauwe deuren blijkbaar de vliegen buiten houden (ik zal maar kleur bekennen: volgens mij zijn vliegenramen toch veel efficiënter).

The object and color in the materials around us

actually have a physical effect on us,

on how we feel.

(Florence Nightengale)

Kleuren hebben inderdaad een effect op de mens. Waarom dragen dokters, laboranten en koks een witte beroepskleding? Wit staat voor schoon en smetteloos en dat verwachten wij in het beroepsveld van die mensen toch?
Wit is een speciale kleur, ze is de optelsom van alle kleuren samen. Meestal heeft de totale som van iets ook de absolute meerwaarde. Maar gelukkig ziet ons oog alle kleurschakeringen. Stel je voor dat ons zicht beperkt zou zijn tot wit en zwart, dan zouden we nooit regenbogen zien.

Ik stel mijn leven graag voor als een kleurdoos. Hoeveel kleuren zitten er in jouw doosje? 8 of 64?
De dingen die we doen, kleuren onze wereld. Als we een zwartkijker zijn, zal ons beeld altijd grijs zijn. We moeten veel kleuren in ons leven gebruiken. Met wat humor en wat liefde begint ons grijs beeld al wat op te klaren. Opgelet! Nijd, afgunst en roddel geven een vale kleur en kan ons kleurenpalet verwoesten.

The world needs

your prismatic soul.

(Amy Leigh Mercree)

We moeten ‘in kleur leven’! De wereld is al donker genoeg!

Maar we kunnen de kleur zwart niet vermijden,, noch moeten we dat proberen. In een prachtig kunstwerk is ook zwart verwerkt. Zonder zwart kan men geen diepte scheppen. Zon èn regen laten de kleuren van de regenboog verschijnen! R. Tagore zei het zo mooi:

Clouds come floating into my life,

no longer to carry rain or usher storms,

but to add color to my sunset sky.

Ik vind een zonsopgang en een zonsondergang veel mooier met slierten wolken in de lucht. Door onze tegenslagen en negatieve ervaringen krijgt ons levensschilderij meer diepte.

Als we ons verdiepen in de problemen van onze huidige samenleving is het alsof we op een toverbal sabbelen. Je weet wel, onder elke kleur vind je een nieuwe. Toen we kinderen waren vergeleken we elkaars toverbal. Telkens een andere kleur verscheen, gaf dat een magisch gevoel. Ik weet niet of de verschillende politieke kleuren me een magisch gevoel geven, maar als we het over de wereldproblematiek hebben moeten we wel opletten dat we niet als een blinde over de kleuren gaan spreken. We moeten ook voorzichtig zijn of we niet door een gekleurde bril kijken. Een kunstenaar bestudeert ook eerst de kleuren voor hij een kunstwerk maakt.
Waar niemand voor gestudeerd moet hebben, is het feit dat we allemaal weten dat het enige wat we per kleur moeten scheiden, de was is! We zitten echter nog ver weg van de droom van Martin Luther King.

I have a dream

that my four little children

will one day live in a nation

where they will not be judged

by the color of their skin,

but by the content of their character.

Ik wil het ook een beetje over kameleons hebben. Dat zijn rare dieren. Ze veranderen van kleur naargelang de omgeving waarin ze vertoeven.
Misschien willen wij ook wel eens af en toe veranderen van kleur en opgaan in de massa. Maar John Locke gaf hierover wel een doordenkertje:

We are like chameleons.
We take our hue and the color
of our moral character
from those who are around us.

Het is belangrijk met wie we omgaan, zij kleuren ons leven.
Heb je zelf een grijze dag? Alles wat je nodig hebt is een spatje kleur van je vrienden.
Heb je een spetterende kleurrijke dag? Neem je kleurdoos en probeer een regenboog te zijn in iemands grauwe dag.
Aarzel je? Denk je dat jouw kleuren er niet toe doen, dat ze te oud zijn, dat ze niet goed meer kleuren?
Ik weet dat gebroken kleurpotloden nog steeds kunnen kleuren, echt waar.

The ones

who are crazy enough

to think they can

color the world

are the ones who do.

Binnenkort schildert de herfst de natuur vol prachtige kleuren. Vergeet niet wat tijd te maken om er vol verwondering naar te kijken.

Een tip voor de kleurrijke sportliefhebbers: doe eens mee aan the color run!
Dat is een loop van 5 km waarbij de deelnemers in een witte Tshirt starten. Elke kilometer krijgen ze een wolk van kleurpoeder over zich heen. Men loopt voor het goede doel: de strijd tegen borstkanker.
info: thecolorrun.be

Live in color!

Vul je kleurdoos en kleur erop los!

Angst voor spinnen? Angst voor andere dingen?

 

spin-fluo-is-terug

 

Enkele dagen geleden verstoorde een zwart harig monster onze gezellige filmavond. Mijn man maakte de duiksprong van zijn leven en …ik was gered!

 

 

Waarom ben ik, net als zoveel andere mensen, bang voor spinnen? Ik weet echt wel dat die angst overdreven is, ik ben groot en de spin is klein. Maar ik zit er ondertussen wel mee. Ik ben bang voor een levende spin, krijg de kriebels van een dode spin en huiver van plaatsen die perfect geschikt zijn voor spinnen en spinnenwebben – zoals onze zolder en tuinhuis. Kom ik ergens een foto van een spin tegen, dan kan die bladzijde niet vlug genoeg omgedraaid zijn. Ja, ik weet het, dat is allemaal echt overdreven.

Spinnen zijn nuttige beestjes en in onze streken zijn ze ongevaarlijk. Harige, handgrote vogelspinnen komen hier niet voor. Maar bij het zien van een dikke huisspin slaat mijn hart over en verstijf ik ter plaatse. Hoe komt dat toch? Is het een familie-erfenis? Zit het in mijn genen? Heb ik als kind een akelige onverwachte ontmoeting met een spin gehad?

Een spin ‘springt in ’t oog’ en zeker in ’t mijne! Ik heb ze meestal het eerst gezien. Misschien omdat ze er zo lelijk uitzien? Ik vind het ook eng dat ze zo snelle onvoorspelbare bewegingen maken. Daarom durf ik ze ook niet dood meppen, ik zou er toch naast slaan, met nog meer schrik als gevolg.

Aanvallen en vluchten

maken deel uit van de strijd.

Verlamd worden van de angst niet.

(Paul Coelho)

Het is een gegeven dat angst verdwijnt als we de confrontatie aangaan. Het is ook een feit dat we graag wegblijven van dingen die we eng vinden: speechen, autorijden,… De enige manier om de angst te verminderen is het te doen. Angst hoort bij onze groei. Maar het hoeft niet in één keer, je kan het spanningsniveau in stapjes opvoeren en zo veilig oefenen.
De stap-voor-stap-methode wordt op veel domeinen succesvol toegepast. Wat mijn spinnenfobie betreft, ik vond het van mezelf al een heel huzarenstukje om in mijn tweede kinderboek (Fluo is terug) over een reuzegrote spin te vertellen. Met een raar gevoel van binnen en een klam potlood in mijn hand heb ik ze ook getekend. Dat was mijn eerste stap in mijn spinnenangst. Ik weet niet wanneer ik er aan toe zal zijn een volgende stap te ondernemen. Dus hoop ik dat mijn man de reddende engel blijft spelen. Ik heb wel een afspraak met de spinnen in huis gemaakt: ze mogen blijven, als ik ze maar niet zie. Hopelijk hebben ze dat goed begrepen.

We kennen allemaal angstgevoelens en de verlammende uitwerking die ze teweeg brengen. Ook weten we dat angst een slechte raadgever is en toch laten we ons wel eens leiden door onze angsten.
Je moet de dag van vandaag wel heel cool zijn om niet onrustig te worden door alles wat er nu gaande is: opwarming van de aarde, zikavirus, terrorisme, aardbevingen, kernproeven in Noord-Korea, oprukkend China, Rusland dat weer ‘koud’ aanvoelt, Turkije in België, … Het zijn allemaal angstfactoren.
Ja, er kan nogal wat misgaan in onze wereld, veraf maar ook dichtbij.

Ik moest onlangs mijn dochter afzetten aan de luchthaven van Oostende. Een luchthaven vind ik altijd wat opwindend en exotisch, maar deze keer moet ik toegeven dat ik toch wat minder onbevangen was. Twee zwaar bewapende soldaten stonden aan de ingang van deze kleine luchthaven en vertroebelden direct het vrolijke gevoel. Waar is de tijd dat we tot aan de landingsbaan meekonden?
Heb jij bij de laatste terroristische aanslag ook tegen je kinderen of kleinkinderen gezegd dat ze niet bang moesten zijn? Maar geloofde je het zelf wel?

Moed is weerstand tegen angst,

beheersing van angst,

niet afwezigheid van angst.

(Mark Twain)

Psycho-oncologisch therapeut Eveline Tromp zei dat we de onvoorspelbaarheid van het leven eigenlijk niet goed hanteren:
Niets is zeker in het leven. Je kunt ineens ziek worden of overlijden door een ongeluk. Met die onzekerheid kunnen wij mensen vaak niet zo goed omgaan. We zien continu dreiging, in de ijdele hoop dat we het kunnen uitbannen. 

Het Engelstalige woord voor angst is FEAR. dat is de afkorting voor:

False
Expectations
Appearing
Real

FEAR heeft ook nog twee andere betekenissen:

Forget Everything And Run

OF

Face Everything and Rise

Onze fantasie kan ook op hol slaan. Misschien heb jij het volgende wel al eens meegemaakt: na het lezen van een thriller ga je twee keer controleren of alles in huis goed op slot zit. Of na een spannende film hoor je ’s nachts vreemde geluiden en lig je klaarwakker te bibberen onder je deken.
’s Anderendaags ben je doodmoe, heb je barstende hoofdpijn en ben je gegeneerd voor die nachtelijke spoken.

In het licht blijkt het monster
vaak de schaduw van een vlinder.

Wat volgens mij nog bijdraagt tot een bang gevoel is dat voor de huidige media angst creëren een vorm van entertainment is. Onder druk van de concurrentie brengen nieuwsgevers steeds meer negatief nieuws. Dat zorgt voor meer kijkcijfers.
Doordat we zoveel ellende zien en horen, lijkt de samenleving volledig om zeep. En dat is niet zo. Er is nog zoveel goed nieuws, maar dat haalt meestal de krant niet.

Angst verandert niets aan het verdriet van gisteren

en lost de problemen van mogen niet op.

Het enige dat angst doet,

is je vandaag verlammen.

(Corrie ten Boom)

Het blijkt dat slechtnieuwsberichten ons verdrietiger en angstiger maken. We gaan daarbij ook meer piekeren en doemdenken over onze eigen problemen. Als je 90% van je aandacht richt op die 10% die niet goed gaat in je leven, dan ga je na verloop van tijd denken dat 90% niet goed gaat.  Wat kan je daaraan doen?

Eveline Tromp schreef: ‘Als je al je gedachten uit je hoofd zou kunnen schudden, zou je ze in twee stapeltjes kunnen verdelen:
gedachten die voortkomen uit angst
en gedachten die voortkomen uit vertrouwen.
Angst is de grote ontmoediger.
Vertrouwen produceert bemoedigende gedachten.’

Je kan ook met je angsten op een goede manier omgaan: voorbereiden, erover lezen, veiligheidsmaatregelen nemen. Maar je kan niet alles uitbannen.

Wij moeten voortdurend dijken van moed opwerpen

tegen de stormvloeden van de angst.

(Martin Luther King)

Het leven is een reis. Een reis met spinnen en andere angsten. We kunnen altijd kiezen of we luisteren naar onze angst, of naar ons vertrouwen. Als we krampachtig iets willen bereiken, dan kunnen we faalangst ontwikkelen, schrik om verkeerd te doen of te zijn. dan belemmeren we onze groei en schieten we het doel waarom we hier op aarde zijn voorbij. We moeten ons niet alleen richten op het eindresultaat, maar ook genieten van de weg ernaar toe.
We moeten niet bang zijn iets nieuws uit te proberen. Amateurs bouwden de ark, professionals bouwden de Titanic. We moeten het Grote Plaatje durven zien.

Vertrouw op Mij bij iedere gedachte;

twijfel niet,

vrees niet.

(L&V 6: 36)

De Heiland is de Weg, de Waarheid en het Leven. Hij is er altijd om ons aan te moedigen, te vergeven en te redden. Daarom, zoals M. Russell Ballard zei: ‘Als we geloof oefenen en de geboden onderhouden, dan moeten we geen schrik hebben van de reis.’

In moments of fear or doubt or troubling times,

hold the ground you have allready won,

even if that ground is limited.

(Jeffrey R. Holland)

In het Oude Testament, in de Bijbel, heeft de profeet Jesaja mooie dingen geschreven die ons moed kunnen geven onze angsten te overwinnen:

Vrees niet, want Ik ben met u; zie niet angstig rond, want Ik ben uw God. Ik sterk u en help u.
Ik grijp uw rechterhand vast en zeg tot u:
Vrees niet, Ik help u.
(Jesaja 41: 10, 13)

Toen ik een klein meisje was, voelde ik me veilig aan de hand van mijn ouders. Toen ik wat groter was, had ik minder schrik toen ik met mijn vriendinnetje hand in hand verschillende avonturen ondernam. Nog wat groter voelde ik me rustig toen mijn man mijn hand in de zijne nam. Een hand vasthouden verdrijft angst. Ik hou er van om mijn hand in de hand van de Heer te leggen…