Betekent Kerst nog iets?

In de warenhuizen klinken kerstliedjes om te beklemtonen dat de kerstperiode weer is aangebroken. Klassiekers en moderne versies over de mooiste tijd van het jaar, sneeuw, familie, belletjes, rendieren met een rode neus en de kerstman dwarrelen rond de geschenkenpiramides. Ik hou wel van kerstliedjes, maar ik heb het gevoel dat de traditionele kerstliedjes in de vergetelheid zijn geraakt. Je hoort nog wel ‘Stille nacht’ en ‘O Holy Night’, maar andere Christelijke klassiekers zoals ‘Juich wereld juich’, ‘Bethlehem gij kleine stad’, ‘Ver, ver van hier in Judea schoon’, ‘de herdertjes lagen bij nachte’ enz. moeten het onderspit delven tegen Engelstalige successen over feesten en samenzijn. Ik hou van bijna alle kerstliedjes, maar degenen die echt over kerst gaan raken mijn hart dieper.

Vroeger werden op de lagere school onze Vlaamse kerstliedjes aangeleerd en gezongen. Een ervan was ”De Herdertjes lagen bij nachte’.  Met eenvoudige woorden wordt de ware betekenis van Kerst gezongen. Ik wil mijn gedachten met jullie delen over die herders. Of je nu letterlijk in het verhaal gelooft, of niet, er zit een wonderlijke toepassing in voor ieder mens.

In de Bijbel, in het Nieuwe Testament, lezen we: ‘En er waren herders in diezelfde streek, die zich ophielden in het open veld en ’s nachts de wacht hielden over hun kudde’ (Lucas2: 8)

Die herders waren geen gewone schaapherders, ze waren speciale, gelovige mannen en vrouwen die op de schapen pasten die zouden geofferd worden in de tempel van hun God.
Ze ‘hielden zich op in het veld’ en waakten ’s nachts over de kudde. Ze waren verantwoordelijk voor de schapen en de lammeren. In de duisternis en de kilte waren ze getrouw op post en alert voor allerlei gevaar zoals wolven en rovers.  Zonder het te weten bevonden ze zich in een situatie waar de hemel openging. Mochten ze thuis gebleven zijn, dan hadden we een ander verhaal.

Als ik over die herders lees, dan vraag ik me af of ik getrouw met mijn verantwoordelijkheden omga. Eerlijk en gepassioneerd omgaan met toegewezen taken, kan een leven zinvol maken. Ik moet geen wacht houden bij schapen, maar figuurlijk gezien hou ik nog steeds de wacht bij mijn al volwassen kinderen. Ook mijn kleinkinderen zitten in mijn ‘zorgkastje’. Ik probeer vriendelijk om te gaan met vrienden en familie en ik kijk er steeds naar uit om evangelielessen aan jongeren te geven. Ik ben dus ook op ‘mijn veld’ en klaar om de hemel te zien opengaan. Nee, ik heb nog geen engelen gezien (alhoewel, in menselijke vorm al veel), maar ik heb wel al leiding gevoeld en gekregen uit ‘hogere sferen’.

De prijs van grootsheid
is verantwoordelijkheid.
(Winston Churchill)

Er verscheen een engel aan de herders en het eerste wat hij zei was: ‘Wees niet bevreesd!’ (Lucas 2: 10). Ik kan me best inbeelden dat die herders bang waren toen ze zoveel licht in de duisternis zagen. Maar de engel bracht geen slechte boodschap, maar het allergrootste beste nieuws ooit! Hij verklaarde dat de Messias geboren was, de Verlosser van de mensheid. Ze zouden Hem vinden in doeken gewikkeld en in een kribbe.

Soms lijkt die grote blijdschap die de engel verkondigde voor iedereen wel veraf. Ziektes, mislukkingen, onbegrip, teleurstellingen, moeilijkheden, ellende, dood en nog veel meer miserie, vieren hoogtij in een menselijk leven. Ik heb het geluk om in een maatschappij te mogen leven waar er stoffelijke overvloed is, maar op vele plaatsen in de wereld heeft men amper voedsel om te overleven. Wil je weten of we hier ook een ‘geestelijke overvloed’ hebben, dan moet je maar eens binnenspringen in rustoorden of bij psychologen. Er woeden letterlijke en figuurlijke oorlogen veraf of dichtbij, die voor lichamelijke en emotionele problemen zorgen. En toch is de boodschap van die engel toen nu nog evenzeer waar: we moeten niet bang zijn, uiteindelijk komt alles goed. Die kleine Baby in Bethlehem zou opgroeien en Zijn opdracht vervullen. Door Hem is er hoop, verlossing, victorie!

Kerst is geen verhaal van hoop,
het is hoop.
(Craig Lounsbrough)

En toen verschenen er veel engelen die zongen: ‘Eer zij aan God in de hoogste hemelen, en vrede op aarde, in mensen een welbehagen.’ (Lucas 2: 14).
Als ik vandaag een koor dit lied hoor zingen dan voelt mijn hart de waarheid van deze gebeurtenis aan. Geen enkele filosofie of denkwijze kan meer hoop geven en geruststellen.
Enkele uren voor Jezus de zonden, ziektes en zwakheden van iedereen en alles wat verkeerd was, op zich zou nemen, zou gevangen genomen worden, gefolterd en gekruisigd worden, zei Hij:

‘Vrede laat Ik u, Mijn vrede geef Ik u, niet zoals de wereld die geeft, geef Ik die u. Laat uw hart niet in beroering raken en niet bevreesd worden.’ (Johannes 14:27)
In Mij zult u vrede hebben. In de wereld zult u verdrukking hebben, maar heb goede moed; Ik heb de wereld overwonnen.’ (Johannes 16: 33)

De Heiland had het niet over vrede die door legers bereikt zou worden, maar over de vrede die we in ons eigen leven kunnen hebben als we een persoonlijke relatie met Hem en Zijn Vader opbouwen en  eigenschappen ontwikkelen die zo typisch voor Hem waren. Als elk mens met heel zijn hart hoogmoed, racisme, hebzucht en ruzie zou bannen en elk mens zou zien als als een broer of zus en een kind van God, dan zou het gemakkelijker zijn om vrede en liefde thuis, in de buurt, op het werk en in de wereld te hebben. In de vroege middeleeuwen schreef Franciscus van Assisi een gebed dat we zeker allemaal kunnen toepassen, en niet alleen rond kerst maar het hele jaar door:

Heer, maak mij een instrument van Uw vrede.
Laat mij liefde brengen waar haat heerst,
laat mij vergeven wie mij beledigde,
laat mij verzoenen wie in onmin leven,
laat mij geloof brengen aan wie twijfelt,
laat mij waarheid brengen aan wie dwaalt,
laat mij hoop brengen aan wie wanhoopt,
laat mij licht brengen aan wie in duisternis is,
laat mij vreugde brengen aan wie bedroefd zijn.’

De herders zullen verwonderd geluisterd hebben. Toen de engelen verdwenen waren bespraken ze met elkaar wat ze gezien hadden. Voor hen was dit geen illusie, geen magische truc, geen gezichtsbedrog. Ze besloten om naar Bethlehem te gaan en de Baby te zoeken.

Als ik inspiratie krijg om bepaalde dingen te doen, dan maak ik plannen om dit uit te voeren. Ik heb in mijn leven al veel mooie dingen zien gebeuren door te luisteren naar die speciale, goddelijke ingevingen. En ja, ik heb soms al eens vraagtekens gezet, maar ik heb geleerd dat Gods wegen hoger  en beter zijn dan mijn zelf uitgestippelde weg.

We moeten leren de waarheid niet alleen
met ons verstand te onderscheiden,
maar ook door te luisteren
naar de stille, zachte stem van de Geest.
(Mathias Held)

En zij gingen met haast en vonden Maria en Jozef, en het Kindje liggend in de kribbe.’ (Lucas 2: 16)
Weet je wat ik zo mooi vind aan deze zin? ‘Ze gingen met haast’. De herders stelden hun beslissing het Kind te zoeken niet uit. Ze gingen niet eerst feestkleding aantrekken, of nog wat eten, of nog wat discussiëren. Ik denk ook niet dat ze slenterden, maar dat ze liepen. Ik kan het me al voorstellen: hun haar wapperend in de wind, hun kleding omgord zodat ze sneller konden lopen, niet zeuren als ze met hun sandalen over steentjes uitschoven, maar vol enthousiasme alles gaven.

Ik hoop deze houding ook nog meer te ontwikkelen. Als inspiratie komt, niet talmen, geen andere gemakkelijkere manieren proberen zoeken, maar met enthousiasme alles geven. Ondervinding heeft me geleerd dat als ik aarzel om acties te ondernemen, de ingevingen vervagen en uiteindelijk verdwijnen.

Het laatste zinnetje over de herders in Lucas 2: 17:
‘Toen zij Het gezien hadden, maakten zij overal het woord bekend dat hun over dit Kind verteld was.’

De herders waren de eerste getuigen tot de wereld. Ze schaamden zich niet. Waarschijnlijk zullen ze ook uitgelachen geweest zijn, bespot en belachelijk gemaakt. We hebben daar geen verslag van in de Schriften, maar het woordje ‘overal’ toont aan dat ze hun schouders optrokken voor kritiek. Ze hadden gehoord en gezien wat ze gehoord en gezien hadden en dat kon niemand hen afnemen.
Ik hoop dat ik hun voorbeeld wat beter kan navolgen en me minder aantrek dat geloven niet populair is. Ik kan zeggen dat ik al vele jaren de Bijbel en andere geopenbaarde Schriftuur bestudeerd heb en kan getuigen dat Jezus Gods Zoon is. Dat Hij als mens geboren werd, een volmaakt leven leidde en voor alle mensen de weg vrijmaakte om terug te keren naar hun hemelse thuis. En dat allemaal uit liefde voor ons. Een van zijn namen is ‘de Goede Herder’. Als ik Zijn voorbeeld volg dan pas zal ik Kerst volledig begrijpen.

To catch the real meaning
of the spirit of Christmas,
we need only drop
the last syllable
and it becomes
the Spirit of
CHRIST.
(Thomas S. Monson)

ZALIGE KERST! MERRY CHRISTMAS! JOYEUX NOEL! FROHLICHE WEIHNACHTEN! FELIZ NAVIDAD! BUON NATALE! VESELOHO VAM RIZDVA! MO’ADIM LESIMKHA! GOD JUL!

 

 

 

 

Maakt geven echt gelukkiger?

December en januari zijn maanden waarin het niet alleen donker is, maar waarin ook veel geschenken worden gegeven en gekregen. Ik vind het leuk om kerst- en nieuwjaarscadeaus voor mijn kleinkinderen te kopen. Ik probeer steeds om iets te vinden wat hen blij zal maken. Het geeft me een fijn gevoel als ik de lichtjes in hun ogen zie wanneer ze hun pakje openmaken. Geven is zoveel rijker dan krijgen, vind je ook niet?

The satisfaction of giving
lasts much longer than
the sweetness of getting.
(Burton Howard)

In Israël zijn twee zeeën: de Dode Zee en de Zee van Galilea. Ik heb aan de oevers van beide zeeën gestaan en veel verschillen opgemerkt. De Zee, of het Meer van Galilea zit vol leven. Er zwemmen veel vissen in en de meest bekende is de Petrusvis. Het meer is de belangrijkste drinkwaterbron van Israël en het wemelt er van vogels. De natuur is er adembenemend mooi en voor mij was het een prachtige meditatieplaats. Ik kon er best inkomen dat zo’n tweeduizend jaar geleden honderden mensen aan de oever van dat meer naar de uiteenzettingen van Jezus Christus luisterden.
De Dode Zee is het laagst gelegen meer ter wereld en ligt in een woestijngebied. Ze is heel anders dan de Zee van Galilea: dood, geen zichtbare levende wezens, giftig en bitter. Het vreemde is dat ze allebei door dezelfde rivier gevoed worden: de Jordaan. Hoe kunnen ze dan toch zo verschillend zijn?
Wel, de Zee van Galilea krijgt aan de ene kant water binnen en aan de andere kant geeft ze water weg. De Dode zee krijgt water, maar heeft geen uitgang. Ze houdt het allemaal zelf.
In deze vergelijking zie ik een mooie levensles. Als we alleen maar krijgen en niets geven, dan leven we niet echt.

Franciscus van Assisi merkte wijs op dat het in het geven is dat we ontvangen, of zoals Paulus het verwoordde:

Het is zaliger te geven dan te ontvangen.
(Handelingen 20: 35)

In de kersttijd handelen veel mensen volgens de echte ‘kerstgeest’: de geest van het geven. Kerst is zoals een fles bruisend water opendraaien: we denken meer aan anderen dan aan onszelf en er borrelt een verlangen in ons om te geven. Talrijke projecten steken de kop op – de ‘warmste week’ is er één van- en mensen doneren geld aan allerlei goede doelen. Het zijn ook niet altijd tastbare cadeaus: buren komen samen, jongeren zingen kerstliedjes, ouderen worden wat meer bezocht … Ik genoot alvast van een prachtig gratis kerstconcert gebracht door getalenteerde jonge mensen wiens bedoeling  het was om mensen gewoon even blij te maken.

As we give presents at Christmas,
we need to recognize that
sharing our time and ourselves
is such an important part of giving.
(Gordon B. Hinckley)

Ik denk dat in ieder mens een ‘gevend gen’ zit. Als we beelden van mishandelde dieren zien dan roept een stemmetje in ons hoofd: ‘Doe iets!’
Als we reportages en nieuws zien van oorlogsslachtoffers, tsunami-overlevenden, vluchtelingen en daklozen, dan schreeuwt ons geweten: ‘Doe toch iets!’
We kunnen meestal niet ‘lijfelijk’ hulp bieden, maar door geld te storten sussen we ons geweten. Soms vragen we ons dan af of ons geld wel op de juiste plaats is geraakt en als de rampen elkaar te snel opvolgen, kijkt onze bankrekening misschien de andere richting uit.
Persoonlijke hulp geeft de meeste voldoening. We vinden het nu eenmaal leuk om iets voor een ander te doen. Helpen verbindt mensen en vertroebelt rassen en grenzen. Helpen brengt mensen dichter bij elkaar en  wederzijds vertrouwen groeit.

The more one forgets himself –
by giving himself to a cause to serve
or another person to love –
the more human he is.
(Viktor E. Frankl)

Ik geloof dat geven succes meebrengt in alle facetten van het leven. Niemand wordt armer door te geven, integendeel, er gebeurt iets magisch, iets wat wiskundig niet valt uit te leggen. Onze talenten groeien en vermeerderen telkens ze gedeeld worden.
Want zeg nu zelf, welk een meerwaarde krijgt kennis en ervaring niet als ze gedeeld worden? Of als er een verhaal in je groeit en je vertelt dit aan anderen?

De geest van Kerst is delen, vergeven, liefhebben. Deze kerstgeest vindt zijn oorsprong in het grootste geschenk dat de wereld ooit gekregen heeft -Jezus Christus.

‘ Want alzo lief heeft God de wereld gehad,
dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft,
opdat ieder die in Hem gelooft,
niet verloren gaat,
maar eeuwig leven heeft.’
(Johannes 3: 16)

Ik vraag me af waarom we elk jaar tot in december wachten om anderen wat milder te bejegenen, wat meer lief te hebben, zachter te zijn en vrijgeviger te geven. Elke dag is een geschenk, we mogen het alleen niet vergeten uitpakken!

Merry Christmas!

Kerst en vrede.

 

Het is kerstperiode wat door velen de mooiste tijd van het jaar genoemd wordt. Anderen vinden het de meest gestresseerde en lopen van de ene winkel naar de andere, op zoek naar cadeautjes, tafeldecoratie en andere hebbedingen.
Ik hou van kerst, van de sfeer, van het gevoel dat de mensen iets vriendelijker zijn, maar vooral omdat in deze decemberperiode de betekenis van het leven zich telkens weer nestelt tot in mijn diepste zelf.
Elk jaar opnieuw sta ik stil bij de gedachte ‘Wat betekent Kerst voor mij?’. Ik kan ontroerd worden door sommige kerstliedjes en kerstverhalen. ‘A Christmas Carol’ van Charles Dickens kan ik nog honderd keer lezen en zo heb ik nog wel meer favorieten. Meestal is het stil in ons huis, ik hou van de stilte. De radio staat zelden aan en als er muziek klinkt, dan kies ik die liever zelf naargelang in welke ‘mood’ ik verkeer. Maar in december klinkt er alle dagen kerstmuziek bij ons, ofwel vanuit de CD-speler ofwel vanop mijn harp. Kerstmuziek heeft iets magisch. Er bestaat natuurlijk allerlei soorten kerstmuziek, van swingend tot ontroerend.
Onlangs werd ik geraakt door het lied ‘I heard the bells on Christmas Day’. Dit kerstlied is gebaseerd op een gedicht van de Amerikaan Henry Wadsworth Longfellow. Hij schreef dit gedicht op kerstdag 1863. Het was burgeroorlog en zijn zoon was zwaargewond. Henry Longfellow hoorde de kerstbellen en dacht na over de boodschap van ‘vrede op aarde’. Zijn vrouw was nog niet zo lang geleden gestorven, hij was een weduwnaar met zes kinderen, en zijn oudste kind kwam verlamd uit de burgeroorlog. Het gedicht laat ons een kijkje nemen in zijn verwarde, maar gelovige ziel. In deze moeilijke periode van zijn leven waar hij geconfronteerd werd met een wereld van geweld en onrechtvaardigheid, daalden de woorden ‘vrede op aarde’ in zijn pen. Je leest zijn verdriet en zijn vraagstelling over ‘vrede’. Je leest zijn ontmoediging over de confrontatie met haat en het spotten met de hemelse vredeboodschap van zo lang geleden. Maar tenslotte overwint zijn hoop en geloof in een wereld waar recht en vrede zal zegevieren.
Ik denk dat wij nu in een soortgelijke wereld leven, waar geweld en ongerechtigheid de boventoon voeren, waar God dood verklaard wordt en waar men spot met de kerstboodschap.

I heard the bells on Christmas Day
Their old, familiar carols play,
And wild and sweet
The words repeat
Of peace on earth, good-will to men!
And thought how, as the day had come,
The belfries of all Christendom
Had rolled along
The unbroken song
Of peace on earth, good-will to men!
Till ringing, singing on its way,
The world revolved from night to day,
A voice, a chime,
A chant sublime
Of peace on earth, good-will to men!
Then from each black, accursed mouth
The cannon thundered in the South,
And with the sound
The carols drowned
Of peace on earth, good will to men!
It was as if an earthquake rent
The hearth-stones of a continent,
And made forlorn
The households born
Of peace on earth, good-will to men!
And in despair I bowed my head;
‘There is no peace on earth,’ I said;
‘For hate is strong,
And mocks the song
Of peace on earth, good-will to men!’
Then pealed the bells more loud and deep:
‘God is not dead, nor doth He sleep;
The Wrong shall fail,
The Right prevail,
With peace on earth, good-will to men!’
(originele tekst van Henry Longfellow)

De kerstboom en de kerstdecoraties geven ons huis een speciale ‘look’, maar het plaatje is niet volledig zonder het kersttafereel. Ik geef Maria, Jozef en het kind een prominente plaats in onze woonkamer en als ik het oude, versleten beeldje van een herder in mijn handen houd, herinner ik me een kerstverhaal:

Ze werden wakker in een doos op zolder: een engel, een ster met een staart en een herder met een lantaarn. De herder was er erg aan toe: vorig jaar was hij gevallen, zodat de neuzen van zijn schoenen gebroken waren. Dat deed hem veel verdriet:
Je kunt toch niet met kapotte schoenen bij een kerststal staan?’ vond hij.

Hun doos werd opengemaakt.
O! Wat een prachtige ster! Ik zet ze op de hoogste tak.’
‘En die engel, die hangen we in het midden van de boom. Dan kan iedereen hem goed zien.’
‘En de herder … Ja, zijn mantel en zijn muts zijn versleten. En zijn schoenen zijn kapot!’
‘We kunnen ook zeggen dat zijn schoenen versleten zijn, omdat hij van heel ver gekomen is. Kijk, hij heeft licht meegebracht. Ik vind dat we hem de ereplaats moeten geven, omdat hij met het licht zo’n lange tocht heeft gemaakt.’

De herder werd vlakbij de kribbe gezet. Uit zijn lantaarn viel een straaltje licht.
Precies op het kind dat daar lag.
(Uit ‘Een parel voor elke dag’)

Het kerstverhaal is niet zomaar een verhaal, het is geen sprookje. Als ik de ware betekenis van dat kerstverhaal niet begrijp, dan bevind ik me in het overgecommercialiseerde kerstgebeuren. Ik geloof dat het verhaal in Bethlehem gekoppeld is aan de gebeurtenissen in Getsemane en Golgotha. Kerst is een vreugdefeest, maar het belooft geen leven zonder pijn, moeilijkheden en beproeving. Het ene verhaal kan niet zonder het andere en het getuigt wat het leven precies is. Gods Zoon, geboren in een kribbe toont ons een leven om na te volgen.
‘Ik ben het Licht’ en ‘Jullie zijn het licht’, een opdracht van naastenliefde en dienen.
Hij gaf zijn leven zodat alle mensen eeuwig kunnen leven.

‘…That Baby, the Only Begotten Son in the flesh,
born ‘away in a manger, with no crib for his bed’
makes all the difference everywhere,
worlds without number,
a lot farther than your eye can see.’
(Jeffrey R. Holland)

Hoe kunnen we nu vrede bereiken? De volgende woorden van Howard W. Hunter helpen me daarin een weg te zoeken:

Deze kerst,
leg een ruzie bij.
Zoek een vergeten vriend.
Vervang twijfel door vertrouwen.
Schrijf een brief.
Geef een zacht antwoord.
Moedig de jongeren aan.
Toon uw loyaliteit in woord en daad.
Hou je aan je beloftes.
Laat los.
Vergeef een vijand.
Verontschuldig.
Probeer te begrijpen.
Leg eens je voorwaarden voor anderen onder de loep.
Denk eerst aan iemand anders.
Wees vriendelijk.
Wees lief.
Lach een beetje meer.
Uit je dankbaarheid.
Verwelkom een vreemdeling.
Maak een kind blij.
Geniet van de schoonheid en het wonder van de natuur.
Spreek liefde uit
en spreek het opnieuw.

 

VROLIJK KERSTFEEST!

 

Kerstmis: vreugdefeest of aanstootgevend?

 

 

In deze periode van het jaar waarin we de geboorte van de Heiland herdenken, zijn er veel lessen te leren. De meeste van deze lessen komen als we zien, luisteren en lezen. Niet zozeer van de woorden en de beelden, maar van wat we voelen in ons hart.

De boodschap van Kerstmis is
dat de zichtbare en materiële wereld
verbonden is met
de onzichtbare geestelijke wereld.

 

Ik hou ervan om naar kerstliedjes te luisteren en kerstverhalen te lezen. Het brengt in mezelf een zoete geest van herinneringen, vrede, reflectie en inzicht mee.

‘A Christmas Carol’ is misschien wel het meest bekende fictieve kerstverhaal. Het heeft heel veel mensen beïnvloed en men zegt wel eens dat Charles Dickens Kerstmis uitgevonden heeft.
Kerst bestond natuurlijk al lang voor Dickens geboren was. Maar voor zijn beroemde kerstverhaal was Pasen het meest gevierde christelijke feest. In bepaalde protestantse gemeenschappen werd het vieren van Kerstmis op 25 december als een heidens feest gezien. De reden dat we kerst op 25 december vieren heeft niks te maken met de geboortedatum van Jezus Christus, want die zou wel eens in de lente  kunnen geweest  zijn.
De Germanen vierden rond 21 december de joelfeesten waarbij de boze werd verjaagd en het licht begroet. In de vierde eeuw besloot keizer Constantijn de Grote dat Kerstmis op 25 december zou worden gevierd. Op deze datum werd rond de Middellandse Zee tot dan toe de zonnegod vereerd. Constantijn vond dat die eer beter paste bij Christus, die gezegd had dat Hij het Licht der wereld was. Om de kerk aantrekkelijk te maken voor nieuwe bekeerlingen stelde paus Julius I 25 december als de geboortedag van Christus in.

Wisten jullie trouwens dat de Germanen in het joelfeest altijd een groenblijvende boom in huis haalden? In de 16de eeuw verklaarde Luther de kerstboom tot symbool van de geboorte van Christus. Eerst stond de boom alleen in kerken, pas eind 19de eeuw zag men hem ook verschijnen in de protestantse huiskamers. De katholieken gaven de kerststal de ereplaats in hun huis.
De huidige tradities rond het kerstfeest zijn van land tot land verschillend. Door de globalisering dringen de Amerikaanse commerciële kerstgewoontes overal door, ook in ons land.
Maar of we nu een kerstboom al dan niet versieren, kerstkransen hangen of cadeautjes geven, als die dingen bij ons de kerstgeest oproepen zit het wel goed.

Wat is kerst?
Het is mildheid voor het verleden,
moed voor het heden
en hoop voor de toekomst.
(Agnes M. Pahro)

En deze quote brengt me dan weer bij het verhaal van Ebenezer Scrooge die de drie geesten van kerst op bezoek kreeg. Dickens schreef dit tot de verbeelding sprekende kerstverhaal in het begin van de 19de eeuw. Deze tijd was een donkere periode voor de werkmens. De meerderheid van de kinderen geboren in het arbeidersmilieu, stierf voor hun vijfde levensjaar. Kinderarbeid, hongersnood en uitbuiting waren schrijnende toestanden waarmee Dickens ook zelf in zijn jeugd geconfronteerd werd.
Het is misschien interessant om te weten dat Dickens een leeftijdsgenoot was van Friedrich Engels. Ze leefden allebei in Engeland en waren alle twee geraakt door de slechte levensomstandigheden van de arbeiders in hun tijd. Beiden hadden een talent om te schrijven. Terwijl Engels schreef over een politieke revolutie – hij vormde de inspiratie voor het ‘Communistisch Manifest’ van Karl Marx – beschreef Dickens een andere revolutie. Hij schreef over een revolutie van het hart. Hij schreef over het belang van welzijn voor de kinderen en de nood aan sociaal dienstbetoon. Dickens schreef het onsterfelijke  ‘A Christmas Carol’.

Kerstverhalen als dit, kerstfilms, kerstmuziek, … ze roepen warme gevoelens op in een – ondanks de opwarming van de aarde –  steeds koeler wordende wereld.
Dieter F. Uchtdorf zei: (in het Engels, maar er zou veel verloren gaan in mijn letterlijke vertaling)

This is a season of rejoicing! A season of celebration! A wonderful time when we acknowledge that our Almighty God sent His Only Begotten Son, Jesus Christ, to redeem the world! To redeem us!

It is a season of charitable acts of kindness and brotherly love. It is a season of being more reflective about our own lives and about the many blessings that are ours. It is a season of forgiving and being forgiven.

But perhaps most of all, let it be a season of seeking the Lamb of God, the King of Glory, the Everlasting Light of the World, the Great Hope of Mankind, the Savior and Redeemer of our souls.

I promise that if we unclutter our lives a little bit and in sincerity and humility seek the pure and gentle Christ with our hearts, we will see Him, we will find Him – on Christmas and throughout the year.

 

Ik las deze week een nieuwsbericht over een bepaalde gemeente die de kerststal wou verbannen omdat die aanstootgevend zou zijn voor sommige mensen. Als men de kerststal aanstootgevend vindt, dan heeft men het kerstverhaal niet begrepen.
Misschien moet het desbetreffend gemeentebestuur en de anti-kerststal sympatisanten het volgend verhaal eens lezen en laten doordringen:

 

Op een keer, het was enkele dagen voor Kerstmis, schilderden drie mannen op een muur:
Vreemdelingen buiten!’
Wat later kon je in de kleine stad horen:
‘Kom, nu is het genoeg. Wij doen wat op de muur staat. Wij zijn weg!’
Eerst kwamen de pakjes cacao naar buiten, dan de chocolade en de pralines in hun kerstverpakking. Zij wilden naar Ghana en West-Afrika.
De koffie volgde.
De ananas en de bananen kropen uit hun kisten.
Ook de druiven uit Zuid-Afrika.
De peperkoek en de koekjes twijfelden. Want zij zijn gemaakt van meel uit België, maar kregen hun pittige smaak van kaneel uit India.
Japanse computerspelletjes trokken in lange rijen naar het oosten.
In de lucht zag men kalkoenen terug naar Engeland vliegen, en tapijten die naar Teheran wilden.
De stoololie en de benzine vormden beken en vloeiden naar Saudi-Arabië en Koeweit.
Auto’s vielen uit elkaar:
wat uit aluminium gemaakt was, trok naar Rusland, het koper trok naar Zimbabwe, het ijzer naar Brazilië, de rubberen onderdelen naar Congo.
Na drie dagen herinnerde er niets meer nog aan vreemdelingen. Omdat het bijna Kerstmis was, zongen de mensen Stille Nacht, maar dan heel stil omdat het eigenlijk een Oostenrijks liedje is.
Maar één stel was gebleven: Maria, Jozef en hun zoontje Jezus.
‘Wij blijven,’ zei Maria, ‘want als wij ook weggaan, wie zal er dan nog de weg naar de menselijkheid kunnen wijzen?'( naar H. Wôllenstein)

 

The glitter of the season should never

prevent us from truly seeing

The Prince of Peace.

(Dieter F. Uchtdorf)

Vrolijk kerstfeest iedereen!

 

 

Cadeautjestijd

In deze tijd van het jaar staat in heel wat huizen op een centrale plaats een kerstboom te pronken met ballen, hartjes, popjes, slingers en lichtjes. Men moet goed zoeken om er nog een stalletje naast te vinden. Om de mooi ingepakte cadeautjes te zien heb je echter geen bril nodig. Cadeautjes zijn een deel van Kerst geworden.

 

Toen ik een kind was waren pakjes onder de kerstboom zeldzaam. De Sint had pas geschenkjes gebracht en Nieuwjaar stond te wachten om zijn cadeaus te geven. In mijn tienerjaren groeide de commerce rond het kerstgebeuren en men kon de eerste kerstman Hohoho horen roepen. Tegenwoordig kan je je geen kerst meer inbeelden zonder cadeautjes.

The spirit of Christmas puts in our hearts
a desire to give joy to other people.
(Henry B. Eyring)

Weet jij nog welk geschenk er voor jou vorig jaar onder de kerstboom lag? Was het een hippe trui of een paar glanzende schoenen? Was het je lievelingsparfum of een juweel? Of was het een boek dat op je verlanglijst stond om te lezen, of een Bongobon? De kans bestaat dat de cadeaus die we kregen vervlogen zijn met het verstrijken van het jaar. De trui is misschien gekrompen in de was en de schoenen zijn versleten. De parfum is leeggespoten en het juweel ligt ergens in een doosje. Het boek is uitgelezen en de bon is opgesoupeerd.

Weet je nog welk geschenk je ooit met je hele hart hebt gegeven? Deze vraag laat je waarschijnlijk dieper nadenken en ik ben er zeker van dat enkele tedere herinneringen naar boven komen.

Het is door te geven
in plaats van te krijgen
dat de geest van kerst
in ons huis binnenkomt.

Ik herinner me de vele ‘geheime missies’ die we met ons gezin uitvoerden. Met de allures van 007 werd een verrassingspak door een supersnelle Flash aan een deur gedropt. Het geven bracht een warm gevoel waar ik nu nog vrolijk van kan worden.
En wat is er zaliger dan een geschenk uit te zoeken voor een geliefde en dan, als het pakje geopend wordt, met een glimlach en fonkelende ogen beloond te worden?

Rond kerst zoeken we cadeautjes die we willen geven aan mensen die we graag zien.  Sommige van de beste geschenken kan je echter niet inpakken.

Paul kreeg eens als kerstcadeau een sportwagen van zijn broer. Toen Paul op kerstavond zijn kantoor uitkwam, stond een armtierige jongen met bewonderende blikken naar zijn glimmende nieuwe racewagen te kijken.
‘Is die auto van u, meneer?’
Paul knikte. ‘Die heb ik voor kerstmis van mijn broer gekregen.’
De jongen was verbijsterd.
‘Bedoelt u dat u hem hebt gekregen? Zo maar voor niks? Tjonge, ik wou dat …’
Hij aarzelde even. Natuurlijk wist Paul wat die jongen wou wensen. Dat hij ook zo’n broer zou hebben. Maar Paul voelde een rilling over zijn rug lopen toen de jongen zei:
‘Ik wou dat ik zo’n broer zou kunnen zijn.’
Paul keek de jongen verbaasd aan en in een opwelling vroeg hij: ‘Heb je soms zin om even een eindje mee te rijden in mijn auto?’
‘Cool!’
Nadat ze een stukje gereden hadden draaide de jongen zich met glinsterende ogen naar Paul en vroeg: ‘Meneer, zou u voor mijn huis willen stoppen?’
Paul glimlachte. Natuurlijk wilde die knaap zijn buren laten zien dat hij met een chique auto naar huis werd gebracht. Maar Paul vergiste zich weer.
‘Wil je daar stoppen, bij die twee treden? Ik kom direct terug.’
De knaap rende het trapje op. Even later kwam hij terug, maar nu heel langzaam. Hij droeg zijn kreupele broertje in zijn armen, zette hem neer op de onderste trede en wees naar de auto.
‘ Daar staat hij, maatje. Precies zoals ik het je vertelde. Hij heeft hem voor kerstmis van zijn broer gekregen en hij moest er geen cent voor betalen. Er komt een dag dat ik jou er net zo een zal geven… Dan kan je zelf gaan kijken naar al die feestelijke etalages waar ik over verteld heb.’
Paul stapte uit zijn auto en tilde de kleine jongen op de voorbank. De oudere broer ging met glinsterende ogen naast hem zitten en gedrieën begonnen ze aan een feestelijke rit die ze zich nog lang zouden herinneren.
Die kerstavond begreep Paul wat Jezus bedoeld had toen Hij zei: ‘ Het is zaliger te geven …’

 

 

De waarde van een geschenk
wordt niet bepaald door de prijs.
(Gotthold Ephraim Lessing)

Natuurlijk is het leuk om iets te geven. Als het met ons hart gegeven wordt is het goed. Maar misschien moeten we ook eens stilstaan bij de niet-tastbare geschenken die we kunnen geven. Niet voor niets zei Ralph Emerson:

Het enige geschenk is een deel van jezelf.

Een deel van jezelf geven, dat kan oprechte aandacht en tijd zijn. Er is een kerstlied: ‘Have yourself a merry little Christmas’. We kunnen onszelf een prachtige kerst geven als we de geschenken onthouden die God ons gegeven heeft, en als we deze zoveel mogelijk aan anderen geven.

Be an angel to someone else whenever you can,
as a way of thanking God for the help
another angel has given you.
(Eileen Elias Freeman)

Nog een laatste gedachte over cadeautjes. Stel je voor dat je de prachtige pakjes die je gaat krijgen met verwondering bekijkt: Wat is het mooi ingepakt? Wat zou er in zitten? Je schudt er eens mee en legt het dan neer zonder het ooit open te doen.
Dat zou maar raar zijn. Maar eigenlijk doen we dat soms met de geschenken die God ons geeft.

‘ Want wat baat het een mens indien hem een geschenk wordt gegeven en hij het geschenk niet aanneemt? Zie, hij verheugt zich niet in hetgeen hem wordt gegeven, evenmin verheugt hij zich in hem die de gever is van het geschenk.’ L&V 88:33

God offers His priceless gifts freely to all at Christmas and throughout the year. I pray we will not leave them unopened but receive them.
And as we do, we will be filled, step by step and degree by degree, with love, joy, peace, purity and power. (Douglas D. Holmes)

 

Kerstfeest, een familiefeest waar we het grootste geschenk aller tijden vieren: het geschenk van de Zoon van God, Jezus Christus.

Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.
Johannes 3: 16

We voelen ons dikwijls gestresseerd in de kerstperiode. We willen de perfecte cadeautjes vinden, de volmaakte menu samenstellen en ons huis in een echte kerstsfeer dompelen. Ik geniet ervan om dit te kunnen doen en het zal een pak van mijn hart zijn als alles op tijd in orde is. Net zoals de meeste mensen hou ik van geven en het is fijn om dit in deze periode van het jaar dat eens extra in de verf te kunnen zetten.
Geniet van het shoppen, relax af en toe met een goed kerstboek, luister naar kerstliedjes en vergeet niet dat er een heleboel mensen wachten op je niet-ingepakte cadeautjes.

 

Nog een boekentip (Engelstalig): The Gift van Richard Paul Evans.

 

Filmpje: The first gift of Christmas:

https://youtu.be/uzjFEMmM0Xs

Ikke, ikke, ikke, en de rest …

 

ikke-sizzElke stad heeft wel een of andere naam voor zijn inwoners. Zo worden Lokeraars ‘rapenfretters’ genoemd, iemand van Aalst is een ‘ajuinvreter’ en Gentenaars zijn ‘stroppendragers’. Ik ben geboren in Sint-Niklaas en Sint-Niklazenaars worden wel eens ‘dikke nekken’ genoemd. Een ‘dikke nek’ is een zelfingenomen persoon, iemand die denkt dat hij beter is dan een ander, kortom iemand met een EGO van hier naar de maan en terug. Mijn nek past nog altijd in bloesjes van dertig jaar geleden, dus zo’n vaart zal het mijn mijn ego wel niet lopen, denk ik.

Maar ik wil het wel eens over EGO hebben.
Eerst en vooral mag je EGO niet verwarren met eigenwaarde. Een mens moet eigenwaarde hebben. Je moet je eigen vriend zijn en van jezelf houden. Je moet voor jezelf zorgen, jezelf aanmoedigen en in jezelf geloven. EGO (met drukletters!) betekent je beter achten dan een ander. Iemand met een groot EGO zal dan ook anderen naar beneden duwen om die visie te behouden.

Some pieces of sand
are so full of ego
that they see themselves
as a giant rock.
But then the wind blows,
the big ego flies in the air.
(Mehmet Murat ildan)

In sommige leesmethodes is het eerste woordje wat de kinderen leren: IK.
‘Ik’ is een van de kleinste woordjes in het woordenboek, maar we moeten ervoor zorgen dat het niet de grootste wordt in onze woordenschat. Het is goed om bij jezelf stil te staan, om zelfvertrouwen te hebben en jezelf te leren kennen, maar als we teveel aan onszelf denken loopt er veel mis. Zoals Lord Chesterfield zei:

Our own self-love

draws a thick veil

between us

and our faults.

Er lopen teveel ‘IKKEN’ rond in onze maatschappij. Je herkent ze direct. Ze laten zich teveel leiden door hun EGO: ikke, ikke, ikke, en de rest kan stikken. En maar klagen en klagen. Kinderen maken wat lawaai: ikke dient een klacht in. De plaatsing van een windmolen staat in ikke zijn weg en de wind moet maar elders een molen zoeken. Ikke gaat op het platteland wonen, maar beklaagt zich over de boerenlucht en wil de koeien laten verdwijnen. Ikke verhuist naar de nabijheid van de luchthaven, maar weet je wel hoeveel lawaai zo’n vliegtuig maakt? Ikke legt de ene na de andere klacht neer. Ikke is voor ikke en vindt het moeilijk om een ander zijn plezier te gunnen. Ikke wil de beste en de grootste zijn. Ikke heeft heel lange tenen, maar dat heb je waarschijnlijk ook al gemerkt. Ikke heeft een EGO om u tegen te zeggen, maar of ikke gelukkig is?

A man asked Buddha:
‘I want happiness.’
Buddha said:
‘First remove ‘I’, that’s ego.
Then remove ‘want’, that’s desire.
See now you are left with only
Happiness.’

Psycholoog Dirk De Wachter heeft in zijn boek ‘De wereld van De Wachter’ ook over ‘ikke’ geschreven:

‘In onze hebberige ikkerigheid willen we onszelf ten volle ontplooien. ‘Mijn leven maken’ dat wordt in die gedachte het hoofddoel.’

Kunnen we ons leven maken? ‘Yes, we can’, zei Obama. Yes, you can. Ja, ik kan. We maken ons leven, maar het wordt een ramp als het alleen rond onszelf is gebouwd.

‘Je maakt, je bouwt aan jezelf en je leven. Timmerend aan een biografische tekst, met slechts één personage. In twee letters: ik. In jouw volle ikkigheid verword je tot een werkwoord. je ikt. Maar die zin, die ontbreekt. Een verhaal, dat is er niet meer.’ (Dirk De Wachter)

We moeten stoppen met ons zo vlug aangevallen te voelen. We moeten niet per se willen winnen of gelijk willen halen. Willen we echt steeds meer hebben en moeten we ons nu echt superieur voelen als we iets bereikt hebben? Willen we echt in de peuterpuberteit blijven zitten en eisen dat alles rond onszelf draait?

Wash out your ego every once in a while,

as cleanliness is next to godliness

not just in body

but in humility as well.

(Terri Guillemets)

Ja, het is leuk om complimentjes te krijgen, om bloemetjes te krijgen en om in het middelpunt van de belangstelling te staan. Maar laten we opletten zoals Ram Dass zei:

The ego is an exquisite instrument:
Enjoy it, use it –
just don’t get lost in it.

Teveel EGO verziekt je talent. Goudschilfers zijn kostbaar, maar wanneer zo’n schilfer in je ogen komt, beperkt het je zicht (Chinees gezegde).
EGO houdt ons soms tegen om belangrijke dingen te zeggen zoals
Ik hou van jou,
Ik mis je,
Het spijt me.
Sorry zeggen betekent niet altijd dat jij verkeerd was en de andere juist. Het betekent altijd dat jij je relatie belangrijker vindt dan je EGO.

Ego is the only requirement
to destroy any relationship …
So be the bigger person,
skip the E
and let it GO.

Als we ons EGO teveel aandacht geven, dan zullen we uiteindelijk onszelf verraden. We maakten God dood en speelden zelf God. Maar het paradijs is verdwenen.
‘En zo raak je dubbel uitgehold: bekaf van het achterna hollen, en hol ban binnen. Je weet het niet meer. Wie ben je? Moegekickt en met niemand om je heen doemt je reflectie angstig op. En dan denk je: Mijn God.’ (Dirk De Wachter)

With the disappearance of God

the Ego moves forward

to become the sole divinity.

(Dorothee Sölle)

Wanneer ik het Huis des Heren binnenga, dan laat ik mijn ego buiten achter. Dan omarmt mijn binnenste de Grootste van allen en vloeit nederigheid het laatste restje ‘ikke’ weg.

December – kerstmaand. Misschien de maand bij uitstek om het EGO stof uit onze ogen te verwijderen, om niet ons eigen lof te zingen (dat klinkt trouwens toch altijd vals) en om ons eens wat meer naar de ander te richten.
Jezus Christus onderwees dat Hij het Licht der wereld is en vroeg aan de mens om zijn licht te laten schijnen voor de anderen. Thomas S. Monson zei:
‘ Als we het voorbeeld van de Heiland volgen en leven zoals Hij leefde en onderwees, zal dat licht in ons branden en de weg verlichten voor anderen.’

Als we ons EGO opzij zetten, kunnen we met heel onze eigenwaarde, met al onze talenten en met alles wat we zijn de wereld rondom ons verlichten en de ikkerigheid laten krimpen.
Ik zoek alvast inspiratie in het volgende filmpje om mijn ikke te bedwingen:

Kerstfeest

Geen plaats in de herberg.

Kerstmis werd heel goed gevierd. Het huis was van onder tot boven versierd en de tafel was zo gedekt dat de smaakpapillen direct in actie traden. Op de smart-teevee speelde een programma met veel muziek en een wervelende show. Er werd gegeten, gedronken en gelachen.

Voor het dessert werd de Bijbel erbij gehaald, kwestie van de reden voor het feesten te weten. De vader las voor hoe Jozef en Maria geen plaats vonden in de herberg en hoe Jezus dan maar in een stal geboren werd.

Iedereen aan tafel was verontwaardigd over het egoïsme van de herbergiers. Nonkel Gerard balde zelfs zijn vuist en zei dat hij wel plaats zou gemaakt hebben. Moeder schonk hem een glimlach en stak de Bijbel terug in het boekenrek.

Vader tikte met zijn glas: “Ik wil een toast uitbrengen.”

“Sjttt…”, onderbrak kleine Sjaak. ” Luister, er is een speciale boodschap.”

Alle hoofden draaiden zich naar de smart-teevee. Een ernstig kijkende journaliste had het vrolijke programma opzij geduwd: ” In Duinkerke wordt Kerstmis in de modder gevierd. Gisteren is hier een baby geboren…”

” Moeten ze dit nu op kerstavond uitzenden?” mopperde vader en hij zapte naar een andere zender met een hoog jinglebells gehalte.

Hij hief zijn glas: ” Vrede op aarde aan alle mensen.”

Moet het gezegd dat het drankje een bittere nasmaak had?