Het wordt kouder en dat voel je niet alleen, dat zie je ook. De bomen hebben een mechanisme in werking gezet dat hun bladeren eerst betoverend kleurt, maar dan genadeloos laat vallen. Zomerbloemen zijn, behalve enkele koppige exemplaren, zo goed als verdwenen en de tuinen kleuren zich met herfstbloemen en allerlei zaaddoosjes. Ook op straat zijn de tinten veranderd. De meeste mensen die je tegenkomt hebben hun zomerse kleurige outfit in de kast gestopt en verhullen zich nu in meerdere donkere laagjes. Waar eerst nog lichte regenjassen het straatbeeld overheersten, zie je nu meer en meer wollen mantels moedig de kille temperaturen trotseren. Het jassen- en mantelseizoen is begonnen.
Terwijl ik de kraag van mijn mantel wat hoger trek om de zure wind buiten te houden, moet ik denken aan een voorval van jaren geleden. In de middelbare school veegde een leerkracht me de mantel uit omdat ik een zakdoek verkeerd had gestreken ( In de jaren zeventig kreeg je in het ASO buiten talen, wiskunde en wetenschappen ook nog strijk-, kook- en naailessen, écht waar!). Ik begrijp nog altijd niet dat ik zo uitgefoeterd werd – hoe kan je nu een zakdoek verkeerd strijken? Enfin, al bij al kreeg ik weinig onder mijn voeten op school. Wat ik geweldig vond was dat vele leerkrachten me lieten nadenken en wezen op de dwaasheid van zo maar de mantel naar de wind te houden. Een meeloper zijn is misschien gemakkelijker en voelt misschien veiliger aan, maar ik ben blij dat ik geleerd heb een eigen mening te vormen en die te uiten.
Be a voice
not an echo.
Weet je wat ik een mooi gezegde vind? Iets met de mantel der liefde bedekken.’
Het is niet alleen mooi om te horen, maar het is ook geweldig als we het echt doen. We kunnen dan iets door de vingers zien. Of we zien iets dat niet goed is en geven toch geen oordeel. We vergeven foutjes en draaien de bladzijde om.
Natuurlijk is dat niet altijd goed. Soms moeten we dingen rechtzetten, verbeteren of bespreken.
Haat wekt twisten op,
maar liefde bedekt alle overtredingen.
(Spreuken 10:12)
We hebben allemaal een uniek karakter, andere eigenschappen en … rode knoppen. Rode knoppen zijn onze gevoelige kantjes, onze lange tenen. En wee de persoon die zo’n rode knop indrukt!
Een beetje frustratie hoort bij het leven. Niemand is perfect. Het kan niet allemaal rozengeur en maneschijn zijn. Niet alles kan altijd koek en ei zijn. Maar ik denk dat er weinig mensen zijn die erop uit zijn om hun medemens met opzet te kwetsen. Weinig mensen hebben echt slechte bedoelingen. Misschien moeten we overwegen dat ze uit een ander nest dan het onze komen, of dat ze slecht geslapen hebben, of niet goed hebben nagedacht.
Als je je beledigd voelt, probeer dan eens in het vel van de ander te kruipen. Ik blijf geloven dat weinig mensen ècht slecht zijn en dat ze gewoonlijk proberen te doen wat juist is.
The giving or taking of offence can be avoided
if we exercise charity in our relationships with others.
(Denise Turner)
Wanneer je verdrietig om iets bent, of iets irriteert je, dan mag je dit ook niet opkroppen, dan moet je dit wel zeggen. Maar het is belangrijk om niet van elke kleinigheid een oorlog te maken.
Er zijn heel wat problemen doordat agressie met agressie beantwoord wordt. Soms wordt de agressor zelfs geïmiteerd. Zei men vroeger niet dat je eerst je tong tien keer moest ronddraaien voor je een antwoord geeft?
Verspil geen tijd meer met ruzie
over wat een goed mens behoort te zijn.
Wees er één!
(Marcus Aurelius)
Een mantel is veel wijder dan een jas. We kunnen er dus veel mee bedekken: aanvaringen, botsingen, conflicten, disharmonie, disputen, geschillen, meningsverschillen, onvrede, wrijvingen, …
In onze relatie met onze partner, of onze kinderen, kan deze mantel niet breed genoeg zijn. Ruzie maken is echt voor niets goed. Aan de andere kant worden we wel dagelijks geconfronteerd met conflictsituaties en soms vergeten we onze mantel, of is hij niet wijd genoeg, of willen we hem met opzet strakker maken of zelfs niet aan doen.
Mensen kunnen ons diep kwetsen, kunnen we daar zo maar aan voorbij gaan?
Ik geloof dat we de lucht moeten laten opklaren, maar zonder ruzie.
Eerst moeten we bij onszelf eens kijken: is er een rode knop ingedrukt? Zijn mijn tenen te lang? Ben ik moe? Heb ik een slechte dag en moet mijn partner of kind dit nu bekopen?
Als ik me gekwetst voel dan weet ik dat ik dat niet mag opkroppen, want dat is de munitie die ik dan verzamel voor de spreekwoordelijke bom. Ik laat dat gevoel dus binnenkomen en wil het dan kwijt. Ik denk dan na hoeveel ik van mijn partner of mijn kind hou, hoeveel ze voor mij betekenen en ik zeg hen dat. De moeilijkheid is dat ik mijn emoties nog moet onderdrukken en met een open geest moet luisteren naar de emoties van mijn kind of partner. Als we ons op de andere focussen, dan kunnen we ons eigen ego een halt toeroepen. Geen gemakkelijke opdracht, maar wel noodzakelijk om open te kunnen praten.
Pas als de ander
alle ruimte heeft gekregen
om te praten en zich te uiten,
zal deze in staat zijn
naar jou te luisteren.
(Mireille Mettes)
In Mattheüs 5: 40 lezen we: ‘Als iemand uw hemd wil nemen, laat hem dan ook uw mantel.’
In de Engelse King James vertaling leest dit als: ‘And if any man take away thy coat, let him have thy cloke also.’
Ik zie dit vers zo, dat als iemand je jas vraagt, je hem dan ook je mantel geeft.
De Heer bedoelt hiermee echter niet dat we elke agressie moeten bedekken. Hij vraagt zeker niet om een agressor een ander slachtoffer aan te bieden. Joseph D. Parry legde het als volgt uit:
‘ Offering our cloak when our coat is required, is a way of imputing a reasonable motive to another’s action, allowing the action to define itself as a statement of need or fear that we might actually be able to do something about. Moreover, in asking us to give what they would take from us He is asking us to extend them the right to rethink what they wanted and why they wanted it; to acknowledge their right and capacity to change without being compelled to do so, just as we would prefer not to be compelled to do or give something. The Golden Rule, in other words.’
De mantel der christelijke liefde
dragen de meeste mensen
strak dichtgeknoopt.
Er zijn sprookjes over mantels geschreven, er zijn films over mantels gemaakt en in de Schriften staan ook veel verhalen over allerlei mantels waaronder de veelkleurige mantel van Jozef, de profetenmantel van Elia, de koningsmantel, de mantels op de weg naar Jeruzalem, de purperen mantel van Jezus.
Jesaja spreekt over een ‘lofgewaad’ (Jesaja 61:3)
Er zijn momenten waar we letterlijk een mantel kunnen geven, aan daklozen of vluchtelingen, of aan mensen die zich geen degelijke winterjas kunnen kopen. Maar die momenten zullen zich niet zoveel voordoen, een ‘lofgewaad’ geven kunnen we altijd. Er is nooit genoeg vriendelijkheid in de wereld, op ons werk, in onze buurt, bij ons thuis. Overal zijn er mensen die pijn hebben, die ziek zijn, die gepest worden, die niet goed in hun vel zitten, die moeilijkheden hebben. Iedereen kent wel iemand die eenzaam, ontmoedig of verdrietig is.
Elke dag hebben duizenden mensen nood aan een vriendelijke daad. Een eenvoudige glimlach of een complimentje kunnen iemand zijn dag maken.
Compliment people,
magnify their strengths,
not their weaknesses.
We worden overstelpt met mediabeelden over mensen die in nood verkeren. Het is meestal ‘de ver-van-mijn-bed-show’. Maar het is heel belangrijk om gevoelig te blijven voor de noden van een ander.
Misschien moeten we in deze donkere dagen wat beter rondkijken naar mensen die gebukt gaan onder een last.
Misschien moeten we een glansspray bij ons hebben om ontmoedigde mensen wat glitters te laten zien.
Misschien moeten we wat meer complimentjes geven, wat meer glimlachen.
Zijn we alert genoeg om de mensen te herkennen die onze ‘mantel van naastenliefde’ of een ‘lofgewaad’ nodig hebben?
Als mensen ‘bibberen’ , mogen ze dan onder jouw mantel warmte voelen?
Weet je welke mensen een hele wijde mantel hebben en een prachtig lofgewaad om te delen? De vele mantelzorgers in onze maatschappij! Ik zag het bij mijn eigen moeder en bij een schoonzus hoe zij een dierbare dag in dag uit onder hun liefdevolle vleugels namen en hun eigen leven in het teken van die ander zetten. Prachtig!
Het jassen – en mantelseizoen is dus aangebroken. Ik probeer mijn mantel niet te strak te knopen en ik probeer het ‘lofgewaad’ ook niet te vergeten. En jij?