Hebben jullie dat ook, dat weemoedig gevoel in september dat langzaam vanuit je tenen opstijgt? Horen jullie ook een stemmetje dat je influistert dat die mooie zomer weer eens voorbij is?
“’t is weer voorbij die mooie zomer” is ook een liedje van Gerard Cox. Het stond in de jaren ’70 wekenlang in de hitparade. Misschien had het liedje zo’n succes in Nederland en Vlaanderen omdat het een nostalgische klank had. In onze natte lage landen kijken we immers maandenlang uit naar die lange zomerse dagen, maar voor we ’t weten zijn die weer allemaal voorbij.
Gerard Cox – Het is weer voorbij die mooie zomer.
Je hebt er maandenlang naar uitgekeken.
De koude winter wou maar eerst niet om.
Traag en langzaam kropen langs de weken.
Maar eindelijk, daar was ie toch: de zon.
De nachten kort, de dagen lang.
De ochtend vol van vogelzang.
Het scherpe, hoge zoemen van een mug.
Dan denk je: ha, daar is ie dan.
Dit wordt minstens de zomer van een eeuw.
Maar lieve mensen, oh wat gaat ’t vlug.
’t Is weer voorbij die mooie zomer.
Die zomer die begon zowat in mei.
Ah, je dacht dat er geen einde aan zou komen.
Maar voor je ’t weet is heel die zomer
Al weer lang voorbij.
De wereld was toen vol van licht en leven
Van haringgeur vermengd met zonnebrand.
Een parasol om ’t felle licht te zeven en in je kleren schuurde zacht het zand.
We speelden golf en jeux de boule en we zonken zalig in een stoel.
We dreven met een vlot op de rivier.
We werden wekenlang verwend, maar ach, aan alles komt een end
nu zit ik met mijn dia’s in de regen hier.
Herfst verkleurt weer langzaam alle bomen.
‘k heb ’s nachts al lang weer m’n pyjama aan.
Dan had je eens in juli moeten komen,
toen sliepen we ’s nachts buiten op het strand.
En ’s morgens vissen in de zon
en zwemmen zover als je kon
We voeren met een boot een end op zee.
’t is jammer dat het over ging,
’t is allemaal herinnering.
Daar doen we dan de hele winter maar weer mee.
’t Is weer voorbij die mooie zomer,
die zomer die begon zowat in mei.
Ah, je dacht dat er geen einde aan kon komen,
maar voor je ’t weet
is heel die zomer al weer lang voorbij.
Ik heb het liedje nog eens beluisterd op Youtube, doe dat ook maar eens en dan zal je het meer dan normaal vinden dat ik een beetje weemoedig de herfst tegemoet zie.
Weemoed is de aftershave van het verdriet.
(Johan Anthierens)
Wat is weemoed? Waarom voelen we ons soms weemoedig en kijken we nostalgisch terug naar het verleden?
Ik vind weemoed een raadselachtig woord met een even raadselachtig gevoel. Ik ben blij en gelukkig, maar ineens koppel ik een lied, een beeld, een geluid, … naar iets van vroeger en bekruipt me een warm verlangen naar toen, ik word overvallen door een soort heimwee en voel een zachte treurnis om wat voorbij is.
Nostalgie is
gedachten van vroeger
gestript van het gedoe van toen.
(Hanna Bervoets)
Als ik dieper in mijn nostalgische herinneringen graaf, dan merk ik wel dat in iedere moment van mijn leven wel wat ‘gedoe’ was;
Een mooie zomer met uitgeregende uitstapjes en doornatte bbq’s.
Schattige baby’s met kilo’s pampers, uren gekrijs en hoofdpijn.
Interessante uitjes met vrienden, maar waar ik niet begrepen werd.
Een toffe werksfeer met toch enkele venijnige collega’s die mijn leven meer dan zuur maakten.
Een gezonde jeugd, maar met enkele enge ziekenhuisopnames.
Een mooi huis, maar ook een periode van stresserende financiën.
Toffe familiefeestjes, maar ook slepende conflicten.
Veel plezier op school, maar ook deadlines en moeilijke taken.
…
Nostalgie doet ons dat allemaal vergeten. Hanna Bervoets zei het zo:
Nostalgie is een slijpmachine
die onze herinneringen bewerkt
alsof het ruwe diamanten zijn:
grillige hoekjes worden afgeschaafd
en het oppervlak opgepoetst
tot ons verleden dermate schittert
dat het iets begeerlijks lijkt.
Voorbije dingen lijken soms zo volmaakt. De snoepjes uit onze jeugd waren veel lekkerder, de liedjes veel mooier, het eten gezonder, de vriendschappen intenser en het leven zorgelozer en minder ingewikkeld. Owens Lee Pomeroy zei het zo mooi in het Engels:
Nostalgia is like a grammar lesson:
you find the present tense,
but the past perfect.
Misschien voelen we ons veilig in die nostalgische momenten, omdat vroeger toch nooit terug kan komen. Vele dingen willen we echt niet opnieuw beleven. De Franse zanger Charles Aznavour zei:
Nostalgie is de zucht naar de goede oude tijd,
waarin niets te lachen viel.
Is weemoed en nostalgie dan niet gepast? Moeten we ons ervoor schamen? Is het iets alleen voor stokoude mensen? George Eliot zei:
We could never have loved the earth so well
if we had had no childhood in it.
Weemoed wordt wel eens de brug tussen toen en nu genoemd. Maar ik begrijp echt wel dat ’toen’ niet terugkomt.
Weemoed, nostalgie, dit kan een genezende balsem zijn voor wonden uit ons verleden, maar we mogen er niet in blijven hangen. C. S. Lewis schreef: There are far better things ahead than any we leave behind.’
We kunnen geen betere toekomst hebben als we blijven denken aan gisteren. Ik zou echt niet terug willen. Ik ben mezelf geworden door alle levenservaringen die ik al had en de toekomst zal me verder blijven polijsten.
Misschien waren er vroeger sommige dingen beter (ik heb alvast de volle overtuiging dat de knalrode vierkante ‘lekstokken’ veel lekkerder waren dan enige lolly nu). Maar ik durf me schragen achter de woorden van Gordon B. Hinckley:
Er is nooit een betere tijd in de geschiedenis van de wereld geweest om op aarde te leven. We moeten allemaal dankbaar zijn dat we in deze prachtige tijd met zoveel fantastische zegeningen leven.
Het is een feit dat de mooie zomer op zijn laatste benen loopt. Ik ga genieten van een mooie nazomer en misschien zullen de kortere dagen me af en toe weemoedig maken. Maar hé, de herfst met al zijn kleuren ligt op de loer en in de verte fonkelen al kerstlichtjes. Ik ga genieten van al het moois op mijn pad, het leven gaat al vlug genoeg.
Ik zit in mijn tuinzetel. De weerman beloofde een prachtige nazomer. En dat is het ook. Ik zomer dus eventjes na. Het ruikt buiten al een beetje naar de herfst. De ‘grasparels’ blijven een hele dag liggen. De lijsterbes heeft geen oranje bessen meer en laat al bladeren vallen. Het zonlicht is niet meer zo fel. Wespen vliegen venijnig heen en weer en vlinders proberen de laatste nectar uit de vlinderstruik te halen. Spinnen weven kunstwerkjes en dikke libellen flitsen boven de vijver. Af en toe groepen vogels samen in de lucht, op weg naar warmere streken. Heel de natuur haalt weemoedig adem …