Pasen, het feest van de grootste overwinning ooit.

Pasen, de allerbelangrijkste feestdag voor Christenen. Het is niet Kerstdag maar Pasen, omdat zonder Pasen er geen reden zou zijn om Kerstdag te vieren.
Op Pasen gedenken we de opstanding van Jezus Christus, de overwinning op de dood. Voor alle mensen ooit. Dat is ongelooflijk goed nieuws en daarom is het ook heel passend dat we over ‘het evangelie’ van Jezus Christus spreken, het goede nieuws, de blije boodschap.

Ongelooflijk goed nieuws? Voor vele mensen is dit inderdaad niet te geloven. Ze houden het bij paaseieren en de paashaas. Maar de verrijzenis is wel echt gebeurd, er zijn vele getuigenverslagen. De opstanding van Jezus Christus is een van de zorgvuldigst vastgelegde gebeurtenissen in de geschiedenis. Ik geloof het en vele anderen ook.

‘Als Jezus uit de dood is opgestaan,
is Pasen
geen
eitje.’
(visje)

De week voor Pasen gebeurt er van alles in het leven van Christus. Je kan dit lezen in het Nieuwe Testament en de verschillende schrijvers ervan hebben het in hun perspectief geschreven.
Samengevat rijdt Jezus op zondag op een ezel Jeruzalem binnen. Een hele hoop mensen gaan uit hun bol van blijheid en met palmtakken en hosanna-kreten verwelkomen ze Hem als de langverwachte Koning. De hele stad was in opschudding en men vroeg zich af: ‘Wie is Dat?’ Is Hij een timmerman, een filosoof, een grote leraar, een profeet, een genezer, een vernieuwer, een bevrijder, een oproerkraaier, of is Hij de Zoon van God?

In plaats van de Romeinen buiten te zwieren, heeft Jezus het op maandag op de kopers en verkopers in de tempel gemunt.
‘Je hebt van Mijn huis een rovershol gemaakt’, zegt Hij en vijandelijke gedachten wortelen nog dieper bij de leidende geestelijke klasse.

Dinsdag is een dag waarop Jezus belangrijke leerstellingen onderwijst in diepzinnige parabels. Hij spreekt over Zijn vertrek en Zijn wederkomst. Hij veroordeelt de verwaandheid en de schijnheiligheid van schriftgeleerden en farizeeërs. Die besluiten dat het welletjes was geweest en beramen een plan om Jezus te doden.

Judas Iskariot vindt het ook allemaal maar niks meer en de volgende dag besluit hij zijn Meester te verraden. Voor de prijs van een slaaf verkoopt Judas zijn ziel.

Op donderdag stelt Jezus het avondmaal in en begint Hij in de Hof van Getsemane, onder eeuwenoude olijfbomen, de prijs af te lossen voor alle zonden, zwakheden en onvolkomenheden van de hele mensheid. Als een willoos lam laat Hij, die legioenen engelen kan roepen, zich gevangennemen.

Vrijdag zien we een onrechtvaardig verhoor, een illegaal proces, zweepslagen, het gruwelijke kruis en een vlugge begrafenis.
De aarde reageert geschokt. De zon verstopt zich uit schaamte, rotsen kreunen en beven, en de voorhang van de tempel scheurt middendoor als de Zoon van God zichzelf offert om de onsterfelijkheid en het eeuwig leven van de mens tot stand te brengen.

Gelukkig worden op zondag alle tranen, verdriet, onbegrip en twijfel triomfantelijk weggeblazen door de verrijzenis van Jezus Christus. Russell M Nelson zei daarover: ‘De opstanding van de Heiland was de uiteindelijke overwinning, het ultieme wonder, gewrocht uit voorsterfelijke ordening, onbeschrijflijke kwelling en goddelijke macht uit de hemel. Uit die ondoorgrondelijke macht, die door de liefde, alwetendheid en almacht van Zijn Vader mogelijk was gemaakt, werd Jezus Christus de ‘Eersteling’ van de opstanding.’

‘Lieflijke morgen, van Gods licht vervuld;
zie, hoe het zonlicht de schepping verguldt.
Hemel en glorie weerschijnen in ’t graf
sinds Hij verrees, ’t eeuwig leven ons gaf.’
(lofzang ’t Licht van de morgen’)

O ja, er is ook nog zaterdag. Een dag die we lijken te vergeten. Alles lijkt stilgevallen te zijn op die zaterdag voor Pasen. Jezus’ levenloze lichaam ligt stil in een graf. Een grote steen verspert niet alleen de toegang voor mensen, maar ook het geluid van binnen en buiten. Het is stil, doodstil.
De wereld draait verder, maar veel stiller. Weg zijn de hosanna-kreten, weg de spotters, weg de treurenden. Het is in Jeruzalem echt een doodstille zaterdag.

Als ik aan Pasen denk, dan zijn vrijdag en zondag wel de hoogtepunten: het lijden en de overwinning.
Maar toch is er ook zaterdag, die stille zaterdag. Een dag die het geloof op de proef stelde.
Het maakte de discipelen waarschijnlijk wel zenuwachtig, die zaterdag zonder geluid. Hoe moest het nu verder met hen?
Misschien waren ze ook wel een beetje opstandig. Ze begrepen het niet. Jezus had mensen uit de doden opgewekt, waarom kon Hij dit niet bij zichzelf dan? En waar was God dan? Waarom had Zijn Vader niet ingegrepen?
Ze zullen bang geweest zijn, moedeloos …

Hebben wij allemaal ook niet af en toe zulke zaterdagen? De periode tussen moeilijkheden en oplossingen? Tussen verdriet en vreugde? Tussen vragen en antwoorden? Tussen twijfels en het weten?
Zijn wij dan soms ook niet teleurgesteld, opstandig, moedeloos?
Het zou zelfs kunnen dat er dan een zaadje van twijfel ontkiemt: Bestaat God wel? Als Hij bestaat, waarom reageert Hij dan niet? Waarom blijven antwoorden weg? Als God echt van me houdt, waarom helpt Hij mij dan niet? Als Hij met me meevoelt, waarom geneest Hij mijn hart dan niet?

In Psalmen 16:10 lezen we:

‘Want U zult mijn ziel in het graf niet verlaten.’

Als ik dit vers laat doordringen, dan krijg ik de geruststelling dat God me niet alleen laat op mijn stille zaterdagen. De stilte betekent niet dat Hij afwezig is, of te druk bezig met andere dingen, of onverschillig. De stilte heeft me iets te leren.

Want alle vlees
is in Mijn handen;
wees stil en weet
dat Ik God ben.’
(L&V101:16)

Stille zaterdagen hebben een doel. Als al ons ongemak direct verholpen zou worden, of al onze vragen direct opgelost zouden worden, alle verdriet ineens zou verdwijnen en alle twijfels plotseling  in de grond zouden worden geboord, zouden we dan de genezing of het antwoord voldoende appreciëren? Zouden we medeleven kunnen ontwikkelen?

Misschien is het ook wel de bedoeling om geduld te leren, om geestelijke spieren te ontwikkelen, om vol te houden.
We ondervinden en begrijpen dan wat Johannes schreef:
‘Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn Eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat eenieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.’ (Johannes 3:16)

Liefde is troost in droefheid,
stilte in tumult,
rust in onrust,
hoop in wanhoop.
(Henry Drummond)

Als jij je nu geplet voelt tussen een vrijdag en een zondag, vertrouw dan op die stille zaterdag.

Jezus overwon de dood. Hij is verrezen!

Wees blij en vier Pasen!

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Zomeruur, licht en Pasen.

Het is zomeruur. Dat betekent dat we de klok een uur verder gedraaid hebben en dat 10 uur 11 uur geworden is. Dat de overheid zo’n konijn uit de hoed haalt is ongelooflijk, en nog wel voor het hele land en een groot stuk van de wereld. In mijn gewoon dagelijks leven zou ik ook wel eens de klok zomaar een uur willen terugdraaien of ineens verder zetten. Floep! Mooie dingen een uur langer beleven, minder leuke dingen vliegensvlug voorbij draaien.

De tijd is te traag voor wie wacht,
te snel voor wie bedeesd is,
te lang voor wie treurt,
te kort voor wie zich verblijdt,
maar voor wie het heeft
is de tijd eeuwig.
(R. Hoemakers)

Maar alle tijd en konijnen in hoeden ten spijt, hebben jullie last van het zomeruur?
Ik moet er toch altijd een beetje aan wennen. Mijn biologische klok heeft ’s morgens een vast uur. Elke dag word ik op ongeveer hetzelfde tijdstip wakker. Met het zomeruur voelt mijn ‘klok’ zich bedot. Ze wordt geforceerd om me nu een uur vroeger wakker te krijgen en als je mij kent is dat niet zo simpel. Gelukkig protesteert mijn lichaam maar een paar dagen en dan heeft mijn innerlijke klok zich bij het zomeruur neergelegd. Dus last? Niet echt veel.

Ik ben wel blij dat het langer licht is. In de lente lengen de dagen sowieso, maar met dat zomeruur erbij kan ik nog extra van het licht genieten.
Ik ben een ‘lichtmens’. En geef nu ook toe: licht is leven, niet?
Dat brengt me ook bij een belangrijke feestdag: Pasen. Dat christelijk feest geeft me altijd zo’n blij gevoel. Niet alleen om de mooie herinneringen van paasklokken en chocolade eieren die verstopt en gevonden werden, maar ook omdat de Paastijd me als mens enorm aanspreekt en mijn ziel verlicht.

Aan Pasen is een naam gekoppeld die bijna iedereen in de wereld kent, maar waarbij toch heel weinig mensen zijn die deze persoon echt kennen. Die naam is Jezus Christus.
Wie is Jezus? Waarom zou Hij vandaag nog belangrijk zijn?
Om te beginnen is Jezus een voornaam, net zoals Pieter en Seppe. Christus is geen achternaam, maar een titel. Die betekent ‘de Gezalfde’.
Die titel duidt erop dat Jezus geen gewone man was, of zelfs de beste leraar ooit. Hij is de beloofde Messias waarover in het Oude Testament geprofeteerd wordt. Hij zou alle mensen redden van zonde en dood (alle, daar vallen wij dus ook onder). Jezus verklaarde tijdens zijn leven zelf dat Hij de Zoon van God was. Ik geloof dat. Hij deed vele wonderen zoals zieken genezen, blinden laten zien, doven laten horen en Hij wekte zelfs doden weer tot leven. Zijn grootste wonder is dat Hij eeuwig leven en geluk aan alle mensen kan geven, we moeten alleen maar in Hem geloven en ons best doen zijn leringen te volgen. Maar mensen zijn mensen, en we maken allemaal fouten – grote en kleine. Soms falen we compleet en zitten we in zak en as, of in een diepe put. En dat is precies de reden waarom Jezus naar de aarde kwam en waarom Hij vandaag nog zo belangrijk is voor ieder van ons.

En voorts zeg ik u dat
er geen andere naam,
noch enige andere weg of middel,
zal worden gegeven waardoor
redding tot de mensenkinderen kan komen,
dan alleen
in en door de naam van
Jezus Christus,
de almachtige Heer.
(Mosiah 3: 17)

Om te kunnen begrijpen waarom Jezus zo belangrijk is, is een vergelijking misschien wel op zijn plaats:

Er was eens een man die zo graag iets wou hebben. Het was zijn grootste droom en hij had er alles voor over, dus ging hij een grote schuld aan om zijn grote verlangen waar te kunnen maken. Men had hem verwittigd hoe gevaarlijk zulke grote schulden wel zijn en hoe er met de schuldeiser niet te lachen viel. Maar de man tekende het contract. De einddatum lag ver in het verschiet en hij was er gerust in dat hij zijn schuld op tijd zou kunnen aflossen. Hij was blij, want hij had nu wat hij wilde.
Het leven ging verder met zijn ups en downs, met hard werken en met pleziertjes, met voorspoed en met tegenslag. Maar de schuldeiser had een vast plekje in zijn gedachten. Af en toe deed de man een afbetaling en stiekem hoopte hij dat de dag van de ultieme afrekening nooit zou aanbreken.
Maar die dag komt altijd voor iedereen, en dus ook voor die man. Het contract was verlopen en de schuld niet afbetaald. De man besefte dat hij zijn schuld nooit kon aflossen en dat de schuldeiser al zijn bezittingen kon opeisen en hem zelfs in de gevangenis kon steken. Hij vroeg:
Kan ik niet meer tijd krijgen?’
Kan je mijn schuld niet kwijtschelden?”
Kan je me geen genade tonen?’
De schuldeiser vond genade maar eenzijdig, daar had hij niks aan. Hij vroeg:
Geloof jij in recht? Ik wil gerechtigheid! Jij hebt het contract getekend en de wet is dat jij betaalt of gestraft wordt. Het is niet de bedoeling dat genade de gerechtigheid kan beroven.’
Als jij mijn schuld niet kwijtscheldt, dan is er geen genade!’ smeekte de man.
Als ik dat doe dan is er geen gerechtigheid!’antwoordde de schuldeiser.
Het leek erop dat er geen manier was waarop zowel de genade als de gerechtigheid tevreden zou zijn. En toch is die manier er! Maar dan is er nog iemand anders voor nodig.
De schuldenaar had een vriend die hem heel goed kende en die wist hoe kortzichtig en gek hij was geweest. Maar die vriend wilde hem helpen omdat hij van hem hield. Hij werd een middelaar. Hij betaalde de schuld en zo was de gerechtigheid tevreden. De middelaar regelde een afbetaling met zijn vriend en zo kreeg die genade.

Als we dit verhaal projecteren op ons eigen leven, dan hebben we allemaal een zekere ‘geestelijke schuld’, en op een dag zal de afrekening komen.
Dit lijkt misschien voor velen, zo niet voor iedereen, de ver-van-mijn-bed-show. Hoe kan dat nu? We zijn toch baas over ons eigen leven? Is er wel een leven na de dood waarin de afrekening komt? Ik ben toch een goed mens?
Vele mensen die een bijna-doodservaring beleefden, vertellen allemaal hoe belangrijk het is om hier goed te doen voor iedereen. Ze beklemtoonden dat het leven dat we hier leiden, ons leven aan de andere kant bepaalt.
Maar niemand is volmaakt, we kunnen allemaal meer helpen, beter helpen, meer doen, beter doen.
En de wet der gerechtigheid zal de aflossing eisen. Gelukkig is er een Middelaar.

Want er is één God en ook één middelaar tussen God en mensen,
de mens Christus Jezus,
die zich gegeven heeft tot een losprijs voor allen.
(1 Timotheüs 2: 5)

Door de genade van Jezus Christus kunnen wij, na alles wat we zelf konden doen, gered worden.

Pasen is het feest waarop de christelijke wereld de verzoening en de opstanding van Jezus Christus herdenkt. Ik kan zeker niet uitleggen hoe Jezus het lijden, de pijnen, de zonden en alle onvolmaaktheden van heel het mensdom op zich genomen heeft, en hoe Hij daar de schuld voor betaalde. Ik kan ook niet uitleggen hoe het kon dat Hij – die zeker dood was- levend werd en zo de deur van de onsterfelijkheid voor alle mensen opende. Geestelijke dingen kunnen niet uitgelegd worden op een stoffelijke manier.
Ik geloof in God en in Jezus Christus, in de opstanding en in een eeuwig leven, en als jij daar ook in gelooft dan weet je hoe moeilijk het is om anderen te vertellen wat je voelt. Ik probeer op deze blog mijn woorden zorgvuldig uit te zoeken en probeer niemand te kwetsen of de indruk te scheppen dat gelovigen ‘beter af’ zijn. Ik kan je maar een schets bieden van hoe ik God echt zie. Ik geef je een onafgewerkt product van mijn gevoelens over Zijn liefde en mijn plaats daarin, een ruw beitelwerk over hoeveel meer Licht ik daardoor ervaar.

The miracle of
RESURRECTION,
the ultimate cure,
is beyond the power of modern medicine.
But it is not beyond the power of God.
(Paul V. Johnson)

Zomeruur, Licht en Pasen. Voor de ene een geestelijke bezinning, voor de andere een familiefeest met eitjes. Geniet van al het licht.